De werking van medroxyprogesteronacetaat (MPA) lijkt op de werking van het vrouwelijke hormoon progesteron. Artsen schrijven een hogere dosering hiervan voor als anticonceptiemiddel en bij sommige vormen van kanker. De hoge dosering is beschikbaar als tablet of als prik.
Wat is er aan de hand?
Bij een onderzoek onder ruim 18.000 mensen in Frankrijk is gezien dat het risico op meningeoom iets verhoogd is bij het gebruik van een hoge dosis van MPA (100 milligram of meer). Dit hogere risico blijkt vooral aanwezig bij mensen die het medicijn langere tijd gebruiken (3 jaar of langer). Omdat meningeoom een zeldzame ziekte is, is het extra risico ook klein.
Bij het gebruik van een lagere dosis is geen verhoogd risico gezien. De adviezen zijn daarom niet van toepassing op de lagere doseringen van de tabletten met MPA.
Europees medicijnagentschap EMA en het CBG zijn het eens met de conclusies van dit onderzoek. De wetenschappelijke productinformatie en de bijsluiter van medicijnen met MPA waarvoor dit van toepassing is, worden aangepast. Meningeoom komt in de lijst met bijwerkingen.
Advies aan patiënten
Stop niet zomaar met het gebruik van je medicijn. Overleg altijd eerst met je arts of apotheker. Heb je klachten die op meningeoom kunnen wijzen? Dan is ook het verstandig om contact op te nemen met je arts.
Advies aan zorgverleners
- Schrijf geneesmiddelen met een hoge dosis MPA niet voor als anticonceptiemiddel of als niet-oncologische behandeling bij patiënten met een meningeoom of voorgeschiedenis van meningeoom;
- Stop de behandeling met hoge dosis MPA als bij een patiënt de diagnose meningeoom wordt gesteld.
- Gaat het om een patiënt die MPA krijgt voor een oncologische indicatie? Overleg dan over het voortzetten van de behandeling;
- Wees bij patiënten die een hoge dosis MPA krijgen alert op klachten die op meningeoom kunnen wijzen.
Brief met risico-informatie
De vergunninghouder van medicijnen met MPA heeft een bericht over dit onderwerp verstuurd. Dit heet een Direct Healthcare Professional Communication (DHPC). Deze belangrijke risico-informatie is in overleg met het CBG, het Europees medicijnagentschap EMA en de Inspectie Gezondheidszorg en Jeugd (IGJ) gestuurd naar de volgende zorgverleners: huisartsen, gynaecologen, oncologen, verloskundigen, openbare apothekers en ziekenhuisapothekers.
Het CBG heeft in overleg met de Inspectie voor Gezondheidszorg en Jeugd (IGJ) de beroepsverenigingen geïnformeerd.