Samenstelling
Cosentyx XGVS Novartis Pharma bv
- Toedieningsvorm
- Injectievloeistof
- Sterkte
- 150 mg/ml
- Verpakkingsvorm
- pen 1 ml, 2 ml, wegwerpspuit 1 ml
Uitleg symbolen
XGVS | Dit geneesmiddel is niet opgenomen in het geneesmiddelen vergoedings systeem (GVS). |
OTC | 'Over the counter', dit geneesmiddel is een zelfzorgmiddel. |
Bijlage 2 | Aan de vergoeding van dit geneesmiddel zijn bepaalde voorwaarden verbonden, die zijn vermeld op bijlage 2 van de Regeling zorgverzekering. |
Aanvullende monitoring | Dit geneesmiddel is onderworpen aan aanvullende monitoring. Extra aandacht wordt gevraagd voor onverwachte bijwerkingen. Meldt u dit via het meldformulier van het Lareb. |
Samenstelling
Dupixent XGVS Sanofi SA
- Toedieningsvorm
- Injectievloeistof
- Sterkte
- 150 mg/ml
- Verpakkingsvorm
- pen 2 ml, voorgevulde spuit 2 ml (= 300 mg)
- Toedieningsvorm
- Injectievloeistof
- Sterkte
- 175 mg/ml
- Verpakkingsvorm
- pen 1,14 ml, voorgevulde spuit 1,14 ml (= 200 mg)
Uitleg symbolen
XGVS | Dit geneesmiddel is niet opgenomen in het geneesmiddelen vergoedings systeem (GVS). |
OTC | 'Over the counter', dit geneesmiddel is een zelfzorgmiddel. |
Bijlage 2 | Aan de vergoeding van dit geneesmiddel zijn bepaalde voorwaarden verbonden, die zijn vermeld op bijlage 2 van de Regeling zorgverzekering. |
Aanvullende monitoring | Dit geneesmiddel is onderworpen aan aanvullende monitoring. Extra aandacht wordt gevraagd voor onverwachte bijwerkingen. Meldt u dit via het meldformulier van het Lareb. |
Advies
Geef bij psoriasis altijd een indifferent middel als basisbehandeling. Overweeg een dikke schilferlaag te behandelen met een ontschilferingsmiddel vóór start van de lokale medicamenteuze behandeling. Start bij volwassenen bij laesies op de romp of extremiteiten met een klasse-3-corticosteroïd en bij laesies in lichaamsplooien of gelaat met een klasse-2-corticosteroïd. Combineer dit bij onvoldoende effect met een lokaal vitamine-D-analoog. Als een remissie of het maximaal haalbare behandeldoel is bereikt, blijft minder frequente of minder intensieve onderhoudsbehandeling vaak nodig. Bij onvoldoende resultaat van een lokale therapie, worden in de tweedelijnszorg intensievere vormen van lokale behandeling, lichttherapie of systemische middelen toegepast. Secukinumab is een optie als inductie- of onderhoudsbehandeling voor patiënten met matige tot ernstige chronische plaque-psoriasis, indien foto(chemo)therapie en conventionele systemische behandelingen ontoereikend of gecontra-indiceerd zijn, of niet worden verdragen. Zie voor meer informatie de NVDV-richtlijn Psoriasis.
Zie voor de behandeling van Hidradenitis suppurativa de geldende behandelrichtlijn op richtlijnenedatabase.nl .Zie ook Hidradenitis suppurativa voor behandeling in de eerstelijnszorg.
Voor de medicamenteuze behandeling van arthritis psoriatica staat op richtlijnendatabase.nl de geldende behandelrichtlijn.
Zie voor de behandeling van axiale spondyloartritis de richtlijn Diagnostiek en behandeling van Axiale Spondyloartritis op nvr.nl.
Zie voor de behandeling van Juveniele idiopatische artritis de geldende behandelrichtlijn op richtlijnendatabase.nl.
Advies
De NVDV beveelt het gebruik van biologicals en JAK-remmers aan bij volwassen patiënten met constitutioneel eczeem (CE), waarbij het CE niet goed genoeg onder controle is ondanks optimale lokale therapie én een periode van minimaal 4 maanden behandeling met één of meer orale conventionele immunosuppressiva (ciclosporine, methotrexaat , azathioprine en mycofenolaatmofetil/mycofenolzuur) in een afdoende dosis, tenzij er contra-indicaties zijn voor of bijwerkingen zijn van deze middelen. Zie voor meer informatie de submodule Keuze voor en tussen biologics en JAK-remmers (update 2024).
Dupilumab kan in de tweedelijnszorg worden voorgeschreven bij patiënten vanaf 6 jaar met ernstig astma met een type 2-ontsteking die ondanks optimale medicamenteuze therapie ≥ 2 longaanvallen per jaar hebben óf bij wie het astma slechts met onderhoudsbehandeling met orale corticosteroïden onder controle is.
Zie de NVKNO-richtlijn voor de behandeling van Chronische rinosinusitis (CRS) en neuspoliep op de richtlijnendatabase.nl.
Zie de NVALT-richtlijn voor de behandeling van COPD op de richtlijnendatabase.nl. Er is nog geen advies vastgesteld voor dupilumab.
Indicaties
- Matige tot ernstige plaque-psoriasis bij volwassenen en kinderen vanaf 6 jaar die in aanmerking komen voor systemische therapie;
- Actieve matige tot ernstige hidradenitis suppurativa (HS, acne inversa) bij volwassenen met onvoldoende respons op conventionele systemische behandeling;
- Actieve arthritis psoriatica, alleen of in combinatie met methotrexaat, bij volwassenen, bij wie de respons op eerdere DMARD-therapie inadequaat is gebleken;
- Actieve axiale spondylartritis (axSpA):
- Spondylitis ankylopoetica (AS, röntgenologische axiale spondylartritis) bij volwassenen met onvoldoende respons op conventionele behandeling;
- Niet-röntgenologische axiale spondylartritis (nr-axSpA) met objectieve tekenen van ontsteking in de vorm van verhoogd C-reactief proteïne (CRP) en/of MRI bewijs bij volwassenen met onvoldoende respons op NSAID's.
- Juveniele idiopathische artritis (JIA):
- Actieve enthesitis‑gerelateerde artritis (ERA), alleen of in combinatie met methotrexaat, bij kinderen vanaf 6 jaar met onvoldoende respons op conventionele therapie of die de conventionele therapie niet kunnen verdragen;
- Actieve juveniele arthritis psoriatica (JPsA), alleen of in combinatie met methotrexaat, bij kinderen vanaf 6 jaar met onvoldoende respons op conventionele therapie of die de conventionele therapie niet kunnen verdragen.
Gerelateerde informatie
Indicaties
- Matig-ernstig tot ernstig constitutioneel eczeem bij volwassenen en kinderen ≥ 12 jaar en ernstig constitutioneel eczeem bij kinderen van 6 maanden t/m 11 jaar die in aanmerking komen voor een systemische behandeling.
- Aanvullende onderhoudsbehandeling bij ernstig astma met type 2 ontsteking gekenmerkt door verhoogde bloed-eosinofielen en/of verhoogde fractie van stikstofmonoxide in de uitgeademde lucht (FeNO), die onvoldoende onder controle is ondanks:
- hoog gedoseerde inhalatiecorticosteroïden en een ander geneesmiddel voor onderhoudsbehandeling bij volwassenen en kinderen ≥ 12 jaar.
- gemiddeld tot hoog gedoseerde inhalatiecorticosteroïden en een ander geneesmiddel voor onderhoudsbehandeling bij kinderen van 6 t/m 11 jaar.
- Aanvullende behandeling met intranasale corticosteroïden bij volwassenen met ernstige chronische rinosinusitis met neuspoliepen (CRSwNP) die onvoldoende onder controle is ondanks systemische corticosteroïden en/of chirurgie.
- Matige tot ernstige prurigo nodularis (PN) bij volwassenen die in aanmerking komen voor een systemische behandeling.
- Eosinofiele oesofagitis (EoE) bij volwassenen en kinderen ≥ 12 jaar en ≥ 40 kg lichaamsgewicht, die onvoldoende onder controle zijn met, intolerant of niet in aanmerking komen voor een conventionele behandeling met geneesmiddelen.
- Aanvullende onderhoudsbehandeling voor ongecontroleerde chronische obstructieve longziekte (COPD) gekenmerkt door verhoogde bloed-eosinofielen op een combinatie van een geïnhaleerd corticosteroïd (ICS), een langwerkende β2-agonist (LABA) en een langwerkende muscarine-antagonist (LAMA), of op een combinatie van een LABA en een LAMA als ICS niet aangewezen is.
Gerelateerde informatie
Doseringen
Plaque-psoriasis
Volwassenen (incl. ouderen)
s.c. 300 mg 1×/week in week 0, 1, 2, 3 en 4, gevolgd door 300 mg 1×/maand. Zo nodig op basis van klinische respons bij personen ≥ 90 kg kan 300 mg 1×/2 weken een betere respons geven. Overweeg de behandeling te staken indien na 16 weken geen respons is opgetreden. Bij een aanvankelijk partieel respons kan bij doorbehandelen na 16 weken nog een verbetering optreden.
Kinderen vanaf 6 jaar
Bij ≥ 50 kg lichaamsgewicht: s.c. 150 mg (soms 300 mg) 1×/week in week 0, 1, 2, 3 en 4, gevolgd door 150 mg (soms 300 mg) 1×/maand. Bij < 50 kg lichaamsgewicht: s.c. 75 mg 1×/week in week 0, 1, 2, 3 en 4, gevolgd door 75 mg 1×/maand (NB een dosering van 75 mg is met de in Nederland beschikbare producten niet mogelijk).
Hidradenitis suppurativa (HS)
Volwassenen (incl. ouderen)
s.c. 300 mg in week 0, 1, 2, 3 en 4, gevolgd door 300 mg 1×/maand, zo nodig verhogen naar 300 mg 1×/2 weken. Overweeg de behandeling te staken indien na 16 weken geen respons is opgetreden. Bij een aanvankelijk partieel respons kan bij doorbehandelen na 16 weken nog een verbetering optreden.
Arthritis psoriatica
Volwassenen (incl. ouderen)
s.c. 150 mg 1×/week in week 0, 1, 2, 3 en 4, gevolgd door 150 mg 1×/maand, zo nodig verhogen naar 300 mg 1×/maand . Indien tevens sprake is van matig tot ernstige plaque-psoriasis of bij onvoldoende respons op behandeling met anti-TNF-α: s.c. 300 mg 1×/week in week 0, 1, 2, 3 en 4, gevolgd door 300 mg 1×/maand. Overweeg de behandeling te staken indien na 16 weken geen respons is opgetreden. Bij een aanvankelijk partieel respons kan bij doorbehandelen na 16 weken nog een verbetering optreden.
Spondylitis ankylopoetica (AS, röntgenologische axiale spondylartritis)
Volwassenen (incl. ouderen)
s.c. 150 mg 1×/week in week 0, 1, 2, 3 en 4, gevolgd door 150 mg 1×/maand, zo nodig verhogen naar 300 mg 1×/maand. Overweeg de behandeling te staken indien na 16 weken geen respons is opgetreden. Bij een aanvankelijk partieel respons kan bij doorbehandelen na 16 weken nog een verbetering optreden.
Niet-röntgenologische axiale spondylartritis (nr-axSpA)
Volwassenen (incl. ouderen)
s.c. 150 mg 1×/week in week 0, 1, 2, 3 en 4, gevolgd door 150 mg 1×/maand. Overweeg de behandeling te staken indien na 16 weken geen respons is opgetreden. Bij een aanvankelijk partieel respons kan bij doorbehandelen na 16 weken nog een verbetering optreden.
Juveniele idiopatische artritis (ERA, PsA)
Kinderen vanaf 6 jaar
Bij ≥ 50 kg lichaamsgewicht: s.c. 150 mg 1×/week in week 0, 1, 2, 3 en 4, gevolgd door 150 mg 1×/maand. Bij < 50 kg lichaamsgewicht: s.c. 75 mg 1×/week in week 0, 1, 2, 3 en 4, gevolgd door 75 mg 1×/maand (NB een dosering van 75 mg is met de in Nederland beschikbare producten niet mogelijk). Overweeg de behandeling te staken indien na 16 weken geen respons is opgetreden. Bij een aanvankelijk partieel respons kan bij doorbehandelen na 16 weken nog een verbetering optreden.
Verminderde lever- en nierfunctie: er kan geen dosering worden aanbevolen wegens het gebrek aan ervaring.
Toediening: indien mogelijk bij het toedienen van de s.c.-injectie, huid met psoriasisplekken vermijden.
Doseringen
Constitutioneel eczeem
Algemeen
Overweeg de behandeling te staken indien na 16 weken geen respons is opgetreden. Bij een aanvankelijke gedeeltelijke respons kan bij doorbehandelen na 16 weken nog een verbetering optreden. Als een onderbreking van de behandeling met dupilumab noodzakelijk wordt, kunnen patiënten nog steeds met succes opnieuw behandeld worden. Tijdens de behandeling kan zonodig tevens een lokaal corticosteroïd worden gebruikt. Een lokaal calcineurine-remmer is ook mogelijk, maar deze alleen gebruiken op probleemgebieden zoals het gezicht, de hals, intertrigineuze gebieden en de genitaliën.
Volwassenen (incl. ouderen) en kinderen ≥ 12 jaar met ≥ 60 kg lichaamsgewicht
Begindosering s.c. 600 mg (twee injecties van 300 mg na elkaar op verschillende injectieplaatsen); na 2 weken gevolgd door 300 mg 1×/2 weken.
Kinderen 12-17 jaar met < 60 kg lichaamsgewicht
Begindosering s.c. 400 mg (twee injecties van 200 mg na elkaar op verschillende injectieplaatsen), na 2 weken gevolgd door 200 mg 1×/2 weken.
Kinderen 6–11 jaar met ≥ 60 kg lichaamsgewicht
Begindosering s.c. 600 mg (twee injecties van 300 mg na elkaar op verschillende injectieplaatsen); na 2 weken gevolgd door 300 mg 1×/2 weken.
Kinderen 6–11 jaar en 15-< 60 kg lichaamsgewicht
Begindosering s.c. 300 mg op dag 1 en 300 mg op dag 15, na 4 weken gevolgd door 300 mg 1×/4 weken, eventueel verhogen naar 200 mg 1×/2 weken.
Kinderen 6 maanden-5 jaar en 15-< 30 kg lichaamsgewicht
Begindosering s.c. 300 mg, na 4 weken gevolgd door 300 mg 1×/4 weken. De voorgevulde pen is niet bedoeld voor gebruik bij kinderen jonger dan 2 jaar.
Kinderen 6 maanden-5 jaar en 5-<15 kg lichaamsgewicht
Begindosering s.c. 200 mg, na 4 weken gevolgd door 200 mg 1×/4 weken. De voorgevulde pen is niet bedoeld voor gebruik bij kinderen jonger dan 2 jaar.
Ernstig eosinofiel astma
Volwassenen (incl. ouderen) en kinderen ≥ 12 jaar
Begindosering s.c. 400 mg (twee injecties van 200 mg na elkaar op verschillende plaatsen) gevolgd door 200 mg 1×/ 2 weken. Bij gebruik van orale corticosteroïden of comorbide matig-ernstig tot ernstig constitutioneel eczeem of volwassenen met comorbide ernstige chronische rinosinusitis met neuspoliepen: begindosering s.c. 600 mg (twee injecties van 300 mg), gevolgd door 300 mg 1×/2 weken.
Kinderen 6-11 jaar en ≥ 60 kg lichaamsgewicht
s.c. 200 mg 1×/2 weken. Bij comorbide ernstig constitutioneel eczeem: begindosering s.c. 600 mg (twee injecties van 300 mg na elkaar op verschillende injectieplaatsen); na 2 weken gevolgd door 300 mg 1×/2 weken.
Kinderen 6-11 jaar en 30-< 60 kg lichaamsgewicht
s.c. 200 mg 1×/2 weken of 300 mg 1×/4 weken. Bij comorbide ernstig constitutioneel eczeem: begindosering s.c. 300 mg op dag 1 en 300 mg op dag 15, na 4 weken gevolgd door 300 mg 1×/4 weken, eventueel verhogen naar 200 mg 1×/2 weken.
Kinderen 6-11 jaar en 15-< 30 kg lichaamsgewicht
s.c. 300 mg 1×/ 4 weken. Bij comorbide ernstig constitutioneel eczeem: begindosering s.c. 300 mg op dag 1 en 300 mg op dag 15, na 4 weken gevolgd door 300 mg 1×/4 weken, eventueel verhogen naar 200 mg 1×/2 weken.
Chronische rinosinusitis met neuspoliepen
Volwassenen (incl. ouderen)
Begindosering s.c. 300 mg, gevolgd door 300 mg 1×/2 weken. Overweeg de behandeling te staken indien na 24 weken geen respons is opgetreden. Bij een aanvankelijk gedeeltelijke respons kan bij doorbehandelen na 24 weken nog een verbetering optreden.
Prurigo nodularis
Volwassenen (incl. ouderen)
Begindosering s.c. 600 mg (twee injecties van 300 mg na elkaar op verschillende injectieplaatsen); na 2 weken gevolgd door 300 mg 1×/2 weken. Tijdens de behandeling kan zonodig tevens een lokaal corticosteroïd worden gebruikt. Overweeg de behandeling te staken als na 24 weken geen respons is opgetreden.
Eosinofiele oesofagitis
Volwassenen (incl. ouderen) en kinderen ≥ 12 jaar en ≥ 40 kg
s.c. 300 mg 1×/week.
COPD
Volwassenen (incl. ouderen)
s.c. 300 mg 1×/2 weken. Overweeg de behandeling te staken als na 52 weken geen respons is opgetreden.
Verminderde nierfunctie: bij licht tot matig gestoorde nierfunctie is geen dosisaanpassing nodig. Bij een ernstig gestoorde nierfunctie kan geen dosisaanbeveling worden gedaan vanwege onvoldoende gegevens.
Verminderde leverfunctie: er kan geen dosisaanbeveling worden gedaan vanwege onvoldoende gegevens.
Gemiste dosis
- Bij vergeten van een wekelijkse dosis: deze alsnog zo snel mogelijk toedienen, start een nieuw tijdschema gebaseerd op deze datum.
- Bij vergeten van een tweewekelijkse dosis: tot 7 dagen na de gemiste dosis deze alsnog toedienen. Daarna het normale tijdschema hervatten. Bij meer dan 7 dagen na gemiste dosis, wachten tot de volgende dosis van het normale tijdschema.
- Bij vergeten van een vierwekelijkse dosis: tot 7 dagen na de gemiste dosis deze alsnog toedienen. Daarna het normale tijdschema hervatten. Bij meer dan 7 dagen na de gemiste dosis, deze alsnog toedienen en start een nieuw tijdschema gebaseerd op deze datum.
Toediening
- De voorgevulde spuit niet schudden;
- Subcutaan toedienen in dij of buik, met uitzondering van 5 cm rond de navel. Indien iemand anders de injectie toedient, kan de bovenarm ook worden gebruikt;
- Niet injecteren in pijnlijke, beschadigde of gekneusde huid of in de buurt van littekenweefsel;
- Bij dosis met twee injecties deze na elkaar toedienen op verschillende injectieplaatsen.
Bijwerkingen
Zeer vaak (> 10%): bovensteluchtweginfecties zoals nasofaryngitis.
Vaak (1-10%): rinorroe. Orale herpesinfectie. Diarree. Urticaria. Hoofdpijn. Misselijkheid. Vermoeidheid.
Soms (0,1-1%): orale candidiase. Otitis externa. Conjunctivitis. Tinea pedis. Neutropenie. Dyshidrotisch eczeem.
Zelden (0,01-0,1 %): anafylactische reactie. Exfoliatieve dermatitis (bij diagnose psoriasis). Overgevoeligheidsvasculitis.
Verder is gemeld: mucosale en cutane candidiase (waaronder oesofageale candidiase), pyoderma gangraenosum.
Bijwerkingen
Vaak (1-10%): reactie op de injectieplaats zoals pijn, zwelling, jeuk en erytheem. (Allergische) conjunctivitis. Orale herpes. Eosinofilie. Artralgie.
Soms (0,1-1%): keratitis, blefaritis, oculaire jeuk, droog oog. Huiduitslag in gezicht. Angio-oedeem. Keratitis.
Zelden (0,01-0,1%): serumziekte/serumziekte-achtige verschijnselen, anafylactische reactie. Ulceratieve keratitis.
Verder zijn gemeld: artralgie.
Oogaandoeningen en orale herpes kwamen vooral voor in onderzoeken naar CE waarbij vaak oculaire jeuk, droog oog en blefaritis en soms ulceratieve keratitis.
Interacties
Tijdens therapie met secukinumab geen levende vaccins toedienen. Geïnactiveerde of niet-levende vaccins kunnen wel worden toegediend; voor zover bekend wordt daarbij doorgaans een adequate immuunrespons bereikt.
Er zijn geen interacties waargenomen tussen secukinumab en methotrexaat en/of corticosteroïden; combinatie met andere immunosuppressiva (waaronder biologicals) of fototherapie is niet onderzocht. Wees voorzichtig bij combinatie met andere immunosuppressiva.
Interacties
Vanwege de kans op ernstige infecties tijdens de therapie géén levende vaccins toedienen; geef deze vaccinaties voorafgaand aan de behandeling. Geïnactiveerde of niet-levende vaccins kunnen wel worden toegediend; voor zover bekend wordt daarbij doorgaans een adequate immuunrespons bereikt.
Er zijn geen aanwijzingen dat interacties tussen dupilumab en diverse CYP-enzymen (CYP1A2, CYP3A4, CYP2C19, CYP2D6, en CYP2C9) waarschijnlijk zijn.
Zwangerschap
Teratogenese: Bij de mens, onvoldoende gegevens. Bij dieren geen aanwijzingen voor schadelijkheid.
Advies: Gebruik ontraden.
Overig: Een vruchtbare vrouw dient adequate anticonceptieve maatregelen te nemen tijdens en tot ten minste 20 weken na de behandeling.
Zwangerschap
Teratogenese: Bij de mens, onvoldoende gegevens. Bij dieren geen aanwijzingen voor schadelijkheid.
Advies: Gebruik ontraden.
Lactatie
Overgang in de moedermelk: Onbekend. Immunoglobulinen gaan over in de moedermelk. Het is niet bekend of secukinumab oraal wordt geresorbeerd door de zuigeling.
Advies: Het gebruik van dit geneesmiddel óf het geven van borstvoeding ontraden. Indien wordt gekozen voor het gebruik van dit geneesmiddel, geen borstvoeding geven tot 20 weken na de laatste behandeling.
Lactatie
Overgang in de moedermelk: Onbekend. IgG gaat over in de moedermelk. Een nadelig effect op de zuigeling kan niet worden uitgesloten.
Advies: Het gebruik van dit geneesmiddel of het geven van borstvoeding ontraden.
Contra-indicaties
- Actieve infectie van klinische betekenis (zoals actieve tuberculose).
Contra-indicaties
Er zijn van dit middel geen klinisch relevante contra-indicaties bekend.
Waarschuwingen en voorzorgen
Secukinumab kan het infectierisico vergroten en latente infecties (re)activeren. Wees voorzichtig bij een chronische infectie of bij een recidiverende infectie in de voorgeschiedenis. Vóór aanvang van de behandeling actieve tuberculose uitsluiten. Bij latente tuberculose een antituberculosetherapie overwegen voorafgaande aan de behandeling met secukinumab. Laat de patiënt zich melden als klachten of verschijnselen van een infectie ontstaan; bij een ernstige infectie de therapie onderbreken totdat volledig herstel is opgetreden.
Geef kinderen voor start van de behandeling alle voor de leeftijd toepasselijke immunisaties in lijn met de richtlijnen. Geïnactiveerde of niet-levende vaccins kunnen gelijktijdig worden toegediend.
Wees voorzichtig bij inflammatoire darmziekte (waaronder de ziekte van Crohn en ulceratieve colitis); nieuwe gevallen en exacerbaties zijn waargenomen. Staak behandeling bij klachten of exacerbatie van een vooraf bestaande inflammatoire darmziekte.
De werkzaamheid en veiligheid bij kinderen < 18 jaar zijn niet vastgesteld; bij plaque-psoriasis, ERA en JPsA niet < 6 jaar. Secukinumab is niet onderzocht bij patiënten met een verminderde nier- of leverfunctie.
Waarschuwingen en voorzorgen
Ernstige overgevoeligheidsreacties (onmiddellijk of vertraagd) zijn gemeld, waaronder zeer zelden serumziekte/serumziekte-achtige symptomen. Laat de patiënt zich direct melden bij eerste symptomen van een overgevoeligheidsreactie; staak de toediening onmiddellijk bij een ernstige overgevoeligheidsreactie en stel een passende therapie in.
Bij astma of COPD niet gebruiken voor het behandelen van acute astmasymptomen, exacerbaties, bronchospasmen of status asthmaticus.
Comorbide astma-behandelng niet aanpassen of stopzetten zonder overleg. Na staken van dupilumab de patiënt met comorbide astma zorgvuldig volgen.
Bij intestinale worminfecties kan dupilumab een negatieve invloed hebben op de reactie van het immuunsysteem; daarom vóór aanvang van de behandeling bestaande intestinale worminfecties behandelen. Stop dupilumab als tijdens de behandeling een worminfectie optreedt die niet goed reageert op behandeling. Gevallen van enterobiase zijn gemeld bij kinderen van 6 tot 12 jaar met matig tot ernstig astma.
Aan conjunctivitis of keratitis gerelateerde voorvallen zijn gemeld, waaronder visuele stoornissen. Adviseer om nieuw opgetreden of verergerende oogsymptomen te melden. Bij het ontwikkelen van een onbehandelbare conjunctivitis of tekenen en symptomen van keratitis tijdens de behandeling, oogonderzoek laten uitvoeren.
Type 2-ontstekingsbiomarkers kunnen worden onderdrukt door systemisch gebruik van corticosteroïden. Gebruik van corticosteroïden niet abrupt staken maar geleidelijk afbouwen. Systemische ontwenningssymptomen en/of aandoeningen kunnen zichtbaar worden.
Ernstige systemische eosinofilie kan optreden bij patiënten die behandeld worden voor astma, soms met eosinofiele pneumonie en vasculitis die overeenkomt met eosinofiele granulomatose met polyangiitis (EGPA). Gevallen van vasculitis met EGPA zijn ook gemeld bij volwassen patiënten met CRSwNP en comorbide astma. Het kan samenhangen met het verlagen van de behandeling met orale corticosteroïden. Let op vasculitische uitslag, verslechterende pulmonale symptomen, cardiale complicaties en/of neuropathie.
Vorming van neutraliserende antistoffen is gemeld. Het heeft in het algemeen geen invloed op blootstelling aan dupilumab, veiligheid en werkzaamheid.
Onderzoekgegevens: De veiligheid en werkzaamheid zijn niet vastgesteld bij kinderen < 5 kg lichaamsgewicht, bij kinderen met constitutioneel eczeem < 6 maanden, bij kinderen met ernstig astma < 6 jaar, bij kinderen < 18 jaar met CRSwNP en PN, bij kinderen met EoE < 12 jaar en kinderen met COPD < 18 jaar, wegens het ontbreken van gegevens. Er zijn relatief weinig gegevens over het gebruik bij ouderen ≥ 65 jaar en bij patiënten met een verminderde nierfunctie. Dupilumab is niet onderzocht bij patiënten met een verminderde leverfunctie en bij patiënten met EoE die < 40 kg wegen.
Overdosering
Neem voor informatie over een vergiftiging met secukinumab contact op met het Nationaal Vergiftigingen Informatie Centrum.
Overdosering
Neem voor informatie over een vergiftiging met dupilumab contact op met het Nationaal Vergiftigingen Informatie Centrum.
Eigenschappen
Recombinant, volledig humaan, IgG1/κ-monoklonaal antilichaam, geproduceerd in ovariumcellen van de Chinese hamster (CHO). Bindt selectief aan de pro-inflammatoire cytokine interleukine-17A (IL-17A) en voorkomt hiermee de binding van IL-17A aan diens receptor (o.a. op keratinocyten, cellen in synoviaal weefsel). Hierdoor remt secukinumab de afgifte van pro-inflammatoire cytokinen, chemokinen en mediatoren van weefselbeschadiging en vermindert het de IL–17A gemedieerde bijdragen aan auto-immuunaandoeningen en inflammatoire ziekten.
Kinetische gegevens
F | s.c. 60–77%. |
T max | s.c. 2–14 dagen. |
V d | 0,10–0,12 l/kg. |
Metabolisering | voornamelijk intracellulair na pinocytose of receptorgemedieerde endocytose. |
T 1/2el | ca. 27 (18–46) dagen. Bij HS ca. 23 dagen. |
Uitleg afkortingen
F | biologische beschikbaarheid (fractie van de dosis die in de systemische circulatie verschijnt) |
T max | tijdsduur tot maximale bloedspiegel na toediening |
V d | verdelingsvolume (fictief volume waarin een geneesmiddel zich verdeelt over het lichaam) |
T 1/2 | plasmahalfwaardetijd (tijd die nodig is om een bepaalde plasmaconcentratie te halveren) |
T 1/2el | plasmahalfwaardetijd in de eliminatiefase, terminale halfwaardetijd |
Eigenschappen
Recombinant humaan IgG4 monoklonaal antilichaam dat de signaaltransductie blokkeert via de type I-receptor (IL-4Rα/γc) voor IL-4 en via de type II-receptor (IL-4Rα/IL13Rα) voor zowel IL-4 als IL-13. IL-4 en IL-13 zijn type 2-cytokinen (inclusief Th2) die een belangrijke rol spelen bij ziekten met ontsteking type 2, zoals atopisch eczeem, astma en CRSwNP.
Kinetische gegevens
F | s.c. ca. 64%. |
T max | 3–7 dagen. |
V d | 0,07 l/kg. |
Metabolisering | op dezelfde manier als endogeen immunoglobuline via intracellulair katabolisme tot kleine peptiden en aminozuren. |
Overig | de steady-state-concentratie wordt doorgaans bereikt in week 16. Na staken van de behandeling is de mediane tijd tot daling van de dupilumabconcentratie tot onder de laagst detecteerbare limiet, ca. 9-13 weken bij volwassenen, en ca. 1,5 keer langer bij kinderen van 6-11 jaar en 2,5 keer langer bij kinderen < 6 jaar. |
Uitleg afkortingen
F | biologische beschikbaarheid (fractie van de dosis die in de systemische circulatie verschijnt) |
T max | tijdsduur tot maximale bloedspiegel na toediening |
V d | verdelingsvolume (fictief volume waarin een geneesmiddel zich verdeelt over het lichaam) |
T 1/2 | plasmahalfwaardetijd (tijd die nodig is om een bepaalde plasmaconcentratie te halveren) |
T 1/2el | plasmahalfwaardetijd in de eliminatiefase, terminale halfwaardetijd |
Groepsinformatie
secukinumab hoort bij de groep interleukine-remmers.
- anakinra (L04AC03) Vergelijk
- basiliximab (L04AC02) Vergelijk
- bimekizumab (L04AC21) Vergelijk
- brodalumab (L04AC12) Vergelijk
- canakinumab (L04AC08) Vergelijk
- dupilumab (D11AH05) Vergelijk
- guselkumab (L04AC16) Vergelijk
- ixekizumab (L04AC13) Vergelijk
- mirikizumab (L04AC24) Vergelijk
- risankizumab (L04AC18) Vergelijk
- sarilumab (L04AC14) Vergelijk
- satralizumab (L04AC19) Vergelijk
- siltuximab (L04AC11) Vergelijk
- spesolimab (L04AC22) Vergelijk
- tildrakizumab (L04AC17) Vergelijk
- tocilizumab (L04AC07) Vergelijk
- tralokinumab (D11AH07) Vergelijk
- ustekinumab (L04AC05) Vergelijk
Groepsinformatie
dupilumab hoort bij de groep interleukine-remmers.
- anakinra (L04AC03) Vergelijk
- basiliximab (L04AC02) Vergelijk
- bimekizumab (L04AC21) Vergelijk
- brodalumab (L04AC12) Vergelijk
- canakinumab (L04AC08) Vergelijk
- guselkumab (L04AC16) Vergelijk
- ixekizumab (L04AC13) Vergelijk
- mirikizumab (L04AC24) Vergelijk
- risankizumab (L04AC18) Vergelijk
- sarilumab (L04AC14) Vergelijk
- satralizumab (L04AC19) Vergelijk
- secukinumab (L04AC10) Vergelijk
- siltuximab (L04AC11) Vergelijk
- spesolimab (L04AC22) Vergelijk
- tildrakizumab (L04AC17) Vergelijk
- tocilizumab (L04AC07) Vergelijk
- tralokinumab (D11AH07) Vergelijk
- ustekinumab (L04AC05) Vergelijk