tetracosactide
Samenstelling
Synacthen (als hexa-acetaat) Alfasigma Nederland
- Toedieningsvorm
- Injectievloeistof voor i.m.- en i.v.-toediening
- Sterkte
- 0,25 mg/ml
- Verpakkingsvorm
- ampul 1 ml
Uitleg symbolen
XGVS | Dit geneesmiddel is niet opgenomen in het geneesmiddelen vergoedings systeem (GVS). |
OTC | 'Over the counter', dit geneesmiddel is een zelfzorgmiddel. |
Bijlage 2 | Aan de vergoeding van dit geneesmiddel zijn bepaalde voorwaarden verbonden, die zijn vermeld op bijlage 2 van de Regeling zorgverzekering. |
Aanvullende monitoring | Dit geneesmiddel is onderworpen aan aanvullende monitoring. Extra aandacht wordt gevraagd voor onverwachte bijwerkingen. Meldt u dit via het meldformulier van het Lareb. |
Advies
Tetracosactide dient te worden voorgeschreven door of in overleg met een gespecialiseerde arts met ervaring op dit gebied. Het indicatiegebied voor therapeutisch gebruik van tetracosactide is beperkt.
Indicaties
- Diagnostiek van bijnierschorsfunctiestoornis.
- Therapeutisch, indien toediening in de vorm van een i.v.-infuus de voorkeur verdient, bij:
- acute exacerbatie van multipele sclerose;
- Syndroom van West ('infantile myoclonic encephalopathy with hypsarrhythmia').
Doseringen
Diagnose van bijnierschorsfunctiestoornis
Volwassenen
I.m. of i.v. 0,25 mg terwijl de cortisol-(hydrocortison)-spiegel onmiddellijk vóór en precies 30 en 60 minuten ná de injectie wordt bepaald.
Multipele sclerose en syndroom van West
Volwassenen
I.v.-begindosering 1 mg per dag, in acute situaties 1 mg iedere 12 uur; na de acute fase 1 mg iedere 2–3 dagen;
I.v.-onderhoudsdosering: 0,5 mg iedere 2–3 dagen of 1 mg per week.
Kinderen 5 tot 12 jaar
I.v.-begindosering 0,25–1 mg per dag;
I.v.-onderhoudsdosering: 0,25–1 mg iedere 2–8 dagen.
Kinderen 2 tot 5 jaar
I.v.-begindosering 0,25–0,5 mg per dag;
I.v.-onderhoudsdosering: 0,25–0,5 mg iedere 2–8 dagen.
Kinderen 1 maand tot 2 jaar
I.v.-begindosering 0,25 mg per dag;
I.v.-onderhoudsdosering: 0,25 mg iedere 2–8 dagen.
Therapeutische toepassing: toedienen in max. 4 uur als i.v.-infuus, verdund met glucose (5% of 12,5%) of NaCl-oplossing (0,9%).
Bijwerkingen
Gemeld zijn: overgevoeligheidsreacties, zoals huidreacties rond de injectieplaats, urticaria, jeuk, blozen, zich niet goed voelen, duizeligheid, misselijkheid, braken, ademnood, angioneurotisch oedeem en anafylactische shock (m.n. bij astma of neiging tot allergie); deze reacties treden veelal binnen een uur na injectie op. Incidenteel is adrenale bloeding gemeld. Bij langdurige therapeutische toepassing kunnen mineralocorticoïde en glucocorticoïde effecten optreden:
Vocht- en elektrolytenevenwicht: natrium- en vochtretentie, hartfalen bij daarvoor gevoelige patiënten, kaliumverlies, hypokaliëmische alkalose en calciumverlies, hypertensie.
Bewegingsapparaat: osteoporose, osteonecrose, spierzwakte en spieratrofie (steroïdmyopathie), wervelbreuk door compressie, pathologische breuk van lange beenderen en peesruptuur.
Maag-darmstelsel: ulcus pepticum met als mogelijke complicaties perforatie en bloeding, pancreatitis, ulceratieve oesofagitis, opgezette buik.
Huid: vertraagde wondgenezing, dunne kwetsbare huid, erytheem (van het gelaat), toegenomen transpiratie, acne, hyperpigmentatie, onderdrukking huidtest-reacties.
Hematologische en vasculaire effecten: petechiën en ecchymose, leukocytose, trombo-embolie, necrotiserende vasculitis.
Neurologische effecten: intracraniële drukverhoging met papiloedeem (pseudotumor cerebri), vooral bij kinderen tijdens of kort na snelle onttrekking, convulsies, vertigo, hoofdpijn.
Endocriene effecten: menstruatiestoornissen, hirsutisme, ontstaan van het Cushingsyndroom, remming van hypothalamus-hypofysefunctie, bijnierschorsinsufficiëntie, verlaagde koolhydraattolerantie, waardoor latente diabetes mellitus manifest kan worden, belemmering van de groei bij kinderen.
Oog: subcapsulaire lenscataracten, verhoogde oogdruk met kans op glaucoom en exophthalmus.
Psychische reacties: stemmingsveranderingen, euforie, emotionele instabiliteit, depressie, slapeloosheid, psychose.
Stofwisseling: negatieve stikstofbalans door eiwitafbraak, gewichtstoename, centripetale vetzucht (gelaat, romp), versterkt door toename van de eetlust (te beperken door dieetmaatregelen).
Interacties
Tijdens de behandeling geen vaccinatie met levend virus geven, vanwege de verminderde antilichaamreactie; andere immunisaties voorzichtig uitvoeren.
Vermijd gelijktijdig gebruik van valproïnezuur bij kinderen, omdat ernstige geelzucht is waargenomen. Wees voorzichtig met gebruik van andere anti-epileptica, omdat mogelijk de kans op leverbeschadiging toeneemt.
Oestrogenen kunnen een toename van de totale cortisolspiegel veroorzaken; gebruik een alternatieve methode om de functie van de bijnierschors te beoordelen.
Zwangerschap
Teratogenese: Bij de mens aanwijzingen voor schadelijkheid.
Advies: Gebruik ontraden.
Overige: Een vruchtbare vrouw dient adequate anticonceptieve maatregelen te nemen gedurende de therapie.
Lactatie
Overgang in de moedermelk: Onbekend.
Farmacologisch effect: Tetracosactide kan schadelijke effecten hebben op het kind.
Advies: Het gebruik van dit geneesmiddel of het geven van borstvoeding ontraden.
Contra-indicaties
- acute psychose;
- infectie;
- ulcus pepticum;
- therapieresistente hartinsufficiëntie;
- syndroom van Cushing;
- primaire bijnierschorsinsufficiëntie;
- adrenogenitaal syndroom;
- ernstige hypertensie;
- ernstige osteoporose;
- oculaire herpes simplex in verband met mogelijke corneale perforatie.
Waarschuwingen en voorzorgen
Anafylactische reacties: Wees voorzichtig bij een allergische aandoening, met name bij astma wegens meer kans op een anafylactische reactie; de synacthentest in dat geval alleen uitvoeren indien vooraf geen ACTH-preparaten zijn gegeven. Bij optreden van lokale of systemische overgevoeligheidsreacties tijdens of na een injectie de toediening staken en afzien van toekomstig gebruik van ACTH-preparaten. Een observatieperiode van een uur is aan te bevelen.
Minder betrouwbare test: De uitslag van de synacthentest is minder betrouwbaar in situaties waarbij de cortisolconcentratie is veranderd, zoals bij gebruik van orale anticonceptiva, na een operatie, bij een acute levensbedreigende aandoening, een ernstige leveraandoening of het nefrotisch syndroom; gebruik een alternatieve methode om de functie van de bijnierschors te beoordelen.
Gebruik bij een verminderde nier- of leverfunctie is niet onderzocht.
De routine dopingcontrole bij atleten kan worden verstoord.
Glucocorticoïde en mineralocorticoïde effecten bij therapeutisch gebruik
Wees voorzichtig bij ulceratieve colitis, diverticulitis, recente intestinale anastomose, nierfunctiestoornis, predispositie voor trombo-embolie, osteoporose en myasthenia gravis. Bij diabetes of lichte tot matige hypertensie de bestaande medicatie opnieuw instellen bij begin van de behandeling met tetracosactide. Bij hypothyroïdie of levercirrose kan het effect van tetracosactide versterkt zijn.
De vatbaarheid voor infecties neemt toe. Vóór gebruik (latente) amoebiase uitsluiten in verband met mogelijke activatie. Bij latente tuberculose of een tuberculine-reactiviteit nauwkeurig controleren in verband met reactivatie; bij langdurige behandeling is chemoprofylaxe aangewezen.
Als gevolg van het mineralocorticoïde effect kan een zoutarm dieet nodig zijn. Bij langdurige behandeling is soms kaliumsuppletie nodig en dient regelmatige controle van elektrolyten plaats te vinden.
Bij langdurig gebruik is reversibele hersenatrofie beschreven. Na staken van de therapie kan de reactie van de bijnier op stress-situaties afgenomen zijn. Bij optreden van letsel of bij ondergaan van een operatie tijdens de behandeling of binnen een jaar daarna, is een tijdelijke dosisverhoging of hervatting van de behandeling noodzakelijk; ook aanvullend gebruik van snelwerkende corticosteroïden kan nodig zijn. Een dosisverlaging dient altijd geleidelijk te worden uitgevoerd.
Bij langdurig gebruik kan posterior subcapsulair cataract en glaucoom optreden; behandelde patiënten hierop nauwkeurig controleren. Bij gebruik kunnen bestaande emotionele instabiliteit of psychotische neigingen worden versterkt.
Bij langdurige behandeling bij kinderen de groei zorgvuldig controleren i.v.m. mogelijke groeiremming. Bij zuigelingen en kleine kinderen is regelmatig echocardiografisch onderzoek nodig, omdat bij langdurige toepassing met hogere dan de aanbevolen doses een reversibele myocardhypertrofie kan optreden.
Overdosering
Neem voor meer informatie over een vergiftiging met tetracosactide contact op met het Nationaal Vergiftigingen Informatie Centrum.
Eigenschappen
Synthetisch polypeptide, bestaande uit de eerste 24 aminozuren van natuurlijk ACTH. Het biologisch effect is gelijk aan dat van ACTH: het stimuleert in de normaal functionerende bijnierschors de biosynthese van gluco- en mineralocorticoïden, alsmede (in geringere mate) van androgenen.
Kinetische gegevens
Resorptie | snel na i.m.-toediening. De piekplasmaconcentratie van cortisol wordt binnen 1 uur bereikt (bij normale functie van de bijnierschors). |
V d | ca. 0,4 l/kg. |
Eliminatie | de snelle eliminatie uit het plasma berust waarschijnlijk op snelle opname door de (bij)nieren, naast een langzame splitsing door peptidasen in het plasma. |
Uitleg afkortingen
F | biologische beschikbaarheid (fractie van de dosis die in de systemische circulatie verschijnt) |
T max | tijdsduur tot maximale bloedspiegel na toediening |
V d | verdelingsvolume (fictief volume waarin een geneesmiddel zich verdeelt over het lichaam) |
T 1/2 | plasmahalfwaardetijd (tijd die nodig is om een bepaalde plasmaconcentratie te halveren) |
T 1/2el | plasmahalfwaardetijd in de eliminatiefase, terminale halfwaardetijd |
Groepsinformatie
tetracosactide hoort bij de groep corticotrope hormonen.