Samenstelling
Ofloxacine oogdruppels Diverse fabrikanten
- Toedieningsvorm
- Oogdruppels 'unit dose'
- Sterkte
- 3 mg/ml
- Verpakkingsvorm
- 0,5 ml
Conserveermiddel: geen.
- Toedieningsvorm
- Oogdruppels
- Sterkte
- 3 mg/ml
- Verpakkingsvorm
- 5 ml
Conserveermiddel: benzalkoniumchloride.
Trafloxal Bausch & Lomb
- Toedieningsvorm
- Oogdruppels EDO
- Sterkte
- 3 mg/ml
- Verpakkingsvorm
- 0,5 ml
Conserveermiddel: geen.
- Toedieningsvorm
- Oogdruppels
- Sterkte
- 3 mg/ml
- Verpakkingsvorm
- 5 ml
Conserveermiddel: benzalkoniumchloride.
- Toedieningsvorm
- Oogzalf
- Sterkte
- 3 mg/g
- Verpakkingsvorm
- 3 g
Uitleg symbolen
XGVS | Dit geneesmiddel is niet opgenomen in het geneesmiddelen vergoedings systeem (GVS). |
OTC | 'Over the counter', dit geneesmiddel is een zelfzorgmiddel. |
Bijlage 2 | Aan de vergoeding van dit geneesmiddel zijn bepaalde voorwaarden verbonden, die zijn vermeld op bijlage 2 van de Regeling zorgverzekering. |
Aanvullende monitoring | Dit geneesmiddel is onderworpen aan aanvullende monitoring. Extra aandacht wordt gevraagd voor onverwachte bijwerkingen. Meldt u dit via het meldformulier van het Lareb. |
Samenstelling
Chlooramfenicol Minims Bausch & Lomb
- Toedieningsvorm
- Oogdruppels (0,5%)
- Sterkte
- 5 mg/ml
- Verpakkingsvorm
- 0,5 ml
Conserveermiddel: geen.
Chlooramfenicol Diverse fabrikanten
- Toedieningsvorm
- Oogdruppels (0,5%)
- Sterkte
- 5 mg/ml
- Verpakkingsvorm
- 10 ml
Conserveermiddel: benzalkoniumchloride.
- Toedieningsvorm
- Oogzalf (1%)
- Sterkte
- 10 mg/g
- Verpakkingsvorm
- 5 g
Uitleg symbolen
XGVS | Dit geneesmiddel is niet opgenomen in het geneesmiddelen vergoedings systeem (GVS). |
OTC | 'Over the counter', dit geneesmiddel is een zelfzorgmiddel. |
Bijlage 2 | Aan de vergoeding van dit geneesmiddel zijn bepaalde voorwaarden verbonden, die zijn vermeld op bijlage 2 van de Regeling zorgverzekering. |
Aanvullende monitoring | Dit geneesmiddel is onderworpen aan aanvullende monitoring. Extra aandacht wordt gevraagd voor onverwachte bijwerkingen. Meldt u dit via het meldformulier van het Lareb. |
Advies
Bij een infectieuze conjunctivitis door een banale verwekker is een lokaal antibioticum niet geïndiceerd, behalve bij risicogroepen voor complicaties (bv. na recente oogoperaties, bij chronisch infectieuze oogziekten of immuun-gecompromitteerde patiënten) of soms, als de conjunctivitis langer dan twee weken duurt. In deze gevallen gaat de voorkeur uit naar chlooramfenicol-oogdruppels en/of -oogzalf boven fusidinezuur-ooggel, vanwege een breder werkingsspectrum en minder snelle resistentieontwikkeling.
Behandel een infectieuze conjunctivitis door chlamydia en/of gonokok met een gericht systemisch antibioticum, conform de behandeling van een anogenitale infectie (soa).
Oogpreparaten met fluorchinolonen (zoals ofloxacine) behoren tot de reserve-antibiotica die alleen op strikte indicatie en in de tweedelijnszorg gebruikt worden om resistentieproblematiek te voorkomen. Het gebruik ervan beperken tot de behandeling van ernstige ooginfecties zoals keratitis en Pseudomonas-infecties, onder controle van een oogarts. Alleen bij een traumatische cornea-erosie, na verwijdering van een corpus alienum uit de cornea en na verwijdering van een roestring bij contactlensdragers wordt in de eerstelijnszorg ter preventie van Pseudomonas-infecties eenmalig ofloxacine oogzalf voorgeschreven.
Offlabel als oordruppel : Bij een otitis media acuta komt een antibioticum oordruppel direct in aanmerking bij een acuut loopoor bij trommelvliesbuisjes, of als alternatief voor een oraal antibioticum bij een spontane trommelvliesperforatie als na een afwachtend beleid gedurende 1 week het loopoor nog niet is verdwenen. Eerste keus zijn oordruppels met hydrocortisonacetaat/bacitracine/colistine (offlabel), ofloxacine 0,3 % is tweede keus. Vanwege het gebruiksgemak (flacon voor meermalig gebruik) en de kosten gaat de voorkeur bij keus voor ofloxacine uit naar het gebruik van ofloxacine 3 mg/ml oogdruppels in het oor.
Advies
Bij een infectieuze conjunctivitis door een banale verwekker is een lokaal antibioticum niet geïndiceerd, behalve bij risicogroepen voor complicaties (bv. na recente oogoperaties, bij chronisch infectieuze oogziekten of immuun-gecompromitteerde patiënten) of soms, als de conjunctivitis langer dan twee weken duurt. In deze gevallen gaat de voorkeur uit naar chlooramfenicol-oogdruppels en/of -oogzalf boven fusidinezuur-ooggel, vanwege een breder werkingsspectrum en minder snelle resistentieontwikkeling.
Behandel een infectieuze conjunctivitis door chlamydia en/of gonokok met een gericht systemisch antibioticum, conform de behandeling van een anogenitale infectie (soa).
Offlabel: Bij een traumatische cornea-erosie, na verwijdering van een corpus alienum uit de cornea en na verwijdering van een roestring is volgens de NHG-Standaard Rood oog en oogtrauma (2024) een eenmalige toediening van chlooramfenicol oogzalf aangewezen bij patiënten die géén contactlenzen dragen. Bij contactlensdragers is een eenmalige toediening van ofloxacine oogzalf aangewezen.
Bij een hordeolum kan een lokaal antibioticum worden overwogen indien ontstekingsverschijnselen langer dan 2 weken aanwezig zijn én er veel klachten zijn zonder tekenen van genezing. In deze gevallen zijn chlooramfenicol oogdruppels en/of oogzalf aangewezen. Bij contra-indicaties kan worden uitgeweken naar fusidinezuur ooggel. Zie voor meer informatie de NHG-Behandelrichtlijn Hordeolum en chalazion (2024).
Blefaritis bij een stafylokokkenblefaritis anterior en bij blefaritis die ondanks goede ooglidhygiënische maatregelen (warmte, massage en poetsen ooglidrand) na vier weken niet verbetert is fusidinezuur ooggel aangewezen, waarbij de ooglidhygiëne dient te worden gecontinueerd. Zie voor meer informatie de NHG-Standaard Rood oog en oogtrauma (2024).
Indicaties
- Infecties van het voorste oogsegment, veroorzaakt door micro-organismen die gevoelig zijn voor ofloxacine.
- Pre- en postoperatieve profylaxe van infecties van de voorste oogkamer (alleen Trafloxal).
- Offlabel als OORdruppel: Otitis media acuta (OMA) met acuut loopoor bij trommelvliesbuisjes. Zie voor de dosering ofloxacine (bij oorinfectie).
- Offlabel als OORdruppel: Otitis media acuta (OMA) met acuut loopoor > 1 week via spontane trommelvliesperforatie. Zie voor de dosering ofloxacine (bij oorinfectie).
Gerelateerde informatie
Indicaties
- Oppervlakkige infecties van het oog en de oogleden, veroorzaakt door micro-organismen die gevoelig zijn voor chlooramfenicol.
- Offlabel: profylaxe van infecties bij niet-contactlensdragers:
- bij een traumatische cornea-erosie;
- na verwijdering van een corpus alienum uit de cornea;
- na verwijdering van een roestring.
Gerelateerde informatie
Doseringen
(Profylaxe van) ooginfecties
Volwassenen (incl. ouderen) en kinderen > 1 jaar
Trafloxal oogdruppels: in het algemeen 1 druppel 4×/dag in de onderste conjunctivaalzak van het aangedane oog druppelen. De behandelduur bedraagt maximaal 14 dagen. Staak de behandeling indien er geen klinische verbetering optreedt binnen enkele dagen.
Trafloxal oogzalf: in het algemeen ca. 1 cm oogzalf 3×/dag, bij een Chlamydia–infectie echter 5×/dag, in de onderste conjunctivaalzak van het aangedane oog aanbrengen. De behandelduur bedraagt maximaal 14 dagen. Staak de behandeling indien er geen klinische verbetering optreedt binnen enkele dagen.
Ofloxacine oogdruppels: gedurende de eerste twee dagen 1 druppel elke 2–4 uur, daarna 1 druppel 4×/dag in de onderste conjunctivaalzak van het aangedane oog druppelen. De behandelduur bedraagt maximaal 14 dagen. Staak de behandeling indien er geen klinische verbetering optreedt binnen enkele dagen.
Volgens het Kinderformularium van het NKFK: Kinderen ≥ 0 jaar: Oogdruppels: op dag 1–2, tijdens wakkere uren, elke 2 uur 1–2 druppels en op dag 3–5 elke 4 uur 1–2 druppels in de onderste conjunctivaalzak druppelen. Beide ogen behandelen. Oogzalf: als aanvulling op de behandeling met oogdruppels overdag: 1×/dag voor het slapen gaan aanbrengen. Er zijn geen studies verricht bij kinderen < 1 jaar.
Offlabel als oordruppel: OMA met acuut loopoor bij trommelvliesbuisjes:
Kinderen:
De NHG-Standaard Otitis media acuta bij kinderen (2014) adviseert vanwege gebruiksgemak (flacon voor meermalig gebruik) en kosten de ofloxacine oogdruppels 0,3% te gebruiken in het oor: kinderen >12 jaar: 10 druppels 1–2×/dag gedurende max. 7 dagen. Kinderen 6 maanden–12 jaar: 5 druppels 1–2×/dag gedurende max. 7 dagen.
Volgens het Kinderformularium van het NKFK: kinderen ≥12 jaar: 10 druppels 1–2×/dag gedurende 7–10 dagen. Kinderen < 12 jaar: 5 druppels 1–2×/dag gedurende 7–10 dagen.
Offlabel als oordruppel: OMA met acuut loopoor > 1 week via trommelvliesperforatie:
Kinderen:
De NHG-Standaard Otitis media acuta bij kinderen (2014) adviseert vanwege gebruiksgemak (flacon voor meermalig gebruik) en kosten de ofloxacine oogdruppels 0,3% te gebruiken in het oor: kinderen >12 jaar: 10 druppels 1–2×/dag gedurende max. 7 dagen. Kinderen 6 maanden–12 jaar: 5 druppels 1–2×/dag gedurende max. 7 dagen.
Volgens het Kinderformularium van het NKFK: kinderen ≥12 jaar: 10 druppels 1–2×/dag gedurende 7–10 dagen. Kinderen < 12 jaar: 5 druppels 1–2×/dag gedurende 7–10 dagen.
Toediening:
- Bij gebruik ooginfecties: Druk de traanbuis 1–3 minuten dicht tijdens en direct na toediening; dit voorkomt dat de oogdruppel afvloeit naar de neus- en keelholte wat systemische reacties tot gevolg kan hebben. Bij gebruik van meerdere soorten oogpreparaten deze toedienen met een interval van ten minste vijf minuten. De oogdruppels die de minste irritatie geven als eerste en viskeuze druppels of oogzalven als laatste toedienen;
- Bij (offlabel) gebruik bij loopoor: Na indruppelen enkele minuten in dezelfde houding (liggend met hoofd schuin) blijven. Bij gebruik van meerdere soorten oordruppels deze toedienen met een interval van ten minste 15 minuten;
- De oogdruppels 'unit dose' en EDO bevatten geen conserveermiddel en zijn bestemd voor eenmalig gebruik.
Doseringen
Infecties van oog en oogleden
Volwassenen en kinderen ≥ 2 jaar
Oogdruppels: volgens de fabrikant: 1–2 druppels iedere 2–3 uur in het ontstoken oog. Nadat de infectieverschijnselen zijn verdwenen nog tenminste 48 uur doorbehandelen. Totale behandelduur bij voorkeur < 11 dagen, max. 14 dagen. NB. kinderen 2–12 jaar max. 20 druppels in totaal/dag vanwege de hoeveelheid boor; zie de rubriek Waarschuwingen en voorzorgen onder Hulpstoffen.
Oogzalf: volgens de fabrikant: als monotherapie: 2–4×/dag 1 cm zalfstreng op de binnenzijde van het onderste ooglid aanbrengen van het ontstoken oog. Bij gebruik als aanvulling op de oogdruppels: 's avonds vóór het naar bed gaan ca. 1 cm zalfstreng op de binnenzijde van het onderste ooglid aanbrengen. Nadat de infectieverschijnselen zijn verdwenen nog tenminste 48 uur doorbehandelen. Totale behandelduur bij voorkeur < 11 dagen, max. 14 dagen.
Kinderen < 2 jaar
Oogzalf: volgens de fabrikant: als monotherapie: 2–4×/dag 1 cm zalfstreng op de binnenzijde van het onderste ooglid aanbrengen van het ontstoken oog. Bij gebruik als aanvulling op de oogdruppels: 's avonds vóór het naar bed gaan ca. 1 cm zalfstreng op de binnenzijde van het onderste ooglid aanbrengen. Nadat de infectieverschijnselen zijn verdwenen nog tenminste 48 uur doorbehandelen. Totale behandelduur bij voorkeur < 11 dagen, max. 14 dagen.
Kinderen > 1 maand tot 18 jaar
Volgens het Kinderformularium van het NKFK: oogdruppels: 1 druppel 4–12×/dag. NB zie de rubriek Waarschuwingen en voorzorgen onder Hulpstoffen. Oogzalf: bij gebruik als aanvulling op de oogdruppels: een zalfstrengetje (1 cm) 's avonds vóór het naar bed gaan. Als monotherapie: 2–4×/dag een zalfstrengetje (1 cm). Nadat de infectieverschijnselen zijn verdwenen nog minimaal 48 uur doorbehandelen. Totale behandelduur max. 14 dagen. Beide ogen behandelen.
Neonaten geboren na een zwangerschapsduur ≥ 32 weken
Volgens het Kinderformularium van het NKFK: oogdruppels: 1 druppel 4–6×/dag. NB zie de rubriek Waarschuwingen en voorzorgen onder Hulpstoffen. Oogzalf: in aanvulling op de oogdruppels: een zalfstrengetje (0,5–1 cm) 's avonds vóór het naar bed gaan. Nadat de infectieverschijnselen zijn verdwenen nog minimaal 48 uur doorbehandelen. Totale behandelduur max. 14 dagen. Beide ogen behandelen.
Offlabel: profylaxe van infecties bij cornea-erosie, verwijdering corpus alienum uit cornea en roestring
Volwassenen en kinderen
Volgens de NHG-Standaard Rood oog en oogtrauma (2024): indien geen contactlenzen worden gebruikt: oogzalf: 1 cm zalfstreng eenmalig aanbrengen op de binnenzijde van het onderste ooglid. Indien de patiënt wel contactlenzen draagt is ofloxacine (oculair) geïndiceerd.
Toediening
- Druk de traanbuis 1–3 min dicht tijdens en direct na toediening van de oogdruppels; dit voorkomt dat de oogdruppel afvloeit naar de neus- en keelholte wat systemische reacties tot gevolg kan hebben.
- Bij gebruik van meerdere soorten oogpreparaten deze toedienen met een interval van ten minste vijf minuten. De oogdruppels die de minste irritatie geven als eerste en viskeuze oogdruppels of oogzalven als laatste toedienen.
- Chlooramfenicol 'Minims' bevatten geen conserveermiddel en zijn bestemd voor eenmalig gebruik.
Bijwerkingen
Vaak (1-10%): oogirritatie en ongemak in het oog.
Zeer zelden (< 0,01%): systemische overgevoeligheidsreacties zoals angio–oedeem, dyspneu, anafylactische reactie/shock, orofaryngeale zwelling en gezwollen tong, urticaria.
Verder zijn gemeld: toxische epidermale necrolyse, Stevens–Johnsonsyndroom. Gezichtsoedeem. Lokale overgevoeligheid (incl. jeuk aan oog of oogleden). Conjunctivitis, keratitis, cornea-precipitaten, wazig zien, fotofobie, oogoedeem, periorbitaal oedeem, corpus-alienumgevoel in het oog, verhoogde traanproductie, droog oog, oogpijn, oculaire hyperemie. Duizeligheid. Misselijkheid.
Bijwerkingen
Lokaal: gemeld zijn: voorbijgaande irritatie, branderig gevoel, overgevoeligheidsreacties zoals jeuk, roodheid van het oog en zwelling van het ooglid of bindvlies. Bittere smaak.
Systemisch: gemeld zijn: overgevoeligheidsreacties zoals jeuk, urticaria, vesiculeus of maculopapuleus exantheem, angio-oedeem. Sensibilisatie.
Zeer zelden (< 0,01%): bloeddyscrasieën (aplastische anemie, leukocytopenie, trombocytopenie, agranulocytose, pancytopenie) na oculaire toepassing. Neuritis optica.
Interacties
Wees, in verband met de kans op corneale perforatie, voorzichtig met de combinatie met oculaire corticosteroïden of NSAID's (zie ook de rubriek Waarschuwingen en Voorzorgen).
Interacties
De werking van potentieel hematoxische stoffen op het hemopoëtische systeem kan, ook door deze lokale toepassing van chlooramfenicol, worden versterkt.
Gelijktijdige toediening van corticosteroïden kan de symptomen van een ooginfectie maskeren.
Zwangerschap
Ofloxacine passeert de placenta.
Teratogenese: De beperkte hoeveelheid gegevens over het systemische gebruik van fluorchinolonen tijdens het 1e trimester laten geen kanstoename zien van ernstige misvormingen of van andere nadelige effecten op de zwangerschap. Bij dieren kunnen fluorchinolonen kraakbeen- en gewrichtsafwijkingen veroorzaken. Dergelijke effecten, die vanaf het 2e trimester kunnen optreden, zijn bij de mens niet gemeld.
Farmacologisch effect: De systemische absolute blootstelling aan ofloxacine na gebruik van de oogdruppels is minimaal en waarschijnlijk klinisch niet relevant.
Advies: Kan waarschijnlijk veilig worden gebruikt. Door de traanbuis korte tijd (1–3 min) dichtgedrukt te houden na toediening van de oogdruppel kan de systemische absorptie beperkt worden.
Zwangerschap
Chlooramfenicol passeert de placenta.
Teratogenese: Redelijke ervaring met oculair gebruik van chlooramfenicol in het 1e trimester laat geen toename van aangeboren afwijkingen zien.
Farmacologisch effect: Systemisch gebruik tijdens de laatste weken van de zwangerschap kan het 'grey baby'-syndroom veroorzaken, met als symptomen: een asgrijze huidskleur/cyanose, gezwollen buik, hypothermie, lethargie, cardiovasculaire collaps en ademhalingsdepressie. De systemische absolute blootstelling na gebruik van de oogdruppels is echter minimaal en waarschijnlijk klinisch niet relevant.
Advies: Kan worden gebruikt tijdens het 1e en 2e trimester van de zwangerschap. Veiligheidshalve wordt het gebruik aan het eind van de zwangerschap en vlak voor de bevalling ontraden. Door de traanbuis korte tijd (1–3 min) dichtgedrukt te houden na toediening van de oogdruppel kan de systemische absorptie beperkt worden.
Lactatie
Overgang in de moedermelk: Ja, in geringe mate. Bij systemisch gebruik van fluorchinolonen bij jonge dieren zijn kraakbeenafwijkingen aangetoond. Mogelijke schade bij de zuigeling na systemisch gebruik van fluorchinolonen door de moeder is daarom niet uit te sluiten. Na oculaire toediening zal de hoeveelheid in de moedermelk echter minimaal zijn en is het onwaarschijnlijk dat dit tot effecten bij de zuigeling kan leiden.
Advies: Kan waarschijnlijk veilig worden gebruikt.
Lactatie
Overgang in de moedermelk: Ja.
Farmacologisch effect: Bij systemisch gebruik van chlooramfenicol door de moeder zijn meerdere nadelige effecten bij de zuigeling gemeld, zoals braken, weigeren van de borst en in slaap vallen tijdens de voeding. Beschreven bij gebruik in de kindergeneeskunde zijn beenmergdepressie en het 'grey baby'-syndroom met als symptomen: een asgrijze huidskleur/cyanose, gezwollen buik, hypothermie, lethargie, cardiovasculaire collaps en ademhalingsdepressie. Het is echter onwaarschijnlijk dat deze effecten optreden na blootstelling via de moedermelk bij gebruik van de oogdruppels.
Advies: Desondanks, vanwege de ernst van mogelijke bijwerkingen bij de zuigeling, het gebruik van dit middel óf het geven van borstvoeding ontraden.
Contra-indicaties
Overgevoeligheid voor (fluor)chinolonen.
Contra-indicaties
- stoornissen in de hematopoëse;
- (familiaire) voorgeschiedenis van door een geneesmiddel geïnduceerde beenmergdepressie;
- ernstige leverfunctiestoornis.
Waarschuwingen en voorzorgen
Wees voorzichtig bij overgevoeligheid van chinolonen in de voorgeschiedenis. Bij optreden van een allergische reactie de behandeling staken.
Corneale perforatie bij gebruik van lokale fluorchinolonen is gemeld bij reeds bestaand cornea-epitheeldefect of cornea ulceratie, vooral bij aanwezigheid van risicofactoren (gelijktijdige oculaire aandoeningen (bv. ernstige droge ogen), systemische inflammatoire ziekten, comedicatie met oculaire corticosteroïden of NSAID's, gevorderde leeftijd). Wees daarom voorzichtig met de toediening bij een cornea-epitheel defect of corneale ulceratie.
Overgroei van niet-gevoelige micro-organismen, inclusief schimmels, is mogelijk; in dat geval de toepassing staken.
Tijdens behandeling van een ooginfectie geen contactlenzen dragen.
De veiligheid en werkzaamheid zijn niet vastgesteld bij kinderen < 1 jaar.
Hulpstoffen: Wees voorzichtig met benzalkoniumchloride bij droge ogen of een beschadigde cornea, vanwege het risico op keratitis punctata en/of toxische ulceratieve keratopathie bij langdurig gebruik.
Waarschuwingen en voorzorgen
Bij optreden van toxische verschijnselen of allergische reacties het gebruik onmiddellijk staken.
Gebruik van chlooramfenicol beperken tot maximaal twee weken, vanwege de ook na lokale toediening in het oog beschreven bloeddyscrasieën (aplastische anemie, agranulocytose, trombocytopenie en pancytopenie). Het optreden hiervan is echter vrij zeldzaam en alleen beschreven na zeer langdurig gebruik (> 40 dagen). Als een langer durende behandeling noodzakelijk is, controleer regelmatig het bloedbeeld.
Overgroei van niet-gevoelige micro-organismen, incl. schimmels, is mogelijk; in dat geval de toediening staken.
Tijdens behandeling van een ooginfectie geen contactlenzen dragen.
Hulpstoffen
- De oogdruppels bevatten boor, dat bij het aanbevolen frequente toedienschema bij kinderen < 2 jaar misschien een negatief effect kan hebben op de vruchtbaarheid in de toekomst (data uit onderzoek bij dieren na orale toediening). De oogdruppels alleen toepassen bij kinderen < 2 jaar na zorgvuldige afweging indien er geen alternatieve behandeling beschikbaar is.
- Benzalkoniumchloride, in sommige oogdruppels, kan bij droge ogen of een beschadigde cornea bij langdurig gebruik leiden tot keratitis punctata en/of toxische ulceratieve keratopathie.
Eigenschappen
Gefluorideerde chinolonverbinding met bactericide werking. Fluorchinolonen beïnvloeden de DNA-synthese door remming van het bacteriële DNA-gyrase.
Doorgaans gevoelig zijn: Staphylococcus aureus (meticilline-gevoelige stammen, MSSA), Haemophilus influenzae, enterobacteriaceae (Escherichia coli, Serratia marcescens, Enterobacter cloacae, Klebsiella pneumoniae, Klebsiella oxytoca, Proteus mirabilis), Acinetobacter baumannii, Acinetobacter iwoffi en Moraxella catarrhalis.
Een verworven resistentie kan een probleem zijn bij: Staphylococcus aureus (MRSA), coagulase-negatieve stafylokokken, Streptococcus pneumoniae, Enterococcus spp. en Pseudomonas aeruginosa.
Kinetische gegevens
Overig | Na 10 dagen lokale toediening zijn de maximale serumconcentraties 1000 keer lager dan die gemeld na standaarddoses oraal ofloxacine. |
Uitleg afkortingen
F | biologische beschikbaarheid (fractie van de dosis die in de systemische circulatie verschijnt) |
T max | tijdsduur tot maximale bloedspiegel na toediening |
V d | verdelingsvolume (fictief volume waarin een geneesmiddel zich verdeelt over het lichaam) |
T 1/2 | plasmahalfwaardetijd (tijd die nodig is om een bepaalde plasmaconcentratie te halveren) |
T 1/2el | plasmahalfwaardetijd in de eliminatiefase, terminale halfwaardetijd |
Eigenschappen
Antibioticum met een breed spectrum en lokaal bacteriostatische werking. Chlooramfenicol bindt aan de 50S–subunit van het bacteriële 70S–ribosoom en verhindert de synthese van polypeptiden met een ketenlengte van meer dan 2 of 3 aminozuren.
Gewoonlijk gevoelig zijn: Streptococcus α–haemolyticus, Streptococcus β–haemolyticus, Streptococcus pneumonia, Staphylococcus aureus (sommige stammen), Haemophilus influenzae, Klebsiella pneumoniae, Neisseria gonorrhoeae (ook penicillinasevormend), Neisseria meningitidis, de Rickettsia spp., Chlamydia spp. en Mycoplasma spp.
Matig gevoelig zijn: Staphylococcus aureus (sommige stammen), Escherichia coli, Shigella sonnei.
Resistent zijn: Pseudomonas spp., Enterobacter spp., Proteus vulgaris, protozoën, mycobacteriën, Clostridia spp.
Kinetische gegevens
Resorptie | Penetreert goed in het oogweefsel. Wordt in geringe mate geabsorbeerd vanuit het oog en (via traanvocht) vanuit de nasofarynx. |
Uitleg afkortingen
F | biologische beschikbaarheid (fractie van de dosis die in de systemische circulatie verschijnt) |
T max | tijdsduur tot maximale bloedspiegel na toediening |
V d | verdelingsvolume (fictief volume waarin een geneesmiddel zich verdeelt over het lichaam) |
T 1/2 | plasmahalfwaardetijd (tijd die nodig is om een bepaalde plasmaconcentratie te halveren) |
T 1/2el | plasmahalfwaardetijd in de eliminatiefase, terminale halfwaardetijd |
Groepsinformatie
ofloxacine (oculair) hoort bij de groep antibacteriële middelen, oculair.
- azitromycine (oculair) (S01AA26) Vergelijk
- cefuroxim (intra-oculair) (S01AA27) Vergelijk
- chlooramfenicol (S01AA01) Vergelijk
- erytromycine (oculair) (S01AA17) Vergelijk
- fusidinezuur (oculair) (S01AA13) Vergelijk
- moxifloxacine (oculair) (S01AE07) Vergelijk
- povidonjodium (oculair) (S01AX18) Vergelijk
- tetracycline (oculair) (S01AA09) Vergelijk
- tobramycine (oculair) (S01AA12) Vergelijk
Groepsinformatie
chlooramfenicol hoort bij de groep antibacteriële middelen, oculair.
- azitromycine (oculair) (S01AA26) Vergelijk
- cefuroxim (intra-oculair) (S01AA27) Vergelijk
- erytromycine (oculair) (S01AA17) Vergelijk
- fusidinezuur (oculair) (S01AA13) Vergelijk
- moxifloxacine (oculair) (S01AE07) Vergelijk
- ofloxacine (oculair) (S01AE01) Vergelijk
- povidonjodium (oculair) (S01AX18) Vergelijk
- tetracycline (oculair) (S01AA09) Vergelijk
- tobramycine (oculair) (S01AA12) Vergelijk