Geneesmiddelen
Stofnaam |
Geneesmiddel |
Indicatie |
Toediening |
---|---|---|---|
Cerazette, Delamonie, Desogestrel, Zarelle |
oraal |
||
Implanon NXT |
parenteraal (inj./inf.) |
||
Kyleena, Levosert, Mirena |
anticonceptie, hormonale climacterische klachten dysmenorroe (off-label) endometriose (off-label) Vaginaal bloedverlies |
intra-uterien |
|
Isteranda, Levonorgestrel, Norlevo |
oraal |
||
Depo-Provera '150', Sayana Press |
parenteraal (inj./inf.) |
||
EllaOne, Ulipristal |
oraal |
Een volledig overzicht van alle indicaties per geneesmiddel kunt u vinden in de geneesmiddelteksten.
Werking
Werkingsmechanisme
Anticonceptiva met alleen een progestageen (uitgezonderd ulipristal)
- remmen de ovulatie;
- verhogen de viscositeit van het cervixslijm, waardoor een relatieve barrière ontstaat voor spermatozoa;
- geven atrofie van het endometrium, waardoor het innestelen van een bevruchte eicel wordt belemmerd.
Ulipristal
- is een progesteronreceptormodulator die de ovulatie remt.
Effect
- voorkoming van zwangerschap;
- vermindering menstrueel bloedverlies.
Meer informatie
De groep anticonceptiva met een progestageen omvat de volgende preparaten:
- oraal anticonceptivum met een lage dosis progestageen ('minipil') (desogestrel);
- subdermaal implantaat voor langdurige anticonceptie (etonogestrel);
- 'intra-uterine device' (IUD, spiraal) voor langdurige anticonceptie (levonorgestrel);
- injectiepreparaat voor langdurige anticonceptie (medroxyprogesteron);
- noodanticonceptiva ('morning-afterpil') (levonorgestrel, ulipristal).
Typerende bijwerkingen
Relatief frequent
- doorbraakbloedingen of onregelmatig bloedverlies, amenorroe;
- hoofdpijn;
- misselijkheid;
- haaruitval;
- gevoelige of pijnlijke borsten;
- gewichtstoename;
- stemmingswisselingen, depressie;
- verminderd libido;
- acne.
Meer informatie
Anticonceptiva met alleen een progestageen geven veelal atrofie van het endometrium, afhankelijk van de endogene oestradiolproductie. Bij deze anticonceptiva kan vooral in de eerste maanden van gebruik het bloedingspatroon wisselend en onvoorspelbaar zijn. Daarna ontstaan vaak oligo- of amenorroe en doorbraakbloedingen ('spotting') 1.