Samenstelling
Silodosine Diverse fabrikanten
- Toedieningsvorm
- Capsule
- Sterkte
- 4 mg, 8 mg
Silodyx Recordati
- Toedieningsvorm
- Capsule
- Sterkte
- 4 mg, 8 mg
Uitleg symbolen
XGVS | Dit geneesmiddel is niet opgenomen in het geneesmiddelen vergoedings systeem (GVS). |
OTC | 'Over the counter', dit geneesmiddel is een zelfzorgmiddel. |
Bijlage 2 | Aan de vergoeding van dit geneesmiddel zijn bepaalde voorwaarden verbonden, die zijn vermeld op bijlage 2 van de Regeling zorgverzekering. |
Aanvullende monitoring | Dit geneesmiddel is onderworpen aan aanvullende monitoring. Extra aandacht wordt gevraagd voor onverwachte bijwerkingen. Meldt u dit via het meldformulier van het Lareb. |
Samenstelling
Cardura (als mesilaat) Viatris Netherlands bv
- Toedieningsvorm
- Tablet met gereguleerde afgifte 'XL'
- Sterkte
- 4 mg, 8 mg
Doxazosine (als mesilaat) Diverse fabrikanten
- Toedieningsvorm
- Tablet met gereguleerde afgifte
- Sterkte
- 4 mg, 8 mg
Uitleg symbolen
XGVS | Dit geneesmiddel is niet opgenomen in het geneesmiddelen vergoedings systeem (GVS). |
OTC | 'Over the counter', dit geneesmiddel is een zelfzorgmiddel. |
Bijlage 2 | Aan de vergoeding van dit geneesmiddel zijn bepaalde voorwaarden verbonden, die zijn vermeld op bijlage 2 van de Regeling zorgverzekering. |
Aanvullende monitoring | Dit geneesmiddel is onderworpen aan aanvullende monitoring. Extra aandacht wordt gevraagd voor onverwachte bijwerkingen. Meldt u dit via het meldformulier van het Lareb. |
Advies
De begeleiding van mannen met aspecifieke mictieklachten, 'lower urinary tract symptoms' (LUTS), bestaat uit uitleg en niet-medicamenteuze adviezen. Het effect van medicamenteuze behandeling bij aspecifieke mictieklachten bij mannen, is zeer beperkt en meestal niet klinisch relevant. Dit komt waarschijnlijk doordat het werkingsmechanisme alleen gericht is op de prostaat- of blaasfunctie, terwijl de klachten vaak een multifactoriële oorzaak hebben. Overweeg medicatie alleen wanneer een niet-medicamenteuze behandeling onvoldoende helpt en de patiënt veel klachten heeft.
Overweeg bij hinderlijke aspecifieke mictieklachten zonder urgency of nycturie op de voorgrond, een α1-blokker.
Advies
Bij hypertensie verlagen angiotensine I converterend enzym (ACE)-remmers, angiotensine receptor-blokkers (ARB’s), calciumantagonisten (dihydropyridinen), thiazidediuretica en β-blokkers de bloeddruk effectief en verminderen het tienjaarsrisico op cardiovasculaire morbiditeit en mortaliteit. Comorbiditeit en specifieke patiëntkarakteristieken bepalen welke groepen en welke middelen als eerste in aanmerking komen. Als één middel onvoldoende effectief is bij de aanbevolen dosering, is het toevoegen van een middel uit een andere groep effectiever dan het ophogen van de dosering; het risico op het optreden van dosisafhankelijke bijwerkingen wordt daarmee beperkt. Een vaste combinatie in de juiste dosisverhouding heeft om reden van therapietrouw de voorkeur.
Van doxazosine zijn gegevens op harde eindpunten niet beschikbaar, daarom komt dit middel alleen in aanmerking als de voorkeursmiddelen onvoldoende effect sorteren bij een patiënt.
De begeleiding van mannen met aspecifieke mictieklachten, 'lower urinary tract symptoms' (LUTS), bestaat uit uitleg en niet-medicamenteuze adviezen. Het effect van medicamenteuze behandeling bij aspecifieke mictieklachten bij mannen, is zeer beperkt en meestal niet klinisch relevant. Dit komt waarschijnlijk doordat het werkingsmechanisme alleen gericht is op de prostaat- of blaasfunctie, terwijl de klachten vaak een multifactoriële oorzaak hebben. Overweeg medicatie alleen wanneer een niet-medicamenteuze behandeling onvoldoende helpt en de patiënt veel klachten heeft.
Overweeg bij hinderlijke aspecifieke mictieklachten zonder urgency of nycturie op de voorgrond, een α1-blokker.
Indicaties
Behandeling van functionele symptomen veroorzaakt door benigne prostaathyperplasie.
Gerelateerde informatie
Indicaties
- Essentiële hypertensie als monotherapie of in combinatie met een thiazide-diureticum, β-blokker, calciumantagonist of een ACE-remmer;
- Tijdelijke behandeling van functionele symptomen van benigne prostaathyperplasie (BPH) in afwachting van een prostaatoperatie.
Gerelateerde informatie
Doseringen
Functionele symptomen van benigne prostaathyperplasie:
Volwassenen (incl. ouderen):
8 mg 1×/dag.
Verminderde nierfunctie: Bij een licht verminderde nierfunctie (creatinineklaring 50-80 ml/min) is geen dosisaanpassing nodig. Bij een matig verminderde nierfunctie (creatinineklaring 30–50 ml/min): begindosering 4 mg 1×/dag. Na één week indien nodig verhogen tot 8 mg 1×/dag. Bij een ernstig verminderde nierfunctie (creatinineklaring < 30 ml/min) wordt gebruik afgeraden.
Verminderde leverfunctie: Bij een licht tot matig verminderde leverfunctie is geen dosisaanpassing nodig. Bij een ernstig verminderde leverfunctie wordt gebruik afgeraden vanwege onvoldoende gegevens.
Toediening: De capsule met voedsel innemen, bij voorkeur elke dag op hetzelfde tijdstip. De capsule in zijn geheel (zonder kauwen of breken) doorslikken, bij voorkeur met een glas water.
Doseringen
Hypertensie
Volwassenen
4 mg 1×/dag, indien nodig verhogen tot max. 8 mg 1×/dag.
Benigne prostaathyperplasie
Volwassenen
4 mg 1×/dag, indien nodig verhogen tot max. 8 mg 1×/dag.
Ouderen (> 65 j.): er is geen dosisaanpassing nodig op basis van alleen de leeftijd.
Verminderde nierfunctie: er is geen dosisaanpassing nodig.
Verminderde leverfunctie: gebruik wordt niet aanbevolen bij ernstig verminderde leverfunctie vanwege onvoldoende gegevens in combinatie met het feit dat doxazosine in hoge mate door de lever wordt gemetaboliseerd.
Toediening: de tablet heel (zonder breken, fijnmalen of kauwen) doorslikken met een glas water.
Bijwerkingen
Zeer vaak (> 10%): retrograde ejaculatie, anejaculatie.
Vaak (1-10%): (orthostatische) hypotensie, duizeligheid. Verstopte neus. Diarree.
Soms (0,1-1%): tachycardie. Verminderde libido, erectiele disfunctie. Misselijkheid, droge mond. Huiduitslag, jeuk, urticaria. Afwijkende leverfunctietest.
Zelden (0,01-0,1%): palpitatis. Syncope, verminderd bewustzijn.
Zeer zelden (< 0,01%): allergische reacties, zoals zwelling van het gezicht of de tong en faryngeaal oedeem.
Verder is gemeld: intraoperatief 'floppy iris'-syndroom (IFIS).
Bijwerkingen
Vaak (1-10%): palpitaties, tachycardie. (Orthostatische) hypotensie. Bronchitis, hoesten, dyspneu, rinitis. Duizeligheid (incl. vertigo), hoofdpijn, slaperigheid. Dyspepsie, pijn in de onderbuik, droge mond, misselijkheid. Jeuk. Rugpijn, spierpijn. Urineweginfectie (incl. blaasontsteking), urine–incontinentie. Asthenie. Pijn op de borst. (Perifeer) oedeem. Griepachtige verschijnselen.
Soms (0,1-1%): CVA, angina pectoris, myocardinfarct. Allergische reacties. Angst, depressie, slapeloosheid. Hypo–esthesie, syncope, tremor. Tinnitus. Neusbloeding. Obstipatie, diarree, flatulentie, braken, gastro–enteritis. Anorexie, meer eetlust, jicht. Huiduitslag. Artralgie. Dysurie, hematurie. Impotentie. Gezichtsoedeem. Gewichtstoename. Abnormale leverwaarden.
Zelden (0,01-0,1%): gastro-intestinale obstructie.
Zeer zelden (< 0,01%): bradycardie, hartritmestoornissen. Blozen. Bronchospasme. Cholestase, hepatitis, geelzucht. Agitatie, zenuwachtigheid. Houdingsafhankelijke duizeligheid, paresthesie. Wazig zien. Alopecia, purpura, urticaria. Spierkrampen, spierzwakte. Mictiestoornissen, nycturie, toename diurese incl. polyurie. Gynaecomastie, priapisme. Vermoeidheid, malaise. Leukopenie, trombocytopenie.
Verder zijn gemeld: Intra–operatief 'floppy iris'-syndroom (IFIS), retrograde ejaculatie.
Interacties
Silodosine is een substraat voor UGT2B7, alcoholdehydrogenase, CYP3A4 en P-glycoproteïne. Sterke remmers of induceerders van deze enzymen kunnen theoretisch mogelijk de blootstelling aan silodosine verhogen of verlagen. Tijdens gebruik met krachtige CYP3A4-remmers (zoals ketoconazol, itraconazol of ritonavir, ciclosporine) zijn aanzienlijk verhoogde plasmaspiegels van silodosine gemeten; gelijktijdig gebruik wordt daarom niet aanbevolen.
Vanwege een versterking van het bloeddrukverlagend effect voorzichtig zijn bij gelijktijdig gebruik met PDE-5-remmers, nitraten, of met antihypertensiva.
Vanwege onvoldoende informatie over veilig gebruik, silodosine niet gelijktijdig gebruiken met andere α1-blokkers.
Interacties
Gelijktijdig gebruik van andere antihypertensiva kan eventuele bloeddrukverlaging versterken. Dit kan met name optreden bij comedicatie met vaatverwijders en nitraten. Combinatie met PDE-5-remmers zoals sildenafil, tadalafil, vardenafil kan leiden tot hypotensie; een PDE-5–remmer pas gebruiken als therapie met de α-blokker stabiel ingesteld is.
Wees voorzichtig met de combinatie met sterke CYP3A4-remmers zoals claritromycine, itraconazol, ketoconazol, posaconazol, voriconazol, ritonavir, en grapefruit-/pompelmoessap; de blootstelling aan doxazosine kan toenemen.
Zwangerschap
Gezien de geregistreerde indicatie niet van toepassing.
Teratogenese: Onbekend.
Vruchtbaarheid: Silodosine kan leiden tot een daling van de hoeveelheid zaad die tijdens een orgasme vrij komt, wat de mannelijke vruchtbaarheid tijdelijk kan verminderen.
Zwangerschap
Teratogenese: Bij de mens, onvoldoende gegevens. In dierproeven geen teratogene effecten, echter wel verminderde foetale overleving bij extreem hoge doses.
Advies: Alleen op strikte indicatie gebruiken als de voorkeursmiddelen bij hypertensie niet effectief zijn; niet gebruiken in het 1e trimester.
Lactatie
Gezien de geregistreerde indicatie niet van toepassing.
Overgang in de moedermelk: Onbekend.
Lactatie
Overgang in de moedermelk: Ja (accumulatie bij dieren). Relatief weinig gegevens bij de mens laten een geringe overgang in de moedermelk zien met een relatieve dosis bij de zuigeling < 1%.
Advies: Weeg het risico van het gebruik van dit geneesmiddel in combinatie met het geven van borstvoeding af.
Contra-indicaties
Er zijn van dit middel geen klinisch relevante contra-indicaties bekend.
Contra-indicaties
- (orthostatische) hypotensie (in de voorgeschiedenis);
- BPH-patiënten met een obstructie van de bovenste urinewegen, een chronische urineweginfectie of blaasstenen;
- gastro-intestinale obstructie of -vernauwing, oesofageale obstructie;
- als monotherapie bij een overactieve blaas, anurie of progressieve nierinsufficiëntie;
- overgevoeligheid voor quinazolinederivaten (terazosine).
Waarschuwingen en voorzorgen
Vóór en regelmatig tijdens de behandeling prostaatkanker uitsluiten.
Bij patiënten met orthostatische hypotensie of patiënten behandeld met antihypertensiva kan een daling van de bloeddruk optreden, wat in zeldzame gevallen kan leiden tot syncope. Wijs de patiënt op het mogelijk optreden van symptomen van posturale hypotensie zoals duizeligheid. Bij patiënten met orthostatische hypotensie wordt behandeling met silodosine niet aanbevolen. Bij coronairlijden kan te snelle of te uitgesproken bloeddrukdaling verergering van de angineuze klachten veroorzaken; in dat geval de behandeling staken.
In verband met een mogelijk optreden van het intraoperatief 'floppy iris'-syndroom (IFIS) silodosine niet geven aan patiënten voor wie cataractchirurgie is gepland; de behandeling 1–2 weken voorafgaand aan cataractchirurgie staken. Stel vast of de patiënt α-blokkers gebruikt (heeft) voorafgaand aan een cataractoperatie.
Het gebruik van silodosine bij patiënten met een ernstig verminderde nierfunctie (creatinineklaring < 30 ml/min) wordt ontraden.
Gebruik bij patiënten met een ernstig verminderde leverfunctie wordt ontraden vanwege het ontbreken van onderzoeksgegevens.
Voor vruchtbare mannen: zie de rubriek Zwangerschap.
Waarschuwingen en voorzorgen
In het begin van de behandeling is er een meer kans op orthostatische klachten; hierdoor kan o.a. de rijvaardigheid en de bekwaamheid om machines te besturen nadelig worden beïnvloed. In het begin van de behandeling regelmatig de bloeddruk controleren. Bij coronairlijden kan te snelle of te uitgesproken bloeddrukdaling de angineuze klachten verergeren. Herken het optreden van orthostatische hypotensie en duizeligheid als een bijwerking van het gebruik van alfablokkers en voorkom een voorschrijfcascade.
Bij de volgende acute hartproblemen is eveneens voorzichtigheid geboden: pulmonaal oedeem door stenose van aorta- of mitralisklep, hartfalen met een hoog hartminuutvolume, linkszijdig hartfalen met lage vullingsdruk, rechtszijdig hartfalen door pulmonale embolie of pericardiale effusie.
Vanwege de kans op het intraoperatief 'floppy iris'-syndroom (IFIS) vóór een staaroperatie de oogarts op de hoogte brengen van het gebruik van α–blokkers (nu of in het verleden).
Sluit de aanwezigheid van prostaatcarcinoom uit, voordat doxazosine wordt gestart om symptomen van BPH te behandelen. Prostaatcarcinoom veroorzaakt veel van de symptomen die met BPH worden geassocieerd en beide aandoeningen kunnen naast elkaar voorkomen.
Bij optreden van een erectie die langer dan 4 uur aanhoudt, onmiddellijk behandelen vanwege meldingen van priapisme (mogelijkheid tot beschadiging van penisweefsel en permanent potentieverlies).
Wees voorzichtig bij verminderde leverfunctie, niet gebruiken bij ernstig verminderde leverfunctie vanwege onvoldoende klinische ervaring. De veiligheid en werkzaamheid bij kinderen < 18 jaar zijn niet vastgesteld.
In de ontlasting kan een lege tablethuls worden teruggevonden.
Overdosering
Neem voor informatie over een vergiftiging door silodosine contact op met het Nationaal Vergiftigingen Informatie Centrum.
Overdosering
Symptomen
hypotensie.
Neem voor informatie over een vergiftiging met doxazosine contact op met het Nationaal Vergiftigingen Informatie Centrum.
Eigenschappen
Silodosine is een selectieve α1-receptorblokker. Is in hoge mate selectief voor subtypereceptor α1A, waardoor relaxatie van de gladde spieren van de prostaat en de basis en de hals van de urineblaas ontstaat. Hierdoor neemt de weerstand bij de uitgang van de blaas af, zonder dat dit de contractiliteit van het gladde spierweefsel van de detrusor beïnvloedt. Hierdoor verbeteren de mictiesymptomen.
Kinetische gegevens
Resorptie | goed. |
F | circa 32%. |
T max | 2,5 uur (silodosine), ingenomen met voedsel ca. 3,5 uur. |
V d | 0,81 l/kg. |
Eiwitbinding | 97% (silodosine), 91% (actieve metaboliet). |
Metabolisering | vnl. door UGT2B7, alcoholdehydrogenase en CYP3A4 tot o.a. een actieve metaboliet (silodosine-glucuronide). |
Eliminatie | 55% met de feces en 34% met de urine, als metabolieten. |
T 1/2el | 11 uur (silodosine); 18 uur (actieve metaboliet). |
Uitleg afkortingen
F | biologische beschikbaarheid (fractie van de dosis die in de systemische circulatie verschijnt) |
T max | tijdsduur tot maximale bloedspiegel na toediening |
V d | verdelingsvolume (fictief volume waarin een geneesmiddel zich verdeelt over het lichaam) |
T 1/2 | plasmahalfwaardetijd (tijd die nodig is om een bepaalde plasmaconcentratie te halveren) |
T 1/2el | plasmahalfwaardetijd in de eliminatiefase, terminale halfwaardetijd |
Eigenschappen
Doxazosine is een selectieve postsynaptische α1-blokker behorend tot de quinazolinederivaten. Het verlaagt de perifere weerstand door verwijding van arteriolen en in mindere mate van venulen. Bij benigne prostaathyperplasie kan door α-blokkade de tonus van het spierweefsel van de prostaat en urinewegen worden beïnvloed, waardoor de urinestroom verbetert. Antihypertensieve werking: max. na 2–6 uur. Antihypertensieve werkingsduur: 24 uur.
Kinetische gegevens
Resorptie | goed. |
T max | 8–9 uur. |
V d | 2,3 l/kg. |
Eiwitbinding | ca. 98%. |
Metabolisering | in hoge mate door de lever tot inactieve metabolieten, vooral door CYP3A4 en in mindere mate door CYP2D6 en CYP2C9. |
Eliminatie | bifasisch, vnl. met de feces (63–65%) als metabolieten (< 5% onveranderd). Dialyse is niet effectief. |
T 1/2el | 16–30 uur, bij leverfunctiestoornissen ca. 23 uur. |
Uitleg afkortingen
F | biologische beschikbaarheid (fractie van de dosis die in de systemische circulatie verschijnt) |
T max | tijdsduur tot maximale bloedspiegel na toediening |
V d | verdelingsvolume (fictief volume waarin een geneesmiddel zich verdeelt over het lichaam) |
T 1/2 | plasmahalfwaardetijd (tijd die nodig is om een bepaalde plasmaconcentratie te halveren) |
T 1/2el | plasmahalfwaardetijd in de eliminatiefase, terminale halfwaardetijd |
Groepsinformatie
silodosine hoort bij de groep alfablokkers.
Groepsinformatie
doxazosine hoort bij de groep alfablokkers.