Samenstelling
Gardasil XGVS Merck Sharp & Dohme bv
- Toedieningsvorm
- Suspensie voor injectie
- Verpakkingsvorm
- wegwerpspuit 0,5 ml
1 dosis (0,5 ml) bevat humaan papillomavirus (HPV) type 6-L1-eiwit 20 microg, type 11–L1-eiwit 40 microg, type 16–L1-eiwit 40 microg, type 18–L1-eiwit 20 microg.
Uitleg symbolen
XGVS | Dit geneesmiddel is niet opgenomen in het geneesmiddelen vergoedings systeem (GVS). |
OTC | 'Over the counter', dit geneesmiddel is een zelfzorgmiddel. |
Bijlage 2 | Aan de vergoeding van dit geneesmiddel zijn bepaalde voorwaarden verbonden, die zijn vermeld op bijlage 2 van de Regeling zorgverzekering. |
Aanvullende monitoring | Dit geneesmiddel is onderworpen aan aanvullende monitoring. Extra aandacht wordt gevraagd voor onverwachte bijwerkingen. Meldt u dit via het meldformulier van het Lareb. |
Samenstelling
Vaxneuvance Aanvullende monitoring Merck Sharp & Dohme bv
- Toedieningsvorm
- Suspensie voor injectie
- Verpakkingsvorm
- wegwerpspuit 0,5 ml
Bevat per dosis à 0,5 ml: serotypen 1, 3, 4, 5, 6A, 7F, 9V, 14, 18C, 19A, 19F, 22F, 23F, 33F: 2 microg; serotype 6B: 4,0 microg. Is geconjugeerd aan dragereiwit CRM 197 en geadsorbeerd aan aluminiumfosfaat.
Uitleg symbolen
XGVS | Dit geneesmiddel is niet opgenomen in het geneesmiddelen vergoedings systeem (GVS). |
OTC | 'Over the counter', dit geneesmiddel is een zelfzorgmiddel. |
Bijlage 2 | Aan de vergoeding van dit geneesmiddel zijn bepaalde voorwaarden verbonden, die zijn vermeld op bijlage 2 van de Regeling zorgverzekering. |
Aanvullende monitoring | Dit geneesmiddel is onderworpen aan aanvullende monitoring. Extra aandacht wordt gevraagd voor onverwachte bijwerkingen. Meldt u dit via het meldformulier van het Lareb. |
Advies
Voor dit 4-valente papillomavirusvaccin is geen advies vastgesteld over de plaats in de medicamenteuze behandeling.
Voor humaan papillomavirusvaccin Gardasil is voor de indicaties preventie van premaligne anale laesies en anale kanker geen advies over de plaats in de medicamenteuze behandeling vastgesteld.
De commissie Vaccinaties van de Gezondheidsraad adviseert bij de vaccinatie tegen HPV aan alle groepen twee doses vaccin te geven (offlabel gebruik). Voor de leeftijdsgroep van 14 jaar en ouder betekent dat een vermindering van 3 naar 2 doses voor het 4-valente vaccin. Voorwaarde is wel dat de tijd tussen beide prikken ten minste zes maanden bedraagt. Voor jongere kinderen blijft het aantal doses gelijk. Zie voor meer informatie Aanpassing doses HPV-vaccinatie van de Gezondheidsraad.
Advies
De richtlijn Pneumokokkenziekte en de factsheet Pneumokokkenvaccinatie op de site van het RIVM informeert over de actieve immunisatie met behulp van een pneumokokkenvaccin.
Indicaties
- Profylactisch vanaf 9-jarige leeftijd van:
- Premaligne genitale laesies van cervix, vulva en vagina;
- Premaligne anale laesies;
- Baarmoederhalskanker;
- Anale kanker;
- Genitale wratten (condylomata acuminata).
Indicaties
- Actieve immunisatie tegen invasieve ziekte, pneumonie en acute otitis media veroorzaakt door Streptococcus pneumoniae bij kinderen vanaf 6 weken oud.
- Actieve immunisatie tegen invasieve ziekte en pneumonie veroorzaakt door Streptococcus pneumoniae bij volwassenen.
Doseringen
De fabrikant adviseert een 3‑dosesschema. Het offlabelgebruik volgens een 2‑dosesschema is echter voldoende onderbouwd in de literatuur en in het advies van de Gezondheidsraad. Ook in het Rijksvaccinatieprogramma wordt bij de HPV-vaccinatie vanaf 2023 gevaccineerd volgens een 2‑dosesschema.
Actieve immunisatie
Volwassenen en kinderen vanaf 9 jaar
Volgens advies Gezondheidsraad: i.m. 2 doses met minimaal 6 maanden ertussen. Bij voorkeur binnen 1 jaar toedienen. Bij het afmaken van een al eerder opgestart 3-dosesschema: 0, 1 en 6-maandenschema aanhouden. Het minimuminterval tussen de eerste en tweede vaccinatie is 3 weken (21 dagen); het minimuminterval tussen de tweede en derde vaccinatie is 120 dagen. Verkorte intervallen alleen in uitzonderingsgevallen, gebruik bij voorkeur de streefintervallen voor een optimale werking. Zie ook factsheet HPV-vaccinatie op lci.rivm.nl.
Immuungecompromitteerde personen en personen met HIV
Volgens LCI-richtlijn: i.m. 3 doses (0, 1 en 6 maanden).
Toediening
- De suspensie goed schudden voor gebruik;
- Intramusculair toedienen, bij voorkeur toedienen in de deltaspier van de bovenarm of in het hogere anterolaterale gebied van de dij, Niet intravasculair, subcutaan of intradermaal toedienen;
- Wees voorzichtig bij trombocytopenie en bloedstollingsstoornissen; intramusculaire bloedingen kunnen ontstaan na i.m.-injectie.
Doseringen
Actieve immunisatie
Kinderen 6 weken tot 2 jaar (standaard vaccinatie)
Primaire serie 2 doses+booster: i.m. 3 doses (0,5 ml) waarvan de eerste dosis op de leeftijd van 6-12 weken en de tweede dosis 8 weken later. De derde (booster)dosis op de leeftijd van 11-15 maanden.
Primaire serie 3 doses + booster: i.m. 4 doses (0,5ml) waarvan de eerste dosis op de leeftijd van 6-12 weken, de tweede en de derde dosis met een interval van 4-8 weken. De vierde (booster) dosis op de leeftijd van 11-15 maanden en minimaal 2 maanden na de derde dosis.
Te vroeggeboren zuigelingen (< 37 weken): het vaccinatieschema is hetzelfde als de primaire serie 3 doses + booster: i.m. 4 doses (0,5ml) waarvan de eerste dosis op de leeftijd van 6-12 weken, de tweede en de derde dosis met een interval van 4-8 weken. De vierde (booster) dosis op de leeftijd van 11-15 maanden en minimaal 2 maanden na de derde dosis.
Eerdere vaccinatie met een pneumokokkenconjugaatvaccin: overschakelen is op elk moment binnen het schema mogelijk.
Kinderen 7 maanden tot 18 jaar (inhaalvaccinatie)
Zuigelingen 7 maanden tot 12 maanden: i.m. 3 doses (0,5ml), waarvan de eerste 2 doses met een interval van ten minste 4 weken. De derde (booster)dosis na de leeftijd van 12 maanden en het interval met de tweede dosis is minimaal 2 maanden.
Kinderen van 12 maanden tot 2 jaar: i.m. 2 doses (0,5ml), met een interval van 2 maanden.
Kinderen van 2 tot 18 jaar: i m. 1 dosis (0,5ml). Als eerder een pneumokokkenconjugaatvaccin is toegediend, interval van minimaal 2 maanden aanhouden.
Volwassenen
i.m. 1 dosis (0,5 ml); de noodzaak van een boostervaccinatie is niet vastgesteld.
Toediening
- De vaccinatie toedienen door middel van een i.m.-injectie, bij voorkeur in het anterolaterale deel van het bovenbeen bij baby's of de deltaspier in de bovenarm bij kinderen en volwassenen. Niet intravasculair toedienen.
- Wees voorzichtig bij mensen met trombocytopenie, bloedstollingsstoornissen (zoals hemofilie) of mensen die met anticoagulantia worden behandeld; overweeg s.c. toedienen als het voordeel opweegt tegen het risico.
Bijwerkingen
Zeer vaak (> 10%): reacties op de injectieplaats zoals erytheem, pijn en zwelling. Hoofdpijn.
Vaak (1-10%): reactie op de injectieplaats zoals hematoom, jeuk. Koorts. Misselijkheid. Pijn in ledemaat.
Soms (0,1-1%): knobbeltje op de injectieplaats.
Zelden (0,1-0,01%): urticaria.
Zeer zelden (< 0,01%): bronchospasme.
Verder zijn gemeld: cellulitis op de injectieplaats. Idiopathische trombocytopenische purpura, lymfadenopathie. Andere overgevoeligheidsreacties (inclusief anafylactische/anafylactoïde reacties). Duizeligheid, syncope soms gepaard gaand met tonisch-klonische bewegingen, acute gedissemineerde encefalomyelitis, Guillain-Barré-syndroom. Braken. Artralgie, myalgie. Asthenie, koude rillingen, vermoeidheid en malaise.
Bijwerkingen
Kinderen 6 weken - 2 jaar
Zeer vaak (> 10%): verminderde eetlust. Prikkelbaarheid. Slaperigheid. Pyrexie (38°-39°C). Pijn, zwelling, verharding en erytheem op injectieplaats.
Vaak (1-10%): urticaria. Huiduitslag. Roodheid. Braken. Pyrexie (≥ 40°C). Hematoom op injectieplaats.
Soms (0,1-1%): urticaria op injectieplaats.
Kinderen 2 - 18 jaar
Zeer vaak (> 10%): pijn, zwelling en erytheem op injectieplaats. Vermoeidheid. Hoofdpijn. Spierpijn.
Vaak (1-10%): verminderde eetlust. Prikkelbaarheid. Slaperigheid. Urticaria. Nausea. Pyrexie (≥ 38°C). Verharding, hematoom op injectieplaats.
Soms (0,1-1%): braken.
Gemeld is: huiduitslag (2 voorvallen bij sikkelcelziekte en HIV-populatie).
Volwassenen
Zeer vaak (> 10%): pijn, zwelling en erytheem op injectieplaats. Vermoeidheid. Hoofdpijn. Spierpijn.
Vaak (1-10%): jeuk op de injectieplaats. Artralgie.
Soms (0,1-1%): warmte, hematoom op injectieplaats. Koude rillingen, pyrexie (≥ 38°C). Misselijkheid, braken. Huiduitslag. Duizeligheid.
Zelden (0,01-0,1%): overgevoeligheidsreactie waaronder urticaria, tongoedeem, overmatig blozen, opgezette keel.
Interacties
Gelijktijdig gebruik van immunosuppressiva kan resulteren in een onvoldoende respons op de vaccinatie.
Interacties
Bij combinatie met immunosuppressieve therapie wordt mogelijk geen adequate respons op de vaccinatie bereikt.
Gebruik van koortsverlagende middelen bij baby's, tegelijk of op de dezelfde dag als de vaccinatie kan de immuunrespons verlagen. Dit was niet bij de boosterdosis na 12 maanden. De klinische significantie hiervan is onbekend.
Zwangerschap
Teratogenese: Bij de mens, onvoldoende gegevens. Bij dieren geen aanwijzingen voor schadelijkheid.
Advies:Kan worden gebruikt.
Zwangerschap
Antistoffen kunnen de placenta passeren.
Teratogenese: Zowel bij de mens als bij dieren onvoldoende gegevens. De beschikbare gegevens over de toediening van vaccins met geïnactiveerde micro-organismen of delen daarvan wijzen niet op een groter risico op aangeboren afwijkingen of andere nadelige effecten.
Advies: Kan waarschijnlijk veilig worden gebruikt.
Lactatie
Overgang in de moedermelk: Onbekend.
Advies: Kan waarschijnlijk veilig worden gebruikt.
Lactatie
Overgang in de moedermelk: Onbekend.
Farmacologisch effect: Er zijn geen negatieve effecten bekend.
Advies: Kan worden gebruikt.
Contra-indicaties
- acute, ernstige ziekte met koorts.
Contra-indicaties
- overgevoeligheid voor difterietoxoïd.
Waarschuwingen en voorzorgen
Er zijn onvoldoende gegevens over het gebruik bij personen met een verzwakte immuunrespons. Deze personen kunnen mogelijk onvoldoende reageren op het vaccin.
Vaccinatie is geen vervanging voor routinematige cervicale screening of voor voorzorgsmaatregelen tegen blootstelling aan HPV en soa's.
Vaccinatie is alleen voor profylactisch gebruik en heeft geen effect op actieve HPV-infecties of al aanwezige ziekte veroorzaakt door HPV; het voorkomt dus geen laesies ten gevolge van HPV bij personen die op moment van vaccinatie al met HPV zijn besmet.
Gebruik voor het hele vaccinatieschema dezelfde vaccins; er zijn geen gegevens rond veiligheid, immunogeniciteit of werkzaamheid bij overstap naar andere HPV-vaccins die niet dezelfde HPV-typen dekken.
De volledige duur van de bescherming is nog niet vastgesteld. Uit onderzoek blijkt een beschermingsduur van ten minste 10 jaar.
Immunogeniciteit, werkzaamheid en veiligheid zijn niet vastgesteld bij kinderen jonger dan 9 jaar.
Waarschuwingen en voorzorgen
Stel vaccinatie uit bij acute hoge koorts of een acute infectie; dit hoeft niet bij een lichte infectie of lichte verhoging.
Bij een verzwakt immuunsysteem door behandeling met immunosuppressieve middelen, een genetische afwijking, een HIV-infectie of andere oorzaken kan een verminderde antilichaamrespons optreden.
Wees voorzichtig bij gebruik van antistollingsmiddelen, trombocytopenie of bloedstollingsstoornissen in verband met de kans op hematoomvorming.
Overweeg ademhalingscontrole gedurende 48–72 uur bij de toediening van de primaire immunisatieserie aan zeer vroeg geboren kinderen (geboren ≤ week 28 van de zwangerschap), vanwege het potentiële risico van apneu, vooral bij kinderen met een voorgeschiedenis van onvoldoende rijping van de longen; aangezien het voordeel van vaccinatie groot is bij deze groep kinderen, de vaccinatie echter niet onthouden of uitstellen.
Gegevens over veiligheid en immunogeniciteit zijn beschikbaar bij mensen met HIV, mensen met sikkelcelziekte of mensen die een hematopoëtische stamceltransplantatie (HSCT) hebben gekregen. Deze zijn niet beschikbaar bij mensen in andere specifieke immuungecompromitteerde groepen. Vaccinatie moet dan per individueel geval worden beoordeeld.
Eigenschappen
Humaan papillomavirusvaccin. Recombinant vaccin, bereid van de gezuiverde virusachtige deeltjes ('viruslike particles' = VLP) van het hoofdcapside-L1-eiwit van HPV type 6, 11, 16 en 18. Uit dierexperimenteel onderzoek wordt verondersteld dat de werkzaamheid van L1 VLP-vaccins gemedieerd wordt door de ontwikkeling van een humorale immuunrespons. Het eiwit is geadsorbeerd op amorf aluminiumhydroxyfosfaatsulfaat adjuvans.
Eigenschappen
Pneumokokkenconjugaatvaccin (PCV), bevat kapselpolysacchariden van vijftien Streptococcus pneumoniae-serotypen (15-valent). Het wekt een T-celafhankelijke immuunrespons op om antilichamen te induceren die zorgen voor betere opsonisatie, fagocytose en vernietiging van pneumokokken om te beschermen tegen pneumokokkenziekte.
Groepsinformatie
papillomavirusvaccin (4-valent) hoort bij de groep vaccins.
- BCG-vaccin (als vaccin) (J07AN01) Vergelijk
- bof-/mazelen-/rubellavaccin (J07BD52) Vergelijk
- choleravaccin, geïnactiveerd, hele cel (J07AE01) Vergelijk
- choleravaccin, levend verzwakt (J07AE02) Vergelijk
- COVID-19 mRNA vaccin (Comirnaty) (J07BN01) Vergelijk
- denguevaccin (J07BX04) Vergelijk
- difterie-/acellulair kinkhoest-/tetanus-/polio-/haemophilus influenzae B-/hepatitis B-vaccin (J07CA09) Vergelijk
- difterie-/acellulair kinkhoest-/tetanusvaccin (J07AJ52) Vergelijk
- difterie-/tetanus-/poliovaccin (J07CA01) Vergelijk
- gelekoortsvaccin (J07BL01) Vergelijk
- haemophilus influenzae B-vaccin (J07AG01) Vergelijk
- hepatitis A+B-vaccin (J07BC20) Vergelijk
- hepatitis A-vaccin (J07BC02) Vergelijk
- hepatitis B-vaccin (Engerix) (J07BC01) Vergelijk
- hepatitis B-vaccin (Fendrix) (J07BC01) Vergelijk
- hepatitis B-vaccin (HBVAX) (J07BC01) Vergelijk
- hepatitis B-vaccin (PreHevbri) (J07BC01) Vergelijk
- influenzavaccin (J07BB02) Vergelijk
- japanse-encefalitisvaccin (J07BA02) Vergelijk
- leptospirosevaccin (J07AX01) Vergelijk
- meningokokkenvaccin type A, C, W135, Y (J07AH08) Vergelijk
- meningokokkenvaccin type B (J07AH09) Vergelijk
- meningokokkenvaccin type C (J07AH07) Vergelijk
- papillomavirusvaccin (2-valent) (J07BM02) Vergelijk
- papillomavirusvaccin (9-valent) (J07BM03) Vergelijk
- pneumokokkenvaccin (10-valent) (J07AL52) Vergelijk
- pneumokokkenvaccin (13-valent) (J07AL02) Vergelijk
- pneumokokkenvaccin (15-valent) (J07AL02) Vergelijk
- pneumokokkenvaccin (20-valent) (J07AL02) Vergelijk
- pneumokokkenvaccin (23-valent) (J07AL01) Vergelijk
- pokkenvaccin (J07BX01) Vergelijk
- poliomyelitisvaccin (J07BF03) Vergelijk
- rabiësvaccin (J07BG01) Vergelijk
- rotavirusvaccin (J07BH01) Vergelijk
- RS-virusvaccin (J07BX05) Vergelijk
- tekenencefalitisvaccin (J07BA01) Vergelijk
- tetanusvaccin (J07AM01) Vergelijk
- tyfusvaccin (parenteraal) (J07AP03) Vergelijk
- varicella-zostervaccin (Provarivax) (J07BK01) Vergelijk
- varicella-zostervaccin (Shingrix) (J07BK03) Vergelijk
- varicella-zostervaccin (Zostavax) (J07BK02) Vergelijk
Groepsinformatie
pneumokokkenvaccin (15-valent) hoort bij de groep vaccins.
- BCG-vaccin (als vaccin) (J07AN01) Vergelijk
- bof-/mazelen-/rubellavaccin (J07BD52) Vergelijk
- choleravaccin, geïnactiveerd, hele cel (J07AE01) Vergelijk
- choleravaccin, levend verzwakt (J07AE02) Vergelijk
- COVID-19 mRNA vaccin (Comirnaty) (J07BN01) Vergelijk
- denguevaccin (J07BX04) Vergelijk
- difterie-/acellulair kinkhoest-/tetanus-/polio-/haemophilus influenzae B-/hepatitis B-vaccin (J07CA09) Vergelijk
- difterie-/acellulair kinkhoest-/tetanusvaccin (J07AJ52) Vergelijk
- difterie-/tetanus-/poliovaccin (J07CA01) Vergelijk
- gelekoortsvaccin (J07BL01) Vergelijk
- haemophilus influenzae B-vaccin (J07AG01) Vergelijk
- hepatitis A+B-vaccin (J07BC20) Vergelijk
- hepatitis A-vaccin (J07BC02) Vergelijk
- hepatitis B-vaccin (Engerix) (J07BC01) Vergelijk
- hepatitis B-vaccin (Fendrix) (J07BC01) Vergelijk
- hepatitis B-vaccin (HBVAX) (J07BC01) Vergelijk
- hepatitis B-vaccin (PreHevbri) (J07BC01) Vergelijk
- influenzavaccin (J07BB02) Vergelijk
- japanse-encefalitisvaccin (J07BA02) Vergelijk
- leptospirosevaccin (J07AX01) Vergelijk
- meningokokkenvaccin type A, C, W135, Y (J07AH08) Vergelijk
- meningokokkenvaccin type B (J07AH09) Vergelijk
- meningokokkenvaccin type C (J07AH07) Vergelijk
- papillomavirusvaccin (2-valent) (J07BM02) Vergelijk
- papillomavirusvaccin (4-valent) (J07BM01) Vergelijk
- papillomavirusvaccin (9-valent) (J07BM03) Vergelijk
- pneumokokkenvaccin (10-valent) (J07AL52) Vergelijk
- pneumokokkenvaccin (13-valent) (J07AL02) Vergelijk
- pneumokokkenvaccin (20-valent) (J07AL02) Vergelijk
- pneumokokkenvaccin (23-valent) (J07AL01) Vergelijk
- pokkenvaccin (J07BX01) Vergelijk
- poliomyelitisvaccin (J07BF03) Vergelijk
- rabiësvaccin (J07BG01) Vergelijk
- rotavirusvaccin (J07BH01) Vergelijk
- RS-virusvaccin (J07BX05) Vergelijk
- tekenencefalitisvaccin (J07BA01) Vergelijk
- tetanusvaccin (J07AM01) Vergelijk
- tyfusvaccin (parenteraal) (J07AP03) Vergelijk
- varicella-zostervaccin (Provarivax) (J07BK01) Vergelijk
- varicella-zostervaccin (Shingrix) (J07BK03) Vergelijk
- varicella-zostervaccin (Zostavax) (J07BK02) Vergelijk