Advies

Geef bij een epileptisch insult dat langer dan vijf minuten duurt offlabel midazolam nasaal, oromucosaal of intramusculair. Herhaal dit wanneer er vijf minuten na toediening nog symptomen zijn en verwijs met spoed naar de tweedelijnszorg. Diazepam rectiole is tweede keus bij volwassenen en een gelijkwaardig alternatief bij kinderen, en kan voor beide groepen in de thuissituatie soms eerste keus zijn als noodmedicatie.

Overweeg in de tweedelijnszorg bij voortdurende convulsieve status epilepticus, indien deze niet met een benzodiazepine is onderdrukt: fenytoïne, offlabel valproïnezuur of offlabel levetiracetam (alle intraveneus).

Behandelplan

Deze stappenplannen beschrijven de behandeling van een (dreigende) status epilepticus bij volwassenen en kinderen > 1 maand. De NHG- richtlijn maakt in de behandeling een onderscheid tussen volwassenen en kinderen van > 1 maand tot 18 jaar. De behandeling van neonaten valt buiten de scope van deze tekst.

Volwassenen met epileptisch insult/status epilepticus

  1. Start behandeling

    Zorg voor stabilisatie van de vitale functies (ABC) en dien tegelijkertijd de eerste medicatie om de aanval te couperen toe:

    • Eerste keus: midazolam intramusculair, oromucosaal of nasaal (offlabel)
    • Tweede keus: diazepam rectaal

    Overweeg een recept voor noodmedicatie (midazolam of diazepam rectiole) te geven, voor een eventueel recidief. Diazepam rectiole kan als noodmedicatie voor de thuissituatie ook een eerstekeusmiddel zijn.

    Overweeg bij aanwijzingen voor respiratoir falen en indien zuurstof beschikbaar is, 10 tot 15 liter zuurstof/minuut via een ‘non-rebreathing’-masker, of maak gebruik van kapbeademing, indien beschikbaar en de patiënt niet zelf ademt.

    Ga naar stap 2 indien na 5 minuten de aanval nog niet voorbij is.

    Let op

    Toelichting

  2. Herhaal eenmalig

    • Herhaal eenmalig stap 1 wanneer de aanval na 5 minuten nog niet voorbij is (diazepam rectiole na 10 min herhalen)
    • Verwijs met spoed naar een SEH/neuroloog en laat een ambulance komen.

    Na coupering van de aanval: consulteer de neuroloog voor het verdere beleid. Verwijs bij een eerste insult; overweeg bij bekende epilepsie contact met de hoofdbehandelaar over medicatieaanpassing.

    Voor alternatieven in de tweedelijnszorg zie stap 3

    Let op

  3. Overweeg alternatief middel (tweedelijnszorg)

    Overweeg één van de volgende middelen voor het couperen van een gegeneraliseerde convulsieve status epilepticus bij volwassenen:

    Overweeg bij voortdurende convulsieve status epilepticus één van de volgende middelen:

    Let op

    Toelichting

Clonazepam intraveneus is geen eerstekeus-benzodiazepine voor het couperen van een gegeneraliseerde convulsieve status epilepticus bij volwassenen, vanwege het ontbreken van gerandomiseerde studies .

Kinderen > 1 maand met epileptisch insult/status epilepticus

  1. Start behandeling

    Zorg voor stabilisatie van de vitale functies (ABC) en dien tegelijkertijd de eerste medicatie om de aanval te couperen toe:

    • Eerste keus: midazolam oromucosaal of nasaal (voorkeur)
    • Gelijkwaardig alternatief: midazolam intramusculair
    • Gelijkwaardig alternatief: diazepam rectaal

    Overweeg bij aanwijzingen voor respiratoir falen en indien zuurstof beschikbaar is, 10 liter zuurstof/minuut via een ‘non-rebreathing’ -masker, of maak gebruik van kapbeademing, indien beschikbaar en de patiënt niet zelf ademt.

    Overweeg een recept voor noodmedicatie (midazolam of diazepam rectiole) te geven, voor een eventueel recidief. Diazepam rectiole kan als noodmedicatie voor de thuissituatie ook een eerstekeusmiddel zijn.

    Ga naar stap 2 indien na 5 minuten de aanval nog niet voorbij is.

    Let op

    Toelichting

  2. Herhaal éénmalig

    • Herhaal éénmalig stap 1 wanneer de aanval na 5 minuten nog niet voorbij is (diazepam rectiole na 10 min herhalen).
    • Verwijs met spoed naar een SEH/neuroloog en laat een ambulance komen.

    Na coupering van de aanval: consulteer de neuroloog voor het verdere beleid. Verwijs bij een eerste insult; overweeg bij bekende epilepsie contact met de hoofdbehandelaar over medicatieaanpassing.

    Voor alternatieven in de tweedelijnszorg zie stap 3

    Let op

  3. Overweeg alternatief middel (tweedelijnszorg)

    Overweeg één van de volgende middelen voor het couperen van een gegeneraliseerde convulsieve status epilepticus bij een kind, indien er al een i.v.-toegang is:

    Overweeg bij voortdurende convulsieve status epilepticus één van de volgende middelen:

    Let op

    Toelichting

Achtergrond

Definitie

Epileptische aanval: een abnormale ontlading in de hersenen, die tijdelijk de normale hersenfunctie onderbreekt.

Status epilepticus: een aanval die langer dan 5–10 minuten duurt of twee of meer kortere op elkaar volgende aanvallen waartussen het bewustzijn niet volledig herstelt. Er wordt onderscheid gemaakt tussen twee vormen:

  • de convulsieve status epilepticus;
  • de non-convulsieve status epilepticus; te verdelen in: absence- en complex focale status.

Voor de differentiaaldiagnose zie ook: koortsconvulsies, die op de kinderleeftijd veel vaker voorkomen.

Symptomen

Een epileptische aanval veroorzaakt meestal een veranderd bewustzijn, abnormale sensaties, focale onvrijwillige bewegingen, of convulsies (wijdverbreide krachtige onvrijwillige contracties van de willekeurige spieren).

Behandeldoel

Het al buiten het ziekenhuis couperen van een status epilepticus/epileptisch insult beschermt tegen ademhalingsdepressie en andere complicaties, vermindert de kans op intensivecare-opname en verkort de duur van ziekenhuisopname.

Uitgangspunten

Bij een aanvalsduur van vijf minuten of langer moet medicamenteus ingegrepen worden. Een epileptische aanval die al vijf minuten duurt, zal waarschijnlijk lang aanhouden omdat het natuurlijke inperkende mechanisme tekort schiet en de aanval op den duur therapieresistent wordt. Bij een aanvalsduur langer dan vijf minuten wordt het moeilijker de aanval te couperen. De reden is dat tijdens een aanval het aantal postsynaptische GABAA-receptoren afneemt, terwijl het aantal glutamaatreceptoren juist toeneemt.

Verwijs bovendien zo snel mogelijk naar de tweedelijnszorg voor verdere behandeling (zie Epileptische aanvallen/status epilepticus bij kinderen.

Bij een patiënt die bekend is met epilepsie en bij wie de aanvallen altijd lang duren, kan direct een behandeling gestart worden om te couperen.

Zie ook

Geneesmiddelgroep