donepezil
Samenstelling
Navazil (hydrochloride) Navamedic
- Toedieningsvorm
- Tablet, omhuld
- Sterkte
- 5 mg
Uitleg symbolen
XGVS | Dit geneesmiddel is niet opgenomen in het geneesmiddelen vergoedings systeem (GVS). |
OTC | 'Over the counter', dit geneesmiddel is een zelfzorgmiddel. |
Bijlage 2 | Aan de vergoeding van dit geneesmiddel zijn bepaalde voorwaarden verbonden, die zijn vermeld op bijlage 2 van de Regeling zorgverzekering. |
Aanvullende monitoring | Dit geneesmiddel is onderworpen aan aanvullende monitoring. Extra aandacht wordt gevraagd voor onverwachte bijwerkingen. Meldt u dit via het meldformulier van het Lareb. |
Advies
Een multifactoriële aanpak gericht op de behoeften van de individuele patiënt en mantelzorger is vereist bij de behandeling van dementie. Het voorschrijven van cholinesteraseremmers of memantine heeft een beperkte plaats en is bij de meeste patiënten niet effectief.
Bij lichte tot matige Alzheimer-dementie kan in de tweedelijnszorg een proefbehandeling met cholinesteraseremmers overwogen worden, volgens het behandelprotocol. Bij patiënten met ernstige Alzheimer-dementie kan in de tweedelijnszorg eventueel een proefbehandeling met memantine overwogen worden.
Indicaties
- Symptomatische behandeling van licht tot matig-ernstige dementie van het Alzheimertype.
Gerelateerde informatie
Doseringen
De tablet kan in gelijke helften verdeeld worden.
Lichte tot matig-ernstige dementie van het Alzheimertype
Volwassenen (incl. ouderen)
Begindosering: 5 mg 1×/dag gedurende ten minste een maand; na klinische evaluatie de dosis eventueel verhogen tot max. 10 mg 1×/dag. Het klinisch voordeel en het kunnen verdragen door de patiënt, regelmatig evalueren volgens de huidige klinische richtlijnen. De onderhoudsbehandeling voortzetten zolang de patiënt er therapeutisch voordeel van heeft.
Bij nierinsufficiëntie: een dosisaanpassing is niet nodig.
Bij leverinsufficiëntie: bij lichte tot matige leverinsufficiëntie een dosisescalatie uitvoeren op geleide van individuele tolerantie, vanwege een mogelijk verhoogde blootstelling. Gebruik bij ernstige leverinsufficiëntie is niet onderzocht.
Toediening: de tablet ’s avonds innemen, onmiddellijk voor het naar bed gaan. Overweeg als slaapafwijkingen (abnormale dromen, nachtmerries of slapeloosheid) optreden om 's ochtends in te nemen,
Bijwerkingen
Zeer vaak (> 10%): diarree, misselijkheid. Hoofdpijn.
Vaak (1-10%): verkoudheid. Anorexia. Hallucinaties, agitatie, agressief gedrag. Syncope, duizeligheid, slapeloosheid. Braken, buikklachten. Huiduitslag, jeuk. Spierkrampen. Urine-incontinentie. Vermoeidheid, pijn. Valincidenten.
Soms (0,1-1%): epileptische aanval. Bradycardie. Maag-darmbloeding, maag- en duodenumzweren. Lichte toename in serumconcentratie van creatinekinase in spier.
Zelden (0,01-0,1%): extrapiramidale symptomen. Sinoatriaal blok, atrioventriculair blok. Leverfunctiestoornis (o.a. hepatitis).
Zeer zelden (< 0,01%): neuroleptisch maligne syndroom, rabdomyolyse.
Verder: pisa-syndroom, polymorfe ventriculaire tachycardie (incl. 'torsade de pointes'), verlengd QT-interval op ECG.
Interacties
CYP3A4- en CYP2D6-remmers (als resp. ketoconazol en kinidine) kunnen het metabolisme van donepezil remmen. Enzyminductoren, zoals rifampicine, fenytoïne, carbamazepine en alcohol kunnen de concentratie verlagen.
Versterkt het effect van suxamethonium en andere cholinomimetica, zoals neostigmine, pyridostigmine, systemisch pilocarpine. Antagoneert het effect van anticholinerge middelen. Vermijd gelijktijdige toediening met andere remmers van acetylcholinesterase, agonisten of antagonisten van het cholinerge systeem.
Wees vanwege een additief effect voorzichtig bij gelijktijdig gebruik van β-blokkers en andere middelen die bradycardie veroorzaken (klasse III anti-aritmica, calciumantagonisten, digoxine, pilocarpine).
Vanwege de kans op QTc-verlenging en/of 'torsade de pointes' is toezicht (waaronder ECG-monitoring) geboden bij gelijktijdig gebruik van middelen die QT-verlenging induceren, zoals klasse 1A- en III-antiaritmica (bv. amiodaron, kinidine of sotalol), bepaalde antipsychotica, bepaalde antidepressiva en bepaalde antibiotica (bv claritromycine, erytromycine, levofloxacine, moxifloxacine).
Zwangerschap
Teratogenese: Dierstudies wijzen niet op een teratogeen effect, maar wel op peri- en postnatale toxiciteit (na toediening van zeer hoge doses). Bij de mens, onvoldoende gegevens.
Advies: Niet gebruiken tijdens de zwangerschap.
Lactatie
Overgang in moedermelk: Ja (bij ratten), bij de mens onbekend.
Advies: Het gebruik van dit geneesmiddel of het geven van borstvoeding ontraden.
Contra-indicaties
Overgevoeligheid voor piperidinederivaten.
Waarschuwingen en voorzorgen
Cholinesteraseremmers kunnen vagotone effecten uitoefenen op het hartritme en het QTc-interval verlengen. Wees daarom voorzichtig bij patiënten met cardiovasculaire aandoeningen zoals het ‘sicksinussyndroom’ of andere supraventriculaire hartgeleidingsstoornissen zoals sinoatriaal of atrioventriculair blok; en bij (familiaire voorgeschiedenis van) verlengd QTc-interval, comedicatie met middelen met invloed op het QTc-interval, bestaande hartziekte (niet-gecompenseerd hartfalen, recent myocardinfarct, bradyaritmie) of elektrolytstoornissen (hypokaliëmie, hypomagnesiëmie). Bij het optreden van syncope en epileptische aanvallen moet de mogelijkheid van hartblok of lange sinuspauzes worden overwogen.
Cholinomimetica kunnen in enige mate gegeneraliseerde convulsies veroorzaken en extrapiramidale symptomen verergeren of induceren.
Controleer op maag-darmaandoeningen bij patiënten met meer kans op het ontwikkelen van ulcera.
Wees bij een voorgeschiedenis van astma of obstructieve longziekte voorzichtig.
Bij symptomen die wijzen op het neuroleptisch maligne syndroom (als hyperthermie, stijfheid van spieren, autonome instabiliteit, veranderd bewustzijn, verhoogd creatinekinase, myoglobinurie, acuut nierfalen) of onverklaarbare hoge koorts de behandeling staken.
Dit middel kan invloed hebben op de rijvaardigheid en het vermogen om machines te bedienen. Raadpleeg ‘Rij Veilig met Medicijnen’ van het IVM.
Overdosering
Symptomen
cholinerge crisis, spierzwakte.
Therapie
atropine, begindosering 0,5–2 mg i.v.
Neem voor informatie over een vergiftiging met donepezil contact op met het Nationaal Vergiftigingen Informatie Centrum.
Eigenschappen
Specifieke en reversibele acetylcholinesteraseremmer.
Kinetische gegevens
Overig | bij lichte tot matige leverfunctiestoornis was de AUC verhoogd met gemiddeld 48% en de Cmax met gem. 39%. |
T max | 3–4 uur. |
Eiwitbinding | 95%. |
Metabolisering | deels door CYP3A4 en in mindere mate door CYP2D6 o.a. tot de actieve 6-O-desmethylmetaboliet; verder ook glucuronidering. |
Eliminatie | 57% met de urine, waarvan 17% onveranderd; 15% met de feces. |
T 1/2el | 70 uur. |
Uitleg afkortingen
F | biologische beschikbaarheid (fractie van de dosis die in de systemische circulatie verschijnt) |
T max | tijdsduur tot maximale bloedspiegel na toediening |
V d | verdelingsvolume (fictief volume waarin een geneesmiddel zich verdeelt over het lichaam) |
T 1/2 | plasmahalfwaardetijd (tijd die nodig is om een bepaalde plasmaconcentratie te halveren) |
T 1/2el | plasmahalfwaardetijd in de eliminatiefase, terminale halfwaardetijd |
Groepsinformatie
donepezil hoort bij de groep cholinesteraseremmers, centraal werkend.