Samenstelling

Zie voor hulpstoffen de productinformatie van CBG/EMA of raadpleeg een apotheker.

Natriumpolystyreensulfonaat Diverse fabrikanten

Toedieningsvorm
Poeder voor orale of rectale suspensie
Sterkte
997,5 mg/g
Verpakkingsvorm
454 g met maatlepel 15 g

Resonium A Sanofi SA

Toedieningsvorm
Poeder voor orale of rectale suspensie
Sterkte
999,3 mg/g
Verpakkingsvorm
454 g met maatlepel 15 g

Uitleg symbolen

XGVS Dit geneesmiddel is niet opgenomen in het geneesmiddelen vergoedings systeem (GVS).
OTC 'Over the counter', dit geneesmiddel is een zelfzorgmiddel.
Bijlage 2 Aan de vergoeding van dit geneesmiddel zijn bepaalde voorwaarden verbonden, die zijn vermeld op bijlage 2 van de Regeling zorgverzekering.
Aanvullende monitoring Dit geneesmiddel is onderworpen aan aanvullende monitoring. Extra aandacht wordt gevraagd voor onverwachte bijwerkingen. Meldt u dit via het meldformulier van het Lareb.

Advies

Behandel, indien mogelijk, de oorzaak van chronische nierschade. Start daarnaast behandeling om het grotere risico van (vnl. cardiovasculaire) morbiditeit te verminderen en progressie van nierschade te voorkomen of beperken. Behandel de complicaties van nierschade en start eventueel niervervangende therapie (dialyse).

Calciumpolystyreensulfonaat heeft bij de behandeling van hyperkaliëmie, bij patiënten met acute en chronische nierinsufficiëntie, inclusief patiënten die dialysetherapie ondergaan de voorkeur boven natriumpolystyreensulfonaat bij hypertensie, hartfalen of oligurische nierbeschadiging.

Zie Hyperkaliëmie op hetacuteboekje.nl voor het beleid.

Indicaties

  • Hyperkaliëmie bij acute en chronische nierinsufficiëntie;
  • Als ondersteunende therapie bij chronische hemodialyse of chronische peritoneale dialyse (CAPD).

Gerelateerde informatie

Doseringen

Orale en rectale toediening op geleide van de kaliumconcentratie in het serum. Staak de toediening als de serumkaliumspiegel lager wordt dan 5 mmol/l.

Rectale toediening kan worden toegepast als orale toediening niet mogelijk is. Verder kan in de initiële fase bij volwassenen, rectale toediening worden gecombineerd met orale toediening om een snelle verlaging van de kaliumspiegel te bereiken.

Bij neonaten alleen rectaal toedienen.

Klap alles open Klap alles dicht

Hyperkaliëmie bij acute of chronische nierinsufficiëntie (incl. chronische toepassing van hemo- of peritoneaaldialyse)

Volwassenen

Oraal: 15 g (1 maatlepel) 1–4×/dag.

Rectaal: als klysma: 30 g (2 maatlepels) 1–3×/dag. Retentietijd klysma: 6–9 uur (indien mogelijk). Na retentie van ieder klysma het colon goed irrigeren voor adequate verwijdering van het hars. In bepaalde situaties kan gecombineerde orale en rectale toediening zinvol zijn om de plasma kaliumspiegel sneller te verlagen. Bij deze combinatie is het waarschijnlijk niet nodig de rectale toediening te continueren, wanneer de oraal toegediende hoeveelheid het rectum heeft bereikt.

Volgens Het Acute Boekje ( Hyperkaliëmie): 15–30 g oraal of rectaal als klysma. Zo nodig elke 4–6 uur herhalen.

Kinderen

Oraal (niet bij neonaten): volgens de fabrikant: 1 g/kg lichaamsgewicht per dag in verdeelde doses; onderhoudsdosering 0,5 g/kg lichaamsgewicht per dag. Volgens het Kinderformularium van het NKFK: Kinderen 1 maand–18 jaar: 0,5–1 g/kg/dag in 3 doses, max. 20 g/dosis en max. 60 g/dag.

Rectaal: als klysma: volgens de fabrikant: 1 g/kg lichaamsgewicht per dag in verdeelde doses; onderhoudsdosering 0,5 g/kg lichaamsgewicht per dag. Volgens het Kinderformularium van het NKFK: 0,5–1 g/kg/dag in 3 doses, max. 40 g/dosis en max. 120 g/dag. Na retentie van ieder klysma het colon goed irrigeren voor adequate verwijdering van het hars.

Toediening

  • Oraal:
    • Het poeder suspenderen in wat water of aanmaken met een zoet vehiculum zoals jam; niet suspenderen in vruchtendranken, omdat die een hoog kaliumgehalte bevatten. Hierna in zittende of staande positie direct innemen om bronchopulmonale complicaties door aspiratie te vermijden.
    • Innemen minimaal 3 uur vóór of 3 uur na inname van andere geneesmiddelen. Tijdsinterval verlengen naar 6 uur bij gastroparese of andere situaties waarbij vertraagde maaglediging optreedt (zie ook de rubriek Interacties).
  • Rectaal:
    • Bereiding klysma: het poeder suspenderen in 100 ml van een 2% methylcellulose-oplossing.
    • Na retentie van ieder klysma het colon goed irrigeren voor adequate verwijdering van het hars. Zie ook bij Waarschuwingen en voorzorgen.

Bijwerkingen

Irritatie van de maag, misselijkheid, braken, obstipatie, diarree, anorexie. Gastro-intestinale ischemie, ischemische colitis, ulceratie van het maag-darmkanaal of necrose die kunnen leiden tot intestinale perforatie. Hypokaliëmie, hypernatriëmie, hypocalciëmie, hypomagnesiëmie. Acidose. (Accidentele) inhalatie van het poeder kan leiden tot acute bronchitis en/of bronchopneumonie.

Na rectale toediening is er vooral bij kinderen kans op intestinale obstructie en fecale impactie door klontering van de hars. Bij neonaten zijn bij orale toediening gastro-intestinale concrementen (bezoar) gemeld.

Interacties

Natriumpolystyreensulfonaat kan zich binden aan andere oraal toegediende geneesmiddelen, waardoor de gastro-intestinale absorptie en werkzaamheid van deze middelen kunnen afnemen. Houd een interval van ten minste 3 uur vóór of 3 uur na de inname van andere geneesmiddelen (waaronder bv. thyromimetica en lithium) aan, bij patiënten met gastroparese een interval van 6 uur aanhouden.

De combinatie van natriumpolystyreensulfonaat met sorbitol, oraal of rectaal, is in verband gebracht met gevallen van necrose van het colon en andere gastro-intestinale bijwerkingen die fataal kunnen zijn; deze combinatie wordt daarom ten zeerste ontraden.

Vanwege mogelijke schommelingen in de serum-kaliumspiegel is grote voorzichtigheid geboden met digoxine.

Geneesmiddelen met een parasympathicolytische of anticholinerge component versterken de bijwerkingen van natriumpolystyreensulfonaat op het maag-darmkanaal.

Gelijktijdig gebruik van kation-donerende stoffen zoals magnesium(hydr)oxide en aluminiumhydroxide (bv. laxantia, antacida) vermindert de werking van natriumpolystyreensulfonaat en kan bovendien aanleiding geven tot metabole alkalose. Gecombineerde toepassing met substanties die veel kalium bevatten, zoals fruitmoes en vruchtensappen, kan de werking ook nadelig beïnvloeden.

Het effect van ACE-remmers kan worden verminderd, met name bij een zoutbeperkt dieet.

Zwangerschap

Teratogenese: Zowel bij de mens als bij dieren, onvoldoende gegevens.

Farmacologisch effect: Natriumpolystyreensulfonaat wordt niet geabsorbeerd in het maag–darmkanaal.

Advies: Alleen op strikte indicatie gebruiken (in verband met natriumabsorptie).

Lactatie

Overgang in de moedermelk: Nee.

Advies: Kan worden gebruikt.

Contra-indicaties

  • hypernatriëmie;
  • serumkaliumconcentratie < 5 mmol/l;
  • obstructieve darmziekte;
  • orale toediening: bij neonaten;
  • orale én rectale toediening: neonaten ≤ 28 weken gestatieduur of met een verminderde darmactiviteit;
  • overgevoeligheid voor harsen die polystyreensulfonaat bevatten.

Waarschuwingen en voorzorgen

Vóór toepassing pseudo-hyperkaliëmie uitsluiten vanwege het risico van ernstige hypokaliëmie. Bij ernstige kaliumintoxicatie (> 6,5 mmol/l en/of ECG-afwijkingen) is de werking van natriumpolystyreensulfonaat onvoldoende; in dat geval noodmaatregelen (natriumwaterstofcarbonaat, glucose-insuline-infusie en/of dialyse) toepassen.

Controleer het plasmakalium-, natrium-, calcium- en magnesiumgehalte en de zuurgraad van veneus bloed ten minste eenmaal per week, controleer vaker bij patiënten met een verhoogd risico, zoals bij gelijktijdig gebruik van digoxine; zie de rubriek Interacties. Wees extra voorzichtig bij hyperfosfatemie. De toediening (tijdelijk) staken als de kaliumconcentratie lager wordt dan 5 mmol/l.

Kaliuminname beperken om de behandeling te ondersteunen. Bij dialysepatiënten met hyperkaliëmie tussen dialyses eerst frequenter of langduriger dialyseren.

Weeg bij ernstige vormen van hartfalen, nierinsufficiëntie, perifeer oedeem of hypertensie, de noodzaak van een therapie met natriumpolystyreensulfonaat af tegen de kans dat deze ziektebeelden verergeren door mogelijke toename van de natriumabsorptie.

Gastro-intestinale stenose, intestinale ischemie en complicaties daarvan (necrose en perforatie) kunnen voorkomen, vooral bij patiënten die sorbitol gebruiken; zie de rubriek Interacties. Vanwege dit risico wordt het gebruik van natriumpolystyreensulfonaat ontraden bij patiënten met een aangetaste gastro-intestinale motiliteit (inclusief onmiddellijk na een operatie of door geneesmiddelen veroorzaakt). Laat patiënten onmiddellijk contact opnemen in geval van ernstige buikpijn, misselijkheid en braken, maagdistensie en rectale bloeding. Laesies die worden waargenomen bij door natriumpolystyreensulfonaat geïnduceerde gastro-intestinale schade kunnen overlappen met laesies waargenomen bij inflammatoire darmziekte, ischemische colitis, infectieuze colitis en microscopische colitis.

Indien ernstige obstipatie optreedt de behandeling met natriumpolystyreensulfonaat staken, totdat er weer sprake is van een normale darmmotiliteit. Magnesiumbevattende laxantia niet gebruiken; zie ook de rubriek Interacties.

Vooral bij prematuren of neonaten met een laag geboortegewicht, wees voorzichtig bij rectale toediening, omdat excessieve dosering of inadequate verdunning resulteert in impactie van het hars en risico op lokale hemorragie of necrose. Orale toepassing is gecontra-indiceerd bij neonaten.

Hulpstoffen: wees voorzichtig met natrium, bij een natriumarm dieet.

Eigenschappen

Natriumzout van een kationwisselaar op polystyreenbasis met sulfonzuurgroepen. Natriumpolystyreensulfonaat verlaagt de plasma kaliumspiegel door uitwisseling van kalium- tegen natriumionen in voornamelijk de dikke darm, en voor een deel in de dunne darm. Dit proces is sterk afhankelijk van de lokale pH, omdat tijdens de darmpassage ook ammonium, magnesium, lipiden en eiwitten een grote affiniteit hebben met de wisselaar. De grootte van het effect op de plasma-kaliumspiegel is onvoorspelbaar. De in vivo uitwisselingscapaciteit is circa 1 mmol kalium per gram hars.

Kinetische gegevens

Resorptie niet.
Eliminatie met de feces als gebonden kaliumcomplex.

Uitleg afkortingen

F biologische beschikbaarheid (fractie van de dosis die in de systemische circulatie verschijnt)
T max tijdsduur tot maximale bloedspiegel na toediening
V d verdelingsvolume (fictief volume waarin een geneesmiddel zich verdeelt over het lichaam)
T 1/2 plasmahalfwaardetijd (tijd die nodig is om een bepaalde plasmaconcentratie te halveren)
T 1/2el plasmahalfwaardetijd in de eliminatiefase, terminale halfwaardetijd