Samenstelling
Cosentyx XGVS Novartis Pharma bv
- Toedieningsvorm
- Injectievloeistof
- Sterkte
- 150 mg/ml
- Verpakkingsvorm
- pen 1 ml, 2 ml, wegwerpspuit 1 ml
Uitleg symbolen
XGVS | Dit geneesmiddel is niet opgenomen in het geneesmiddelen vergoedings systeem (GVS). |
OTC | 'Over the counter', dit geneesmiddel is een zelfzorgmiddel. |
Bijlage 2 | Aan de vergoeding van dit geneesmiddel zijn bepaalde voorwaarden verbonden, die zijn vermeld op bijlage 2 van de Regeling zorgverzekering. |
Aanvullende monitoring | Dit geneesmiddel is onderworpen aan aanvullende monitoring. Extra aandacht wordt gevraagd voor onverwachte bijwerkingen. Meldt u dit via het meldformulier van het Lareb. |
Samenstelling
Bimzelx XGVS Aanvullende monitoring UCB Pharma bv
- Toedieningsvorm
- Injectievloeistof
- Sterkte
- 160 mg/ml
- Verpakkingsvorm
- pen 1 ml, 2 ml, wegwerpspuit 1 ml, 2 ml
Uitleg symbolen
XGVS | Dit geneesmiddel is niet opgenomen in het geneesmiddelen vergoedings systeem (GVS). |
OTC | 'Over the counter', dit geneesmiddel is een zelfzorgmiddel. |
Bijlage 2 | Aan de vergoeding van dit geneesmiddel zijn bepaalde voorwaarden verbonden, die zijn vermeld op bijlage 2 van de Regeling zorgverzekering. |
Aanvullende monitoring | Dit geneesmiddel is onderworpen aan aanvullende monitoring. Extra aandacht wordt gevraagd voor onverwachte bijwerkingen. Meldt u dit via het meldformulier van het Lareb. |
Advies
Geef bij psoriasis altijd een indifferent middel als basisbehandeling. Overweeg een dikke schilferlaag te behandelen met een ontschilferingsmiddel vóór start van de lokale medicamenteuze behandeling. Start bij volwassenen bij laesies op de romp of extremiteiten met een klasse-3-corticosteroïd en bij laesies in lichaamsplooien of gelaat met een klasse-2-corticosteroïd. Combineer dit bij onvoldoende effect met een lokaal vitamine-D-analoog. Als een remissie of het maximaal haalbare behandeldoel is bereikt, blijft minder frequente of minder intensieve onderhoudsbehandeling vaak nodig. Bij onvoldoende resultaat van een lokale therapie, worden in de tweedelijnszorg intensievere vormen van lokale behandeling, lichttherapie of systemische middelen toegepast. Secukinumab is een optie als inductie- of onderhoudsbehandeling voor patiënten met matige tot ernstige chronische plaque-psoriasis, indien foto(chemo)therapie en conventionele systemische behandelingen ontoereikend of gecontra-indiceerd zijn, of niet worden verdragen. Zie voor meer informatie de NVDV-richtlijn Psoriasis.
Zie voor de behandeling van Hidradenitis suppurativa de geldende behandelrichtlijn op richtlijnenedatabase.nl .Zie ook Hidradenitis suppurativa voor behandeling in de eerstelijnszorg.
Voor de medicamenteuze behandeling van arthritis psoriatica staat op richtlijnendatabase.nl de geldende behandelrichtlijn.
Zie voor de behandeling van axiale spondyloartritis de richtlijn Diagnostiek en behandeling van Axiale Spondyloartritis op nvr.nl.
Zie voor de behandeling van Juveniele idiopatische artritis de geldende behandelrichtlijn op richtlijnendatabase.nl.
Advies
Geef bij psoriasis altijd een indifferent middel als basisbehandeling. Overweeg een dikke schilferlaag te behandelen met een ontschilferingsmiddel vóór start van de lokale medicamenteuze behandeling. Start bij volwassenen bij laesies op de romp of extremiteiten met een klasse-3-corticosteroïd en bij laesies in lichaamsplooien of gelaat met een klasse-2-corticosteroïd. Combineer dit bij onvoldoende effect met een lokaal vitamine-D-analoog. Als een remissie of het maximaal haalbare behandeldoel is bereikt, blijft minder frequente of minder intensieve onderhoudsbehandeling vaak nodig. Bij onvoldoende resultaat van een lokale therapie, worden in de tweedelijnszorg intensievere vormen van lokale behandeling, lichttherapie of systemische middelen toegepast. Bimekizumab is een optie als inductie- of onderhoudsbehandeling voor patiënten met matige tot ernstige chronische plaque-psoriasis, indien foto(chemo)therapie en conventionele systemische behandelingen ontoereikend of gecontra-indiceerd zijn, of niet worden verdragen. Zie voor meer informatie de NVDV-richtlijn Psoriasis.
Zie voor de medicamenteuze behandeling van arthritis psoriatica de geldende behandelrichtlijn op richtlijnendatabase.nl.
Zie voor de behandeling van Hidradenitis suppurativa (HS) de geldende behandelrichtlijn op richtlijnendatabase.nl.
Indicaties
- Matige tot ernstige plaque-psoriasis bij volwassenen en kinderen vanaf 6 jaar die in aanmerking komen voor systemische therapie;
- Actieve matige tot ernstige hidradenitis suppurativa (HS, acne inversa) bij volwassenen met onvoldoende respons op conventionele systemische behandeling;
- Actieve arthritis psoriatica, alleen of in combinatie met methotrexaat, bij volwassenen, bij wie de respons op eerdere DMARD-therapie inadequaat is gebleken;
- Actieve axiale spondylartritis (axSpA):
- Spondylitis ankylopoetica (AS, röntgenologische axiale spondylartritis) bij volwassenen met onvoldoende respons op conventionele behandeling;
- Niet-röntgenologische axiale spondylartritis (nr-axSpA) met objectieve tekenen van ontsteking in de vorm van verhoogd C-reactief proteïne (CRP) en/of MRI bewijs bij volwassenen met onvoldoende respons op NSAID's.
- Juveniele idiopathische artritis (JIA):
- Actieve enthesitis‑gerelateerde artritis (ERA), alleen of in combinatie met methotrexaat, bij kinderen vanaf 6 jaar met onvoldoende respons op conventionele therapie of die de conventionele therapie niet kunnen verdragen;
- Actieve juveniele arthritis psoriatica (JPsA), alleen of in combinatie met methotrexaat, bij kinderen vanaf 6 jaar met onvoldoende respons op conventionele therapie of die de conventionele therapie niet kunnen verdragen.
Gerelateerde informatie
Indicaties
- Matige tot ernstige plaque-psoriasis bij volwassenen die in aanmerking komen voor systemische therapie.
- Actieve arthritis psoriatica, alleen of in combinatie met methotrexaat, bij volwassenen die één of meer therapieën met DMARD's niet verdragen of hierop onvoldoende respons geven.
- Actieve axiale spondylartritis (axSpA):
- Spondylitis ankylopoetica (AS, röntgenologische axiale spondylartritis) bij volwassenen met onvoldoende respons op conventionele behandeling of die deze niet verdragen;
- Niet-röntgenologische axiale spondylartritis (nr-axSpA) met objectieve tekenen van ontsteking in de vorm van verhoogd C-reactief proteïne (CRP) en/of MRI-bewijs bij volwassenen met onvoldoende respons op NSAID's of die deze niet verdragen.
- Actieve matige tot ernstige hidradenitis suppurativa (HS, acne inversa) bij volwassenen met een onvoldoende respons op conventionele systemische HS-therapie
Gerelateerde informatie
Doseringen
Plaque-psoriasis
Volwassenen (incl. ouderen)
s.c. 300 mg 1×/week in week 0, 1, 2, 3 en 4, gevolgd door 300 mg 1×/maand. Zo nodig op basis van klinische respons bij personen ≥ 90 kg kan 300 mg 1×/2 weken een betere respons geven. Overweeg de behandeling te staken indien na 16 weken geen respons is opgetreden. Bij een aanvankelijk partieel respons kan bij doorbehandelen na 16 weken nog een verbetering optreden.
Kinderen vanaf 6 jaar
Bij ≥ 50 kg lichaamsgewicht: s.c. 150 mg (soms 300 mg) 1×/week in week 0, 1, 2, 3 en 4, gevolgd door 150 mg (soms 300 mg) 1×/maand. Bij < 50 kg lichaamsgewicht: s.c. 75 mg 1×/week in week 0, 1, 2, 3 en 4, gevolgd door 75 mg 1×/maand (NB een dosering van 75 mg is met de in Nederland beschikbare producten niet mogelijk).
Hidradenitis suppurativa (HS)
Volwassenen (incl. ouderen)
s.c. 300 mg in week 0, 1, 2, 3 en 4, gevolgd door 300 mg 1×/maand, zo nodig verhogen naar 300 mg 1×/2 weken. Overweeg de behandeling te staken indien na 16 weken geen respons is opgetreden. Bij een aanvankelijk partieel respons kan bij doorbehandelen na 16 weken nog een verbetering optreden.
Arthritis psoriatica
Volwassenen (incl. ouderen)
s.c. 150 mg 1×/week in week 0, 1, 2, 3 en 4, gevolgd door 150 mg 1×/maand, zo nodig verhogen naar 300 mg 1×/maand . Indien tevens sprake is van matig tot ernstige plaque-psoriasis of bij onvoldoende respons op behandeling met anti-TNF-α: s.c. 300 mg 1×/week in week 0, 1, 2, 3 en 4, gevolgd door 300 mg 1×/maand. Overweeg de behandeling te staken indien na 16 weken geen respons is opgetreden. Bij een aanvankelijk partieel respons kan bij doorbehandelen na 16 weken nog een verbetering optreden.
Spondylitis ankylopoetica (AS, röntgenologische axiale spondylartritis)
Volwassenen (incl. ouderen)
s.c. 150 mg 1×/week in week 0, 1, 2, 3 en 4, gevolgd door 150 mg 1×/maand, zo nodig verhogen naar 300 mg 1×/maand. Overweeg de behandeling te staken indien na 16 weken geen respons is opgetreden. Bij een aanvankelijk partieel respons kan bij doorbehandelen na 16 weken nog een verbetering optreden.
Niet-röntgenologische axiale spondylartritis (nr-axSpA)
Volwassenen (incl. ouderen)
s.c. 150 mg 1×/week in week 0, 1, 2, 3 en 4, gevolgd door 150 mg 1×/maand. Overweeg de behandeling te staken indien na 16 weken geen respons is opgetreden. Bij een aanvankelijk partieel respons kan bij doorbehandelen na 16 weken nog een verbetering optreden.
Juveniele idiopatische artritis (ERA, PsA)
Kinderen vanaf 6 jaar
Bij ≥ 50 kg lichaamsgewicht: s.c. 150 mg 1×/week in week 0, 1, 2, 3 en 4, gevolgd door 150 mg 1×/maand. Bij < 50 kg lichaamsgewicht: s.c. 75 mg 1×/week in week 0, 1, 2, 3 en 4, gevolgd door 75 mg 1×/maand (NB een dosering van 75 mg is met de in Nederland beschikbare producten niet mogelijk). Overweeg de behandeling te staken indien na 16 weken geen respons is opgetreden. Bij een aanvankelijk partieel respons kan bij doorbehandelen na 16 weken nog een verbetering optreden.
Verminderde lever- en nierfunctie: er kan geen dosering worden aanbevolen wegens het gebrek aan ervaring.
Toediening: indien mogelijk bij het toedienen van de s.c.-injectie, huid met psoriasisplekken vermijden.
Doseringen
Plaque-psoriasis
Volwassenen (incl. ouderen)
s.c. 320 mg 1× in week 0, 4, 8, 12, 16 en daarna 1× elke 8 weken. Indien na 16 weken nog geen respons is opgetreden, overwegen de behandeling te staken. Voor sommige patiënten met een lichaamsgewicht ≥ 120 kg die niet volledig psoriasisvrij zijn in week 16, kan 320 mg elke 4 weken na week 16 mogelijk een betere behandelrespons geven.
Actieve arthritis psoriatica
Volwassenen (incl. ouderen)
s.c. 160 mg 1×/ 4 weken. Indien na 16 weken nog geen respons is opgetreden, overwegen de behandeling te staken. Bij gelijktijdige matige tot ernstige plaque psoriasis, schema bij plaque psoriasis aanhouden. Bij onvoldoende respons in de gewrichten na 16 weken, overwegen om over te schakelen op s.c. 160 mg 1×/4 weken.
Axiale spondylartritis
Volwassenen (incl. ouderen)
s.c. 160 mg 1×/4 weken. Indien na 16 weken nog geen respons is opgetreden, overwegen de behandeling te staken.
Hidradenitis suppurativa
Volwassenen
s.c. 320 mg elke 2 weken tot week 16, vervolgens 320 mg elke 4 weken. Indien na 16 weken nog geen respons is opgetreden, overwegen de behandeling te staken.
Verminderde lever- of nierfunctie: dosisaanpassingen worden niet nodig geacht op basis van de farmacokinetiek.
Toediening
- De voorgevulde spuit of pen niet schudden;
- Subcutaan injecteren in het bovenbeen, de buik of de bovenarm;
- Wissel injectielocaties af en niet toedienen in gebieden waar de huid gevoelig, rood of verhard is, blauwe plekken heeft of is aangedaan door psoriasis. Injecteer niet twee keer achter elkaar op dezelfde plek.
Bijwerkingen
Zeer vaak (> 10%): bovensteluchtweginfecties zoals nasofaryngitis.
Vaak (1-10%): rinorroe. Orale herpesinfectie. Diarree. Urticaria. Hoofdpijn. Misselijkheid. Vermoeidheid.
Soms (0,1-1%): orale candidiase. Otitis externa. Conjunctivitis. Tinea pedis. Neutropenie. Dyshidrotisch eczeem.
Zelden (0,01-0,1 %): anafylactische reactie. Exfoliatieve dermatitis (bij diagnose psoriasis). Overgevoeligheidsvasculitis.
Verder is gemeld: mucosale en cutane candidiase (waaronder oesofageale candidiase), pyoderma gangraenosum.
Bijwerkingen
Zeer vaak (> 10%): bovensteluchtweginfectie.
Vaak (1-10%): orale candidiase (zeer vaak bij ouderen ≥ 65 j. met plaque-psoriasis), tinea-infectie, oorontsteking, herpes-simplexinfectie, orofaryngeale candidiase, gastro-enteritis, folliculitis, vulvovaginale mycotische infectie (waaronder vulvovaginale candidiasis). Hoofdpijn. Huiduitslag, eczeem, acne. Injectieplaatsreacties (roodheid, oedeem, pijn, zwelling, hematoom), vermoeidheid.
Soms (0,1-1%): mucosale en cutane candidiase (waaronder oesofageale candidiase), conjunctivitis. Neutropenie. Inflammatoire darmziekte.
Interacties
Tijdens therapie met secukinumab geen levende vaccins toedienen. Geïnactiveerde of niet-levende vaccins kunnen wel worden toegediend; voor zover bekend wordt daarbij doorgaans een adequate immuunrespons bereikt.
Er zijn geen interacties waargenomen tussen secukinumab en methotrexaat en/of corticosteroïden; combinatie met andere immunosuppressiva (waaronder biologicals) of fototherapie is niet onderzocht. Wees voorzichtig bij combinatie met andere immunosuppressiva.
Interacties
Geef geen levend verzwakte vaccins tijdens de behandeling met bimekizumab. Verricht vaccinaties voorafgaand aan de behandeling.
Een klinisch relevant effect op CYP450-substraten met een smalle therapeutische index kan niet worden uitgesloten. De vorming van enkele CYP450-enzymen wordt onderdrukt door verhoogde niveaus van cytokinen tijdens chronische ontsteking. Behandelingen voor ontsteking, zoals bimekizumab, zou kunnen leiden tot normalisatie van CYP450-niveaus met bijbehorende lagere blootstelling aan CYP450-gemetaboliseerde geneesmiddelen.
Zwangerschap
Teratogenese: Bij de mens, onvoldoende gegevens. Bij dieren geen aanwijzingen voor schadelijkheid.
Advies: Gebruik ontraden.
Overig: Een vruchtbare vrouw dient adequate anticonceptieve maatregelen te nemen tijdens en tot ten minste 20 weken na de behandeling.
Zwangerschap
Teratogenese: Bij de mens, onvoldoende gegevens. Bij dieren geen aanwijzingen voor directe of indirecte schadelijke effecten.
Advies: Gebruik ontraden.
Overig: Een vruchtbare vrouw dient effectieve anticonceptieve maatregelen te nemen tijdens en gedurende ten minste 17 weken na de laatste dosis.
Lactatie
Overgang in de moedermelk: Onbekend. Immunoglobulinen gaan over in de moedermelk. Het is niet bekend of secukinumab oraal wordt geresorbeerd door de zuigeling.
Advies: Het gebruik van dit geneesmiddel óf het geven van borstvoeding ontraden. Indien wordt gekozen voor het gebruik van dit geneesmiddel, geen borstvoeding geven tot 20 weken na de laatste behandeling.
Lactatie
Overgang in de moedermelk: Onbekend. Een nadelig effect bij de zuigeling kan niet worden uitgesloten.
Advies: Het gebruik van dit geneesmiddel óf het geven van borstvoeding ontraden.
Contra-indicaties
- Actieve infectie van klinische betekenis (zoals actieve tuberculose).
Contra-indicaties
- actieve infectie van klinische betekenis (zoals actieve tuberculose).
Waarschuwingen en voorzorgen
Secukinumab kan het infectierisico vergroten en latente infecties (re)activeren. Wees voorzichtig bij een chronische infectie of bij een recidiverende infectie in de voorgeschiedenis. Vóór aanvang van de behandeling actieve tuberculose uitsluiten. Bij latente tuberculose een antituberculosetherapie overwegen voorafgaande aan de behandeling met secukinumab. Laat de patiënt zich melden als klachten of verschijnselen van een infectie ontstaan; bij een ernstige infectie de therapie onderbreken totdat volledig herstel is opgetreden.
Geef kinderen voor start van de behandeling alle voor de leeftijd toepasselijke immunisaties in lijn met de richtlijnen. Geïnactiveerde of niet-levende vaccins kunnen gelijktijdig worden toegediend.
Wees voorzichtig bij inflammatoire darmziekte (waaronder de ziekte van Crohn en ulceratieve colitis); nieuwe gevallen en exacerbaties zijn waargenomen. Staak behandeling bij klachten of exacerbatie van een vooraf bestaande inflammatoire darmziekte.
De werkzaamheid en veiligheid bij kinderen < 18 jaar zijn niet vastgesteld; bij plaque-psoriasis, ERA en JPsA niet < 6 jaar. Secukinumab is niet onderzocht bij patiënten met een verminderde nier- of leverfunctie.
Waarschuwingen en voorzorgen
Het risico op infecties is verhoogd, zoals bovensteluchtweginfecties en orale candidiase. Wees voorzichtig bij patiënten met een chronische infectie of een voorgeschiedenis van recidiverende infectie. Niet starten bij patiënten met een klinisch belangrijke actieve infectie tot de infectie is verdwenen of voldoende is behandeld. Instrueer patiënt een arts te raadplegen bij symptomen die kunnen wijzen op een infectie. Bij optreden van een klinisch belangrijke infectie of geen reactie op de standaardtherapie, behandeling staken en pas hervatten als de infectie is verdwenen.
Een actieve tuberculose (TB)-infectie vóór start van de behandeling uitsluiten en tijdens de behandeling controleren op symptomen van actieve TB. Overweeg anti-TB-therapie vóór start bij patiënten met een voorgeschiedenis van latente of actieve TB waarvan niet zeker is of deze afdoende is behandeld.
Wees voorzichtig bij patiënten met inflammatoire darmziekte. Nieuwe gevallen en exacerbaties van inflammatoire darmziekte zijn gemeld. Bij symptomen of een verergering van de darmziekte, behandeling staken.
Overgevoeligheid: Behandeling direct staken bij ernstige overgevoeligheid of anafylactische reactie; er zijn ernstige overgevoeligheidsreacties inclusief anafylactische reacties gemeld bij IL-17 remmers.
Zeer vaak ontwikkelen zich neutraliserende antilichamen tegen bimekizumab. Er is geen bewijs dat het in verband gebracht kan worden met een gewijzigde klinische respons of een significant gewijzigd veiligheidsprofiel.
Niet onderzocht: De veiligheid en werkzaamheid bij kinderen < 18 jaar zijn niet vastgesteld. Er zijn geen gegevens beschikbaar.
Overdosering
Neem voor informatie over een vergiftiging met secukinumab contact op met het Nationaal Vergiftigingen Informatie Centrum.
Overdosering
Neem voor informatie over een vergiftiging met bimekizumab contact op met het Nationaal Vergiftigingen Informatie Centrum.
Eigenschappen
Recombinant, volledig humaan, IgG1/κ-monoklonaal antilichaam, geproduceerd in ovariumcellen van de Chinese hamster (CHO). Bindt selectief aan de pro-inflammatoire cytokine interleukine-17A (IL-17A) en voorkomt hiermee de binding van IL-17A aan diens receptor (o.a. op keratinocyten, cellen in synoviaal weefsel). Hierdoor remt secukinumab de afgifte van pro-inflammatoire cytokinen, chemokinen en mediatoren van weefselbeschadiging en vermindert het de IL–17A gemedieerde bijdragen aan auto-immuunaandoeningen en inflammatoire ziekten.
Kinetische gegevens
F | s.c. 60–77%. |
T max | s.c. 2–14 dagen. |
V d | 0,10–0,12 l/kg. |
Metabolisering | voornamelijk intracellulair na pinocytose of receptorgemedieerde endocytose. |
T 1/2el | ca. 27 (18–46) dagen. Bij HS ca. 23 dagen. |
Uitleg afkortingen
F | biologische beschikbaarheid (fractie van de dosis die in de systemische circulatie verschijnt) |
T max | tijdsduur tot maximale bloedspiegel na toediening |
V d | verdelingsvolume (fictief volume waarin een geneesmiddel zich verdeelt over het lichaam) |
T 1/2 | plasmahalfwaardetijd (tijd die nodig is om een bepaalde plasmaconcentratie te halveren) |
T 1/2el | plasmahalfwaardetijd in de eliminatiefase, terminale halfwaardetijd |
Eigenschappen
Bimekizumab is een interleukineremmer. Het is een gehumaniseerd monoklonaal IgG1/κ-antilichaam. Het bindt selectief, met hoge affiniteit aan IL-17A-, IL-17F- en IL-17AF-cytokinen, wat de interactie ervan met het IL-17RA/IL-17RC-receptorcomplex blokkeert. Verhoogde concentraties IL-17A en IL-17F zijn in verband gebracht met de pathogenese van meerdere immuungemedieerde ontstekingsziekten, waaronder plaque-psoriasis, arthritis psoriatica, axiale spondylartritis en hidradenitis suppurativa. Bimekizumab remt deze pro-inflammatoire cytokinen, wat resulteert in de normalisatie van de ontsteking van de huid en vermindering van plaatselijke en systemische ontsteking.
Kinetische gegevens
F | 70,1% |
T max | 3–4 dagen; de steady-state wordt bereikt na ca. 16 weken met een doseerschema van eens per 4 weken. |
V d | 0,16 l/kg |
Metabolisering | op dezelfde manier als endogeen immunoglobuline via intracellulair katabolisme tot kleine peptiden en aminozuren. |
T 1/2el | 23 dagen |
Overig | De voorspelde gemiddelde plasmaconcentratie bij volwassen patiënten ≥ 120 kg was na een subcutane injectie van 320 mg minstens 30% lager dan bij volwassen patiënten die 90 kg wogen. Zie rubriek Doseringen. |
Uitleg afkortingen
F | biologische beschikbaarheid (fractie van de dosis die in de systemische circulatie verschijnt) |
T max | tijdsduur tot maximale bloedspiegel na toediening |
V d | verdelingsvolume (fictief volume waarin een geneesmiddel zich verdeelt over het lichaam) |
T 1/2 | plasmahalfwaardetijd (tijd die nodig is om een bepaalde plasmaconcentratie te halveren) |
T 1/2el | plasmahalfwaardetijd in de eliminatiefase, terminale halfwaardetijd |
Groepsinformatie
secukinumab hoort bij de groep interleukine-remmers.
- anakinra (L04AC03) Vergelijk
- basiliximab (L04AC02) Vergelijk
- bimekizumab (L04AC21) Vergelijk
- brodalumab (L04AC12) Vergelijk
- canakinumab (L04AC08) Vergelijk
- dupilumab (D11AH05) Vergelijk
- guselkumab (L04AC16) Vergelijk
- ixekizumab (L04AC13) Vergelijk
- mirikizumab (L04AC24) Vergelijk
- risankizumab (L04AC18) Vergelijk
- sarilumab (L04AC14) Vergelijk
- satralizumab (L04AC19) Vergelijk
- siltuximab (L04AC11) Vergelijk
- spesolimab (L04AC22) Vergelijk
- tildrakizumab (L04AC17) Vergelijk
- tocilizumab (L04AC07) Vergelijk
- tralokinumab (D11AH07) Vergelijk
- ustekinumab (L04AC05) Vergelijk
Groepsinformatie
bimekizumab hoort bij de groep interleukine-remmers.
- anakinra (L04AC03) Vergelijk
- basiliximab (L04AC02) Vergelijk
- brodalumab (L04AC12) Vergelijk
- canakinumab (L04AC08) Vergelijk
- dupilumab (D11AH05) Vergelijk
- guselkumab (L04AC16) Vergelijk
- ixekizumab (L04AC13) Vergelijk
- mirikizumab (L04AC24) Vergelijk
- risankizumab (L04AC18) Vergelijk
- sarilumab (L04AC14) Vergelijk
- satralizumab (L04AC19) Vergelijk
- secukinumab (L04AC10) Vergelijk
- siltuximab (L04AC11) Vergelijk
- spesolimab (L04AC22) Vergelijk
- tildrakizumab (L04AC17) Vergelijk
- tocilizumab (L04AC07) Vergelijk
- tralokinumab (D11AH07) Vergelijk
- ustekinumab (L04AC05) Vergelijk