Samenstelling
Amiloride/Hydrochloorthiazide Diverse fabrikanten
- Toedieningsvorm
- Tablet '2,5/25'
Bevat per tablet: amiloride(hydrochloride) 2,5 mg en hydrochloorthiazide 25 mg.
- Toedieningsvorm
- Tablet '5/50'
Bevat per tablet: amiloride(hydrochloride) 5 mg en hydrochloorthiazide 50 mg.
Uitleg symbolen
XGVS | Dit geneesmiddel is niet opgenomen in het geneesmiddelen vergoedings systeem (GVS). |
OTC | 'Over the counter', dit geneesmiddel is een zelfzorgmiddel. |
Bijlage 2 | Aan de vergoeding van dit geneesmiddel zijn bepaalde voorwaarden verbonden, die zijn vermeld op bijlage 2 van de Regeling zorgverzekering. |
Aanvullende monitoring | Dit geneesmiddel is onderworpen aan aanvullende monitoring. Extra aandacht wordt gevraagd voor onverwachte bijwerkingen. Meldt u dit via het meldformulier van het Lareb. |
Samenstelling
Triamtereen/Hydrochloorthiazide Diverse fabrikanten
- Toedieningsvorm
- Tablet
Bevat per tablet: triamtereen 50 mg en hydrochloorthiazide 25 mg.
Uitleg symbolen
XGVS | Dit geneesmiddel is niet opgenomen in het geneesmiddelen vergoedings systeem (GVS). |
OTC | 'Over the counter', dit geneesmiddel is een zelfzorgmiddel. |
Bijlage 2 | Aan de vergoeding van dit geneesmiddel zijn bepaalde voorwaarden verbonden, die zijn vermeld op bijlage 2 van de Regeling zorgverzekering. |
Aanvullende monitoring | Dit geneesmiddel is onderworpen aan aanvullende monitoring. Extra aandacht wordt gevraagd voor onverwachte bijwerkingen. Meldt u dit via het meldformulier van het Lareb. |
Advies
Bij hypertensie verlagen angiotensine I converterend enzym (ACE)-remmers, angiotensine receptor-blokkers (ARB’s), calciumantagonisten (dihydropyridinen), thiazidediuretica en β-blokkers de bloeddruk effectief en verminderen het tienjaarsrisico op cardiovasculaire morbiditeit en mortaliteit. Comorbiditeit en specifieke patiëntkarakteristieken bepalen welke groepen en welke middelen als eerste in aanmerking komen. Als één middel onvoldoende effectief is bij de aanbevolen dosering, is het toevoegen van een middel uit een andere groep effectiever dan het ophogen van de dosering; het risico op het optreden van dosisafhankelijke bijwerkingen wordt daarmee beperkt. Een vaste combinatie in de juiste dosisverhouding heeft om reden van therapietrouw de voorkeur.
Amiloride kan als alternatief worden overwogen, indien een patiënt bij een therapieresistente hypertensie spironolacton niet verdraagt.
Start bij hartfalen met matige (‘midrange’) of verminderde (‘reduced’) ejectiefractie (HFmrEF of HFrEF) met een ACE-remmer en geef bij tekenen van overvulling een lisdiureticum. Voeg een selectieve bètablokker toe als de patiënt klinisch stabiel is (met name geen tekenen van overvulling). Overweeg bij persisterende klachten ondanks adequate instelling, toevoeging van een aldosteronantagonist. Een combinatie van deze middelen verlicht de klachten en kan een vroegtijdige mortaliteit en de kans op ziekenhuisopname door hartfalen verminderen. De behandeling van hartfalen met behouden ejectiefractie (HFpEF) is vooral symptomatisch; geef bij tekenen van overvulling een lisdiureticum en behandel eventuele cardiovasculaire en niet-cardiovasculaire comorbiditeit.
Indien hypokaliëmie ernstige gevolgen kan hebben (m.n. bij hartritmestoornissen, levercirrose en digitalisgebruik) kan het toevoegen van een kaliumsparend diureticum soms noodzakelijk zijn, eventueel in de vorm van een vaste combinatie. Het is noodzakelijk zowel tijdens mono- als combinatietherapie de kaliumspiegel te controleren.
Advies
Bij hypertensie verlagen angiotensine I converterend enzym (ACE)-remmers, angiotensine receptor-blokkers (ARB’s), calciumantagonisten (dihydropyridinen), thiazidediuretica en β-blokkers de bloeddruk effectief en verminderen het tienjaarsrisico op cardiovasculaire morbiditeit en mortaliteit. Comorbiditeit en specifieke patiëntkarakteristieken bepalen welke groepen en welke middelen als eerste in aanmerking komen. Als één middel onvoldoende effectief is bij de aanbevolen dosering, is het toevoegen van een middel uit een andere groep effectiever dan het ophogen van de dosering; het risico op het optreden van dosisafhankelijke bijwerkingen wordt daarmee beperkt. Een vaste combinatie in de juiste dosisverhouding heeft om reden van therapietrouw de voorkeur.
Triamtereen komt niet voor in de meest recente Nederlandse richtlijnen voor de behandeling van hypertensie.
Start bij hartfalen met matige (‘midrange’) of verminderde (‘reduced’) ejectiefractie (HFmrEF of HFrEF) met een ACE-remmer en geef bij tekenen van overvulling een lisdiureticum. Voeg een selectieve bètablokker toe als de patiënt klinisch stabiel is (met name geen tekenen van overvulling). Overweeg bij persisterende klachten ondanks adequate instelling, toevoeging van een aldosteronantagonist. Een combinatie van deze middelen verlicht de klachten en kan een vroegtijdige mortaliteit en de kans op ziekenhuisopname door hartfalen verminderen. De behandeling van hartfalen met behouden ejectiefractie (HFpEF) is vooral symptomatisch; geef bij tekenen van overvulling een lisdiureticum en behandel eventuele cardiovasculaire en niet-cardiovasculaire comorbiditeit.
Indien hypokaliëmie ernstige gevolgen kan hebben (m.n. bij hartritmestoornissen, levercirrose en digitalisgebruik) kan het toevoegen van een kaliumsparend diureticum soms noodzakelijk zijn, eventueel in de vorm van een vaste combinatie. Het is noodzakelijk zowel tijdens mono- als combinatietherapie de kaliumspiegel te controleren.
Indicaties
- Hypertensie, indien een kaliumsparend diuretisch effect gewenst is.
- Cardiaal oedeem.
- Levercirrose met ascites.
Gerelateerde informatie
Indicaties
- Lichte tot matige hypertensie;
- Oedeem ten gevolge van hartfalen of nefrotisch syndroom indien de nierfunctie niet sterk gestoord is.
Triamtereen/hydrochloorthiazide is met name bedoeld bij (kans op) ernstige kaliumdepletie of als hypokaliëmie tot ernstige risico's leidt (zoals aritmieën).
Gerelateerde informatie
Doseringen
Hypertensie
Volwassenen
gebruikelijke dosering 1 tablet '2,5/25' of een halve tablet '5/50' per dag; dosering zo nodig verhogen tot 1 tablet '5/50' per dag, zelden 1×/dag twee tabletten '5/50', max. 4 tabletten '5/50' per dag.
Cardiaal oedeem
Volwassenen
begindosering 1 tablet '5/50' per dag; zo nodig verhogen tot max. 2–4 tabletten '5/50' per dag.
Indien de diurese op gang is gebracht de dosering verlagen tot een zo laag mogelijke onderhoudsdosering.
Levercirrose met ascites
Volwassenen
begindosering 1 tablet '5/50' per dag, zo nodig geleidelijk verhogen tot max. 2–4 tabletten '5/50' per dag.
Indien de diurese op gang is gebracht de dosering verlagen om een geleidelijke vermindering van het gewicht te verkrijgen.
Doseringen
Hypertensie
Volwassenen
Gebruikelijke begin- en onderhoudsdosering 1×/dag 1 tablet na een maaltijd; voor sommige patiënten kan 1×/dag ½ tablet voldoende zijn; max. 2 tabletten per dag.
Oedeem
Volwassenen
Gebruikelijke begin- en onderhoudsdosering 1×/dag 1 tablet na een maaltijd; voor sommige patiënten kan 1 tablet iedere 2 dagen voldoende zijn; max. 4 tabletten per dag.
Bij toevoegen van triamtereen/hydrochloorthiazide aan een bestaande antihypertensieve behandeling, de dosering triamtereen/hydrochloorthiazide halveren. Bij toevoegen van een ander antihypertensivum aan triamtereen/hydrochloorthiazide de dosering van het andere antihypertensivum halveren.
Bij staken van de behandeling de dosering geleidelijk afbouwen om reactief kaliumverlies te voorkomen.
Bijwerkingen
Gemeld zijn: elektrolytenstoornissen, hyperkaliëmie, hypokaliëmie, hyponatriëmie, jicht, dehydratie. Slapeloosheid, nervositeit, verwardheid, depressie. Duizeligheid, vertigo, paresthesie, stupor, slaperigheid, hoofdpijn, syncope. Visusstoornis. Aritmie, tachycardie, angina pectoris. Orthostatische hypotensie. Dyspneu, verstopte neus. Anorexie, verandering in eetlust, misselijkheid, braken, diarree, obstipatie, buikpijn, maag-darmbloeding, opgeblazen gevoel, flatulentie, hik, smaakverandering. Exantheem, pruritus, opvliegers, zweten, cutane lupus erythematodes–achtige reacties, reactivatie van cutane lupus erythematosus. Beenpijn, rugpijn, spierkrampen, gewrichtspijn. Nierfalen, dysurie, nycturie, incontinentie, gestoorde nierfunctie. Impotentie. Zwakte, moeheid, malaise, pijn op de borst, dorst.
Bij langdurig gebruik van hydrochloorthiazide is een verhoogde incidentie van basaalcelcarcinoom en plaveiselcelcarcinoom van de huid waargenomen.
Meer informatie
Bijwerkingen
Zelden (0,01-0,1%): fotosensibilisatie. Trombocytopenische purpura. Megaloblastaire en/of macrocytaire anemie bij patiënten met een latente foliumzuurdeficiëntie (alcoholische levercirrose, zwangerschap).
Zeer zelden (< 0,01%): systemische lupus erythematodes. Nierfalen. 'Acute Respiratory Distress Syndrome' (ARDS).
Verder zijn gemeld: bloeddyscrasieën zoals neutropenie, leukopenie, trombocytopenie, agranulocytose, aplastische anemie. Misselijkheid, braken (kan ook veroorzaakt worden door een verstoorde elektrolytenbalans), diarree, obstipatie, droge mond, pancreatitis. Geelzucht. Huiduitslag, urticaria, purpura. Spierkrampen. Anafylaxie. Jicht, hyperurikemie. Acuut gesloten-kamerhoekglaucoom, acute myopie, choroïdale effusie. Duizeligheid, hoofdpijn, slapte/zwakte. Hypotensie. Aritmieën. Interstitiële nefritis, nierstenen, verminderde glomerulaire filtratiesnelheid (zich uitend in abnormale stijging van het ureumgehalte, creatinine en/of urinezuur). Afwijking van leverenzymen. Hyperkaliëmie, hypokaliëmie, hyperglykemie, hypercalciëmie, hyperlipidemie, verstoorde elektrolytenbalans. Bij langdurig gebruik van hydrochloorthiazide is een verhoogde incidentie van basaalcelcarcinoom en plaveiselcelcarcinoom van de huid waargenomen.
Andere bijwerkingen
Interacties
Combinatie met kaliumsparende diuretica of kaliumsupplementen is gecontra-indiceerd, behalve bij ernstige hypokaliëmie onder nauwlettende controle van de kaliumspiegel.
Voor instelling op een RAAS-remmer de behandeling met het diureticum 2–3 dagen staken of de dosering verlagen om de kans op hypotensie na de eerste dosis te verkleinen. Gelijktijdige behandeling met ACE-remmers of ARB's kan leiden tot een verhoogde kaliumspiegel.
NSAID's kunnen het diuretisch en antihypertensief effect verminderen; tevens is er meer kans op achteruitgang van de nierfunctie en hyperkaliëmie, vooral bij ouderen.
Bij combinatie met ciclosporine of tacrolimus de kaliumspiegel controleren wegens meer kans op hyperkaliëmie.
Kaliumtekort (intra- en extracellulair) kan ontstaan, wat kan leiden tot toegenomen toxiciteit van digoxine en van geneesmiddelen die het QT-interval verlengen, en grotere gevoeligheid voor spierrelaxantia.
Gelijktijdig gebruik van corticosteroïden kan leiden tot meer kaliumverlies.
De renale lithiumklaring neemt af door toegenomen terugresorptie in de tubulus; combinatie bij voorkeur vermijden, verlaging van de lithiumdosis kan nodig zijn.
De werking van insuline en orale bloedglucoseverlagende middelen kan worden geantagoneerd.
De werking van andere antihypertensiva kan worden versterkt.
Colestyramine kan de absorptie van hydrochloorthiazide doen afnemen; het diureticum niet gelijktijdig maar vier uur ervoor of vier tot zes uur erna innemen.
Bij combinatie met alcohol, barbituraten of narcotische analgetica kan versterkte orthostatische hypotensie optreden.
Interacties
Combinatie met andere kaliumsparende geneesmiddelen (kaliumsupplementen, amiloride, spironolacton) is gecontra–indiceerd vanwege de kans op een potentieel levensbedreigende hyperkaliëmie. Gelijktijdige behandeling met ACE-remmers, ARB's of ciclosporine kan leiden tot een verhoogde kaliumspiegel. Disopyramide versterkt het ongunstige effect van hyperkaliëmie en kan matige hyperkaliëmie bij gebruik van dit geneesmiddel levensbedreigend maken.
Ondanks toevoeging van een kaliumsparend diureticum kan kaliumtekort (intra- en extracellulair) ontstaan, hetgeen kan leiden tot toegenomen toxiciteit van digoxine en van geneesmiddelen die het QT-interval verlengen, en grotere gevoeligheid voor spierrelaxantia. Gelijktijdig gebruik van kaliumsecreterende middelen (corticosteroïden, laxantia, amfotericine B of ACTH) kan leiden tot verhoogd kaliumverlies.
Combinatie met indometacine en mogelijk andere NSAID's kan leiden tot hyperkaliëmie en nefrotoxiciteit en kan het diuretisch, natriuretisch en antihypertensief effect verminderen.
De renale lithiumklaring neemt af door toegenomen terugresorptie in de tubulus; verlaging van de lithiumdosis kan nodig zijn.
De werking van insuline en orale bloedglucoseverlagende middelen kan worden geantagoneerd.
Het effect van andere antihypertensiva kan worden versterkt. De behandeling met het diureticum 2–3 dagen vóór instelling op een ACE-remmer staken of de dosering verlagen om de kans op hypotensie na de eerste dosis te verkleinen.
Colestyramine kan de absorptie van hydrochloorthiazide doen afnemen; het diureticum dient 2 uur voor colestyramine te worden ingenomen of 4 uur erna.
Zwangerschap
Amiloride (waarschijnlijk) en hydrochloorthiazide passeren de placenta.
Teratogenese: Bij de mens, onvoldoende gegevens.
Farmacologisch effect: In het verleden werd toepassing van thiaziden en verwante verbindingen in het 3e trimester geassocieerd met problemen bij de neonaat (trombocytopenie, hypoglykemie en stoornissen in de elektrolytenbalans).
Advies: Niet gebruiken bij zwangerschapsoedeem, zwangerschapshypertensie of pre-eclampsie. Gebruik bij essentiële hypertensie ontraden.
Zwangerschap
Triamtereen en hydrochloorthiazide passeren de placenta.
Teratogenese: Geen aanwijzingen voor schadelijkheid (relatief weinig gegevens).
Farmacologisch effect: Bij gebruik van hydrochloorthiazide dient bij de vrouw rekening te worden gehouden met afname van het circulerend bloedvolume en bij de neonaat met icterus neonatorum, trombocytopenie, hypoglykemie en verstoring van de elektrolytenbalans. Triamtereen is een foliumzuurantagonist.
Advies: Gebruik ontraden.
Lactatie
Overgang in de moedermelk: Ja, in kleine hoeveelheden (hydrochloorthiazide); ja, bij dieren (amiloride).
Farmacologisch effect: Verhoogd vrij bilirubine (hydrochloorthiazide).
Overige: Hooggedoseerd kunnen thiazide-diuretica de melkproductie remmen door versterkte diurese.
Advies: Gebruik van dit geneesmiddel of het geven van borstvoeding ontraden.
Lactatie
Overgang in de moedermelk: Ja (triamtereen, hydrochloorthiazide).
Farmacologisch effect: Verhoogd vrij bilirubine (hydrochloorthiazide).
Overige: Hooggedoseerde thiazide-diuretica kunnen de lactatie remmen.
Advies: Het gebruik van dit geneesmiddel of het geven van borstvoeding ontraden.
Contra-indicaties
- hyperkaliëmie (> 5,5 mmol/liter);
- anurie;
- aute nierinsufficiëntie;
- ernstige nierinsufficiëntie (GFR < 30 ml/min/1,73m²);
- diabetische nefropathie;
- overgevoeligheid voor sulfonamidederivaten.
Zie voor meer contra-indicaties de rubriek Interacties.
Contra-indicaties
- hyperkaliëmie;
- nierinsufficiëntie (serumcreatinine > 200 micromol/l), progressieve nierinsufficiëntie (creatinineklaring < 25 ml/min) met toenemende oligurie en uremie gedurende de behandeling;
- ernstige leverinsufficiëntie (levercirrose);
- overgevoeligheid voor sulfonamiden.
Zie voor meer contra-indicaties de rubriek Interacties.
Waarschuwingen en voorzorgen
Controleer periodiek serumelektrolytconcentraties (m.n. van kalium) en corrigeer zo nodig. Dit is vooral van belang indien de elektrolytenbalans voor de behandeling al verstoord was, bij overmatig braken, diarree, diabetes mellitus, cardiopulmonale aandoeningen, parenterale toediening van vloeistoffen, een streng zoutarm dieet, bij ouderen, levercirrose en nierfunctiestoornissen, omdat er dan meer kans op verstoring van de kaliumbalans is. Verstoring van het zuur/base-evenwicht kan de kaliumspiegel verhogen.
Vermijd vanwege een toegenomen kans op hyperkaliëmie het gebruik van andere kaliumsparende diuretica, kaliumsuppletie of kaliumhoudende voedingsmiddelen (kunstzout).
Hyponatriëmie met neurologische symptomen is waargenomen.
In verband met het risico op hyperkaliëmie bij diabetes mellitus eerst de nierfunctie controleren alvorens met de behandeling te beginnen; latente diabetes mellitus kan manifest worden.
Instellen van de therapie bij leverfunctiestoornis bij voorkeur langzaam, onder zorgvuldige controle en in de kliniek omdat coma hepaticum kan ontstaan.
Uremie kan door hydrochloorthiazide worden opgewekt of verergerd, met name bij gestoorde nierfunctie; staak de behandeling bij toenemende uremie en oligurie bij de behandeling van ernstige progressieve nierziekten.
Bij het optreden van symptomen van fotosensibilisatie de behandeling staken. Bij langdurig gebruik van hydrochloorthiazide neemt het risico op niet-melanome huidkanker (basaalcelcarcinoom en plaveiselcelcarcinoom) toe; de oorzaak hiervoor is waarschijnlijk fotosensibilisatie (grotere gevoeligheid voor UV-straling). Adviseer de patiënt overmatige blootstelling aan zonlicht en UV-straling te vermijden en adequate bescherming te gebruiken tegen de zon. Adviseer tevens contact op te nemen bij nieuwe laesies of veranderingen in laesies met verdachte kenmerken. Heroverweeg het gebruik van hydrochloorthiazide bij patiënten die al eerder huidkanker hebben gehad; dit geldt mogelijk ook voor andere thiazidediuretica.
Zeer zeldzame ernstige gevallen van acute longtoxiciteit zoals 'Acute Respiratory Distress Syndrome' (ARDS) zijn gemeld na gebruik van hydrochloorthiazide. Longoedeem treedt doorgaans binnen minuten tot uren na inname van hydrochloorthiazide op. Pulmonale symptomen zoals dyspneu en verslechtering van de longfunctie, en ook koorts en hypotensie kunnen voortekenen zijn van ARDS. Bij optreden van deze symptomen de toediening staken en een passende behandeling geven. Hydrochloorthiazide niet geven bij eerder opgetreden ARDS na inname van hydrochloorthiazide.
Bij acute oogpijn of daling van de gezichtsscherpte (binnen enkele uren tot weken na start van de behandeling) de behandeling onmiddellijk staken. Choroïdale effusie met visusstoornissen, acute myopie en gesloten-kamerhoekglaucoom zijn gemeld bij gebruik van hydrochloorthiazide. Indien de oogdruk verhoogd is, deze proberen te verminderen vanwege de kans op acuut gesloten-kamerhoekglaucoom. Een van de risicofactoren voor het ontwikkelen van acuut afgesloten kamerhoekglaucoom kan zijn een voorgeschiedenis van een sulfonamide- of penicilline-allergie.
Bij hyperlipidemie serumlipiden extra controleren.
Bij diabetes mellitus is extra controle van bloedglucosewaarden (m.n. in de eerste maand van de behandeling met een ACE-remmer) aangewezen.
Voorzichtig toepassen bij jicht in de voorgeschiedenis.
Tevens voorzichtig zijn bij maligne aandoeningen of hyperparathyroïdie, aangezien thiazide–diuretica hypercalciëmie kunnen veroorzaken.
Wegens hun invloed op het calciummetabolisme kunnen thiaziden bijschildklierfunctieproeven verstoren.
De veiligheid bij kinderen is niet vastgesteld, toepassing vermijden.
Waarschuwingen en voorzorgen
Periodiek serumelektrolytconcentraties (m.n. van kalium) controleren en zo nodig corrigeren. Dit is vooral van belang indien de elektrolytenbalans voor de behandeling al verstoord was, bij overmatig braken, diarree, diabetes mellitus, cardiopulmonale aandoeningen, parenterale toediening van vloeistoffen, een streng zoutarm dieet, bij ouderen, levercirrose en nierfunctiestoornissen, omdat er dan meer kans op verstoring van de kaliumbalans is.
Vermijd vanwege een toegenomen kans op hyperkaliëmie het gebruik van andere kaliumsparende diuretica, kaliumsuppletie of kaliumhoudende voedingsmiddelen (kunstzout).
Bij chronische behandeling kan de glomerulusfiltratie significant dalen (reversibel), met name indien vóór de behandeling de nierfunctie al licht verstoord was. Hierdoor kan het ureumgehalte tot abnormale waarden stijgen. Regelmatige controle van de nierfunctie tijdens de behandeling is daarom noodzakelijk.
Regelmatig controleren op bloeddyscrasieën of leverfunctiestoornissen.
Bij het optreden van symptomen van fotosensibilisatie de behandeling staken. Bij langdurig gebruik van hydrochloorthiazide neemt het risico op niet-melanome huidkanker (basaalcelcarcinoom en plaveiselcelcarcinoom) toe; de oorzaak hiervoor is waarschijnlijk fotosensibilisatie (grotere gevoeligheid voor UV-straling). Adviseer de patiënt overmatige blootstelling aan zonlicht en UV-straling te vermijden en adequate bescherming te gebruiken tegen de zon. Adviseer tevens contact op te nemen bij nieuwe laesies of veranderingen in laesies met verdachte kenmerken. Heroverweeg het gebruik van hydrochloorthiazide bij patiënten die al eerder huidkanker hebben gehad; dit geldt mogelijk ook voor andere thiazide-diuretica.
Zeer zeldzame ernstige gevallen van acute longtoxiciteit zoals 'Acute Respiratory Distress Syndrome' (ARDS) zijn gemeld na gebruik van hydrochloorthiazide. Longoedeem treedt doorgaans binnen minuten tot uren na inname van hydrochloorthiazide op. Pulmonale symptomen zoals dyspneu en verslechtering van de longfunctie, en ook koorts en hypotensie kunnen voortekenen zijn van ARDS. Bij optreden van deze symptomen de toediening staken en een passende behandeling geven. Hydrochloorthiazide niet geven bij eerder opgetreden ARDS na inname van hydrochloorthiazide.
Bij acute oogpijn of daling van de gezichtsscherpte (binnen enkele uren tot weken na start van de behandeling) de behandeling onmiddellijk staken. Choroïdale effusie met visusstoornissen, acute myopie en gesloten-kamerhoekglaucoom zijn gemeld bij gebruik van hydrochloorthiazide. Indien de oogdruk verhoogd is, deze proberen te verminderen vanwege de kans op acuut gesloten-kamerhoekglaucoom. Een van de risicofactoren voor het ontwikkelen van acuut afgesloten kamerhoekglaucoom kan zijn een voorgeschiedenis van een sulfonamide- of penicilline-allergie.
Bij leverinsufficiëntie regelmatig het ureumgehalte in bloed controleren.
Bij hyperlipidemie is extra controle van serumlipiden aangewezen.
Diabetes mellitus kan door afname van de glucosetolerantie manifest worden.
Voorzichtig toepassen bij jicht en nierstenen in de voorgeschiedenis.
Tevens voorzichtig zijn bij maligne aandoeningen of hyperparathyreoïdie, aangezien thiazide–diuretica hypercalciëmie kunnen veroorzaken.
Wegens hun invloed op het calciummetabolisme kunnen thiaziden bijschildklierfunctieproeven verstoren.
Onderzoeksgegevens: Er zijn onvoldoende gegevens over het gebruik bij kinderen.
Overdosering
Neem voor informatie over een vergiftiging met amiloride/hydrochloorthiazide contact op met het Nationaal Vergiftigingen Informatie Centrum.
Overdosering
Symptomen
Stoornissen in de elektrolytenbalans, hypotensie, braken, gastro-intestinale stoornissen, zwakte.
Zie voor meer symptomen en behandeling vergiftigingen.info.
Eigenschappen
Combinatie van een kaliumsparend en een thiazide-diureticum. Werking: binnen 2–4 uur, max. na 4–6 uur (diurese). Werkingsduur: circa 6–12 uur (diurese), 24 uur (kaliumsparend effect).
Kinetische gegevens
F | 70% (hydrochloorthiazide). |
T max | 3–4 uur (amiloride); ca. 4 uur (hydrochloorthiazide). |
V d | circa 5 l/kg (amiloride); 0,5–1,1 l/kg (hydrochloorthiazide). |
Eliminatie | vrijwel onveranderd, vnl. met de urine (hydrochloorthiazide); met urine 50% en feces 40% (amiloride). |
T 1/2el | 6–9 uur (amiloride); 9½–13 uur (hydrochloorthiazide), bij nierfunctiestoornis tweemaal zo lang (amiloride, hydrochloorthiazide). |
Uitleg afkortingen
F | biologische beschikbaarheid (fractie van de dosis die in de systemische circulatie verschijnt) |
T max | tijdsduur tot maximale bloedspiegel na toediening |
V d | verdelingsvolume (fictief volume waarin een geneesmiddel zich verdeelt over het lichaam) |
T 1/2 | plasmahalfwaardetijd (tijd die nodig is om een bepaalde plasmaconcentratie te halveren) |
T 1/2el | plasmahalfwaardetijd in de eliminatiefase, terminale halfwaardetijd |
Eigenschappen
Combinatie van een kaliumsparend en een thiazide-diureticum. Werking triamtereen: begint na 2–4 uur, houdt 7–9 uur aan. Diuretische werking hydrochloorthiazide: start na 1 uur en houdt gem. 12 uur aan.
Farmacokinetische eigenschappen
Groepsinformatie
amiloride/hydrochloorthiazide hoort bij de groep diuretica, combinatiepreparaten.
Groepsinformatie
triamtereen/hydrochloorthiazide hoort bij de groep diuretica, combinatiepreparaten.