Samenstelling
Urokinase XGVS Diverse fabrikanten
- Toedieningsvorm
- Poeder voor infusievloeistof
- Sterkte
- 100.000 IE, 250.000 IE, 500.000 IE
Uitleg symbolen
XGVS | Dit geneesmiddel is niet opgenomen in het geneesmiddelen vergoedings systeem (GVS). |
OTC | 'Over the counter', dit geneesmiddel is een zelfzorgmiddel. |
Bijlage 2 | Aan de vergoeding van dit geneesmiddel zijn bepaalde voorwaarden verbonden, die zijn vermeld op bijlage 2 van de Regeling zorgverzekering. |
Aanvullende monitoring | Dit geneesmiddel is onderworpen aan aanvullende monitoring. Extra aandacht wordt gevraagd voor onverwachte bijwerkingen. Meldt u dit via het meldformulier van het Lareb. |
Samenstelling
Actilyse (= weefselplasminogeenactivator, rtPA) Boehringer Ingelheim bv
- Toedieningsvorm
- Poeder voor infusievloeistof
- Sterkte
- 20 mg
- Verpakkingsvorm
- flacon, met solvens van 20 ml
20 mg komt overeen met 11,6 miljoen IE.
- Toedieningsvorm
- Poeder voor infusievloeistof
- Sterkte
- 50 mg
- Verpakkingsvorm
- flacon, met solvens van 50 ml
50 mg komt overeen met 29 miljoen IE.
Uitleg symbolen
XGVS | Dit geneesmiddel is niet opgenomen in het geneesmiddelen vergoedings systeem (GVS). |
OTC | 'Over the counter', dit geneesmiddel is een zelfzorgmiddel. |
Bijlage 2 | Aan de vergoeding van dit geneesmiddel zijn bepaalde voorwaarden verbonden, die zijn vermeld op bijlage 2 van de Regeling zorgverzekering. |
Aanvullende monitoring | Dit geneesmiddel is onderworpen aan aanvullende monitoring. Extra aandacht wordt gevraagd voor onverwachte bijwerkingen. Meldt u dit via het meldformulier van het Lareb. |
Advies
Behandel een veneuze trombo-embolie (diepveneuze trombo-embolie of longembolie) initieel met een direct-werkend oraal anticoagulans (DOAC) (voorkeur) of met de combinatie van een laagmoleculairgewicht heparine (LMWH) en een vitamine K-antagonist (VKA), gevolgd door een onderhoudsbehandeling met een DOAC resp. een VKA. De behandelduur is minimaal 3 maanden, en hangt o.a. af van of er sprake is van een uitlokkende factor of een recidief, en het bloedingsrisico. Bij een levensbedreigende longembolie of bij phlegmasia caerulea dolens kan trombolyse worden toegepast.
Advies
Let op: de ESC Guidelines for the management of acute coronary syndromes (2023) worden verwerkt nadat de NVvC hun aanbevelingen voor de Nederlandse situatie hebben uitgebracht.
Geef bij vermoeden van een acuut coronair syndroom (ACS), als pijnbestrijding in de acute fase, nitroglycerine oromucosaal of isosorbidedinitraat sublinguaal. Geef bij een contra-indicatie of aanhoudende matige tot ernstige pijn morfine i.v. of fentanyl i.v. of intranasaal. Start bij STEMI zo snel mogelijk dubbele trombocytenaggregatieremming (DAPT), bij voorkeur binnen 24 uur na het ontstaan van klachten. Een STEMI wordt verder behandeld met reperfusie door percutane coronaire interventie (PCI). Geef peri-procedureel een parenteraal anticoagulans. Bij een NSTEMI (incl. IAP) wordt eerst aanvullend onderzoek en een risicoanalyse verricht. DAPT kan direct na het stellen van de diagnose worden gestart. Bij mogelijkheid tot een coronairangiogram binnen 24 uur kan ook worden volstaan met enkelvoudige trombocytenaggregatieremming.
Behandel een veneuze trombo-embolie (diepveneuze trombo-embolie of longembolie) initieel met een direct-werkend oraal anticoagulans (DOAC) (voorkeur) of met de combinatie van een laagmoleculairgewicht heparine (LMWH) en een vitamine K-antagonist (VKA), gevolgd door een onderhoudsbehandeling met een DOAC resp. een VKA. De behandelduur is minimaal 3 maanden, en hangt o.a. af van of er sprake is van een uitlokkende factor of een recidief, en het bloedingsrisico. Bij een levensbedreigende longembolie of bij phlegmasia caerulea dolens kan trombolyse worden toegepast.
Indicaties
- Acute vaatocclusies door trombose of embolie bij:
- uitgebreide acute proximale diepveneuze trombose;
- acute ernstige longembolie;
- acute perifere arteriële occlusie met dreigende ischemie van de ledematen;
- getromboseerde katheters en canules.
Gerelateerde informatie
Indicaties
- Acuut myocardinfarct;
- Acute massale longembolie met een instabiele hemodynamiek;
- Acuut niet-hemorragisch herseninfarct, indien een intracraniële bloeding is uitgesloten.
Gerelateerde informatie
Doseringen
Een verlenging van de trombinetijd tot 3–5× de norm wordt optimaal geacht voor een adequaat effect. Bepaal verder de gebruikelijke stollingsparameters om op geleide hiervan de dosering vast te stellen.
Diepveneuze trombose
Volwassenen (incl. ouderen)
I.v. als infusie: 4400 IE/kg lichaamsgewicht opgelost in 15 ml oplosmiddel en geïnfundeerd in een perifere ader in 10 min. Dit gevolgd door 4400 IE/kg per uur gedurende 12–24 uur.
Longembolie
Volwassenen (incl. ouderen)
I.v. als infusie: 4400 IE/kg lichaamsgewicht opgelost in 15 ml oplosmiddel en geïnfundeerd in een perifere ader in 10 min. Dit gevolgd door 4400 IE/kg per uur gedurende 12 uur.
In de longslagader (als alternatief): bolusinjectie van 15.000 IE/kg; deze injectie met tussenpozen van 24 uur tot 2 keer herhalen. De dosering van de vervolginjecties eventueel aanpassen op basis van de resulterende plasma-fibrinogeenconcentratie die door de vorige injectie is geproduceerd.
Perifere arteriële occlusie
Volwassenen (incl. ouderen)
Intra-arterieel: infundeer een oplossing van 2000 IE/ml (500.000 IE urokinase opgelost in 250 ml oplosmiddel) in het stolsel onder angiografische monitoring. Zo nodig angiografie herhalen, aanbevolen infusiesnelheid 4000 IE/min (= 240.000 IE/uur) gedurende 2 uur. Vervolgens kathether naar voren bewegen in het geoccludeerde segment van het bloedvat en urokinase opnieuw toedienen met een infusiesnelheid van 4000 IE/min (= 240.000 IE/uur) gedurende 2 uur. Als er geen doorstroming in het bloedvat is bereikt, dit proces tot 4 keer herhalen. Zodra er een kanaal door het geblokkeerde segment is gecreëerd, de katheter terugtrekken tot deze proximaal van het resterende stolsel ligt; de infusie voortzetten met een infusiesnelheid van 1000 IE/min (= 60.000 IE/uur) tot het stolsel volledig opgelost is. In het algemeen is een dosis van 500.000 IE gedurende 8 uur voldoende. Als de lengte van het stolsel met ≤ 25% is afgenomen na de eerste dosis van 500.000 IE en bij verdere verlagingen van 10% bij daaropvolgende infusies van 500.000 IE overwegen de behandeling met urokinase te staken.
Getromboseerde intravasculaire katheters en canules
Volwassenen (incl. ouderen) en kinderen
Lokale instillatie: los 5000–25.000 IE urokinase op in voldoende volume aan NaCl 0,9% (het volume dat nodig is om het lumen van de katheter of canule volledig te vullen) en vergrendel dit na instillatie gedurende 20–60 minuten. Na 20–60 min het lysaat afzuigen en zo nodig deze procedure herhalen. Alternatief: infusie van urokinase met een concentratie van 1000–2500 IE/ml; toedienen in de katheter of canule gedurende 90–180 min; gebruik maximaal 250.000 IE.
Verminderde nier– en/of leverfunctie dosisverlaging kan noodzakelijk zijn. Pas de urokinasedosis aan op basis van een minimale fibrinogeenwaarde van 1,0 g/liter.
Toediening: Het poeder reconstitueren in NaCl 0,9%, niet in glucose-oplossing vanwege een verminderde werkzaamheid.
Doseringen
De behandeling zo spoedig mogelijk na optreden van de symptomen beginnen. Na reconstitutie van het poeder kan de verkregen oplossing (van 1 mg/ml óf 2 mg/ml) zo nodig verder worden verdund tot niet minder dan 0,2 mg/ml met een steriele NaCl-oplossing (0,9%).
Acuut myocardinfarct
Volwassenen
Bij start van de behandeling binnen 6 uur na optreden van de symptomen: Bij lichaamsgewicht ≥ 65 kg: 15 mg als i.v. bolus, onmiddellijk gevolgd door 50 mg als i.v. infusie met een constante snelheid gedurende de eerste 30 min, onmiddellijk gevolgd door i.v. infusie van 35 mg met een constante snelheid gedurende 60 min tot daarmee de totale maximale dosis van 100 mg is bereikt. Bij lichaamsgewicht < 65 kg: 15 mg als i.v. bolus, onmiddellijk gevolgd door 0,75 mg/kg lichaamsgewicht als i.v. infusie met een constante snelheid gedurende de eerste 30 min, onmiddellijk gevolgd door i.v. infusie van 0,5 mg/kg met een constante snelheid gedurende 60 min (max. 35 mg).
Bij start van de behandeling tussen 6–12 uur na optreden van de symptomen: Bij lichaamsgewicht ≥ 65 kg: 10 mg als i.v. bolus, onmiddellijk gevolgd door 50 mg als i.v. infusie met een constante snelheid gedurende de eerste 60 min, onmiddellijk gevolgd door een i.v. infusie van 40 mg met een constante snelheid gedurende 2 uur tot daarmee de totale maximale dosis van 100 mg is bereikt. Bij lichaamsgewicht < 65 kg: 10 mg als i.v. bolus, onmiddellijk gevolgd door i.v. infusie met een constante snelheid gedurende 3 uur tot een maximale dosis van 1,5 mg/kg lichaamsgewicht.
Zie voor aanvullende therapie de indicatietekst Coronairlijden#Behandeling van acuut coronair syndroom in de acute fase.
Acute massale longembolie
Volwassenen
Bij lichaamsgewicht ≥ 65 kg: Totale dosis 100 mg i.v. in 2 uur, meestal als volgt: 10 mg als i.v. bolus in 1–2 min, onmiddellijk gevolgd door i.v. infusie van 90 mg met een constante snelheid gedurende 2 uur tot daarmee de totale maximale dosis van 100 mg is bereikt. Bij lichaamsgewicht < 65 kg: 10 mg als i.v. bolus in 1-2 min, onmiddellijk gevolgd door i.v. infusie met een constante snelheid gedurende 2 uur tot een maximale dosis van 1,5 mg/kg lichaamsgewicht. Aanvullende therapie: na behandeling met alteplase: (opnieuw) heparine indien de aPTT (activated partial tromboplastin time) kleiner is dan tweemaal de hoogste normaalwaarde.
Acuut herseninfarct
Volwassenen en kinderen ≥ 16 jaar
Toediening zo spoedig mogelijk, in ieder geval binnen 4,5 uur na optreden van de eerste symptomen; na meer dan 4,5 uur na het optreden van de eerste symptomen niet toedienen, omdat de positieve effecten afnemen gedurende de tijd en de kans op een bloeding toeneemt. Dosering: 0,9 mg/kg lichaamsgewicht (max. 90 mg in totaal) waarvan de eerste 10% van de totale dosis als i.v. bolusinjectie, onmiddellijk gevolgd door infusie van de overige 90% binnen 60 min en met een constante snelheid. Aanvullende therapie: toediening in combinatie met i.v. heparine of trombocytenaggregatieremmers zoals acetylsalicylzuur binnen 24 uur na het optreden van de symptomen is onvoldoende onderzocht. Vermijd toediening ervan gedurende de eerste 24 uur na behandeling met alteplase vanwege meer kans op bloedingen. Indien voor andere indicaties toch heparine noodzakelijk is, dan is de max. dosering s.c. 10.000 IE per dag.
Toediening: Gelijktijdige toediening met andere geneesmiddelen door middel van hetzelfde infuussysteem vermijden.
Bijwerkingen
Zeer vaak (> 10%): asymptomatische verlaging van hematocrietwaarden.Bloedingen (van tandvlees, neusbloeding, uit wond/punctieplaats). Microhematurie. Embolie. Tijdelijke verhoging van transaminasewaarden.
Vaak (1-10%): bloedingen (intracranieel, gastro-intestinaal, urogenitaal, retroperitoneaal, , spierbloeding). Koorts, koude rillingen. Slagaderdissectie. Beroerte.
Soms (0,1-1%): nierfalen. Intrahepatische bloedingscomplicaties.
Zelden (0,1-1%): vasculair pseudo-aneurysma. Allergische reacties (blozen, huiduitslag, urticaria, dyspneu, hypotensie). Hematurie (macroscopisch).
Zeer zelden (< 0,01%): anafylaxie.
Bijwerkingen
Zeer vaak (> 10%): bloedingen. Terugkerende ischemie/angina, hypotensie, hartfalen/longoedeem na een myocardinfarct. Bij een acuut herseninfarct: intracerebrale bloeding.
Vaak (1-10%): faryngeale bloeding, maag-darmbloeding, ecchymose of urogenitale bloeding, bloeding op de injectieplaats. Hartstilstand, cardiogene shock, reïnfarct. Bij acuut myocardinfarct of longembolie: intracerebrale bloeding.
Soms (0,1-1%): oorbloeding, longbloeding, neusbloeding. Mitralisinsufficiëntie, longembolie, perifeer embolie/ cerebrale embolie en ventriculair septum deficiëntie. Aritmieën ten gevolge van reperfusie. Bloeddrukverlaging.
Zelden (0,01-0,1%): overgevoeligheidsreacties (zoals huiduitslag, urticaria, bronchospasme, hypotensie, angio-oedeem, shock). Oogbloeding, harttamponade, retroperitoneale bloeding. Misselijkheid.
Zeer zelden (< 0,01%): zenuwstelselaandoeningen (zoals convulsies, afasie, spraakstoornis, delirium, acuut hersensyndroom, agitatie, verwardheid, depressie en psychose) vaak in combinatie met ischemische of hemorragische cerebrovasculaire aandoeningen.
Verder zijn gemeld: bloeding van parenchymateuze organen. Braken. Verhoogde lichaamstemperatuur. Cholesterolkristalembolisatie.
Interacties
De kans op bloedingen neemt toe bij combinatie met heparine, een oraal anticoagulans, geneesmiddelen die invloed hebben op de vorming of werking van trombocyten (zoals acetylsalicylzuur, allopurinol, fenofibraat, clopidogrel, dipyridamol, tetracycline, valproïnezuur, sulfonamiden, cytostatica en NSAID's) of andere trombolytica.
De fibrinolytische werking van urokinase wordt geremd door combinatie met tranexaminezuur en mogelijk door contrastvloeistoffen.
Interacties
Combinatie met orale anticoagulantia (bv. vitamine K-antagonisten) is gecontra–indiceerd, tenzij overgebleven werkzaamheid ervan onwaarschijnlijk is door de dosering ervan en/of de verstreken tijd na de laatste toediening en geschikte testen bevestigen dat er geen klinisch relevante activiteit op het coagulatiesysteem van over is (bv. INR ≤ 1,3 bij vitamine K-antagonisten). Heparine, vitamine K-antagonisten, trombocytenaggregatieremmers, waaronder GPIIb/IIIa antagonisten en andere middelen die de stolling beïnvloeden vergroten de kans op bloedingen bij toediening voor, gedurende of binnen 24 uur na toediening van alteplase. Niet starten met een trombocytenaggregatieremmer binnen 24 uur na staken van alteplase.
De kans op anafylactische reacties neemt toe door gelijktijdige toediening van een ACE-remmer.
Zwangerschap
Laagmoleculairgewicht urokinasefragmenten en actief plasmine passeren de placenta.
Teratogenese: Zowel bij de mens als bij dieren, onvoldoende gegevens.
Advies: Alleen op strikte indicatie gebruiken. Gebruik rond de bevalling wordt afgeraden, in verband met het risico op maternale en neonatale bloedingen.
Zwangerschap
Teratogenese: Bij de mens, onvoldoende gegevens.
Farmacologisch effect: Embryoletaliteit en groei-achterstand na bij gebruik van zeer hoge doses bij dieren.
Advies: Alleen op strikte indicatie gebruiken. Gebruik rond de bevalling wordt afgeraden, in verband met het risico op maternale en neonatale bloedingen.
Lactatie
Overgang in de moedermelk: Onbekend.
Advies: Het gebruik van dit middel óf het geven van borstvoeding ontraden.
Lactatie
Overgang in de moedermelk: Onbekend.
Farmacologisch effect: Onwaarschijnlijk; vanwege de korte halfwaardetijd van alteplase is de blootstelling van het kind via borstvoeding waarschijnlijk laag.
Advies: Overweeg tijdens de eerste 24 uur na trombolytische therapie geen borstvoeding te geven.
Contra-indicaties
- actieve klinisch relevante bloedingen;
- recente ernstige gastro-intestinale bloedingen;
- recente grote operatie;
- recent cerebrovasculair accident (bv. < 2 mnd.);
- recent trauma inclusief cardiopulmonale reanimatie, thoracale of neurochirurgie (bv. < 2 mnd.);
- ernstige hypertensie;
- ernstige leverfunctiestoornis;
- ernstige nierfunctiestoornis met uitzondering van dialyse;
- stollingsstoornissen en ernstige trombocytopenie;
- aneurysma, arterioveneuze malformatie;
- neoplasma (bv. intracranieel, of ander neoplasma met meer kans op bloedingen);
- acute pancreatitis, sepsis, pericarditis, bacteriële endocarditis;
- recente bevalling.
Contra-indicaties
Bij acuut myocardinfarct, bij acute massale longembolieën of acuut herseninfarct
- manifeste of recente ernstige bloedingen;
- belangrijke bloedingsstoornis op dit moment of in de afgelopen 6 maanden;
- recent (< 10 dagen) traumatische externe hartmassage, zware partus of recente punctie van een niet-comprimeerbaar bloedvat (bv. v. subclavia of v. jugularis);
- voorgeschiedenis van of bestaande verdenking op een intracraniële bloeding (cerebraal, subarachnoïdaal);
- voorgeschiedenis van beschadiging van het CZS (bv. neoplasma, aneurysma, intracraniële of intraspinale ingreep);
- grote operatie of ernstig trauma in de afgelopen 3 maanden;
- neoplasma met vergroot bloedingsrisico;
- ernstige oncontroleerbare hypertensie;
- bacteriële endocarditis of pericarditis;
- acute pancreatitis;
- een ulceratieve aandoening van het maag-darmkanaal gedurende de laatste 3 maanden, oesofageale varices, arteriële/veneuze malformaties;
- ernstige leveraandoening (o.a. leverinsufficiëntie, -cirrose, portale hypertensie, actieve hepatitis).
Zie voor meer contra-indicaties de rubriek Interacties.
Bij acuut myocardinfarct of bij acute massale longembolieën tevens
- CVA als gevolg van een bloeding of met een onbekende oorzaak in de voorgeschiedenis;
- ischemisch CVA of TIA in de voorgaande 6 maanden (behalve een huidig ischemisch CVA binnen 4,5 uur).
Bij acuut herseninfarct tevens
- start van de symptomen (mogelijk) > 4,5 uur geleden;
- lichte neurologische gebreken of symptomen die snel verbeteren voor start van het infuus;
- zeer ernstig herseninfarct;
- epileptische aanval bij aanvang van het herseninfarct;
- herseninfarct in de voorgeschiedenis en bijkomende diabetes (bloedglucosegehalte ≤ 2,7 mmol/l of > 22,2 mmol/l);
- eerder herseninfarct in de afgelopen 3 maanden;
- trombocytenaantal lager dan 100 × 109/l;
- toediening van heparine in de voorafgaande 48 uur en een trombinetijd die de bovengrens van de laboratorium-referentiewaarden overschrijdt;
- systolische bloeddruk > 185 mmHg of diastolische bloeddruk > 110 mmHg;
- bloedglucose ≤ 2,7 mmol/l of > 22,2 mmol/l.
Waarschuwingen en voorzorgen
Wees voorzichtig bij matige bloedstollingsstoornissen, ernstige cerebrovasculaire stoornissen die niet gecontra–indiceerd zijn, matige arteriële hypertensie, matige trombocytopenie, vermoede trombus in de linker hartkamer, recente operatie (zie ook rubriek Contra-indicaties), caverneuze longaandoeningen, urogenitale ziekten met een bestaande of potentiële bloedingshaard (met bv. een geïmplanteerde blaaskatheter), septische trombotische aandoening in de voorgeschiedenis of wanneer een potentiële bloedingshaard moeilijk te bereiken is.
Bij een leeftijd > 75 jaar de effectiviteit van trombolyse afwegen tegen de toenemende kans op een hersenbloeding.
Arteriële of veneuze invasieve procedures vóór en tijdens behandeling met urokinase zoveel mogelijk vermijden om de kans op bloedingen te beperken. Als een arteriële punctie absoluut noodzakelijk is, directe druk uitoefenen op de prikplaats gedurende 30 minuten, een drukverband aanbrengen en de plaats regelmatig controleren op tekenen van een bloeding.
Vermijd i.m. injecties en het gebruik van stugge katheters gedurende de behandeling.
Bij optreden van bloedingen bij gebruik van urokinase kan het lastig zijn deze bloedingen onder controle te krijgen. Urokinase produceert plasmine om intravasculaire afzettingen van fibrine in het trombus te lyseren, maar op andere plaatsen (op plaats van (eerdere) naaldpunctie, katheterinsertie, snijden etc.) heeft urokinase ook effect op de fibrine-afzettingen die de hemostase bevorderen waardoor bloedingen op die plekken het gevolg kunnen zijn. Indien ernstige spontane bloedingen optreden de behandeling onmiddellijk staken.
Bij atriumfibrilleren of andere aandoeningen met meer kans op cerebrale embolie kan behandeling met urokinase gevaarlijk zijn door een toename van de kans op bloedingen in het infarctgebied.
Na hartmassage is er meer kans op complicaties door bloedingen (zie ook rubriek Contra-indicaties).
Waarschuwingen en voorzorgen
Voorzichtig toepassen na kleine recente traumata, i.m. injecties, hartmassage in verband met resuscitatie en aandoeningen met meer kans op bloedingen of gebruik van orale anticoagulantia in de anamnese. Controleer tijdens trombolytische therapie alle mogelijke bloedingsplaatsen zoals insertieplaatsen van katheters en plaatsen van arteriële of venasectie. Na gebruik van orale anticoagulantia pas starten met de therapie met alteplase als het anticoagulans naar verwachting niet meer werkzaam is en testen bevestigd hebben dat het geen klinisch relevante activiteit meer heeft op het coagulatiesysteem (bv. op basis van de INR).
Bloeddruk: Tevens voorzichtig toepassen bij een systolische bloeddruk > 160 mmHg en bij oudere patiënten wegens meer kans op intracraniële bloedingen. Gedurende de behandeling en tot 24 uur erna de bloeddruk controleren. Bij een systolische bloeddruk > 180 mmHg of diastolische bloeddruk > 105 mmHg de hypertensie intraveneus behandelen.
Overgevoeligheidsreacties: Bij het optreden van een ernstige overgevoeligheidsreactie (bv. angio-oedeem, anafylactische reactie) de infusie direct staken. Gedurende de behandeling en tot 24 uur erna controleren op symptomen van angio-oedeem. Er is meer kans op angio-oedeem bij gebruik voor de indicatie acuut herseninfarct en/of bij gelijktijdig gebruik van ACE-remmers.
Over het gebruik bij kinderen zijn weinig gegevens bekend. Alteplase is niet geregistreerd voor de behandeling van een acuut herseninfarct bij kinderen < 16 jaar.
Bij dreiging van een ernstige bloeding (m.n. cerebraal) de behandeling staken.
Intracerebrale bloedingen: Bij optreden van een potentieel gevaarlijke bloeding, met name een hersenbloeding, de fibrinolytische behandeling staken inclusief de gelijktijdige behandeling met heparine. Bij toepassing bij een acuut herseninfarct voorzichtig zijn bij aanwezigheid van kleine asymptomatische aneurysma's van de hersenvaten en bij voorbehandeling met acetylsalicylzuur vanwege meer kans op intracerebrale bloedingen. De kans hierop is eveneens groter bij een leeftijd > 80 jaar; het uiteindelijke voordeel van de behandeling is kleiner dan bij patiënten < 80 jaar, al kan alteplase bij deze populatie wel gebruikt worden; weeg zorgvuldig af, ook gezien de algehele gezondheidstoestand en de neurologische toestand. Het voordeel van de behandeling met alteplase bij een herseninfarct is eveneens kleiner bij een hogere bloedglucose bij opname en bij een latere start van de behandeling; de behandeling niet later dan 4,5 uur na de eerste symptomen starten omdat de positieve effecten van de behandeling afnemen met de tijd terwijl de kans op bloedingen of overlijden toeneemt (m.n. bij gelijktijdig gebruik van acetylsalicylzuur).
Wees alert op het optreden van reperfusie aritmieën bij gebruik wegens een acuut myocardinfarct; deze kunnen leiden tot een (fatale) hartstilstand. Het gebruik van conventionele anti-aritmische therapieën kan noodzakelijk zijn.
Het risico op trombo-embolie bij gebruik van trombolytica bij een trombus in de linkerharthelft, zoals bij mitralisklepstenose of bij atriumfibrilleren, kan vergroot zijn.
Er is geen systematische ervaring met herhaalde toepassing van alteplase.
Overdosering
Symptomen
Bloedingen.
Neem voor meer informatie over een vergiftiging met urokinase contact op met het Nationaal Vergiftigingen Informatie Centrum.
Overdosering
Symptomen
(Intracraniële) bloedingen.
Therapie
In de meeste gevallen kan de fysiologische regeneratie van fibrinogeen en andere bloedstollingscomponenten worden afgewacht na onderbreking van de trombolytische en anticoagulerende therapie.
Neem voor meer informatie over een vergiftiging met alteplase contact op met het Nationaal Vergiftigingen Informatie Centrum.
Eigenschappen
Enzym verkregen uit de urine van volwassen mannen. Urokinase is een indirect werkend trombolyticum dat als directe plasminogeenactivator de trombus kan binnendringen en daar plasminogeen omzet in plasmine. Dit breekt fibrine af, waardoor de trombus uiteen valt.
Werkingsduur: tot 12–24 uur na staken van de infusie.
Kinetische gegevens
Metabolisering | in de lever. |
Eliminatie | via de gal en urine als inactieve metabolieten. |
T 1/2el | max. 20 min. Langer bij een verminderde lever- of nierfunctie. |
Uitleg afkortingen
F | biologische beschikbaarheid (fractie van de dosis die in de systemische circulatie verschijnt) |
T max | tijdsduur tot maximale bloedspiegel na toediening |
V d | verdelingsvolume (fictief volume waarin een geneesmiddel zich verdeelt over het lichaam) |
T 1/2 | plasmahalfwaardetijd (tijd die nodig is om een bepaalde plasmaconcentratie te halveren) |
T 1/2el | plasmahalfwaardetijd in de eliminatiefase, terminale halfwaardetijd |
Eigenschappen
Humane serine-protease uit vasculaire endotheelcellen, vervaardigd door recombinant DNA-techniek. Alteplase heeft een hoge affiniteit voor fibrine. Door binding aan fibrine wordt het geactiveerd en bewerkstelligt het de omzetting van plasminogeen in plasmine. Plasmine breekt fibrine af, zodat de trombus oplost. Een systemische werking op stollingsfactoren is beperkt. Het bezit waarschijnlijk geen antigene eigenschappen. Bij een acute massieve pulmonale embolie met instabiele hemodynamiek leidt toepassing tot snelle afname van grootte van de trombus en bloeddrukreductie in de longslagader.
Werking: binnen enkele minuten.
Kinetische gegevens
Overig | plasmaspiegel daalt snel na stoppen infuus: na 20 min tot < 10%. |
Metabolisering | snel in de lever tot aminozuren. |
T 1/2el | eerste fase 4–5 min. |
T 1/2el | 40 min. |
Uitleg afkortingen
F | biologische beschikbaarheid (fractie van de dosis die in de systemische circulatie verschijnt) |
T max | tijdsduur tot maximale bloedspiegel na toediening |
V d | verdelingsvolume (fictief volume waarin een geneesmiddel zich verdeelt over het lichaam) |
T 1/2 | plasmahalfwaardetijd (tijd die nodig is om een bepaalde plasmaconcentratie te halveren) |
T 1/2el | plasmahalfwaardetijd in de eliminatiefase, terminale halfwaardetijd |
Groepsinformatie
urokinase hoort bij de groep trombolytica.
Groepsinformatie
alteplase hoort bij de groep trombolytica.