Samenstelling
Tetmodis AOP Orphan Pharmaceuticals AG
- Toedieningsvorm
- Tablet
- Sterkte
- 25 mg
Xenazine Bausch Health Ireland
- Toedieningsvorm
- Tablet
- Sterkte
- 25 mg
Uitleg symbolen
XGVS | Dit geneesmiddel is niet opgenomen in het geneesmiddelen vergoedings systeem (GVS). |
OTC | 'Over the counter', dit geneesmiddel is een zelfzorgmiddel. |
Bijlage 2 | Aan de vergoeding van dit geneesmiddel zijn bepaalde voorwaarden verbonden, die zijn vermeld op bijlage 2 van de Regeling zorgverzekering. |
Aanvullende monitoring | Dit geneesmiddel is onderworpen aan aanvullende monitoring. Extra aandacht wordt gevraagd voor onverwachte bijwerkingen. Meldt u dit via het meldformulier van het Lareb. |
Samenstelling
Qalsody XGVS Aanvullende monitoring Biogen Netherlands
- Toedieningsvorm
- Injectievloeistof
- Sterkte
- 6,7 mg/ml
- Verpakkingsvorm
- flacon 15 ml
Uitleg symbolen
XGVS | Dit geneesmiddel is niet opgenomen in het geneesmiddelen vergoedings systeem (GVS). |
OTC | 'Over the counter', dit geneesmiddel is een zelfzorgmiddel. |
Bijlage 2 | Aan de vergoeding van dit geneesmiddel zijn bepaalde voorwaarden verbonden, die zijn vermeld op bijlage 2 van de Regeling zorgverzekering. |
Aanvullende monitoring | Dit geneesmiddel is onderworpen aan aanvullende monitoring. Extra aandacht wordt gevraagd voor onverwachte bijwerkingen. Meldt u dit via het meldformulier van het Lareb. |
Advies
Als bij patiënten met chorea, bij de ziekte van Huntington die geen psychose hebben, antipsychotica in lage dosering te veel bijwerkingen geven of onvoldoende werkzaam zijn, kan tetrabenazine worden geprobeerd. Gewezen wordt op de toxiciteit van tetrabenazine.
Advies
Voor dit middel is geen advies vastgesteld.
Indicaties
- Chorea bij de ziekte van Huntington.
Indicaties
ALS, geassocieerd met een mutatie in het superoxidedismutase 1-gen (SOD1-gen).
Gerelateerde informatie
Doseringen
Chorea bij de ziekte van Huntington
Volwassenen
Xenazine: Begindosering 12,5 mg per dag; op geleide van effect en/of bijwerkingen gedurende een periode van 7 weken titreren tot max. 100 mg per dag. De dagelijkse dosis wordt verdeeld over 3 giften. Indien er bij gebruik van 100 mg/dag geen verbetering is opgetreden heeft verdere behandeling geen zin.
Tetmodis: Begindosering 12,5 mg 1–3× per dag; op geleide van effect en/of bijwerkingen om de 3–4 dagen verhogen met 12,5 mg tot max. 200 mg per dag. Indien na 7 dagen met 200 mg/dag geen verbetering is opgetreden heeft verdere behandeling geen zin.
Verminderde nierfunctie: er is geen onderzoek gedaan.
Bij ouderen is er geen onderzoek gedaan.
Doseringen
Vooraf: overweeg sedatie indien nodig.
Volwassenen (incl. ouderen)
Intrathecaal: 100 mg per keer gedurende 1-3 min.; start met 3 oplaaddoses van 100 mg met een tussenperiode van telkens 14 dagen; vervolgens 100 mg als onderhoudsdosis om de 28 dagen.
Vergeten dosis: Bij vergeten van de tweede oplaaddosis deze zo snel mogelijk toedienen en vervolgens de derde oplaaddosis 14 dagen later toedienen. Bij vergeten van de derde oplaaddosis deze zo snel mogelijk toedienen en vervolgens de eerste onderhoudsdosis 28 dagen later toedienen. Bij vergeten van een onderhoudsdosis deze zo snel mogelijk toedienen en vervolgens de volgende onderhoudsdosis 28 dagen later toedienen.
Toediening
- Onverdund, intrathecaal door middel van lumbaalpunctie.
- Vóór toediening ongeveer 10 ml cerebrospinaal vocht (CSV) met een naald voor lumbaalpunctie optrekken.
- Overweeg indien nodig beeldvormende technieken als hulpmiddel bij de intrathecale toediening.
- Controleer de patiënt na injectie voor reacties op de lumbaalpunctie.
Bijwerkingen
Zeer vaak (> 10%): depressie, slaperigheid, parkinsonisme (evenwichtsstoornis), beven, speekselvloed.
Vaak (1-10%): agitatie, angst, slapeloosheid, verwardheid, hypotensie, slikproblemen, misselijkheid, braken diarree, obstipatie.
Soms (0,1-1%): veranderd bewustzijn, ernstige extrapiramidale symptomen, hypothermie.
Zeer zelden (< 0,01%): pneumonie, leukopenie, agressie, woede, suïcidaal gedrag, suïcidepoging, verminderde eetlust, dehydratie, neuroleptisch maligne syndroom, oculogyrische crisis, fotofobie, huiduitslag, jeuk, urticaria, gewichtsafname, vallen, beschadiging van skeletspieren.
Verder zijn gemeld: desoriëntatie, rusteloosheid, slaapstoornis, ataxie, acathisie, dystonie, geheugenverlies, duizeligheid, orthostatische hypotensie, bradycardie, hypertensieve crisis, droge mond, transpiratie, onregelmatige menstruele cyclus, vermoeidheid, zwakte, hypothermie.
Bijwerkingen
Zeer vaak (> 10%): (rug)pijn (66%), artralgie (34%), vermoeidheid (29%), CSV wittebloedceltelling verhoogd (27%), CSV eiwit verhoogd (27%), myalgie, koorts.
Vaak (1-10%): papiloedeem, verhoogde intracraniale druk, neuralgie, aseptische meningitis, radiculitis, myelitis, skeletspierstijfheid.
Verder: bijwerkingen die vaak samengaan met een lumbaalpunctie zijn hoofdpijn, rugpijn, postlumbaalpunctiesyndroom, infectie.
Interacties
Gelijktijdig gebruik met MAO-remmers is gecontra-indiceerd, en gebruik binnen twee weken ervoor of erna wordt afgeraden om het risico van een hypertensieve crisis uit te sluiten.
Combinatie met tricyclische antidepressiva, alcohol, opioïden, β-blokker, antihypertensiva, hypnotica en antipsychotica wordt afgeraden.
De werking van levodopa wordt geremd.
De werking van alcohol en andere centraal dempende stoffen kan worden versterkt.
Gelijktijdig gebruik met antipsychotica kan leiden tot significante dopaminedepletie en controle op parkinsonisme is aangewezen.
Omdat tetrabenazine en zijn metabolieten CYP2D6 kunnen remmen, zijn interacties met middelen (metoprolol, amitryptiline, imipramine, haloperidol, risperidon) die via dit enzym worden omgezet, mogelijk. CYP2D6-remmers (fluoxetine, paroxetine, terbinafine, moclobemide, kinidine) kunnen tot verhoogde plasmaconcentraties van de actieve metaboliet dihydrotetrabenazine leiden.
Wees voorzichtig met middelen die het QTcinterval verlengen (klasse Ia- en III-anti-aritmica, arseentrioxide, chloroquine, chloorpromazine, claritromycine, domperidon, droperidol, erytromycine, haloperidol, methadon, pentamidine, pimozide en sotalol).
Interacties
Interactie met andere intrathecale geneesmiddelen is niet onderzocht.
Interactie met middelen die een interactie vertonen met CYP-gemedieerde metabole routes is niet aannemelijk.
Zwangerschap
Teratogenese: Bij de mens, onvoldoende gegevens. Bij dieren: reproductietoxiciteit.
Advies: Gebruik ontraden.
Vruchtbaarheid: Bij dieren is verlengde cycluslengte en vertraging in vruchtbaarheid waargenomen.
Overig: Een vruchtbare vrouw dient adequate anticonceptieve maatregelen te nemen gedurende de therapie.
Zwangerschap
Teratogenese: Bij de mens geen gegevens. Bij dieren geen aanwijzingen voor schadelijkheid.
Advies: Gebruik ontraden.
Overig: Vrouwen die zwanger kunnen worden, moeten effectieve anticonceptie gebruiken tijdens de behandeling.
Lactatie
Overgang in de moedermelk: Onbekend.
Advies: Het gebruik van dit geneesmiddel of het geven van borstvoeding is gecontra-indiceerd.
Lactatie
Overgang in de moedermelk: Bij de mens onbekend. Ja, bij dieren.
Farmacologisch effect: bij de mens: geen gegevens. Risico voor pasgeborenen/zuigelingen kan niet worden uitgesloten
Advies: Het gebruik van dit geneesmiddel of het geven van borstvoeding ontraden.
Contra-indicaties
- parkinsonisme, hypokinetisch rigide syndroom;
- suïcidaal gedrag in de voorgeschiedenis;
- onbehandelde of niet-effectief behandelde depressie;
- leverfunctiestoornis;
- feochromocytoom;
- prolactine-afhankelijke tumoren (borstkanker, hypofysetumor).
Zie voor meer contra-indicaties de rubrieken Interacties en Lactatie.
Contra-indicaties
Er zijn van dit middel geen klinisch relevante contra-indicaties bekend.
Waarschuwingen en voorzorgen
Wees voorzichtig bij lever- of nierfunctiestoornis, een aangeboren lang QT-syndroom en bij cardiale aritmieën in de anamnese.
Wees voorzichtig bij depressie of suïcdaal gedrag in de anamnese. Monitor patiënten op het optreden van suïcidaal gedrag en instrueer verzorgers dit te melden. Bij optreden van depressie of suïcidaal gedrag, de dosering verlagen en/of antidepressieve behandeling starten; in ernstige gevallen stoppen met tetrabenazine.
Bij vermoeden van neuroleptisch maligne syndroom (symptomen zijn psychische veranderingen, stijfheid, hyperthermie, autonome disfunctie en verhoogde creatinekinasespiegel.) het gebruik staken; bij hernieuwde behandeling na herstel de patiënt intensief monitoren op terugkeer van neuroleptisch maligne syndroom.
Bij optreden van sedatie en parkinsonisme de dosering verlagen.
Bij een klinische verdenking van symptomatische hyperprolactinemie nader laboratoriumonderzoek instellen en staken van de behandeling overwegen.
Onderzoeksgegevens: Tetrabenazine is niet onderzocht bij patiënten met een recente anamnese van myocardinfarct of instabiele hartaandoeningen. Gebruik bij kinderen wordt niet aanbevolen omdat bij deze groep geen specifieke onderzoeken zijn uitgevoerd. Bij ouderen ontbreekt specifiek onderzoek.
Dit middel kan invloed hebben op de rijvaardigheid en het vermogen om machines te bedienen. Raadpleeg ‘Rij Veilig met Medicijnen’ van het IVM.
Waarschuwingen en voorzorgen
Als symptomen van ernstige myelitis, radiculitis en verhoogde intracraniale druk en/of papiloedeem optreden, deze beoordelen en behandelen.
Overweeg vóór toediening van tofersen bloedplaatjes en stolling te testen, omdat na s.c. of i.v.-toediening van antisense-oligonucleotiden (ASO) trombocytopenie en stollingsafwijkingen zijn opgetreden, waaronder acute ernstige trombocytopenie.
Laat een test uitvoeren op eiwit in urine (bij voorkeur op een monster van de eerste ochtendurine), indien dit klinisch is geïndiceerd, omdat na s.c.- of i.v.-toediening van ASO renale toxiciteit is waargenomen. Overweeg bij aanhoudend verhoogde eiwitwaarden in urine verdere evaluatie.
Onderzoekgegevens: Tofersen is niet onderzocht bij patiënten met een nierfunctiestoornis of een leverfunctiestoornis. De veiligheid en werkzaamheid zijn niet vastgesteld bij kinderen < 18 j.
Wijs patiënten die tijdens behandeling een visuele stoornis ontwikkelen erop dat zij geen voertuig mogen besturen of machines mogen bedienen.
Overdosering
Symptomen
Acute dystonie, oligurische crisis, misselijkheid, braken, diarree, hyperhidrose, hypotensie, verwardheid, hallucinaties, hypothermie, sedatie, rubor en tremor.
Therapie
Neem voor meer informatie over een vergiftiging met tetrabenazine contact op met het Nationaal Vergiftigingen Informatie Centrum.
Overdosering
Neem voor informatie over een vergiftiging met tofersen contact op met het Nationaal Vergiftigingen Informatie Centrum.
Eigenschappen
Remt de heropname van monoaminen in de eindblaasjes van de presynaptische centrale neuronen door binding aan de vesiculaire monoamine transporter (VMAT-2). Hierdoor ontstaat depletie van monoaminen zoals dopamine, waardoor hypokinesie optreedt, die de chorea dempt. Het heeft een korte werkingsduur en nauwelijks perifere werking.
Kinetische gegevens
F | is laag (ca. 5%) en onregelmatig; het heeft een groot 'first pass'-effect. |
T max | 1½ uur. |
V d | 0,6 l/kg. |
Metabolisering | voornamelijk via CYP2D6 in voornamelijk het evenzeer actieve α- en β-dihydrotetrabenazine, die zelf ook substraat zijn voor dit enzym. |
Eliminatie | via de urine, als metabolieten (slechts 2% onveranderd). |
T 1/2el | 4–5 uur (α-dihydrotetrabenazine); 2–4 uur (β-dihydrotetrabenazine). |
Uitleg afkortingen
F | biologische beschikbaarheid (fractie van de dosis die in de systemische circulatie verschijnt) |
T max | tijdsduur tot maximale bloedspiegel na toediening |
V d | verdelingsvolume (fictief volume waarin een geneesmiddel zich verdeelt over het lichaam) |
T 1/2 | plasmahalfwaardetijd (tijd die nodig is om een bepaalde plasmaconcentratie te halveren) |
T 1/2el | plasmahalfwaardetijd in de eliminatiefase, terminale halfwaardetijd |
Eigenschappen
Antisense-oligonucleotide (ASO) dat de genexpressie van SOD1-ALS kan remmen. Mutaties in het SOD1-gen leiden tot accumulatie van een toxische vorm van het SOD1-eiwit. Tofersen is complementair aan een deel van de 3' UTR (niet-coderend gebied aan het 3'-uiteinde) van het mRNA voor humaan SOD1 en bindt aan het overeenkomstige mRNA via hybridisatie. Dit leidt tot RNase-H-gemedieerde degradatie van het mRNA voor SOD1, waardoor de synthese van de hoeveelheid SOD1-eiwit vermindert.
Tofersen is geregistreerd als weesgeneesmiddel onder ‘uitzonderlijke voorwaarden'; vanwege de zeldzaamheid van de ziekte was het niet mogelijk om volledige informatie over dit geneesmiddel te verkrijgen.
Kinetische gegevens
Resorptie | na intrathecale toediening is er uitbebreide distributie in weefsels van het centraal zenuwstelsel (CZS). Vanuit het CZS gaat tofersen snel over naar de systemische circulatie. |
T max | 2-6 uur. |
V d | 0,58-0,72 l/kg. |
Eiwitbinding | ≥ 98% |
Metabolisering | door exonuclease (3'- en 5')-gemedieerde hydrolyse. |
Eliminatie | primair met de urine (onveranderd en als metabolieten). |
T 1/2el | niet gemeten bij de mens; bij apen 31-40 dagen (in csz weefsel) |
Uitleg afkortingen
F | biologische beschikbaarheid (fractie van de dosis die in de systemische circulatie verschijnt) |
T max | tijdsduur tot maximale bloedspiegel na toediening |
V d | verdelingsvolume (fictief volume waarin een geneesmiddel zich verdeelt over het lichaam) |
T 1/2 | plasmahalfwaardetijd (tijd die nodig is om een bepaalde plasmaconcentratie te halveren) |
T 1/2el | plasmahalfwaardetijd in de eliminatiefase, terminale halfwaardetijd |
Groepsinformatie
tetrabenazine hoort bij de groep middelen voor het zenuwstelsel, overige.
Groepsinformatie
tofersen hoort bij de groep middelen voor het zenuwstelsel, overige.