Samenstelling
Qalsody XGVS Aanvullende monitoring Biogen Netherlands
- Toedieningsvorm
- Injectievloeistof
- Sterkte
- 6,7 mg/ml
- Verpakkingsvorm
- flacon 15 ml
Uitleg symbolen
XGVS | Dit geneesmiddel is niet opgenomen in het geneesmiddelen vergoedings systeem (GVS). |
OTC | 'Over the counter', dit geneesmiddel is een zelfzorgmiddel. |
Bijlage 2 | Aan de vergoeding van dit geneesmiddel zijn bepaalde voorwaarden verbonden, die zijn vermeld op bijlage 2 van de Regeling zorgverzekering. |
Aanvullende monitoring | Dit geneesmiddel is onderworpen aan aanvullende monitoring. Extra aandacht wordt gevraagd voor onverwachte bijwerkingen. Meldt u dit via het meldformulier van het Lareb. |
Samenstelling
Vyndaqel
(meglumine)
Bijlage 2
Aanvullende monitoring
Pfizer bv
- Toedieningsvorm
- Capsule
- Sterkte
- 20 mg
Vyndaqel
gemicroniseerd
Bijlage 2
Aanvullende monitoring
Pfizer bv
- Toedieningsvorm
- Capsule
- Sterkte
- 61 mg
Uitleg symbolen
XGVS | Dit geneesmiddel is niet opgenomen in het geneesmiddelen vergoedings systeem (GVS). |
OTC | 'Over the counter', dit geneesmiddel is een zelfzorgmiddel. |
Bijlage 2 | Aan de vergoeding van dit geneesmiddel zijn bepaalde voorwaarden verbonden, die zijn vermeld op bijlage 2 van de Regeling zorgverzekering. |
Aanvullende monitoring | Dit geneesmiddel is onderworpen aan aanvullende monitoring. Extra aandacht wordt gevraagd voor onverwachte bijwerkingen. Meldt u dit via het meldformulier van het Lareb. |
Advies
Voor dit middel is geen advies vastgesteld.
Advies
In gerandomiseerd dubbelblind klinisch onderzoek is aangetoond dat 20 mg tafamidismeglumine superieur is aan placebo bij de behandeling van volwassen patiënten met systemische transthyretine-amyloïdose en stadium 1 symptomatische polyneuropathie om perifere neurologische stoornissen te vertragen. Tafamidismeglumine vertraagt de ziekteprogressie en is geen alternatief voor een levertransplantatie.
Bij de behandeling van wild-type of erfelijke transthyretineamyloïdose bij volwassen patiënten met cardiomyopathie ATTR-CM én NYHA-klasse I of II is in de studie aangetoond dat tafamidismeglumine 80 mg (overeenkomend met 61 mg tafamidis vrije zuur) geassocieerd is met een lagere kans op sterfte en een betere kwaliteit van leven in vergelijking met placebo. Een behandeling die naar verwachting korter zal duren dan 6 maanden is weinig zinvol, de gunstige effecten kunnen pas worden gemeten na 6–18 maanden. Bij patiënten die ondanks een optimale behandeling met standaardtherapie NYHA-klasse III hebben, gaat het toepassen van tafamidis in de studie gepaard met een hogere kans op cardiovasculair gerelateerde ziekenhuisopname in vergelijking met placebo.
Aan de vergoeding van tafamidis zijn voorwaarden verbonden, zie Regeling zorgverzekering, bijlage 2.
Indicaties
ALS, geassocieerd met een mutatie in het superoxidedismutase 1-gen (SOD1-gen).
Gerelateerde informatie
Indicaties
'20 mg'
- Behandeling van transthyretine-amyloïdose bij volwassenen met een stadium 1 symptomatische polyneuropathie om de progressie van perifere neurologische stoornissen te vertragen.
'61 mg'
- Behandeling van wild-type of erfelijke transthyretineamyloïdose bij volwassen patiënten met cardiomyopathie (ATTR-CM).
Doseringen
Vooraf: overweeg sedatie indien nodig.
Volwassenen (incl. ouderen)
Intrathecaal: 100 mg per keer gedurende 1-3 min.; start met 3 oplaaddoses van 100 mg met een tussenperiode van telkens 14 dagen; vervolgens 100 mg als onderhoudsdosis om de 28 dagen.
Vergeten dosis: Bij vergeten van de tweede oplaaddosis deze zo snel mogelijk toedienen en vervolgens de derde oplaaddosis 14 dagen later toedienen. Bij vergeten van de derde oplaaddosis deze zo snel mogelijk toedienen en vervolgens de eerste onderhoudsdosis 28 dagen later toedienen. Bij vergeten van een onderhoudsdosis deze zo snel mogelijk toedienen en vervolgens de volgende onderhoudsdosis 28 dagen later toedienen.
Toediening
- Onverdund, intrathecaal door middel van lumbaalpunctie.
- Vóór toediening ongeveer 10 ml cerebrospinaal vocht (CSV) met een naald voor lumbaalpunctie optrekken.
- Overweeg indien nodig beeldvormende technieken als hulpmiddel bij de intrathecale toediening.
- Controleer de patiënt na injectie voor reacties op de lumbaalpunctie.
Doseringen
Let op: Tafamidis 61 mg komt overeen met 80 mg tafamidismeglumine; tafamidis en tafamidismeglumine zijn niet onderling uitwisselbaar op basis van de hoeveelheid mg.
Symptomatische polyneuropathie in stadium 1 bij transthyretine-amyloïdose
Volwassenen (incl. ouderen)
20 mg 1×/dag, toevoegen aan de standaardbehandeling.
Cardiomyopathie bij wild-type of erfelijke transthyretineamyloïdose
Volwassenen (incl. ouderen)
61 mg 1×/dag; start zo vroeg mogelijk in het verloop van de ziekte. Heroverweeg voortzetten van de behandeling bij progressie van de hartschade, zoals bij NYHA-klasse III. Bij NYHA-klasse IV zijn er relatief weinig klinische gegevens.
Verminderde nier- en leverfunctie: Bij nierfunctiestoornis en lichte tot matige leverfunctiestoornis is een dosisaanpassing niet nodig. Er zijn geen tot relatief weinig gegevens bij ernstige leverfunctiestoornis, wees daarom voorzichtig.
Bij braken kort na inname een extra dosis innemen, indien de intacte capsule is aangetroffen in het braaksel.
Toediening: De capsule heel doorslikken. Innemen mag met en zonder voedsel.
Bijwerkingen
Zeer vaak (> 10%): (rug)pijn (66%), artralgie (34%), vermoeidheid (29%), CSV wittebloedceltelling verhoogd (27%), CSV eiwit verhoogd (27%), myalgie, koorts.
Vaak (1-10%): papiloedeem, verhoogde intracraniale druk, neuralgie, aseptische meningitis, radiculitis, myelitis, skeletspierstijfheid.
Verder: bijwerkingen die vaak samengaan met een lumbaalpunctie zijn hoofdpijn, rugpijn, postlumbaalpunctiesyndroom, infectie.
Bijwerkingen
20 mg tafamidismeglumine (polyneuropathie): Zeer vaak (≥ 10%): urineweginfectie. Diarree, pijn in de bovenbuik.
80 mg tafamidismeglumine (cardiomyopathie): De bijwerkingenfrequentie was over het algemeen vergelijkbaar met placebo; bijwerkingen vaker gemeld dan met placebo: flatulentie, leverfunctietestwaarden verhoogd.
61 mg tafamidis (cardiomyopathie): Vaak (1-10%): diarree, huiduitslag, jeuk.
Interacties
Interactie met andere intrathecale geneesmiddelen is niet onderzocht.
Interactie met middelen die een interactie vertonen met CYP-gemedieerde metabole routes is niet aannemelijk.
Interacties
Tafamidis remt het efflux-transporter BCRP (borstkankerresistent eiwit) met IC50 = 1,16 micromol/l, en kan interacties geven met substraten van dit transportsysteem, zoals methotrexaat, rosuvastatine en imatinib; meerdere doses tafamidis 61 mg verhoogde de blootstelling van rosuvastatine met ca. een factor 2.
Tafamidis remt de opnametransporters OAT1 en OAT3 (organisch aniontransporters) met respectievelijk IC50 = 2,9 micromol/l en 2,36 micromol/l en kan interacties veroorzaken met substraten van deze transporters, zoals bumetanide, furosemide, lamivudine, methotrexaat, oseltamivir, tenofovir, ganciclovir, zidovudine en zalcitabine; op grond van in-vitro gegevens gaat het hier waarschijnlijk om niet-klinisch relevante interacties.
Het kan de serumconcentratie van totaal thyroxine verlagen, zonder verandering van vrij thyroxine (T4) en schildklier-stimulerend hormoon (TSH) en zonder klinische bevinding passend bij schildklierdisfunctie.
Hulpstoffen: Sorbitol in de capsule kan de biologische beschikbaarheid van andere oraal toegediende geneesmiddelen beïnvloeden.
Zwangerschap
Teratogenese: Bij de mens geen gegevens. Bij dieren geen aanwijzingen voor schadelijkheid.
Advies: Gebruik ontraden.
Overig: Vrouwen die zwanger kunnen worden, moeten effectieve anticonceptie gebruiken tijdens de behandeling.
Zwangerschap
Teratogenese: Bij de mens, onvoldoende gegevens. Bij dieren schadelijk gebleken.
Advies: Gebruik ontraden.
Overig: Een vruchtbare vrouw dient adequate anticonceptieve maatregelen te nemen tijdens en gedurende 1 maand na de behandeling.
Lactatie
Overgang in de moedermelk: Bij de mens onbekend. Ja, bij dieren.
Farmacologisch effect: bij de mens: geen gegevens. Risico voor pasgeborenen/zuigelingen kan niet worden uitgesloten
Advies: Het gebruik van dit geneesmiddel of het geven van borstvoeding ontraden.
Lactatie
Overgang in de moedermelk: Onbekend. Ja, bij dieren.
Advies: Het gebruik óf het geven van borstvoeding ontraden.
Contra-indicaties
Er zijn van dit middel geen klinisch relevante contra-indicaties bekend.
Contra-indicaties
Er zijn van dit middel geen contra-indicaties bekend.
Waarschuwingen en voorzorgen
Als symptomen van ernstige myelitis, radiculitis en verhoogde intracraniale druk en/of papiloedeem optreden, deze beoordelen en behandelen.
Overweeg vóór toediening van tofersen bloedplaatjes en stolling te testen, omdat na s.c. of i.v.-toediening van antisense-oligonucleotiden (ASO) trombocytopenie en stollingsafwijkingen zijn opgetreden, waaronder acute ernstige trombocytopenie.
Laat een test uitvoeren op eiwit in urine (bij voorkeur op een monster van de eerste ochtendurine), indien dit klinisch is geïndiceerd, omdat na s.c.- of i.v.-toediening van ASO renale toxiciteit is waargenomen. Overweeg bij aanhoudend verhoogde eiwitwaarden in urine verdere evaluatie.
Onderzoekgegevens: Tofersen is niet onderzocht bij patiënten met een nierfunctiestoornis of een leverfunctiestoornis. De veiligheid en werkzaamheid zijn niet vastgesteld bij kinderen < 18 j.
Wijs patiënten die tijdens behandeling een visuele stoornis ontwikkelen erop dat zij geen voertuig mogen besturen of machines mogen bedienen.
Waarschuwingen en voorzorgen
Staak de behandeling na een lever- of orgaantransplantatie, omdat hierover geen gegevens bekend zijn.
Overdosering
Neem voor informatie over een vergiftiging met tofersen contact op met het Nationaal Vergiftigingen Informatie Centrum.
Overdosering
Voor informatie over een vergiftiging met tafamidis neem contact op met het Nationaal Vergiftigingen Informatie Centrum.
Eigenschappen
Antisense-oligonucleotide (ASO) dat de genexpressie van SOD1-ALS kan remmen. Mutaties in het SOD1-gen leiden tot accumulatie van een toxische vorm van het SOD1-eiwit. Tofersen is complementair aan een deel van de 3' UTR (niet-coderend gebied aan het 3'-uiteinde) van het mRNA voor humaan SOD1 en bindt aan het overeenkomstige mRNA via hybridisatie. Dit leidt tot RNase-H-gemedieerde degradatie van het mRNA voor SOD1, waardoor de synthese van de hoeveelheid SOD1-eiwit vermindert.
Tofersen is geregistreerd als weesgeneesmiddel onder ‘uitzonderlijke voorwaarden'; vanwege de zeldzaamheid van de ziekte was het niet mogelijk om volledige informatie over dit geneesmiddel te verkrijgen.
Kinetische gegevens
Resorptie | na intrathecale toediening is er uitbebreide distributie in weefsels van het centraal zenuwstelsel (CZS). Vanuit het CZS gaat tofersen snel over naar de systemische circulatie. |
T max | 2-6 uur. |
V d | 0,58-0,72 l/kg. |
Eiwitbinding | ≥ 98% |
Metabolisering | door exonuclease (3'- en 5')-gemedieerde hydrolyse. |
Eliminatie | primair met de urine (onveranderd en als metabolieten). |
T 1/2el | niet gemeten bij de mens; bij apen 31-40 dagen (in csz weefsel) |
Uitleg afkortingen
F | biologische beschikbaarheid (fractie van de dosis die in de systemische circulatie verschijnt) |
T max | tijdsduur tot maximale bloedspiegel na toediening |
V d | verdelingsvolume (fictief volume waarin een geneesmiddel zich verdeelt over het lichaam) |
T 1/2 | plasmahalfwaardetijd (tijd die nodig is om een bepaalde plasmaconcentratie te halveren) |
T 1/2el | plasmahalfwaardetijd in de eliminatiefase, terminale halfwaardetijd |
Eigenschappen
Selectieve stabilisator van transthyretine (TTR). Het bindt zich aan transthyretine op thyroxinebindingsplaatsen en stabiliseert zo het tetrameer, waardoor splitsing tot monomeren wordt vertraagd. Hierdoor wordt waarschijnlijk de ziekteprogressie vertraagd.
Kinetische gegevens
T max | (2–)4 uur (nuchter). |
V d | ca. 0,23 l/kg (20 mg); 0,26 l/kg (61 mg). |
Eiwitbinding | > 99% (TTR). |
Metabolisering | waarschijnlijk via glucuronidering. |
Eliminatie | ca. 59% met de feces, ca. 22% met de urine. |
T 1/2el | 49 uur. |
F | De relatieve biologische beschikbaarheid van tafamidis 61 mg is vergelijkbaar met tafamidismeglumine 80 mg bij steady state. Tafamidis en tafamidismeglumine zijn niet onderling uitwisselbaar op basis van de hoeveelheid mg. |
Uitleg afkortingen
F | biologische beschikbaarheid (fractie van de dosis die in de systemische circulatie verschijnt) |
T max | tijdsduur tot maximale bloedspiegel na toediening |
V d | verdelingsvolume (fictief volume waarin een geneesmiddel zich verdeelt over het lichaam) |
T 1/2 | plasmahalfwaardetijd (tijd die nodig is om een bepaalde plasmaconcentratie te halveren) |
T 1/2el | plasmahalfwaardetijd in de eliminatiefase, terminale halfwaardetijd |
Groepsinformatie
tofersen hoort bij de groep middelen voor het zenuwstelsel, overige.
Groepsinformatie
tafamidis hoort bij de groep middelen voor het zenuwstelsel, overige.