Samenstelling
Bridion (als Na-zout) XGVS Merck Sharp & Dohme bv
- Toedieningsvorm
- Injectievloeistof
- Sterkte
- 100 mg/ml
- Verpakkingsvorm
- 2 ml, 5 ml
Sugammadex (als Na-zout) XGVS Diverse fabrikanten
- Toedieningsvorm
- Injectievloeistof
- Sterkte
- 100 mg/ml
- Verpakkingsvorm
- 2 ml, 5 ml
Uitleg symbolen
XGVS | Dit geneesmiddel is niet opgenomen in het geneesmiddelen vergoedings systeem (GVS). |
OTC | 'Over the counter', dit geneesmiddel is een zelfzorgmiddel. |
Bijlage 2 | Aan de vergoeding van dit geneesmiddel zijn bepaalde voorwaarden verbonden, die zijn vermeld op bijlage 2 van de Regeling zorgverzekering. |
Aanvullende monitoring | Dit geneesmiddel is onderworpen aan aanvullende monitoring. Extra aandacht wordt gevraagd voor onverwachte bijwerkingen. Meldt u dit via het meldformulier van het Lareb. |
Samenstelling
Ondexxya XGVS Aanvullende monitoring Portola Netherlands bv
- Toedieningsvorm
- Poeder voor infusievloeistof
- Sterkte
- 200 mg
Uitleg symbolen
XGVS | Dit geneesmiddel is niet opgenomen in het geneesmiddelen vergoedings systeem (GVS). |
OTC | 'Over the counter', dit geneesmiddel is een zelfzorgmiddel. |
Bijlage 2 | Aan de vergoeding van dit geneesmiddel zijn bepaalde voorwaarden verbonden, die zijn vermeld op bijlage 2 van de Regeling zorgverzekering. |
Aanvullende monitoring | Dit geneesmiddel is onderworpen aan aanvullende monitoring. Extra aandacht wordt gevraagd voor onverwachte bijwerkingen. Meldt u dit via het meldformulier van het Lareb. |
Advies
Voor dit geneesmiddel is geen advies vastgesteld.
Advies
Zie voor het advies de module Bloeding of ingreep bij DOAC's (update 2021) van de NIV-Richtlijn Antitrombotisch beleid 2020 op richtlijnendatabase.nl.
Indicaties
- Opheffing van een door rocuronium geïnduceerd neuromusculair blok bij:
- volwassenen: voor onmiddellijke opheffing en voor de zgn. 'standaardopheffing';
- kinderen ≥ 2 jaar: standaardopheffing.
Indicaties
- Als antidotum voor volwassenen die worden behandeld met een directe factor Xa-remmer (apixaban of rivaroxaban), wanneer omkering van antistolling nodig is vanwege levensbedreigende of ongecontroleerde bloedingen.
Doseringen
Gebruik een geschikte neuromusculaire monitortechniek om het herstel van het neuromusculair blok en eventueel hernieuwd optreden ervan te bewaken.
De dosering is afhankelijk van het niveau van het op te heffen neuromusculair blok en onafhankelijk van de toegediende anesthesie.
Standaardopheffing van een neuromusculair blok
Volwassenen
Diep neuromusculair blok: i.v. als snelle bolusinjectie: 4 mg/kg lichaamsgewicht indien het herstel minimaal 1–2 posttetanische tellingen (PTC) heeft bereikt. De mediane hersteltijd is ca. 3 minuten. Bij het opnieuw optreden van het neuromusculair blok een herhalingsdosis van 4 mg/kg lichaamsgewicht toedienen.
Matig neuromusculair blok: i.v. als snelle bolusinjectie: 2 mg/kg lichaamsgewicht indien spontaan herstel is opgetreden tot minimaal het terugkeren van T2 op de TOF-stimulatie ('train of four') na het door rocuronium geïnduceerde neuromusculair blok. De mediane hersteltijd is ca. 2 minuten. Bij het opnieuw optreden van het neuromusculair blok een herhalingsdosis van 4 mg/kg lichaamsgewicht toedienen.
Hernieuwde toediening van rocuronium: wacht minimaal 5 min voordat opnieuw een dosis rocuronium van 1,2 mg/kg lichaamsgewicht kan worden toegediend; wacht minimaal 4 uur voordat opnieuw een dosis rocuronium van 0,6 mg/kg lichaamsgewicht kan worden toegediend. Bij hernieuwde toediening van 1,2 mg/kg rocuronium < 30 min na toediening van sugammadex kan de werking (het neuromusculair blok) 4 minuten later aanvangen en de werkingsduur van rocuronium verkort worden tot ca. 15 min.
Hernieuwde toediening van rocuronium bij een lichte tot matige nierfunctiestoornis: wacht 24 uur voordat opnieuw een dosis rocuronium van 0,6 mg/kg kan worden toegediend; als een kortere wachttijd is vereist, dan een dosis rocuronium van 1,2 mg/kg lichaamsgewicht toedienen.
Kinderen ≥ 2 jaar (Kinderformularium ≥ 1 maand)
Diep neuromusculair blok: i.v. als snelle bolusinjectie": 4 mg/kg lichaamsgewicht indien het herstel minimaal 1–2 posttetanische tellingen (PTC) heeft bereikt. De gemiddelde hersteltijd is ca. 2,0 minuten.
Matig neuromusculair blok: i.v. als snelle bolusinjectie: 2 mg/kg lichaamsgewicht indien spontaan herstel is opgetreden tot minimaal het terugkeren van T2 op de TOF-stimulatie ('train of four') na het door rocuronium geïnduceerde neuromusculair blok. De gemiddelde hersteltijd is ca. 1,6 minuut.
Onmiddellijke opheffing van een neuromusculair blok
Volwassenen
i.v. als snelle bolusinjectie: 16 mg/kg lichaamsgewicht. Bij toediening 3 minuten na een bolusdosis van 1,2 mg/kg rocuronium, is de gemiddelde hersteltijd ca. 1,5 minuten.
Hernieuwde toediening van rocuronium: wacht minimaal 24 uur. Indien neuromusculaire blokkade is vereist < 24 uur wachttijd, gebruik dan een niet-steroïde spierrelaxans zoals suxamethonium, (cis)atracurium of mivacurium. De tijd tot aanvang van de werking van suxamethonium (depolariserend spierrelaxans) kan langer zijn, omdat een substantieel gedeelte van de nicotinereceptoren op de motorische eindplaat nog bezet kan zijn door rocuronium.
Kinderen ≥ 1 maand
Volgens het Kinderformularium van het NKFK: i.v. als snelle bolusinjectie: doseringen tot 16 mg/kg lichaamsgewicht kunnen nodig zijn om in noodsituaties (zonder presentatie van T2) het blok acuut op te heffen.
Ouderen: Hoewel het herstel vaak trager optreedt is geen dosisaanpassing nodig. Zie ook de rubriek Eigenschappen.
Verminderde nierfunctie: Niet toepassen bij een ernstige nierfunctiestoornis (creatinineklaring < 30 ml/min, incl. dialysepatiënten) vanwege onvoldoende gegevens over de veiligheid. Bij een lichte of matige nierfunctiestoornis (creatinineklaring ≥ 30 ml/min) is geen dosisaanpassing nodig. Zie voor meer informatie Waarschuwingen en voorzorgen.
Verminderde leverfunctie: Wees voorzichtig bij een ernstige leverfunctiestoornis vanwege onvoldoende gegevens. Wees ook voorzichtig bij een verminderde leverfunctie met bijkomende coagulopathie. Bij een lichte tot matige leverfunctiestoornis is geen dosisaanpassing nodig. Zie voor meer informatie de rubriek Waarschuwingen en voorzorgen.
Bij obesitas (BMI ≥ 30) de dosering baseren op het werkelijke gewicht, ook bij morbide obesitas (BMI ≥ 40).
Toediening
- Snel toedienen in < 10 s als eenmalige i.v.-bolusinjectie via een bestaande intraveneuze lijn;
- Sugammadex kan worden geïnjecteerd in de intraveneuze lijn van een lopend infuus met de volgende infusievloeistoffen: NaCl 0,9%, glucose 5%, glucose/NaCl 5%/0,9%, glucose/NaCl 2,5%/0,45% en Ringer(lactaat);
- De intraveneuze lijn voldoende doorspoelen (bv. met fysiologische zoutoplossing) tussen de toediening van sugammadex en andere geneesmiddelen;
- Voor toepassing bij kinderen kan de sugammadex injectievloeistof 100 mg/ml worden verdund tot 10 mg/ml (met 0,9% NaCl) t.b.v. een betere doseringsnauwkeurigheid;
- Voor informatie over geneesmiddelen waarvoor onverenigbaarheid met sugammadex is aangetoond, raadpleeg rubriek 6.2 van de officiële productinformatie CBG/EMA via 'Zie ook'.
Doseringen
Het aanbevolen doseerschema van andexanet α is gebaseerd op de dosis apixaban of rivaroxaban die de patiënt gebruikt op het moment van omkering van de antistolling, alsmede op de verstreken tijd sinds de laatste dosis. Als de sterkte van de laatste dosis antistollingsmiddel of het interval tussen de laatste dosis en de bloedingsepisode niet bekend is, is er geen dosisaanbeveling beschikbaar. Controleer voor toediening eerst (als de tijd dit toelaat) de anti-Fxa spiegel.
Omkering van antistolling met apixaban
Volwassenen (incl. ouderen)
Bij een lage dosis apixaban: d.w.z. laatste dosis van ≤ 5 mg óf indien de laatste dosis ≥ 8 uur geleden bij > 5 mg: intraveneus 400 mg met een snelheid van ca. 30 mg/min gedurende 15 minuten, gevolgd door continue i.v.-infusie van 4 mg/min gedurende 2 uur (480 mg).
Bij een hoge dosis apixaban: d.w.z. laatste dosis van > 5 mg toegediend < 8 uur geleden: intraveneus 800 mg met een snelheid van ca. 30 mg/min gedurende 30 minuten, gevolgd door continue i.v.-infusie van 8 mg/min gedurende 2 uur (960 mg).
Omkering van antistolling met rivaroxaban
Volwassenen (incl. ouderen)
Bij een lage dosis rivaroxaban: d.w.z. laatste dosis van ≤ 10 mg óf indien de laatste dosis ≥ 8 uur geleden bij > 10 mg: intraveneus 400 mg met een snelheid van ca. 30 mg/min gedurende 15 minuten, gevolgd door continue i.v.-infusie van 4 mg/min gedurende 2 uur (480 mg).
Bij een hoge dosis rivaroxaban: d.w.z. laatste dosis van > 10 mg toegediend < 8 uur geleden: intraveneus 800 mg met een snelheid van ca. 30 mg/min gedurende 30 minuten, gevolgd door continue i.v.-infusie van 8 mg/min gedurende 2 uur (960 mg).
Hervatten behandeling: Behandeling met antitrombotica weer starten als de patiënt klinisch stabiel is en er voldoende hemostase is bereikt. Weeg hierbij de voordelen van antistolling af tegen de risico’s van hernieuwde bloeding.
Verminderde nierfunctie: Geen dosisaanpassing nodig; zie ook de rubriek Waarschuwingen en voorzorgen.
Verminderde leverfunctie: Geen dosisaanpassing nodig; zie ook de rubriek Waarschuwingen en voorzorgen.
Bijwerkingen
Gemeld bij operatiepatiënten (doelgroep, en na gebruik van spierrelaxantia en anesthetica)
Vaak (1-10%): luchtwegcomplicaties bij anesthesie zoals hoesten, lichte schokbewegingen (tegen de beademingstube), 'arousal' of aan de anesthesieprocedure gerelateerde spontane ademhaling van de patiënt. Complicaties bij anesthesie zoals beweging van ledemaat of lichaam, grimassen en zuigen op de beademingstube. Verrichtingscomplicaties zoals hypotensie, tachycardie, bradycardie, bewegen.
Soms (0,1-1%): overgevoeligheidsreacties, waaronder huidreacties en anafylaxie.
Verder zijn gemeld: bronchospasmen. Ernstige bradycardie (soms leidend tot hartstilstand), binnen enkele minuten na toediening. Ernstige allergische reactie bij combinatie met rocuronium.
Het bijwerkingenprofiel bij ASA (American Society of Anesthesiologists) klasse 3 en 4-patiënten is over het algemeen vergelijkbaar.
Gemeld bij gezonde proefpersonen
Zeer vaak (> 10%): smaakstoornis.
Vaak (1-10%): hoofdpijn, duizeligheid. Misselijkheid, braken, buikpijn. Urticaria, jeuk.
Verder zijn gemeld: overgevoeligheidsreacties, waaronder anafylaxie (gemeld bij 16 mg/kg). Voorbijgaande (duur < 30 min) verlenging van de geactiveerde partiële protrombinetijd (aPTT) met 17% resp. 22% en van de protrombinetijd met 11% resp. 22% na toediening van 4 mg/kg resp. 16 mg sugammadex/kg lichaamsgewicht.
Bijwerkingen
Gemeld bij patiënten met acute ernstige bloedingen (doelgroep)
Vaak (1-10%): CVA, ischemische beroerte. Myocardinfarct. Diepveneuze trombose, longembolie. Koorts.
Soms (0,1-1%): herseninfarct, TIA. Hartstilstand. Arteria iliaca-occlusie. Voorbijgaande infusie gerelateerde reactie met stijfheid, koude rillingen, hypertensie, zuurstofdesaturatie, agitatie en verwardheid (licht tot matig in ernst).
Interacties
Wees alert op mogelijk hernieuwd optreden van een neuromusculair blok, bij gebruik van geneesmiddelen in de postoperatieve periode die de neuromusculaire blokkade kunnen versterken. Zie de rubriek Interacties bij rocuronium voor de geneesmiddelen die de neuromusculaire blokkade versterken. In geval van hernieuwd optreden van een neuromusculair blok kunnen kunstmatige beademing en hernieuwde toediening van sugammadex noodzakelijk zijn.
Sugammadex verlaagt de progesteronspiegel, en (naar verwachting) in mindere mate de oestrogeenspiegel, vergelijkbaar met een verlaging die optreedt wanneer een dagelijkse dosis van een oraal progestageenbevattend anticonceptivum wordt overgeslagen. Indien sugammadex op dezelfde dag wordt toegediend als dat een oraal anticonceptivum wordt ingenomen; verwijs dan naar het advies over een vergeten pil in de bijsluiter van het orale anticonceptivum. Adviseer in het geval van niet-orale hormonale anticonceptiva gedurende de volgende zeven dagen een aanvullende niet-hormonale anticonceptiemethode te gebruiken en het advies in de bijsluiter van het product te raadplegen.
Gelijktijdig gebruik met vitamine K-antagonisten, heparine, LMWH's, rivaroxaban en dabigatran kan leiden tot kortdurende (≤ 30 min) verlenging van de geactiveerde partiële protrombinetijd (aPTT) en protrombinetijd (PT). Een verhoogd risico op bloedingen kan niet worden uitgesloten bij gebruik van vitamine K-antagonisten en een INR > 3,5, en bij gebruik van overige anticoagulantia bij een dosering van sugammadex van 16 mg/kg lichaamsgewicht. Controleer bij een onvermijdelijke combinatie de hemostase en coagulatieparameters; zie ook de rubriek Waarschuwingen en voorzorgen.
Fusidinezuur kan rocuronium uit het sugammadex–rocuroniumcomplex verdringen en daardoor de hersteltijd verlengen. Dien geen i.v. fusidinezuur toe gedurende 7,5 uur na de toediening van sugammadex. Indien dit niet mogelijk is controleer op verschijnselen van hernieuwd optreden van het neuromusculair blok gedurende max. ca. 15 min.
Interacties
Vermijd gebruik van andexanet α voorafgaand aan hepariniseren, bv. tijdens een operatie, omdat andexanet α ongevoeligheid voor heparine veroorzaakt. Het gebruik van andexanet α als antidotum voor heparine of LMWH's is niet geëvalueerd en wordt niet aanbevolen.
Andexanet α kan worden gebruikt in combinatie met standaard hemostatische ondersteunende maatregelen. Vermijd indien mogelijk de combinatie met procoagulante factor-behandelingen (bv. 3- of 4-factor-protrombinecomplexconcentraat (PCC)/geactiveerd PCC, recombinant factor VIIa, vers bevroren plasma) en volbloed. De veiligheid is niet onderzocht bij patiënten die binnen zeven dagen voorafgaand aan het bloedingsvoorval protrombinecomplexconcentraten, recombinant factor VIIa of volbloed kregen.
Zwangerschap
Teratogenese: Bij de mens, onvoldoende gegevens. Bij dieren geen aanwijzingen voor schadelijkheid.
Farmacologisch effect: Door het grote molecuulgewicht zal de placentapassage waarschijnlijk minimaal zijn. Een duidelijke conclusie over de veiligheid is niet mogelijk. Gezien de indicatie, is er meestal geen keus.
Advies: Alleen op strikte indicatie voorzichtig gebruiken.
Zwangerschap
Teratogenese: Zowel bij de mens als bij dieren, onvoldoende gegevens.
Advies: Gebruik ontraden vanwege het ontbreken van gegevens.
Lactatie
Overgang in de moedermelk: Onbekend bij de mens. Ja, bij dieren.
Farmacologisch effect: De orale absorptie van cyclodextrines is in het algemeen laag en er is geen effect bij de zuigeling te verwachten na toediening van een eenmalige dosis aan een vrouw die borstvoeding geeft.
Advies: Volgens de fabrikant desondanks borstvoeding ontraden na de toediening van sugammadex. Tijdens een intoxicatie wordt het geven van borstvoeding in het algemeen afgeraden.
Lactatie
Overgang in de moedermelk: Onbekend.
Advies: Het geven van borstvoeding ontraden vanwege het ontbreken van gegevens.
Contra-indicaties
Er zijn van dit middel geen contra-indicaties bekend.
Contra-indicaties
- bekende overgevoeligheid voor hamstereiwit.
Waarschuwingen en voorzorgen
Niet toepassen voor opheffing van een neuromusculair blok geïnduceerd door niet-steroïde spierrelaxantia zoals suxamethonium, (cis)atracurium of mivacurium. Hoewel in theorie wel complexvorming optreedt met andere steroïde spierrelaxantia, sugammadex niet toepassen ter opheffing van een neuromusculair blok geïnduceerd door steroïde spierrelaxantia anders dan rocuronium of vecuronium (dus bv. pancuronium) vanwege weinig gegevens over de werkzaamheid en veiligheid.
Bewaking ademhalingsfunctie: De patiënt kunstmatig beademen totdat de spontane ademhaling na opheffing van het neuromusculair blok voldoende is hersteld. Ook bij volledig herstel van het neuromusculair blok kunnen andere geneesmiddelen die peri- en postoperatief zijn gebruikt (bv. anesthetica, opioïden) de ademhalingsfunctie nog onderdrukken, zodat kunstmatige beademing nog steeds noodzakelijk kan zijn. In geval van hernieuwd optreden van neuromusculair blok na extubatie, zorg dragen voor adequate beademing.
Hernieuwd optreden neuromusculair blok: niet lager doseren dan aanbevolen vanwege een verhoogd risico van hernieuwd optreden van neuromusculair blok na initiële opheffing. In klinische onderzoeken met patiënten die werden behandeld met rocuronium en bij wie een dosis sugammadex werd toegediend geschikt voor de diepte van het neuromusculair blok, werd soms (incidentie van 0,2%) een hernieuwd optreden van het neuromusculair blok gezien.
Ernstige bradycardie: Controleer zorgvuldig op hemodynamische veranderingen gedurende en na opheffing van het neuromusculair blok. In zeldzame gevallen is ernstige bradycardie (soms leidend tot hartstilstand) waargenomen binnen enkele minuten na toediening van sugammadex. Bij het optreden van ernstige bradycardie behandelen met intraveneus atropine of glycopyrronium.
Houd rekening met mogelijke overgevoeligheidsreacties en tref de nodige voorzorgsmaatregelen. Bij een allergische reactie na toediening van rocuronium en sugammadex, niet alleen testen op overgevoeligheid voor de afzonderlijke middelen, maar ook op overgevoeligheid voor het sugammadex-rocuronium-complex.
Wees bij een voorgeschiedenis van longcomplicaties alert op het mogelijk optreden van bronchospasmen.
Optreden lichte anesthesie: Bij opheffing van het neuromusculair blok onder voortzetting van anesthesie, aanvullende doses van het anestheticum en/of opioïd geven op geleide van de klinische indicatie daartoe. In klinische onderzoeken zijn soms tekenen van (te) lichte anesthesie waargenomen (bewegen, hoesten, grimassen en zuigen op de beademingstube) bij opheffing van het neuromusculair blok gedurende de anesthesie.
Effect op hemostase: Wees voorzichtig bij een erfelijke deficiëntie van vitamine K-afhankelijke stollingsfactoren en bij reeds bestaande coagulopathie, aangezien een verhoogd risico op bloedingen niet kan worden uitgesloten. Toediening van 4 mg/kg sugammadex, alleen of in combinatie met anticoagulantia, had in klinisch onderzoek bij patiënten die heupfractuur-/kunstgewrichtchirurgie ondergingen geen klinisch relevant effect op de incidentie van peri- of postoperatieve bloedingscomplicaties. Weeg afhankelijk van voorgeschiedenis van bloedingen en het geplande chirurgietype de voordelen van toediening van sugammadex af tegen het mogelijke risico op bloedingscomplicaties; controle van hemostase en coagulatieparameters wordt aanbevolen. Zie ook de rubriek Interacties.
Condities die gepaard gaan met een verlengde circulatietijd, zoals cardiovasculaire aandoeningen, gevorderde leeftijd en oedeemvorming (gepaard gaande met toename van het verdelingsvolume), kunnen de hersteltijd verlengen.
Intensive care: Er is geen onderzoek gedaan naar toepassing van sugammadex op de intensive care.
Verminderde nierfunctie: Niet toepassen bij een ernstige nierfunctiestoornis (incl. dialyse) vanwege onvoldoende gegevens over de veiligheid. Vanuit twee onderzoeken (waaronder een farmacokinetische studie) bleek dat de totale blootstelling aan sugammadex 5 tot 17 maal hoger was bij patiënten met een ernstige nierfunctiestoornis dan bij patiënten met een normale nierfunctie.
Verminderde leverfunctie: Er zijn geen specifieke onderzoeken uitgevoerd bij een verminderde leverfunctie omdat sugammadex niet wordt gemetaboliseerd of uitgescheiden door de lever. Wees voorzichtig bij een ernstige leverfunctiestoornis en bij een verminderde leverfunctie met bijkomende coagulopathie. Zie ook onder Effect op hemostase.
Kinderen: Gebruik voor de zogenaamde 'standaardopheffing' van een neuromusculair blok is bij voldragen pasgeborenen < 30 dagen niet onderzocht en ervaring met het gebruik bij zuigelingen (30 dagen–2 jaar) is beperkt.
Invloed diagnostische testen: Sugammadex kan bij toediening van > 8 mg/kg lichaamsgewicht interfereren met de progesteronbepaling in serum. Zie ook de rubriek Interacties.
Waarschuwingen en voorzorgen
Vermijd het gebruik van andexanet α voorafgaand aan hepariniseren (bv. tijdens een operatie); zie de rubriek Interacties. Andexanet α is niet geschikt als voorbehandeling bij spoedeisende operaties. Gebruik voor omkering van de antistolling met edoxaban of enoxaparine wordt niet aanbevolen vanwege een gebrek aan gegevens.
Monitor de behandeling op basis van klinische parameters die duiden op een passende respons (het bereiken van hemostase), gebrek aan werkzaamheid (opnieuw bloeden) en bijwerkingen (trombotische voorvallen); monitoring mag niet gebaseerd zijn op anti-FXa-activiteit. Commerciële anti-FXa-activiteitstests zijn niet geschikt voor het meten van anti-FXa-activiteit na toediening van andexanet α, aangezien deze testen leiden tot foutief verhoogde anti-FXa-activiteitsniveaus, met als gevolg een aanzienlijke onderschatting van het omkerend effect van andexanet α.
Monitor tijdens behandeling op symptomen van trombose, aangezien neutralisatie van het anticoagulerend effect van behandeling met factor Xa-remmers patiënten blootstelt aan het tromboserisico van hun onderliggende aandoening. Bij patiënten met een acute ernstige bloeding zijn trombotische voorvallen gemeld binnen 30 dagen na toediening; zie voor meer informatie de rubriek Bijwerkingen. Daarnaast is het pro-coagulerend effect van andexanet α, gemedieerd door de remming van ‘tissue factor pathway inhibitor’ (TFPI), aangetoond; dosisafhankelijke verhoging van stollingsmarkers en verlaging van TFPI is waargenomen bij gezonde (niet bloedende) proefpersonen. Voorlopige gegevens bij patiënten met acute ernstige bloedingen duiden op meer kans op trombose bij patiënten die de hogere dosis andexanet ontvangen, voorheen de lagere dosis van de anti-factor Xa-remmer, en patiënten die rivaroxaban gebruiken. Overweeg na het beëindigen van behandeling met andexanet α de antistollingstherapie te hervatten om het risico van trombotische voorvallen te verminderen.
Overweeg bij het optreden van matig-ernstige infusiereacties (zie de rubriek Bijwerkingen) tijdens de infusie een korte onderbreking of verlaging van de infusiesnelheid. Eventueel kan difenhydramine worden toegediend.
Het ontwikkelen van niet-neutraliserende antistoffen tegen andexanet α is waargenomen bij ca. 10 % van de patiënten. Deze antistoffen hadden echter meestal een lage titer en geen klinische gevolgen. Er werden geen neutraliserende antistoffen of antistoffen tegen factor X of factor Xa waargenomen.
Overige onderzoeksgegevens
- De veiligheid van andexanet α op lange termijn is nog onbekend;
- De veiligheid en werkzaamheid bij een nierfunctiestoornis zijn niet vastgesteld; aangezien er weinig tot geen uitscheiding via de nieren plaatsvindt is dosisaanpassing niet nodig;
- De veiligheid en werkzaamheid bij een leverfunctiestoornis zijn niet vastgesteld; aangezien eiwitten niet via gal en/of feces worden uitgescheiden is dosisaanpassing niet nodig;
- De veiligheid en werkzaamheid bij kinderen zijn niet vastgesteld.
Overdosering
Symptomen
Er zijn geen dosisgerelateerde of ernstige bijwerkingen gemeld in (tolerantie)onderzoeken bij de mens bij doses van max. 96 mg/kg lichaamsgewicht sugammadex.
Therapie
Sugammadex kan verwijderd worden door hemodialyse met gebruik van een high-fluxfilter, maar niet met een low-fluxfilter. Gegevens uit klinische studies suggereren dat de sugammadex plasmaconcentratie wordt verminderd met max. 70% na een 3–6 uur durende dialysesessie.
Voor meer informatie over een overdosering van sugammadex neem contact op met het Nationaal Vergiftigingen Informatie Centrum.
Overdosering
Er is geen ervaring met overdosering van andexanet α. Er is geen dosisbeperkende toxiciteit waargenomen tijdens klinische onderzoeken.
Neem voor meer informatie over een overdosering met andexanet α contact op met het Nationaal Vergiftigingen Informatie Centrum.
Eigenschappen
Sugammadex is een gemodificeerd γ–cyclodextrine. Het vormt een complex met rocuronium (of vecuronium) in plasma en reduceert daardoor de hoeveelheid neuromusculair blokkerende stof die zich kan binden aan de cholinerge nicotinereceptoren op de motorische eindplaat van de spier. Dit resulteert in de opheffing van de door rocuronium (of vecuronium) geïnduceerde neuromusculaire blokkade. Er is sprake van een duidelijke dosis-respons relatie.
Hersteltijd (T4/T1-ratio tot 0,9):
- Bij standaardopheffing van een diep neuromusculair blok (dosis sugammadex 4 mg/kg) is de mediane hersteltijd ca. 2,7 min bij volwassenen (< 65 jaar).
- Bij standaardopheffing van een matig neuromusculair blok (dosis sugammadex 2 mg/kg) is de mediane hersteltijd bij volwassenen 2,2 min, bij ouderen 65-74 jaar 2,6 min en bij ouderen ≥ 75 jaar 3,6 min.
- Bij onmiddellijke opheffing van een neuromusculair blok (dosis sugammadex 16 mg/kg) is de mediane hersteltijd ca. 1,5 min bij volwassenen (< 65 jaar).
- De hersteltijd kan verlengd zijn bij een verlengde circulatietijd, zoals bij cardiovasculaire aandoeningen, ouderen en oedeemvorming (bv. bij een ernstige leverfunctiestoornis).
Kinetische gegevens
V d | ca. 0,16–0,2 l/kg (volwassenen). |
Metabolisering | sugammadex wordt niet gemetaboliseerd. |
Eliminatie | via urine (vrijwel volledig en ≥ 95% ongewijzigd). |
T 1/2el | bij volwassenen: ca. 2 uur, verlengd bij verminderde nierfunctie: ca. 4 uur bij een lichte nierfunctiestoornis (creatinineklaring 50 ml/min); ca. 6 uur bij een matige nierfunctiestoornis (creatinineklaring 30 ml/min) en ca. 19 uur bij een ernstige nierfunctiestoornis (creatinineklaring 10 ml/min). |
Uitleg afkortingen
F | biologische beschikbaarheid (fractie van de dosis die in de systemische circulatie verschijnt) |
T max | tijdsduur tot maximale bloedspiegel na toediening |
V d | verdelingsvolume (fictief volume waarin een geneesmiddel zich verdeelt over het lichaam) |
T 1/2 | plasmahalfwaardetijd (tijd die nodig is om een bepaalde plasmaconcentratie te halveren) |
T 1/2el | plasmahalfwaardetijd in de eliminatiefase, terminale halfwaardetijd |
Eigenschappen
Andexanet α is een gemodificeerde vorm van humaan factor Xa-eiwit, bereid via DNA-recombinanttechniek in ovariumcellen van Chinese hamsters. Het is een specifiek antidotum voor de direct werkende anticoagulantia apixaban en rivaroxaban. Het bindt met hoge affiniteit aan directe factor Xa-remmers, waardoor deze niet langer beschikbaar zijn om hun antistollingseffecten uit te oefenen. Mogelijk levert remming van de activiteit van ‘tissue factor pathway inhibitor’ (TFPI) door binding aan TFPI, ook een bijdrage aan de werking. Andexanet α bevat geen enzymatische factor Xa–activiteit. Hierdoor is het niet in staat om protrombine te splitsen en te activeren en zich in het protrombinasecomplex te assembleren, waardoor eventuele antistollingseffecten niet op kunnen treden.
De maximale omkering van de anti-factor Xa-activiteit treedt op binnen 2 minuten na voltooiing van de bolustoediening. Bij opvolgende toediening als continue infusie blijft de afgenomen anti-factor Xa-activiteit gehandhaafd. Afhankelijk van de dosering keert de anti-factor Xa-activiteit ca. 2 uur na het einde van een bolus of infusie terug tot het oorspronkelijke niveau en daarboven. Herstel van trombinegeneratie na toediening is dosis- en dosisschema-afhankelijk en hangt niet samen met anti-factor Xa-activiteit na ca. 4 uur.
Kinetische gegevens
V d | (steady-state) 0,13–0,14 l/kg (na bolusinjectie 400 mg resp. 800 mg). |
Metabolisering | waarschijnlijk door endogene proteasen. |
T 1/2el | 3,8–4,2 uur (na bolusinjectie 400 mg resp. 800 mg). |
Uitleg afkortingen
F | biologische beschikbaarheid (fractie van de dosis die in de systemische circulatie verschijnt) |
T max | tijdsduur tot maximale bloedspiegel na toediening |
V d | verdelingsvolume (fictief volume waarin een geneesmiddel zich verdeelt over het lichaam) |
T 1/2 | plasmahalfwaardetijd (tijd die nodig is om een bepaalde plasmaconcentratie te halveren) |
T 1/2el | plasmahalfwaardetijd in de eliminatiefase, terminale halfwaardetijd |
Groepsinformatie
sugammadex hoort bij de groep antidota, overige.
- acetylcysteïne (bij paracetamolintoxicatie) (V03AB23) Vergelijk
- andexanet alfa (V03AB38) Vergelijk
- calciumgluconaat (cutaan) (D11AX03) Vergelijk
- flumazenil (V03AB25) Vergelijk
- fomepizol (V03AB34) Vergelijk
- fysostigmine (V03AD19) Vergelijk
- geactiveerde kool (A07BA01) Vergelijk
- hydroxocobalamine (als antidotum) (V03AB33) Vergelijk
- idarucizumab (V03AB37) Vergelijk
- methylthionine (V03AB17) Vergelijk
- naloxon (V03AB15) Vergelijk
- obidoxim (V03AB13) Vergelijk
- protamine (V03AB14) Vergelijk
Groepsinformatie
andexanet alfa hoort bij de groep antidota, overige.
- acetylcysteïne (bij paracetamolintoxicatie) (V03AB23) Vergelijk
- calciumgluconaat (cutaan) (D11AX03) Vergelijk
- flumazenil (V03AB25) Vergelijk
- fomepizol (V03AB34) Vergelijk
- fysostigmine (V03AD19) Vergelijk
- geactiveerde kool (A07BA01) Vergelijk
- hydroxocobalamine (als antidotum) (V03AB33) Vergelijk
- idarucizumab (V03AB37) Vergelijk
- methylthionine (V03AB17) Vergelijk
- naloxon (V03AB15) Vergelijk
- obidoxim (V03AB13) Vergelijk
- protamine (V03AB14) Vergelijk
- sugammadex (V03AB35) Vergelijk