Samenstelling
Diprivan Aspen Netherlands bv
- Toedieningsvorm
- Emulsie voor injectie/infusie
- Sterkte
- 10 mg/ml
- Verpakkingsvorm
- wegwerpspuit 50 ml
- Toedieningsvorm
- Emulsie voor injectie/infusie
- Sterkte
- 20 mg/ml
- Verpakkingsvorm
- wegwerpspuit 50 ml
Propofol Diverse fabrikanten
- Toedieningsvorm
- Emulsie voor injectie/infusie
- Sterkte
- 10 mg/ml
- Verpakkingsvorm
- ampul 20 ml, flacon 20 ml, 50 ml, 100 ml, wegwerpspuit 10 ml, 20 ml, 50 ml
- Toedieningsvorm
- Emulsie voor injectie/infusie
- Sterkte
- 20 mg/ml
- Verpakkingsvorm
- flacon 50 ml, wegwerpspuit 50 ml
Propofol Lipuro B. Braun Medical bv
- Toedieningsvorm
- Emulsie voor injectie
- Sterkte
- 10 mg/ml
- Verpakkingsvorm
- ampul 20 ml, flacon 20 ml, 50 ml
Uitleg symbolen
XGVS | Dit geneesmiddel is niet opgenomen in het geneesmiddelen vergoedings systeem (GVS). |
OTC | 'Over the counter', dit geneesmiddel is een zelfzorgmiddel. |
Bijlage 2 | Aan de vergoeding van dit geneesmiddel zijn bepaalde voorwaarden verbonden, die zijn vermeld op bijlage 2 van de Regeling zorgverzekering. |
Aanvullende monitoring | Dit geneesmiddel is onderworpen aan aanvullende monitoring. Extra aandacht wordt gevraagd voor onverwachte bijwerkingen. Meldt u dit via het meldformulier van het Lareb. |
Samenstelling
Esketamine (als hydrochloride) XGVS Diverse fabrikanten
- Toedieningsvorm
- Injectievloeistof
- Sterkte
- 5 mg/ml
- Verpakkingsvorm
- ampul 5 ml
- Toedieningsvorm
- Injectievloeistof
- Sterkte
- 25 mg/ml
- Verpakkingsvorm
- ampul 10 ml
Esketiv (als hydrochloride) XGVS EuroCept bv
- Toedieningsvorm
- Injectievloeistof
- Sterkte
- 5 mg/ml
- Verpakkingsvorm
- ampul 5 ml, ampul 20 ml
- Toedieningsvorm
- Injectievloeistof
- Sterkte
- 25 mg/ml
- Verpakkingsvorm
- 10 ml
Ketanest-S (als hydrochloride) XGVS Pfizer bv
- Toedieningsvorm
- Injectievloeistof
- Sterkte
- 5 mg/ml
- Verpakkingsvorm
- ampul 5 ml, 'multidose' flacon 20 ml
- Toedieningsvorm
- Injectievloeistof
- Sterkte
- 25 mg/ml
- Verpakkingsvorm
- 'multidose' flacon 10 ml
Uitleg symbolen
XGVS | Dit geneesmiddel is niet opgenomen in het geneesmiddelen vergoedings systeem (GVS). |
OTC | 'Over the counter', dit geneesmiddel is een zelfzorgmiddel. |
Bijlage 2 | Aan de vergoeding van dit geneesmiddel zijn bepaalde voorwaarden verbonden, die zijn vermeld op bijlage 2 van de Regeling zorgverzekering. |
Aanvullende monitoring | Dit geneesmiddel is onderworpen aan aanvullende monitoring. Extra aandacht wordt gevraagd voor onverwachte bijwerkingen. Meldt u dit via het meldformulier van het Lareb. |
Advies
Voor de toepassing van propofol is geen advies vastgesteld.
Advies
Voor de toepassing van esketamine als anestheticum is geen advies vastgesteld.
Indicaties
- Inductie en onderhoud van algehele anesthesie bij volwassenen en kinderen; bij een leeftijd > 3 jaar de concentratie 20 mg/ml en > 1 maand de concentratie 10 mg/ml;
- Sedatie van beademde patiënten > 16 jaar op intensive-careafdelingen;
- Sedatie ten behoeve van diagnostische en operatieve ingrepen, alleen of in combinatie met lokale of regionale anesthesie bij volwassenen en kinderen; bij een leeftijd > 3 jaar de concentratie 20 mg/ml en > 1 maand de concentratie 10 mg/ml;
- Offlabel: continue palliatieve sedatie (Multidisciplinaire Richtlijn Palliatieve sedatie 2022).
De preparaten met een sterkte van 20 mg/ml zijn alleen geregistreerd voor gebruik bij leeftijd > 3 jaar. Daarnaast dienen deze alleen gebruikt te worden voor de inductie middels infusie (niet door middel van bolusinjecties) en wel alleen bij patiënten die nadien ook propofol krijgen toegediend voor het onderhoud van de anesthesie.
Indicaties
- Inductie van algehele anesthesie;
- Als aanvulling bij andere anesthetica;
- Bij kortdurende diagnostische procedures en kleine operatieve ingrepen die geen spierrelaxatie behoeven;
- Offlabel: postoperatieve pijn.
Doseringen
Voorzieningen om de luchtwegen open te houden, beademingsapparatuur, zuurstofverrijking en andere reanimatievoorzieningen moeten te allen tijde voorhanden zijn.
Algehele anesthesie
Volwassenen
De dosering is individueel en afhankelijk van de respons van de patiënt en de gebruikte premedicatie. Inductie: bij leeftijd < 55 j. gewoonlijk i.v. 1,5–2,5 mg/kg, 20–40 mg propofol per 10 seconden. Bij een leeftijd > 55 jaar, en bij patiënten met een ASA klasse III of IV, in het bijzonder met een verminderde hartfunctie, zal de behoefte meestal minder zijn en kan de dosis worden gereduceerd tot minimaal 1 mg/kg lichaamsgewicht, met een toedieningssnelheid van ca. 20 mg propofol per 10 seconden. Onderhoud: over het algemeen 4–12 mg/kg/uur per continu infuus. Als er herhaalde bolusinjecties worden gebruikt: 25–50 mg per keer. Bij oudere patiënten, bij een slechte algemene conditie, in geval van verminderde hartfunctie, bij hypovolemie en bij patiënten met een ASA-classificatie III of IV kan de dosering verder verlaagd worden.
Kinderen
Inductie: langzaam i.v. titreren, bij een leeftijd > 8 j.: ca. 2,5 mg/kg, bij 1 mnd.–3 j.: 2,5–4 mg/kg. Onderhoud: individueel, meestal 9–15 mg/kg/uur; bij kinderen < 3 j. eventueel hoger doseren. Bij ASA III en IV lager doseren. Voor gebruik bij kinderen < 3 jaar zie Waarschuwingen en voorzorgen.
Sedatie van beademde patiënten op een intensive care-afdeling, bij patiënten > 16 j.
Patiënten ≥ 16 jaar
individueel, gewoonlijk 0,3–4,0 mg/kg/uur via continue infusie. Maximale snelheid 4 mg/kg/uur. Toediening van propofol via target controlled infusion (TCI) voor sedatie tijdens intensive care wordt door de fabrikant afgeraden.
Achtergrondsedatie tijdens diagnostische en operatieve ingrepen
Volwassenen
Aanpassen aan de klinische respons. Inductie: i.v. 0,5–1 mg/kg in 1–5 minuten is meestal voldoende. Onderhoud: titreren, meestal 1,5–4,5 mg/kg/uur. Geef wanneer een snelle toename van sedatieniveau gewenst is eventueel een aanvullende bolusinjectie van 10–20 mg. Bij leeftijd > 55 j. kan meestal volstaan worden met een lagere dosering; vermijd snelle bolusinjecties vanwege de kans op cardiorespiratoire depressie. Bij ASA III en IV lager doseren en langzamer toedienen.
Kinderen
Inductie: i.v. meestal 1–2 mg/kg. Onderhoud: titreren, meestal 1,5–9 mg/kg/uur. Eventueel kan de infusie worden aangevuld met een bolusinjectie van 1 mg/kg, als een snelle toename van de diepte van de sedatie gewenst is. Bij ASA III en IV lager doseren. Voor gebruik bij kinderen < 3 jaar zie Waarschuwingen en voorzorgen; toepassing als sedatie voor een diagnostische of operatieve ingreep is bij kinderen < 3 jaar niet aanbevolen door de fabrikant.
(offlabel) Continue palliatieve sedatie.
Volwassenen
Overleg ALTIJD met het consultatieteam palliatieve zorg. Zie voor meer informatie Pallialine, continue palliatieve sedatie.
Toediening: Max toedieningsduur: 7 dagen.
Lokale pijn kan worden beperkt door toediening in een grote vene van de onderarm of de fossa cubitalis, of voorafgaande toediening van lidocaïne.
Voor informatie over eventueel verdunnen, zie de officiële productinformatie CBG/EMA, onder Zie ook.
De infusie geleidelijk afbouwen om de kans op onthoudingsverschijnselen te verkleinen.
Raadpleeg voor 'target controlled infusion' (TCI) de SmPC.
Doseringen
Algehele anesthesie
Volwassenen
Individueel doseren op basis van het klinisch effect. Het gebruik van een ander anestheticum kan dosisreductie mogelijk maken. Inductie: langzaam i.v.: 0,5–1 mg/kg in 60 seconden om ademhalingsdepressie of hypertensie te voorkomen. Eventueel i.m: 3,3–6,3 mg/kg. Voor zowel i.v. als i.m.-toediening geldt dat zo nodig voor onderhoud van de anesthesie een aanvullende injectie met de halve of hele dosis gegeven kan worden; de fabrikant van Esketiv geeft aan dat in het algemeen elke 10–15 min een halve dosis gegeven kan worden.
Verlaag de dosering bij meerdere letsels (polytrauma) en bij patiënten met een slechte algemene toestand.
Verminderde leverfunctie: Overweeg een verlaging van de dosering bij patiënten met cirrose of andere vormen van leverinsufficiëntie.
Kinderen
De fabrikant verwacht dat de doseerschema's voor volwassenen gevolgd kunnen worden. Offlabel-doseringen volgens het Kinderformularium van het NKFK: esketamine.
Offlabel postoperatieve pijn
Kinderen
Offlabel-doseringen volgens het Kinderformularium van het NKFK: esketamine.
Bijwerkingen
Zeer vaak (> 10%): lokale pijn bij inductie.
Vaak (1-10%): hypotensie, bradycardie (geïsoleerde meldingen van progressie tot asystolie zijn beschreven). Tijdelijke apneu, hoesten en hikken tijdens inductie. Tijdens het ontwaken: hoofdpijn, misselijkheid en braken.
Soms (0,1-1%): trombose, flebitis. Tachycardie tijdens inductie.
Zelden (0,01-0,1%): epileptiforme bewegingen, incl. convulsies en opisthotonus (kan voorkomen tijdens de inductie, anesthesie én tijdens het ontwaken).
Zeer zelden (< 0,01%): anafylaxie (mogelijk met angio-oedeem, bronchospasme, erytheem, hypotensie). Postoperatieve bewusteloosheid. Longoedeem. Pancreatitis. Postoperatieve koorts. Seksuele ontlading. Verkleuring van de urine (meestal groen, na langdurige toediening). Na accidentele extravasculaire toediening: lokale pijn, zwelling, weefselnecrose (na extravasculaire toediening).
Verder zijn gemeld: hartaritmie, hartfalen, Brugada-syndroom-type ECG. Ademhalingsdepressie (dosisafhankelijk). Euforische stemming, seksuele ontremming, priapisme, verslaving, misbruik. Onwillekeurige bewegingen. Hepatomegalie, hepatitis, acuut leverfalen (zowel na langdurige als na kortdurende behandeling en bij patiënten zonder onderliggende risicofactoren). Rabdomyolyse. Nierfalen. Metabole acidose, hyperkaliëmie, hyperlipidemie. Anafylactische shock.
Combinaties van enkele bijwerkingen kunnen gezamenlijk voorkomen in het kader van het 'propofol-infusiesyndroom', vooral bij ernstig zieke patiënten die vaak meerdere risicofactoren hebben voor het ontwikkelen van deze bijwerkingen. Als onderdeel hiervan worden gezien: aritmieën, het Brugada-type ECG, hartfalen, rabdomyolyse, nierfalen, hepatomegalie, metabole acidose, hyperkaliëmie en hyperlipidemie. Risicofactoren hierbij zijn: verminderde zuurstoftoevoer naar de weefsels, sepsis, ernstige neurologische schade en het gebruik van een propofoldosering > 4 mg/kg/uur langer dan 48 uur.
Bijwerkingen
Vaak (1-10%): voorbijgaande tachycardie, stijging van bloeddruk en hartslag met ca. 20%. Toegenomen (cardiaal) zuurstofgebruik, laryngospasmen, tijdelijke ademhalingsdepressie (afhankelijk van dosis en injectiesnelheid). Toename van de vaatweerstand in de pulmonale circulatie, toename van de slijmsecretie. Reacties bij het ontwaken (bij tot ca. 30% van de patiënten): levendige dromen, nachtmerries, duizeligheid, motorische onrust; tegen te gaan met een benzodiazepine. Wazig zien. Misselijkheid, braken, toegenomen speekselproductie.
Soms (0,1-1%): tonische en klonische bewegingen die lijken op convulsies (als gevolg van toegenomen spiertonus), nystagmus. Diplopie, toename van de intraoculaire druk. Morbilliforme huiduitslag, exantheem. Pijn en erytheem op de injectieplaats.
Zelden (0,01-0,1%): anafylaxie. Aritmie, bradycardie. Hypotensie.
Verder zijn gemeld: hallucinaties, dysforie, angst, desoriëntatie. Afwijkende leverfunctie, geneesmiddel-geïnduceerde leverschade. Naast de hiervoor genoemde symptomen worden in situaties van misbruik ook flashbacks, slapeloosheid en (hemorragische) cystitis gemeld.
Interacties
In combinatie met regionale anesthesie kunnen over het algemeen lagere doses van propofol gegeven worden.
Combinatie met andere (anesthesie)middelen die circulatoire of ademhalingsdepressie geven, kan dit effect doen toenemen.
Bij combinatie met benzodiazepinen, parasympathicolytica of inhalatie-anesthetica kan de anesthesieduur toenemen en de ademhalingsfrequentie afnemen.
Overweeg bij combinatie met midazolam dosisverlaging van propofol; de combinatie leidt waarschijnlijk tot verhoogde sedatie en ademhalingsdepressie.
Door premedicatie met opioïden (fentanyl) kan de werking van propofol versterkt en verlengd worden en kan apneu vaker en langer optreden.
In combinatie met neostigmine of suxamethonium kunnen bradycardie en hartstilstand optreden.
Bij combinatie met rifampicine is ernstige hypotensie gemeld.
Gelijktijdige toediening van propofol en midazolam kan een versterkte sedatie geven en ademhalingsdepressie, vanwege verminderde klaring van propofol. Overweeg een dosisverlaging van propofol.
In combinatie met valproïnezuur neemt de behoefte aan propofol af, verlaag eventueel de dosering van propofol.
In combinatie met ciclosporine is leuko-encefalopathie gemeld.
Medicatie die het hartminuutvolume reduceert, vermindert de klaring van propofol.
Interacties
Combinatie met xanthinederivaten zoals theofylline is gecontra-indiceerd; de convulsiedrempel kan eerder bereikt worden.
Combinatie met ergometrine is gecontra-indiceerd.
Houd rekening met het optreden van hypertensie en tachycardie bij combinatie met sympathicomimetica, schildklierhormoon en vasopressine.
Combinatie met hypnotica, benzodiazepinen of antipsychotica beperkt het optreden van bijwerkingen, maar verlengt de werkingsduur van esketamine. Bij combinatie met diazepam kan dosisaanpassing, ook van esketamine, nodig zijn.
Combinatie met barbituraten, opioïden of inhalatie-anesthetica kan de recovery-fase verlengen.
Het effect van gelijktijdig toegediende opioïden kan worden versterkt, met meer kans op CZS- of ademhalingsdepressie.
Bij combinatie met gehalogeneerde anesthetica neemt de kans op bradycardie, hypotensie of verminderd hartminuutvolume toe. Bij combinatie met gehalogeneerde anesthetica neemt de kans op cardiale aritmie na toediening van adrenaline toe.
CYP3A4-remmers (claritromycine, erytromycine, diltiazem, verapamil, ketoconazol, fluconazol, itraconazol) verminderen de afbraak door de lever; dosisverlaging van esketamine kan nodig zijn.
CYP3A4-inductoren (rifampicine, fenytoïne, carbamazepine, sint-janskruid) verhogen de afbraak door de lever; dosisverhoging van esketamine kan nodig zijn.
Bij combinatie kan de werkingsduur van spierrelaxantia toenemen (zowel van depolariserende als niet-depolariserende middelen).
Zwangerschap
Propofol passeert de placenta.
Teratogenese: Bij de mens onvoldoende gegevens, bij dieren aanwijzingen voor schadelijkheid: toepassing van anesthetica leidt tot verlies van cellen in de zich ontwikkelende hersenen, wat gepaard kan gaan met langdurige cognitieve deficiënties.
Farmacologisch effect: Kan bij toepassing vlak voor of tijdens de bevalling neonatale ademhalingsdepressie veroorzaken.
Advies: Volgens de fabrikant wordt gebruik ontraden, zeker bij obstetrische anesthesie (behoudens geïnduceerde abortus in het eerste trimester); en geen doseringen toedienen van > 2,5 mg/kg lichaamsgewicht (inductie) of > 6 mg/kg lichaamsgewicht/uur (onderhoud). Propofol kan volgens Lareb kortdurend (< 3 uur) worden gebruikt. Herhaald of langer durend gebruik zorgvuldig afwegen omdat in onderzoek neurotoxiciteit is gemeld.
Zwangerschap
Passeert de placenta.
Teratogenese: Bij de mens onvoldoende gegevens, bij dieren is reproductietoxiciteit waargenomen. Bij dieren resulteert gebruik van verdovingsmiddelen tijdens de periode van snelle hersengroei of synaptogenese in celverlies in de zich ontwikkelende hersenen. Dit wordt in verband gebracht met langdurige cognitieve tekortkomingen.
Farmacologisch effect: Kan bij toepassing vlak voor of tijdens de bevalling ademhalingsdepressie bij de pasgeborene veroorzaken, daarnaast kan het de tonus van de uterus en de weeënfrequentie verhogen, evenals de bloeddruk van de moeder.
Advies: Alleen op strikte indicatie gebruiken, het risico afwegen tegen het belang van de behandeling en de mogelijkheid van alternatieven; vermijd hoge doses, langdurige anesthesie (> 3 uur) en frequent gebruik zoveel mogelijk. Niet gebruiken bij een hoge maternale bloeddruk. Gecontra-indiceerd bij (pre)eclampsie.
Lactatie
Overgang in de moedermelk: Ja, in geringe mate.
Advies: volgens de fabrikant: borstvoeding ontraden gedurende 24 uur na de toediening. Volgens Lareb kan propofol incidenteel gebruikt worden, omdat de kans op een ongewenst effect op de zuigeling gering is.
Lactatie
Overgang in de moedermelk: Ja.
Farmacologisch effect: Bij therapeutische doses is er waarschijnlijk geen effect op het kind.
Advies: Wacht na behandeling ten minste 12 uur met het geven van borstvoeding om mogelijke nadelige effecten op het kind te voorkomen.
Contra-indicaties
- langdurige sedatie bij leeftijd ≤ 16 jaar op een intensivecare-afdeling;
- bekende overgevoeligheid voor soja of pinda's.
Contra-indicaties
- patiënten bij wie stijging van bloeddruk of intracraniële druk een ernstig risico vormt;
- als enig anestheticum bij patiënten met manifeste ischemische hartziekten;
- hoge bloeddruk en proteïnurie (pre-eclampsie) en convulsies (eclampsie) als gevolg van zwangerschap; zie voor meer informatie rubriek Zwangerschap.
Voor meer contra-indicaties zie de rubriek Interacties.
Waarschuwingen en voorzorgen
Misbruik en afhankelijkheid van propofol zijn gemeld. Toepassing van propofol zonder de borging van een gezekerde luchtweg kan leiden tot fatale respiratoire complicaties.
Wees voorzichtig bij cardiale, respiratoire, renale of hepatische stoornissen, en bij hypovolemie of verzwakking. Houd bij ernstig overgewicht rekening met ongewenste hemodynamische bijwerkingen.
Niet toepassen voor de algehele anesthesie bij kinderen < 1 maand; neonaten hebben een aanzienlijk verminderde klaring met een grote interindividuele variatie, hierdoor kan relatieve overdosering optreden met ernstige cardiovasculaire depressie.
Target controlled infusion (TCI) wordt afgeraden bij kinderen < 2 jaar wegens onvoldoende gegevens.
Weeg herhaald of langer durend (≥ 3 uur) gebruik bij kinderen < 3 jaar zorgvuldig af; in onderzoek is neurotoxiciteit gemeld.
Bij toediening aan epilepsie-patiënten is er kanstoename op convulsies; met vertraging kunnen epileptiforme bewegingen optreden. De vertraging kan variëren van enkele uren tot dagen. Ook bij niet-epileptische patiënten kunnen epilepsie-aanvallen voorkomen.
Postoperatieve bewusteloosheid komt voor, eventueel in combinatie met een verhoogde spiertonus.
Bij sedatie voor intensive care zorg zijn risicofactoren voor metabole aandoeningen en orgaanfalen:
- verminderde zuurstoftoevoer naar de weefsels;
- ernstige neurologische schade en/of sepsis;
- hoge doseringen van: vasoconstrictoren, steroïden, inotrope middelen en/of propofol (> 4 mg/kg/uur gedurende > 48 uur).
Speciale aandacht is vereist bij patiënten met een hoge intracraniale druk en een lage gemiddelde arteriële druk; de intracerebrale perfusiedruk kan afnemen.
Patiënten met mitochondriale aandoeningen kunnen gevoelig zijn voor verergering van hun aandoening bij het ondergaan van anesthesie, ingrepen en intensivecare-zorg. Vroege vormen van verergering van mitochondriale ziekte en het propofol-infusiesyndroom kunnen op elkaar lijken. Behoud normothermie en zorg voor voldoende koolhydraten en hydratie.
Dagelijkse bezigheden zoals autorijden kunnen enige tijd nadelig beïnvloed worden.
Hulpstoffen
- Bij een verlaagd albuminegehalte (bv. door gestoorde lever- of nierfunctie) kan hemolyse optreden door lysolecithine, een ontledingsproduct van de emulgator ei-lecithine.
- Houd rekening met de lipiden in de propofol-emulsie als de patiënt tegelijkertijd i.v.-lipiden krijgt toegediend (bv. als onderdeel van totaal parenterale voeding).
- Controleer de plasmalipidenspiegels bij patiënten met meer kans op het 'fat overload'-syndroom (bv. bij kinderen).
- Kan soja bevatten; niet toepassen bij overgevoeligheid voor pinda's en soja.
Waarschuwingen en voorzorgen
Wees voorzichtig bij:
- hartfalen, hypovolemie, dehydratie, hypertensie, tachycardie; controleer bij hartfalen of hypertensie voortdurend de hartfunctie;
- instabiele angina pectoris of een doorgemaakt myocardinfarct < 6 maanden voor de toepassing van esketamine;
- verhoogde intracraniële druk en beschadigingen of aandoeningen van het centrale zenuwstelsel, bv. hersentrauma, CVA (verhoging van de cerebrospinale druk is gemeld);
- situatie waarin de intraoculaire druk niet mag stijgen, bv. glaucoom;
- pulmonale of bovensteluchtweginfectie (vanwege mogelijk optreden van laryngospasme);
- chronische of acute invloed van alcohol;
- psychische stoornissen in het verleden (bv. schizofrenie of acute psychose) of de neiging tot hallucineren;
- hyperthyroïdie incl. patiënten die schildklierhormoonsubstitutie krijgen;
- acute intermitterende porfyrie;
- situaties waarin het myometrium van de uterus ontspannen moet zijn (bv. bij dreigende uterusruptuur).
Houd ondanks de grotendeels behouden beschermende reflexen, rekening met de mogelijkheid van aspiratie. Om deze reden en ook vanwege de kans op ademhalingsdepressie dienen er mogelijkheden tot intubatie en beademing aanwezig te zijn. Aanbevolen wordt dat de patiënt 4–6 uur voor de operatie niet eet of drinkt om aspiratie te voorkomen.
Bij procedures in de farynx, larynx en bronchi, vooral bij kinderen, kunnen spierrelaxantia en gecontroleerde beademing nodig zijn; hyperreflexie en laryngospasmen kunnen optreden.
Bij operatieve ingrepen met viscerale pijn zijn spierrelaxantia en aanvullende anesthesie (gecontroleerde beademing en toediening van lachgas/zuurstof) nodig.
Geef pre-operatief atropine of glycopyrronium om slijmsecretie te remmen; een benzodiazepine, bv. midazolam, kan i.v. of rectaal gegeven worden om de initiële hyperkinetische circulatie te onderdrukken en het optreden van angst tijdens het ontwaken te verminderen
Tachycardie, stijging van de bloeddruk (met ca. 20–25%) en toename van de cardiale output treden op, met een terugkeer naar de uitgangswaarden binnen 15 min. na toediening.
Overweeg bij leverfunctiestoornissen een dosisverlaging.
Bij langdurig gebruik (> 1 maand, bv. bij misbruik) zijn (hemorragische) cystitis, acuut nierletsel, hydronefrose en ureteraandoeningen gemeld; abnormale leverfunctietesten zijn gemeld bij gebruik > 3 dagen.
Bij personen met een voorgeschiedenis van misbruik of afhankelijkheid van geneesmiddelen kan afhankelijkheid ontstaan. (Es)ketamine kan flashbacks, hallucinaties, dysforie, angst, slapeloosheid en desoriëntatie veroorzaken.
Na de anesthesie mag de patiënt gedurende ten minste 24 uur geen alcohol drinken, niet autorijden en geen machines bedienen.
Hulpstoffen
- De multidose-injectievloeistof kan benzethoniumchloride bevatten.
- Wees voorzichtig met natrium in de injectievloeistof bij een natriumarm dieet.
Overdosering
Symptomen
Cardiorespiratoire depressie.
Therapie
Bij ademhalingsdepressie beademen met zuurstof. Bij cardiovasculaire depressie eventueel plasmavervangingsmiddelen en bloeddrukverhogende middelen toepassen.
Overdosering
Symptomen
Convulsies, cardiale aritmie en ademhalingsstilstand.
Therapie
Bij convulsies diazepam i.v.; bij onvoldoende respons fenytoïne of thiopental.
Zie voor meer informatie toxicologie.org/ketamine of Vergiftigingen.info.
Eigenschappen
Propofol (2,6-di-isopropylfenol) is een kortwerkend i.v.-anestheticum. Versterkt waarschijnlijk de remmende werking van GABA op de signaaloverdracht. Heeft ook een anti-emetisch effect. Propofol verlaagt de cerebrale doorbloeding, intracraniële druk en het cerebrale metabolisme. Werkingsduur: inslapen binnen 1 minuut; duur van de anesthesie is 5-10 min tot ca. 1 uur (afhankelijk van dosering en comedicatie).
Kinetische gegevens
Eiwitbinding | 98%. |
Metabolisering | voornamelijk door conjugatie in de lever, waarbij het afhankelijk is van de bloeddoorstroming. |
Eliminatie | als inactieve metabolieten, voor ca. 90% via de nieren. |
T 1/2el | na een distributiefase van enkele minuten: eerste eliminatiefase 30–60 min; tweede fase ca. 3 uur of langer (herdistributie uit weinig doorbloede weefsels). |
Uitleg afkortingen
F | biologische beschikbaarheid (fractie van de dosis die in de systemische circulatie verschijnt) |
T max | tijdsduur tot maximale bloedspiegel na toediening |
V d | verdelingsvolume (fictief volume waarin een geneesmiddel zich verdeelt over het lichaam) |
T 1/2 | plasmahalfwaardetijd (tijd die nodig is om een bepaalde plasmaconcentratie te halveren) |
T 1/2el | plasmahalfwaardetijd in de eliminatiefase, terminale halfwaardetijd |
Eigenschappen
(S)(+)-ketamine is de linksdraaiende isomeer van het racemische mengsel ketamine. Blokkeert de N-methyl-D-aspartaat (NMDA) receptoren. Heeft een analgetisch en anesthetisch effect. Het analgetische effect treedt op bij een lagere dosering dan nodig voor de anesthesie. Veroorzaakt een dissociatieve anesthesie. Heeft ook een sympathicomimetisch effect; de bloeddruk en hartslag stijgen. Heeft een relaxerend effect op de bronchiale musculatuur.
Kinetische gegevens
Resorptie | na i.v.-toediening duurt de distributiefase ca. 45 min, met een halfwaardetijd van 10–15 min. |
F | ca. 90% bij i.m.-toediening. |
T max | 5–30 minuten bij i.m.-toediening. |
V d | perifeer 1,46 l/kg; centraal 0,55 l/kg. |
Metabolisering | in de lever, met name door CYP2B6, onder andere tot norketamine, een actieve metaboliet. Ook CYP3A5 en CYP2A6 spelen een rol. |
Eliminatie | esketamine en metabolieten: vooral via de nieren. |
T 1/2el | 2,5 uur; ca. 4 uur (norketamine). |
Uitleg afkortingen
F | biologische beschikbaarheid (fractie van de dosis die in de systemische circulatie verschijnt) |
T max | tijdsduur tot maximale bloedspiegel na toediening |
V d | verdelingsvolume (fictief volume waarin een geneesmiddel zich verdeelt over het lichaam) |
T 1/2 | plasmahalfwaardetijd (tijd die nodig is om een bepaalde plasmaconcentratie te halveren) |
T 1/2el | plasmahalfwaardetijd in de eliminatiefase, terminale halfwaardetijd |
Groepsinformatie
propofol hoort bij de groep anesthetica, intraveneus.
Groepsinformatie
esketamine (intraveneus) hoort bij de groep anesthetica, intraveneus.