trastuzumab-deruxtecan
Samenstelling
Enhertu Aanvullende monitoring Daiichi Sankyo Nederland bv
- Toedieningsvorm
- Poeder voor infusievloeistof
- Sterkte
- 10 mg
Uitleg symbolen
XGVS | Dit geneesmiddel is niet opgenomen in het geneesmiddelen vergoedings systeem (GVS). |
OTC | 'Over the counter', dit geneesmiddel is een zelfzorgmiddel. |
Bijlage 2 | Aan de vergoeding van dit geneesmiddel zijn bepaalde voorwaarden verbonden, die zijn vermeld op bijlage 2 van de Regeling zorgverzekering. |
Aanvullende monitoring | Dit geneesmiddel is onderworpen aan aanvullende monitoring. Extra aandacht wordt gevraagd voor onverwachte bijwerkingen. Meldt u dit via het meldformulier van het Lareb. |
trastuzumab-deruxtecan vergelijken met een ander geneesmiddel.
Advies
Zie voor de adviezen van de Commissie BOM onder Oncologische middelen achter trastuzumab-deruxtecan op nvmo.org.
Indicaties
Mammacarcinoom
- Niet-reseceerbaar of gemetastaseerd HER2-positief mammacarcinoom bij volwassenen die voorafgaand één of meer behandelschema’s op basis van anti-HER2-therapieën hebben gekregen. Geef als monotherapie.
- Niet-reseceerbaar of gemetastaseerd HER2-low mammacarcinoom bij volwassenen die voorafgaand chemotherapie hebben gekregen voor gemetastaseerde ziekte of die recidief van de ziekte hebben ontwikkeld tijdens of binnen 6 maanden na voltooiing van een adjuvante chemotherapie. Geef als monotherapie.
Niet-kleincellig longcarcinoom (NSCLC)
- Gevorderd NSCLC bij volwassenen met tumoren met een activerende HER2 (ERBB2)-mutatie, die systemische therapie nodig hebben na platinumbevattende chemotherapie met of zonder immunotherapie. Geef als monotherapie.
Maagcarcinoom
- Gevorderd HER2-positief adenocarcinoom van de maag of gastro-oesofageale overgang bij volwassenen die voorafgaand een behandelschema op basis van trastuzumab hebben gekregen. Geef als monotherapie.
Doseringen
Trastuzumab-deruxtecan mag niet worden vervangen door trastuzumab of trastuzumab-emtansine.
Geef ter preventie van misselijkheid en braken vóór elke dosis premedicatie bestaande uit twee of drie middelen (bv. dexamethason met een 5HT3-antagonist en/of een neurokinine-antagonist).
Mammacarcinoom en NSCLC
Volwassenen (incl. ouderen)
I.v. 5,4 mg/kg lichaamsgewicht als infusie 1×/3 weken (cyclus van 21 dagen). Behandel tot ziekteprogressie of onaanvaardbare toxiciteit optreedt.
Maagcarcinoom
Volwassenen (incl. ouderen)
I.v. 6,4 mg/kg lichaamsgewicht als infusie 1×/3 weken (cyclus van 21 dagen). Behandel tot ziekteprogressie of onaanvaardbare toxiciteit optreedt.
Verminderde nierfunctie: bij een licht of matig verminderde nierfunctie (creatinineklaring ≥ 30 ml/min) is geen dosisaanpassing nodig. De toepassing is niet onderzocht bij een ernstig verminderde nierfunctie of terminaal nierfalen. Bij een matig of ernstig verminderde nierfunctie extra nauwlettend controleren op bijwerkingen.
Verminderde leverfunctie: Bij een totaalbilirubine ≤ 1,5 × ULN, ongeacht ASAT-waarde is geen dosisaanpassing nodig. Bij totaalbilirubine > 1,5 × ULN, ongeacht de ASAT-waarde is niet bekend of een dosisaanpassing nodig is; controleer extra nauwlettend op bijwerkingen.
Ernstige bijwerkingen: zie voor dosisaanpassingen en richtlijnen voor onderbreking of staken van de behandeling bij (ernstige) bijwerkingen, de officiële productinformatie CBG/EMA (rubriek 4.2, tabel 1 en 2). Na een dosisverlaging de dosis niet opnieuw verhogen.
Uitgestelde of gemiste dosis: deze alsnog zo snel mogelijk innemen. Pas het toedieningsschema zo aan dat een periode van drie weken tussen de doses wordt gehandhaafd.
Toediening: De initiële dosis na reconstitutie en verdunnen toedienen als i.v.-infusie gedurende 90 minuten. Als de vorige infusie goed werd verdragen, de daaropvolgende doses toedienen als i.v.-infusie gedurende 30 minuten. Niet toedienen als i.v. push- of bolusinjectie.
Bijwerkingen
Zeer vaak (> 10%): pneumonie, bovensteluchtweginfectie. Anemie, neutropenie, trombocytopenie, leukopenie, lymfopenie. Hypokaliëmie, verminderde eetlust. Hoofdpijn, duizeligheid, dysgeusie. Interstitiële longziekte, dyspneu, hoesten, bloedneus. Misselijkheid, braken, diarree, obstipatie, buikpijn, stomatitis, dyspepsie. Stijging ASAT, ALAT in het bloed. Alopecia, Spierpijn. Vermoeidheid, koorts, perifeer oedeem. Verminderde linkerventrikelejectiefractie (LVEF), gewichtsverlies.
Vaak (1-10%): febriele neutropenie. Dehydratie. Droge ogen, wazig zien. Abdominale distensie, flatulentie, gastritis. Huiduitslag, jeuk, hyperpigmentatie van de huid. Stijging alkalische fosfatase (AF), bilirubine en/of creatinine in het bloed. Infusiegerelateerde reactie.
Interacties
Er zijn geen klinisch relevante interacties bekend met trastuzumab-deruxtecan.
Zwangerschap
Teratogenese: Bij de mens geen gegevens. Van trastuzumab is het bekend dat het oligohydramnion of anhydramnion kan veroorzaken, soms met fatale pulmonale hypoplasie van de foetus. DXd-cytotoxische metaboliet: bij dieren aanwijzingen voor schadelijkheid.
Advies: Gebruik ontraden.
Overig: Vóór aanvang van de behandeling zwangerschap uitsluiten. Een vruchtbare vrouw of man dient adequate anticonceptieve maatregelen te nemen gedurende én tot ten minste 7 maanden (vrouw) of 4 maanden (man) na de therapie.
Vruchtbaarheid: Op basis van dieronderzoek kan trastuzumab-deruxtecan een negatieve invloed hebben op de mannelijke vruchtbaarheid. Mannen kunnen overwegen advies in te winnen over de mogelijkheid van cryopreservatie van sperma. Mannen mogen geen sperma invriezen of doneren gedurende de gedurende en tot ten minste 4 maanden na de therapie.
Lactatie
Overgang in de moedermelk: Onbekend. Vanwege de molecuulgrootte wordt geen passieve overgang van trastuzumab in de moedermelk verwacht. Het is onbekend of een actieve overgang plaatsvindt.
Advies: Het gebruik óf het geven van borstvoeding ontraden gedurende en tot ten minste 7 maanden na de therapie.
Contra-indicaties
Er zijn van dit geneesmiddel geen klinisch relevante contra-indicaties bekend.
Waarschuwingen en voorzorgen
Interstitiële longziekte (ILD) en/of pneumonitis, waaronder fatale gevallen, zijn gemeld. Adviseer de patiënt onmiddellijk melding te maken van hoesten, dyspneu, koorts en/of nieuwe of ergere ademhalingssymptomen en controleer de patiënt hierop. Patiënten met een voorgeschiedenis van ILD/pneumonitis of met een matige of ernstige nierfunctiestoornis hebben mogelijk meer kans op het ontwikkelen van ILD/pneumonitis; controleer hen extra zorgvuldig. Bij ontwikkeling van ILD/pneumonitis is het, afhankelijk van de ernst, nodig de behandeling te onderbreken of definitief te staken. Een behandeling met corticosteroïden kan noodzakelijk zijn. Zie voor details de officiële productinformatie CBG/EMA (rubriek 4.2, tabel 1 en 2).
(Febriele) neutropenie met fatale afloop is gemeld. Bepaal het volledig bloedbeeld vóór het instellen van de behandeling, vóór elke toediening en op klinische indicatie. Afhankelijk van de ernst van de neutropenie kan het nodig zijn de behandeling te onderbreken of de dosis te verlagen. Zie voor details de officiële productinformatie CBG/EMA (rubriek 4.2, tabel 1 en 2).
Een verlaging van de linkerventrikelejectiefractie (LVEF) is waargenomen met anti-HER2-therapieën. Voer voorafgaand aan de behandeling en op klinische indicatie standaardhartfunctietesten (echocardiogram of MUGA-scan) uit voor de beoordeling van de LVEF. Staak de behandeling definitief bij een LVEF lager dan 40%, bij een absolute verlaging van meer dan 20% t.o.v. de uitgangswaarde of bij symptomatisch congestief hartfalen. Zie voor details de officiële productinformatie CBG/EMA (rubriek 4.2, tabel 1 en 2).
Bij ontwikkeling van infusiegerelateerde reacties de infusiesnelheid verlagen of de infusie onderbreken. De behandeling definitief staken bij ernstige infusiegerelateerde reacties, zoals een anafylactische reactie.
Wees voorzichtig bij een matig of ernstig verminderde leverfunctie, vanwege relatief weinig gegevens over het gebruik bij deze patiëntengroep en Dxd voornamelijk wordt gemetaboliseerd in de lever en via de gal wordt uitgescheiden.
Onderzoeksgegevens: de werkzaamheid en veiligheid zijn niet onderzocht bij kinderen < 18 jaar. Er zijn relatief weinig gegevens beschikbaar over toepassing bij ouderen ≥ 75 jaar.
Overdosering
Neem voor informatie over een vergiftiging met trastuzumab-deruxtecan contact op met het Nationaal Vergiftigingen Informatie Centrum.
Eigenschappen
Trastuzumab-deruxtecan is een antilichaam-geneesmiddelconjugaat dat een gehumaniseerd monoklonaal anti-HER2-IgG1-antilichaam bevat met dezelfde aminozuursequentie als trastuzumab. Het is geproduceerd uit zoogdiercellen (ovariumcellen van Chinese hamsters) en covalent gebonden via een splitsbare linker aan ca. 8 moleculen deruxtecan (DXd), een exatecan-derivaat en een topo-isomerase I-remmer.
Trastuzumab werkt door binding aan HER2, dat tot expressie komt op het oppervlak van bepaalde tumorcellen. Na binding ondergaat het trastuzumab-deruxtecan-complex internalisatie en intracellulaire splitsing van de linker door lysosomale enzymen, waardoor Dxd wordt afgegeven. Na afgifte veroorzaakt DXd DNA-schade en apoptotische celdood. Trastuzumab medieert de antilichaamafhankelijke cellulaire cytotoxiciteit (ADCC) en remt PI3-K in kankercellen die HER2 tot overexpressie brengen.
Kinetische gegevens
Eiwitbinding | Dxd: ca. 97%. |
Metabolisering | Trastuzumab-deruxtecan ondergaat intracellulaire splitsing door lysosomale enzymen waardoor DXd wordt afgegeven. Het antilichaam wordt naar verwachting via katabole routes afgebroken tot kleine peptiden en aminozuren, DXd wordt voornamelijk in de lever gemetaboliseerd door CYP3A4 via oxidatieve routes. |
Eliminatie | Dxd: voornamelijk via de feces in de gal. |
T 1/2el | ca. 7 dagen. |
Uitleg afkortingen
F | biologische beschikbaarheid (fractie van de dosis die in de systemische circulatie verschijnt) |
T max | tijdsduur tot maximale bloedspiegel na toediening |
V d | verdelingsvolume (fictief volume waarin een geneesmiddel zich verdeelt over het lichaam) |
T 1/2 | plasmahalfwaardetijd (tijd die nodig is om een bepaalde plasmaconcentratie te halveren) |
T 1/2el | plasmahalfwaardetijd in de eliminatiefase, terminale halfwaardetijd |
Groepsinformatie
trastuzumab-deruxtecan hoort bij de groep monoklonale antilichamen bij maligniteiten.
- amivantamab (L01FX18) Vergelijk
- atezolizumab (L01FF05) Vergelijk
- avelumab (L01FF04) Vergelijk
- bevacizumab (intraveneus) (L01FG01) Vergelijk
- blinatumomab (L01FX07) Vergelijk
- brentuximab vedotine (L01FX05) Vergelijk
- cemiplimab (L01FF06) Vergelijk
- cetuximab (L01FE01) Vergelijk
- daratumumab (L01FC01) Vergelijk
- dinutuximab bèta (L01FX06) Vergelijk
- durvalumab (L01FF03) Vergelijk
- elotuzumab (L01FX08) Vergelijk
- enfortumab vedotine (L01FX13) Vergelijk
- gemtuzumab ozogamicine (L01FX02) Vergelijk
- inotuzumab ozogamicine (L01FB01) Vergelijk
- ipilimumab (L01FX04) Vergelijk
- isatuximab (L01FC02) Vergelijk
- mogamulizumab (L01FX09) Vergelijk
- nivolumab (L01FF01) Vergelijk
- obinutuzumab (L01FA03) Vergelijk
- panitumumab (L01FE02) Vergelijk
- pembrolizumab (L01FF02) Vergelijk
- pertuzumab (L01FD02) Vergelijk
- polatuzumab vedotine (L01FX14) Vergelijk
- ramucirumab (L01FG02) Vergelijk
- rituximab (L01FA01) Vergelijk
- sacituzumab govitecan (L01FX17) Vergelijk
- tafasitamab (L01FX12) Vergelijk
- talquetamab (L01FX29) Vergelijk
- teclistamab (L01FX24) Vergelijk
- trastuzumab (L01FD01) Vergelijk
- trastuzumab-emtansine (L01FD03) Vergelijk