Samenstelling
Toxogonin (chloride) SERB SA
- Toedieningsvorm
- Injectievloeistof
- Sterkte
- 250 mg/ml
- Verpakkingsvorm
- ampul 1 ml
Uitleg symbolen
XGVS | Dit geneesmiddel is niet opgenomen in het geneesmiddelen vergoedings systeem (GVS). |
OTC | 'Over the counter', dit geneesmiddel is een zelfzorgmiddel. |
Bijlage 2 | Aan de vergoeding van dit geneesmiddel zijn bepaalde voorwaarden verbonden, die zijn vermeld op bijlage 2 van de Regeling zorgverzekering. |
Aanvullende monitoring | Dit geneesmiddel is onderworpen aan aanvullende monitoring. Extra aandacht wordt gevraagd voor onverwachte bijwerkingen. Meldt u dit via het meldformulier van het Lareb. |
Samenstelling
Anexate Cheplapharm Arzneimittel GmbH
- Toedieningsvorm
- Injectievloeistof
- Sterkte
- 0,1 mg/ml
- Verpakkingsvorm
- ampul 5 ml
Flumazenil XGVS Diverse fabrikanten
- Toedieningsvorm
- Injectievloeistof
- Sterkte
- 0,1 mg/ml
- Verpakkingsvorm
- ampul 5 ml
Uitleg symbolen
XGVS | Dit geneesmiddel is niet opgenomen in het geneesmiddelen vergoedings systeem (GVS). |
OTC | 'Over the counter', dit geneesmiddel is een zelfzorgmiddel. |
Bijlage 2 | Aan de vergoeding van dit geneesmiddel zijn bepaalde voorwaarden verbonden, die zijn vermeld op bijlage 2 van de Regeling zorgverzekering. |
Aanvullende monitoring | Dit geneesmiddel is onderworpen aan aanvullende monitoring. Extra aandacht wordt gevraagd voor onverwachte bijwerkingen. Meldt u dit via het meldformulier van het Lareb. |
Advies
Voor dit geneesmiddel is geen advies vastgesteld.
Advies
Flumazenil kan in geselecteerde gevallen toegediend worden door een anesthesist of een arts met ervaring in de anesthesie, zie bv. Het Acute Boekje en het protocol Flumazenil toedienen van het Nationaal Vergiftigingen Informatie Centrum.
Indicaties
- Vergiftiging door organische fosforverbindingen, zoals in plantenziektenbestrijdingsmiddelen en insecticiden (bv. parathion = E 605; Phosdrin; Merkon e.a.) en zoals zenuwgassen in oorlogssituaties (bv. Sarin, Soman, Novichok).
Indicaties
Het antagoneren van door benzodiazepinen veroorzaakte sedatie.
In de anesthesie:
- beëindiging van hypnosedatieve effecten bij algehele anesthesie, geïnduceerd en onderhouden door benzodiazepinen;
- antagoneren van sedatie door benzodiazepinen bij kortdurende diagnostische en therapeutische ingrepen;
- het antagoneren van paradoxale reacties door gebruik van benzodiazepinen;
- opheffen van bewustzijnsverlaging ('conscious sedation') door benzodiazepinen bij kinderen > 1 jaar.
In intensive care setting:
- opheffen van de centrale effecten van een overdosering met benzodiazepinen;
- intoxicaties met alleen of voornamelijk benzodiazepinen, indien ernstige ademhalingsdepressie optreedt die klinisch ingrijpen noodzakelijk maakt.
Doseringen
Intoxicatie door organische fosforverbindingen
Volwassenen
Eerst snel atropine toedienen: 2–5 mg i.v. Herhaal iedere 5–15 min tot het effect van atropine duidelijk is: warme droge huid, droge mond, milde tachycardie. Na de eerste atropinedosering(en) de behandeling met obidoxim starten: 250 mg (1 ampul) langzaam i.v.. Daarna als continu infuus van 750 mg/24 uur zo lang als reactivering van acetylcholinesterase mogelijk is.
Kinderen
Volgens het Kinderformularium van het NKFK: vanaf 1 maand: combineren met atropine i.v. of i.m. 0,05 mg/kg per dosis, zo nodig elke 10–30 min herhalen op geleide van sinusritme. Maximale dosering atropine per dosis: 2 mg. Obidoxim 4–8 mg/kg per dosis in 5–10 minuten. Eventueel na 1–2 uur herhalen. Volgens de fabrikant eerst atropine: 1–3 mg i.v. per dosis. Herhaal iedere 5–15 min tot het effect van atropine duidelijk is: warme droge huid, droge mond, milde tachycardie. Na de eerste atropinedosering(en) de behandeling met obidoxim starten: 4–8 mg/kg lichaamsgewicht langzaam i.v. Continu infuus 10 mg/kg lichaamsgewicht/24 uur zo lang als reactivering van acetylcholinesterase mogelijk is.
Verminderde nierfunctie: bij een glomerulaire filtratiesnelheid <30 ml/min is mogelijk aanpassing van de dosis nodig.
Toediening: obidoxim kan ook i.m. worden toegediend.
Doseringen
Flumazenil kan worden toegediend terwijl andere reanimatiemaatregelen worden genomen. Alleen i.v. toedienen. Kan zowel onverdund als verdund worden gebruikt.
In de anesthesiologie
Volwassenen
Begindosis 0,2 mg i.v. in 15 s; daarna iedere 60 s 0,1 mg bijspuiten tot de gewenste bewustzijnsgraad is bereikt. De gebruikelijke dosis ligt tussen 0,3–0,6 mg, de maximale dosis bedraagt 1 mg.
Bij intensive care
Volwassenen
Begindosis 0,3 mg i.v.; indien binnen 60 s niet de gewenste bewustzijnsgraad wordt bereikt, kan telkens met intervallen van 60 s 0,1 mg worden bijgespoten tot het gewenste resultaat wordt bereikt; max. 2 mg. Indien opnieuw sufheid optreedt, kan een tweede bolusinjectie worden gegeven. Als alternatief is behandeling middels infusie met een snelheid van 0,1–0,4 mg per uur (afhankelijk van de gewenste sedatiegraad) mogelijk.
Bewustzijnsverlaging door benzodiazepinen ('conscious sedation')
Kinderen > 1 jaar
Begindosis 0,01 mg/kg lichaamsgewicht (tot 0,2 mg) i.v. in 15 s; indien binnen 45 s niet de gewenste bewustzijnsgraad wordt bereikt, kan dan, en vervolgens telkens met intervallen van 60 s 0,01 mg/kg (tot 0,2 mg) worden bijgespoten (max. 4×; tot een maximale dosis van 0,05 mg/kg of 1 mg). Er is geen ervaring met herhaalde toepassing bij opnieuw optreden van sufheid bij kinderen.
Bij verminderde leverfunctie: voorzichtig titreren en de patiënt langer observeren.
Bijwerkingen
Hoge doses kunnen neuromusculaire blokkade veroorzaken. Verder zijn gemeld: toegenomen hartfrequentie, aritmie, bloeddrukstijging, droge mond, geelzucht en afwijkende leverfunctie, hypo-esthesie, spierzwakte, warm en koud voelen, een mentholsmaak.
Bijwerkingen
Vaak (1-10%): misselijkheid, braken.
Soms (0,1-1%): hartkloppingen. Angst.
Verder zijn gemeld: overgevoeligheidsreacties (zoals anafylaxie). Voorbijgaande verhoogde bloeddruk. Blozen. Rillingen. Convulsies. Paniekaanval, abnormaal huilen, agitatie, agressie. Verhoogde intracraniële druk (bij hersenletsel en/of instabiele intracraniële druk). Ontwenningsverschijnselen (met name bij hoge dosering bij patiënten die in de weken voor de toediening zijn gestopt met benzodiazepinen).
Interacties
Er zijn van dit middel geen interacties bekend. Vanwege de renale uitscheiding is interactie met geneesmiddelen die ook renaal worden uitgescheiden theoretisch mogelijk.
Interacties
Flumazenil antagoneert ook niet-benzodiazepinen die via de benzodiazepine-receptor werken, zoals zopiclon.
Zwangerschap
Teratogenese: Bij de mens, onvoldoende gegevens.
Advies: In geval van een ernstige intoxicatie dient een zwangere als een niet-zwangere behandeld te worden.
Zwangerschap
Teratogenese: Bij de mens weinig gegevens; hieruit blijken geen aanwijzingen voor schadelijke effecten op de foetus. Bij dieren geen aanwijzingen voor schadelijkheid, alleen extreem hoge doses zijn embryotoxisch.
Advies: Alleen op strikte indicatie gebruiken. Behandel een zwangere vrouw met een ernstige (benzodiazepine)intoxicatie echter als een niet-zwangere.
Lactatie
Overgang in de moedermelk: Onbekend.
Advies: In het algemeen wordt aangeraden geen borstvoeding te geven ten tijde van een intoxicatie.
Lactatie
Overgang in de moedermelk: Onbekend.
Advies: Flumazenil kan in noodsituaties worden gebruikt. In het algemeen wordt het geven van borstvoeding tijdens een intoxicatie echter afgeraden.
Contra-indicaties
- Vergiftiging met cholinesteraseremmende stoffen van het carbamaattype; atropine kan dan wèl gegeven worden.
Contra-indicaties
- Gebruik van benzodiazepinen ter behandeling van een potentieel levensbedreigende aandoening zoals verhoogde intracraniële druk of status epilepticus.
Waarschuwingen en voorzorgen
Het gebruik van obidoxim vervangt nooit de toediening van atropine. Geef atropine bij voorkeur al voordat de patiënt naar het ziekenhuis gaat, om hartstilstand te voorkomen. Geef in ieder geval atropine alvorens over te gaan tot toediening van obidoxim. Bij organofosfaatvergiftiging worden hoge doses atropine verdragen.
Bij vergiftigingen per os, direct de maag spoelen, waarbij wegens aspiratiegevaar de ademhalingswegen zorgvuldig moeten worden vrijgehouden. Rijkelijke toediening van geactiveerde kool is noodzakelijk.
Bij vergiftigingen door huidcontact met een organofosfaat, de kleding verwijderen en het gehele lichaam wassen met een natriumbicarbonaatoplossing of polyethyleenglycol. Als dat niet kan, wassen met water en zeep.
Wees voorzichtig bij patiënten met myasthenia gravis die een cholinesteraseremmer gebruiken, vanwege het risico op een myastene crisis bij toediening van obidoxim.
Controleer de leverfuncties indien hoge dosis obidoxim worden gegeven omdat obidoxim vanaf 8 mg/kg hepatotoxisch kan zijn, veelal van voorbijgaande aard.
Waarschuwingen en voorzorgen
Toediening is voorbehouden aan een arts met ervaring in de anesthesiologie. Omdat na enkele uren het effect van de benzodiazepine kan terugkeren, is gedurende enige tijd klinische bewaking nodig, bij voorkeur op een intensivecare-afdeling.
Bij een verminderde leverfunctie kan de eliminatie van flumazenil vertraagd zijn, waardoor o.a. sedatie en ademhalingsdepressie (effecten van benzodiazepinen) later kunnen optreden; deze patiënten langer klinisch observeren.
Toepassing van flumazenil wordt afgeraden bij chronisch benzodiazepinegebruik voor epilepsie. Wees voorzichtig bij kinderen, zeker bij kinderen ≤ 1 jaar, en bij leverinsufficiëntie, epilepsie, cardiale problemen, angstige patiënten en bij chronisch benzodiazepinegebruik. Flumazenil wordt niet aanbevolen bij benzodiazepine-afhankelijkheid of bij langdurige benzodiazepine-abstinentie-syndromen. Bij sommige patiënten (pijn, cardiale problemen) kan een lichte sedatie na de operatie juist gewenst zijn.
Vóór toediening dient het effect van perifere spierrelaxantia te zijn uitgewerkt.
Te snel toedienen kan ontwenningsverschijnselen veroorzaken (agitatie, angst, emotionele labiliteit, verwarring, zintuigstoornissen) bij patiënten die voorheen met benzodiazepinen zijn behandeld. Bij angstige patiënten de dosering voorzichtig aanpassen.
Bij ernstig hersenletsel (en/of instabiele intracraniële druk) kan een verhoogde intracraniële druk optreden bij gebruik van flumazenil.
Bij een intoxicatie met benzodiazepinen en tricyclische antidepressiva kan door het wegvallen van de benzodiazepinewerking de toxiciteit van tricyclische antidepressiva (convulsies, aritmieën) sterker naar voren komen.
Aangeraden wordt de eerste 24 uur af te zien van autorijden of het bedienen van andere machines, omdat het effect van de eerder toegediende benzodiazepine kan terugkeren.
Overdosering
Symptomen
Ernstige overdosering met obidoxim kan een averechts effect geven, namelijk verdere remming van acetylcholinesterase en toename van de vergiftigingssymptomen. Daarnaast kan ernstige overdosering voorbijgaande verstoringen van de leverfunctie veroorzaken.
Therapie
Neem voor informatie over een vergiftiging met obidoxim contact op met het Nationaal Vergiftigingen Informatie Centrum.
Eigenschappen
Obidoxim is een antidotum bij een organofosfaatvergiftiging. Het reactiveert de geblokkeerde acetylcholinesterases. Obidoxim wordt in combinatie met atropine toegepast, waarbij atropine de muscarinerge symptomen van de vergiftiging tegengaat, en obidoxim de nicotinerge. Een significant effect wordt gezien bij plasmaspiegels van 10–20 micromol (3,6–7,2 mg) obidoximchloride/liter. Bij hogere dan de aanbevolen doseringen, kan juist remming van acetylcholinesterasen optreden.
Kinetische gegevens
T max | 20–40 minuten. |
V d | 0,171 l/kg; bij organofosfaatvergiftiging hoger, tot 0,32 l/kg. |
Eliminatie | snel, voornamelijk met de urine. |
T 1/2el | ca. 2 uur. |
Uitleg afkortingen
F | biologische beschikbaarheid (fractie van de dosis die in de systemische circulatie verschijnt) |
T max | tijdsduur tot maximale bloedspiegel na toediening |
V d | verdelingsvolume (fictief volume waarin een geneesmiddel zich verdeelt over het lichaam) |
T 1/2 | plasmahalfwaardetijd (tijd die nodig is om een bepaalde plasmaconcentratie te halveren) |
T 1/2el | plasmahalfwaardetijd in de eliminatiefase, terminale halfwaardetijd |
Eigenschappen
Competitieve benzodiazepine-antagonist. Flumazenil antagoneert de hypnosedatieve invloed van stoffen die werken via de benzodiazepinereceptoren (benzodiazepinen, zopiclon). Werking: i.v. binnen 30–60 s. Werkingsduur: enkele uren.
Kinetische gegevens
V d | 0,9–1,1 l/kg. |
Metabolisering | in de lever nagenoeg volledig tot inactieve metabolieten (carbonzuurmetaboliet). |
Eliminatie | vnl. met de urine, als metaboliet. |
T 1/2el | 40–80 min, bij kinderen korter en variabeler (ca. 40 min); korter in combinatie met voedsel, langer bij matige tot ernstige leverfunctiestoornissen (tot max. ca. 2½ uur). |
Uitleg afkortingen
F | biologische beschikbaarheid (fractie van de dosis die in de systemische circulatie verschijnt) |
T max | tijdsduur tot maximale bloedspiegel na toediening |
V d | verdelingsvolume (fictief volume waarin een geneesmiddel zich verdeelt over het lichaam) |
T 1/2 | plasmahalfwaardetijd (tijd die nodig is om een bepaalde plasmaconcentratie te halveren) |
T 1/2el | plasmahalfwaardetijd in de eliminatiefase, terminale halfwaardetijd |
Groepsinformatie
obidoxim hoort bij de groep antidota, overige.
- acetylcysteïne (bij paracetamolintoxicatie) (V03AB23) Vergelijk
- andexanet alfa (V03AB38) Vergelijk
- calciumgluconaat (cutaan) (D11AX03) Vergelijk
- flumazenil (V03AB25) Vergelijk
- fomepizol (V03AB34) Vergelijk
- fysostigmine (V03AD19) Vergelijk
- geactiveerde kool (A07BA01) Vergelijk
- hydroxocobalamine (als antidotum) (V03AB33) Vergelijk
- idarucizumab (V03AB37) Vergelijk
- methylthionine (V03AB17) Vergelijk
- naloxon (V03AB15) Vergelijk
- protamine (V03AB14) Vergelijk
- sugammadex (V03AB35) Vergelijk
Groepsinformatie
flumazenil hoort bij de groep antidota, overige.
- acetylcysteïne (bij paracetamolintoxicatie) (V03AB23) Vergelijk
- andexanet alfa (V03AB38) Vergelijk
- calciumgluconaat (cutaan) (D11AX03) Vergelijk
- fomepizol (V03AB34) Vergelijk
- fysostigmine (V03AD19) Vergelijk
- geactiveerde kool (A07BA01) Vergelijk
- hydroxocobalamine (als antidotum) (V03AB33) Vergelijk
- idarucizumab (V03AB37) Vergelijk
- methylthionine (V03AB17) Vergelijk
- naloxon (V03AB15) Vergelijk
- obidoxim (V03AB13) Vergelijk
- protamine (V03AB14) Vergelijk
- sugammadex (V03AB35) Vergelijk