netupitant/palonosetron
Samenstelling
Akynzeo Helsinn Birex Pharmaceuticals
- Toedieningsvorm
- Capsule
Bevat per capsule: netupitant 300 mg, palonosetron (als hydrochloride) 0,5 mg.
Uitleg symbolen
XGVS | Dit geneesmiddel is niet opgenomen in het geneesmiddelen vergoedings systeem (GVS). |
OTC | 'Over the counter', dit geneesmiddel is een zelfzorgmiddel. |
Bijlage 2 | Aan de vergoeding van dit geneesmiddel zijn bepaalde voorwaarden verbonden, die zijn vermeld op bijlage 2 van de Regeling zorgverzekering. |
Aanvullende monitoring | Dit geneesmiddel is onderworpen aan aanvullende monitoring. Extra aandacht wordt gevraagd voor onverwachte bijwerkingen. Meldt u dit via het meldformulier van het Lareb. |
netupitant/palonosetron vergelijken met een ander geneesmiddel.
Advies
Geef aan de hand van het emetogene risico van de chemotherapie of radiotherapie anti-emetische profylaxe. Volg bij gecombineerde chemoradiotherapie het anti-emetische schema van chemotherapie tenzij de radiotherapie in een hogere emetogene categorie zit.
Bij chemotherapie wordt een combinatie van de volgende middelen gegeven: een 5HT3-(serotonine)receptorantagonist, neurokinine-1 (NK1)-receptorantagonist, dexamethason en olanzapine.
Bij radiotherapie wordt een combinatie van de volgende middelen gegeven: een 5HT3-(serotonine)receptorantagonist, dexamethason en metoclopramide.
Indicaties
Preventie van acute en vertraagde misselijkheid en braken bij volwassenen met kanker na:
- sterk emetogene chemotherapie op basis van cisplatine;
- matig emetogene chemotherapie.
Gerelateerde informatie
Doseringen
Misselijkheid en braken bij chemotherapie
Volwassenen
Eén capsule ongeveer één uur vóór aanvang van elke cyclus chemotherapie.
De aanbevolen orale dosis dexamethason moet met ongeveer 50% verlaagd worden bij gelijktijdige toediening met netupitant/palonosetron.
De harde capsule moet in zijn geheel, zonder te openen, worden doorgeslikt. De capsule kan met of zonder voedsel worden ingenomen.
Bijwerkingen
Vaak (1-10%): hoofdpijn. Obstipatie. Vermoeidheid.
Soms (0,1-1%): neutropenie, leukocytose. Verminderde eetlust. Insomnia. Duizeligheid, vertigo. Eerstegraads atrioventriculair blok, cardiomyopathie, geleidingsstoornis, tachycardie, verlengde QT-tijd op ECG, hypertensie. Dyspepsie, hik, misselijkheid, abdominale pijn en distensie, flatulentie, diarree. Alopecia. Urticaria. Asthenie. Verhoogde levertransaminasen, verhoogde serum-AF, verhoogde serumcreatinine.
Zelden (0,01-0,1%): cystitis. Leukopenie, lymfocytose. Hypokaliëmie. Verstoorde gemoedstoestand, slaapstoornis, acute psychose. Hypo-esthesie. Slaperigheid. Conjunctivitis, wazig zien. Tinnitus. Ventriculaire extrasystolen, aritmie, tweedegraads atrioventriculair blok, bundeltakblok, mitralisklepinsufficiëntie, myocardiale ischemie, hypotensie, overmatig blozen. Beslag op tong, Droge mond, oprisping, braken, dysfagie, aambeien. Huiduitslag, jeuk. Rugpijn, pijn in extremiteiten. Warmtegevoel. Niet-cardiale pijn op borst. Abnormale smaak. Verhoogde waarden van serumbilirubine, serumureum, creatinefosfokinase, CK-MB, serummyoglobine, troponine, neutrofielen. Depressie van ST-segment op ECG, abnormaal ST-T-segment op ECG.
Verder is gemeld: serotoninesyndroom (met symptomen als tremor, agitatie, zweten, myoklone bewegingen, hypertonie, koorts).
Er zijn geen vaak voorkomende bijwerkingen die aan netupitant kunnen worden toegeschreven.
Bijwerkingen van palonosetron:
Vaak (1-10%): hoofdpijn, duizeligheid. Obstipatie, diarree.
Soms (0,1-1%): anorexie. Angst, euforie, slaperigheid, slapeloosheid, paresthesie, perifere sensorische neuropathie. Oogirritatie, amblyopie. Tinnitus. Tachycardie, bradycardie, extrasystolen, myocardischemie, sinusaritmie, verlengd QT-interval. Hypo- of hypertensie. Hik. Droge mond, buikpijn, dyspepsie, flatulentie. Huiduitslag eventueel met jeuk, allergische dermatitis. Gewrichtspijn. Urineretentie, glucosurie. Asthenie, koorts, griepachtige verschijnselen. Stijging van leverenzymwaarden, hyperbilirubinemie. Hyper- of hypokaliëmie, hypocalciëmie, hyperglykemie. Bij kinderen daarnaast: dyskinesie, epistaxis, dyspneu, hoest, urticaria, pijn op de infusieplek.
Zeer zelden (< 0,01%): overgevoeligheid, anafylactische of anafylactoïde reacties en shock.
Interacties
Invloed van andere middelen op dit geneesmiddel
Bij gelijktijdig gebruik van dit geneesmiddel met een andere CYP3A4-remmer kan de plasmaspiegel van netupitant stijgen. Wees voorzichtig met gelijktijdig gebruik met sterke CYP3A4-remmers, zoals ketoconazol.
Bij gelijktijdig gebruik van dit geneesmiddel met een CYP3A4-inductor, kan de plasmaspiegel van netupitant dalen. Vermijd gelijktijdig gebruik met sterke CYP3A4-inductoren, zoals rifampicine.
Invloed van dit geneesmiddel op andere middelen
Gelijktijdige gebruik met CYP3A4-substraten kan de plasmaspiegel van deze middelen verhogen. Gelijktijdige toediening met het CYP3A4-substraat dexamethason leidt tot een verhoogde plasmaspiegel van dexamethason; zie voor dosisaanpassingen de rubriek Dosering. Wees voorzichtig met gelijktijdig gebruik met andere orale CYP3A4-substraten die een smal therapeutisch bereik hebben, zoals cyclosporine, tacrolimus, sirolimus, everolimus, alfentanil, ergotamine, fentanyl en kinidine. Gelijktijdig gebruik met chemotherapeutica die CYP3A4-substraten zijn, zoals docetaxel, etoposide en irinotecan, kan blootstelling aan deze middelen verhogen; controleer op verhoogde toxiciteit van deze chemotherapeutica.Bij combinatie met midazolam kan de plasmaspiegel daarvan toenemen.
Overige interacties
Gelijktijdig gebruik met andere serotonerge geneesmiddelen, zoals SSRI's (waaronder fluoxetine, paroxetine, sertraline, fluvoxamine, (es)citalopram) en SNRI's (waaronder venlafaxine en duloxetine) kan leiden tot het serotoninesyndroom.
Zwangerschap
Teratogenese: Bij de mens onvoldoende gegevens (netupitant en palonosetron). Bij dieren reproductietoxiciteit gebleken, waaronder teratogene effecten zonder veiligheidsmarge (netupitant).
Advies: Gebruik is gecontra-indiceerd.
Overig: Vóór de behandeling met dit geneesmiddel bij premenopauzale vrouwen moet een zwangerschapstest worden uitgevoerd; premenopauzale vrouwen dienen tijdens en gedurende 1 maand na de behandeling met dit geneesmiddel effectieve anticonceptieve maatregelen te nemen.
Lactatie
Overgang in de moedermelk: Onbekend.
Advies: Het geven van borstvoeding staken tot 1 maand na de laatste toediening.
Contra-indicaties
Zie voor contra-indicaties de rubriek Zwangerschap.
Waarschuwingen en voorzorgen
Cardiovasculaire effecten: Hypokaliëmie en hypomagnesiëmie moeten vóór de toediening worden gecorrigeerd. Wees voorzichtig met gelijktijdig gebruik van geneesmiddelen die de QT-tijd verlengen (zoals anti-aritmica) of bij patiënten met (kans op) verlenging van de QT-tijd (zoals een positieve (familie)anamnese, elektrolytafwijkingen, congestief hartfalen, bradyaritmie, geleidingsstoornissen).
Obstipatie: Palonosetron kan de passagetijd in de dikke darm verlengen; patiënten met een voorgeschiedenis van obstipatie of tekenen van subacute darmobstructie moeten na de toediening worden gemonitord.
Serotoninesyndroom: Er zijn meldingen gemaakt van serotoninesyndroom bij het gebruik van 5-HT3-antagonisten alleen of in combinatie met andere serotonerge geneesmiddelen (zoals SSRI's en SNRI's; observeer patiënten voldoende voor serotoninesyndroom-achtige symptomen.
Onderzoeksgegevens: Wees voorzichtig bij patiënten ouder dan 75 jaar, vanwege de lange halfwaardetijd van de werkzame stoffen en de beperkte ervaring bij deze populatie. Wees voorzichtig bij patiënten met een ernstige leverfunctiestoornis, aangezien er relatief weinig gegevens beschikbaar zijn bij deze patiënten. De veiligheid en werkzaamheid van dit geneesmiddel bij pediatrische patiënten en terminale nierinsufficiëntie zijn niet vastgesteld.
Overdosering
Neem voor informatie over symptomen en behandeling van een vergiftiging met netupitant/palonosetron contact op met het Nationaal Vergiftigingen Informatie Centrum.
Eigenschappen
Netupitant is een selectieve antagonist van substantie-P/neurokinine-1 (NK1-receptoren. Palonosetron is een 5HT3-receptorantagonist met weinig tot geen affiniteit voor andere receptoren.
Chemotherapeutische middelen veroorzaken misselijkheid en braken doordat zij de afgifte stimuleren van serotonine door enterochromaffiene cellen van de dunne darm. Vervolgens activeert serotonine de 5HT3-receptoren op vagale afferenten, waardoor een braakreflex ontstaat.
Activering van NK1-receptoren door substantie-P wordt in verband gebracht met vertraagde emesis.
Kinetische gegevens
T max | ca. 5 uur (netupitant) |
V d | 6,9 l/kg (netupitant) |
Eiwitbinding | > 97–99% (netupitant) |
Metabolisering | snelle metabolisering via CYP3A4 en in mindere mate via CYP2D6 en CYP2C9 (netupitant). Netupitant is een matige CYP3A4-remmer. |
Eliminatie | 70% met de feces (netupitant). |
T 1/2el | 88 uur (netupitant). |
V d | 6,9–7,9 l/kg (palonosetron). |
Metabolisering | gedeeltelijk gemetaboliseerd, via CYP2D6 en in mindere mate via CYP3A4 en CYP1A2 (palonosetron). |
Eliminatie | 80% met de urine, deels onveranderd en deels als metaboliet (palonosetron). |
T 1/2el | 40 uur, maar bij 10% van de patiënten > 100 uur; 21–37 uur bij kinderen (palonosetron). |
Uitleg afkortingen
F | biologische beschikbaarheid (fractie van de dosis die in de systemische circulatie verschijnt) |
T max | tijdsduur tot maximale bloedspiegel na toediening |
V d | verdelingsvolume (fictief volume waarin een geneesmiddel zich verdeelt over het lichaam) |
T 1/2 | plasmahalfwaardetijd (tijd die nodig is om een bepaalde plasmaconcentratie te halveren) |
T 1/2el | plasmahalfwaardetijd in de eliminatiefase, terminale halfwaardetijd |
Groepsinformatie
netupitant/palonosetron hoort bij de groep 5HT3-antagonisten.