Samenstelling

Zie voor hulpstoffen de productinformatie van CBG/EMA of raadpleeg een apotheker.

Detrusitol (l-tartraat) Viatris Netherlands bv

Toedieningsvorm
Capsule met gereguleerde afgifte 'SR'
Sterkte
2 mg, 4 mg
Toedieningsvorm
Tablet, omhuld
Sterkte
1 mg, 2 mg

Tolterodine (l-tartraat) Diverse fabrikanten

Toedieningsvorm
Capsule met gereguleerde afgifte
Sterkte
2 mg, 4 mg
Toedieningsvorm
Tablet, omhuld
Sterkte
1 mg, 2 mg

Uitleg symbolen

XGVS Dit geneesmiddel is niet opgenomen in het geneesmiddelen vergoedings systeem (GVS).
OTC 'Over the counter', dit geneesmiddel is een zelfzorgmiddel.
Bijlage 2 Aan de vergoeding van dit geneesmiddel zijn bepaalde voorwaarden verbonden, die zijn vermeld op bijlage 2 van de Regeling zorgverzekering.
Aanvullende monitoring Dit geneesmiddel is onderworpen aan aanvullende monitoring. Extra aandacht wordt gevraagd voor onverwachte bijwerkingen. Meldt u dit via het meldformulier van het Lareb.

Advies

Bij urgency-incontinentie (aandrangincontinentie) is blaastraining eerste keus. Indien deze onvoldoende effect heeft, ondersteun dan de behandeling met een orale muscarineantagonist met gereguleerde afgifte en/of eenmaaldaagse dosering (darifenacine, fesoterodine, solifenacine, tolterodine). Overweeg bij een onacceptabele droge mond als bijwerking een oxybutyninepleister. Overweeg mirabegron bij contra-indicaties voor of onvoldoende effect van een muscarineantagonist. Stop de medicatie en overweeg verwijzing naar de tweedelijnszorg bij uitblijven van verbetering.

De begeleiding van mannen met aspecifieke mictieklachten, 'lower urinary tract symptoms' (LUTS), bestaat uit uitleg en niet-medicamenteuze adviezen. Het effect van medicamenteuze behandeling bij aspecifieke mictieklachten bij mannen, is zeer beperkt en meestal niet klinisch relevant. Dit komt waarschijnlijk doordat het werkingsmechanisme alleen gericht is op de prostaat- of blaasfunctie, terwijl de klachten vaak een multifactoriële oorzaak hebben. Overweeg medicatie alleen wanneer een niet-medicamenteuze behandeling onvoldoende helpt en de patiënt veel klachten heeft. Overweeg een muscarineantagonist bij hinderlijke urgency als belangrijkste klacht, of mirabegron bij contra-indicaties of onvoldoende effect.

Indicaties

  • Symptomatische behandeling van verhoogde aandrang, frequente mictie en/of urgency-incontinentie, zoals kan voorkomen bij het overactieve blaassyndroom.

Gerelateerde informatie

Doseringen

Ondanks verschillen in farmacokinetiek tussen ultra-rapid en poor metabolizers (CYP2D6) is de klinische respons op eenzelfde dosering tolterodine bij beide typen patiënten gelijk.

Klap alles open Klap alles dicht

Verhoogde aandrang, frequente mictie en/of urgency-incontinentie

Volwassenen (incl. ouderen)

Aanbevolen dosering: 2 mg 2×/dag of 4 mg capsule met gereguleerde afgifte (mga) 1×/dag. Bij hinderlijke bijwerkingen: 1 mg 2×/dag of 2 mg capsule mga 1×/dag. Na 2–3 maanden de noodzaak van verdere behandeling evalueren.

Bij gestoorde lever- of ernstige gestoorde nierfunctie (≤ 30 ml/min): 1 mg 2×/dag of 2 mg capsule mga 1×/dag.

Toediening: de capsule mga heel doorslikken.

Bijwerkingen

Zeer vaak (> 10%): droge mond. Hoofdpijn.

Vaak (1-10%): hartkloppingen. (Draai-)duizeligheid, paresthesie, slaperigheid, vermoeidheid. Droge huid. Droge ogen, visusstoornis, accommodatiestoornis. Dyspepsie, braken, buikpijn, obstipatie, diarree, flatulentie. Dysurie, urineretentie. Sinusitis, bronchitis. Perifeer oedeem. Gewichtstoename. Pijn op de borst.

Soms (0,1-1%): tachycardie, aritmie, hartfalen. Nervositeit, geheugenverlies, toename van dementie. Gastro-oesofageale reflux. Overgevoeligheid.

Verder zijn gemeld: anafylactische reacties waaronder angio-oedeem. (Overmatig) blozen. Verwardheid, hallucinaties, desoriëntatie.

Bij gebruik van de capsule met gereguleerde afgifte komen sommige bijwerkingen met een lagere frequentie voor.

Interacties

Vooral bij poor CYP2D6-metabolizers voorzichtig zijn bij de combinatie met sterke CYP3A4-remmers (o.a. erytromycine, claritromycine; ketoconazol, itraconazol, miconazol; HIV-proteaseremmers).

Verder voorzichtig zijn bij de combinatie met geneesmiddelen die het QT-interval verlengen (o.a. kinidine, disopyramide, sotalol, tricyclische antidepressiva, sommige antipsychotica, macrolide antibiotica, fluorchinolonen, enkele antimycotica).

Bij gelijktijdig gebruik met andere middelen met een parasympathicolytische werking kan additie van anticholinerge effecten optreden.

Tolterodine vermindert het effect van middelen die de motiliteit van het maag-darmkanaal bevorderen (zoals metoclopramide).

Het effect van tolterodine wordt verminderd door parasympathicomimetica.

Zwangerschap

Teratogenese: Bij de mens, onvoldoende gegevens. Bij dieren aanwijzingen voor schadelijkheid.

Advies: Gebruik ontraden.

Lactatie

Overgang in de moedermelk: Onbekend.

Advies: Het gebruik van dit geneesmiddel of het geven van borstvoeding ontraden.

Contra-indicaties

  • urineretentie;
  • ernstige colitis ulcerosa, toxisch megacolon;
  • myasthenia gravis;
  • onvoldoende gereguleerd nauwe-kamerhoekglaucoom.

Waarschuwingen en voorzorgen

Voorzichtig zijn bij significante obstructie van de urinewegen of van het maag-darmkanaal; tevens bij autonome neuropathie, hiatus hernia, nier- of leverinsufficiëntie.

Ook voorzichtig zijn bij risicofactoren voor QT-verlenging (zoals bradycardie, hypokaliëmie, hypocalciëmie, hypomagnesiëmie, comedicatie met geneesmiddelen die QT-interval verlengen, congenitale of verworven QT-verlenging) en relevante bestaande hartaandoeningen (zoals aritmie, myocardiale ischemie, hartfalen).

Herken het optreden van cognitieve stoornissen als een bijwerking van anticholinergica en voorkom een voorschrijfcascade.

De werkzaamheid van tolterodine bij kinderen is niet aangetoond.

Dit middel kan invloed hebben op de rijvaardigheid en het vermogen om machines te bedienen. Raadpleeg ‘Rij Veilig met Medicijnen’ van het IVM.

Overdosering

Symptomen

afhankelijk van de ernst: accommodatiestoornissen, mictiestoornissen, tachycardie, respiratoire insufficiëntie, centraal anticholinerge effecten (ernstige opwinding, hallucinaties), convulsies. Verder zijn stoornissen door verlenging van het QT-interval mogelijk.

Therapie

indien nog zinvol maagspoelen en actieve kool toedienen. Tachycardie behandelen met een β-blokker, urineretentie met katheterisatie, uitgesproken opwinding of convulsie met een benzodiazepine en ernstige centraal anticholinerge effecten met fysostigmine.

Voor meer informatie over een vergiftiging met tolterodine neem (telefonisch) contact op met het Nationaal Vergiftigingen Informatie Centrum (er is geen monografie).

Eigenschappen

Tolterodine is een competitieve cholinerge receptorantagonist met selectiviteit voor de blaas. Het vergroot de capaciteit van de blaas, vertraagt de eerste aandrang tot urineren en vermindert de mictiefrequentie bij een hyperactieve blaas. Werking: binnen vier weken.

Kinetische gegevens

Resorptie snel.
F ultra-rapid metabolizer 17%, poor metabolizer 65%.
T max 1–3 uur (tablet), 2–6 uur (capsule).
V d 1,6 l/kg.
Metabolisering in de lever, bij ultra-rapid metabolizers door CYP2D6 tot o.a. het even actieve 5-hydroxymethyltolterodine, bij poor metabolizers door CYP3A4 tot inactieve metabolieten.
Eliminatie vnl. met de urine als metabolieten.
T 1/2el tablet: 2–3 uur , capsule 6 uur bij ultra-rapid metabolizers. Bij poor metabolizers tablet en capsule 10 uur.

Uitleg afkortingen

F biologische beschikbaarheid (fractie van de dosis die in de systemische circulatie verschijnt)
T max tijdsduur tot maximale bloedspiegel na toediening
V d verdelingsvolume (fictief volume waarin een geneesmiddel zich verdeelt over het lichaam)
T 1/2 plasmahalfwaardetijd (tijd die nodig is om een bepaalde plasmaconcentratie te halveren)
T 1/2el plasmahalfwaardetijd in de eliminatiefase, terminale halfwaardetijd