Samenstelling
Beclometason Klysma FNA (dipropionaat) Formularium der Nederlandse Apothekers
- Toedieningsvorm
- Klysma (0,003%)
- Sterkte
- 0,03 mg/g
- Verpakkingsvorm
- 100 g
Uitleg symbolen
XGVS | Dit geneesmiddel is niet opgenomen in het geneesmiddelen vergoedings systeem (GVS). |
OTC | 'Over the counter', dit geneesmiddel is een zelfzorgmiddel. |
Bijlage 2 | Aan de vergoeding van dit geneesmiddel zijn bepaalde voorwaarden verbonden, die zijn vermeld op bijlage 2 van de Regeling zorgverzekering. |
Aanvullende monitoring | Dit geneesmiddel is onderworpen aan aanvullende monitoring. Extra aandacht wordt gevraagd voor onverwachte bijwerkingen. Meldt u dit via het meldformulier van het Lareb. |
Samenstelling
Budenofalk Dr. Falk Pharma Benelux bv
- Toedieningsvorm
- Capsule, maagsapresistent
- Sterkte
- 3 mg
- Toedieningsvorm
- Granulaat, maagsapresistent
- Sterkte
- 9 mg
- Verpakkingsvorm
- sachet
- Toedieningsvorm
- Schuim voor rectaal gebruik
- Sterkte
- 2 mg/dosis
- Verpakkingsvorm
- 14 doses
- Toedieningsvorm
- Zetpil
- Sterkte
- 4 mg
Budesonide Diverse fabrikanten
- Toedieningsvorm
- Capsule met gereguleerde afgifte
- Sterkte
- 3 mg
Cortiment Ferring bv
- Toedieningsvorm
- Tablet met gereguleerde afgifte
- Sterkte
- 9 mg
Entocort Tillotts Pharma GmBH
- Toedieningsvorm
- Capsule met gereguleerde afgifte
- Sterkte
- 3 mg
- Toedieningsvorm
- Tablet voor klysma
- Sterkte
- 2,3 mg
- Verpakkingsvorm
- met solvens
Na reconstitutie met de 115 ml oplossing voor klysma: 2 mg/100 ml.
Jorveza Dr. Falk Pharma Benelux bv
- Toedieningsvorm
- Tablet, orodispergeerbaar
- Sterkte
- 1 mg
Uitleg symbolen
XGVS | Dit geneesmiddel is niet opgenomen in het geneesmiddelen vergoedings systeem (GVS). |
OTC | 'Over the counter', dit geneesmiddel is een zelfzorgmiddel. |
Bijlage 2 | Aan de vergoeding van dit geneesmiddel zijn bepaalde voorwaarden verbonden, die zijn vermeld op bijlage 2 van de Regeling zorgverzekering. |
Aanvullende monitoring | Dit geneesmiddel is onderworpen aan aanvullende monitoring. Extra aandacht wordt gevraagd voor onverwachte bijwerkingen. Meldt u dit via het meldformulier van het Lareb. |
Advies
Bij de behandeling van colitis ulcerosa is de keuze van het geneesmiddel afhankelijk van de locatie, uitgebreidheid en ernst van de ontsteking, het verwachte beloop en de respons op eerdere medicatie. Corticosteroïden worden toegepast voor remissie-inductie en immunosuppressiva als onderhoudsbehandeling. Aminosalicylaten en TNF-α-blokkers kunnen in beide fasen van de behandeling worden gebruikt.
Systemisch werkende corticosteroïden zijn effectiever dan lokaalwerkende corticosteroïden, maar veroorzaken meer bijwerkingen.
Advies
Bij de behandeling van de ziekte van Crohn is de keuze van het geneesmiddel afhankelijk van de locatie, uitgebreidheid en ernst van de ontsteking, het verwachte beloop en de respons op eerdere medicatie. Corticosteroïden worden toegepast voor remissie-inductie en immunosuppressiva als onderhoudsbehandeling. TNF-α-blokkers kunnen in beide fasen van de behandeling worden gebruikt.
Systemischwerkende corticosteroïden, bv. betamethason en predniso(lo)n, zijn effectiever dan het lokaalwerkende budesonide, maar veroorzaken meer bijwerkingen. Als bij milde tot matige ziekteactiviteit na twee tot vier weken lokale behandeling geen meetbare verbetering optreedt, wordt de behandeling veelal omgezet naar een systemische.
Bij de behandeling van colitis ulcerosa is de keuze van het geneesmiddel afhankelijk van de locatie, uitgebreidheid en ernst van de ontsteking, het verwachte beloop en de respons op eerdere medicatie. Corticosteroïden worden toegepast voor remissie-inductie en immunosuppressiva als onderhoudsbehandeling. Aminosalicylaten en TNF-α-blokkers kunnen in beide fasen van de behandeling worden gebruikt.
Systemischwerkende corticosteroïden zijn effectiever dan lokaalwerkende corticosteroïden, maar veroorzaken meer bijwerkingen.
Indicaties
- Distale colitis ulcerosa;
- Proctitis in de acute fase, als behandeling met mesalazine onvoldoende effect heeft (NHG-Standaard Rectaal bloedverlies).
Gerelateerde informatie
Indicaties
Oraal
capsule en granulaat
- Lichte tot matige vorm van de ziekte van Crohn, waarbij het ileum en/of colon ascendens is aangedaan;
- Inductie van remissie bij actieve microscopische colitis;
- Onderhoud van remissie bij frequent recidiverende symptomen van microscopische colitis.
tablet met gereguleerde afgifte
- Inductie van remissie bij een lichte tot matig-ernstige actieve colitis ulcerosa, als behandeling met 5-ASA onvoldoende resultaat heeft;
- Inductie van remissie bij actieve microscopische colitis.
capsule, maagsapresistent
- Auto-immuunhepatitis indien corticosteroïden geïndiceerd zijn.
orodispergeerbare tablet
- eosinofiele oesofagitis.
Rectaal
schuim
- Distale colitis ulcerosa, waarbij het rectum en/of sigmoïd is aangedaan.
klysma
- Distale colitis ulcerosa, waarbij het rectum, sigmoïd en/of colon descendens.
zetpil
- Lichte tot matige acute colitis ulcerosa, beperkt tot het rectum (proctitis ulcerosa).
Gerelateerde informatie
Doseringen
Distale colitis ulcerosa
Volwassenen
1 klysma van 3 mg/100 g voor de nacht. Toedienen in liggende houding.
Proctitis in de acute fase
Volwassenen
Volgens de NHG-Standaard Rectaal bloedverlies: 1 klysma van 3 mg/100 g voor de nacht gedurende 2-6 weken. Toedienen in liggende houding.
Doseringen
Preparaten met gereguleerde afgifte zijn niet onderling uitwisselbaar vanwege verschillen in kinetiek (zie ook de rubriek Eigenschappen).
Bij staken de dosering afbouwen, bijvoorbeeld door om de dag 1 dosering te nemen gedurende 2 weken; daarna kan de behandeling gestaakt worden.
Ziekte van Crohn
Volwassenen
Capsule met gereguleerde afgifte: in de actieve fase 9 mg 1×/dag 's morgens voor het ontbijt gedurende 8 weken; daarna 's morgens 6 mg. Daarna de dosis eventueel aanpassen naar de laagste nog effectieve dosis. De dosering ter vervanging van prednisolon bij steroïd–afhankelijke patiënten is 's morgens voor het ontbijt 6 mg; de behandeling met prednisolon afbouwen als de behandeling met budesonide is begonnen. Volgens de fabrikant van Entocort: Ter preventie van recidief na een operatieve ingreep bij patiënten met hoge ziekte-activiteit: 6 mg 's morgens.
Capsule of granulaat maagsapresistent: 9 mg 's morgens een half uur vóór het ontbijt óf (bij capsules; als dat makkelijker is voor de patiënt) 3 mg 3×/dag een half uur vóór de maaltijd. De duur van de behandeling bij actieve ziekte van Crohn beperken tot 8 weken. Aan het einde van de behandeling granulaat om de dag geven gedurende 2 weken; daarna de behandeling staken.
Kinderen ≥ 8 jaar en een lichaamsgewicht van ≥ 25 kg
Capsule met gereguleerde afgifte: bij milde tot matige ziekte-activiteit 's 9 mg 1×/dag morgens vóór het ontbijt gedurende 8 weken. Entocort: als de ziekte is gestabiliseerd, titreren naar de laagst effectieve dosis.
Microscopische colitis
Volwassenen
Inductie: tablet met gereguleerde afgifte, capsule of granulaat: 9 mg 1×/dag, vóór het ontbijt. Toepassen gedurende maximaal 8 weken.
Onderhoud van remissie: Budenofalk capsule: 6 mg 1×/dag vóór het ontbijt, óf 6 mg 1×/dag afgewisseld met 3 mg 1×/dag (= gemiddeld 4,5 mg/dag) vóór het ontbijt. Bouw bij staken van de behandeling de dosis in 2 weken af. Evalueer de behandeling uiterlijk na 12 maanden.
Onderhoud van remissie: budesonide capsule: 6 mg 1×/dag vóór het ontbijt. De laagst effectieve dosis gebruiken. Bij staken de dosis geleidelijk afbouwen. De behandeling regelmatig evalueren.
Onderhoud van remissie: Entocort capsule: 6 mg, vóór het ontbijt. Probeer bij stabiele asymptomatische patiënten een dosisverlaging tot 3 mg 1×/dag 's morgens. Als patiënten asymptomatisch blijven, probeer dan een verdere dosisverlaging (bv. 3 mg om de dag) en staak uiteindelijk de behandeling. Evalueer de behandeling uiterlijk na 12 maanden.
Colitis ulcerosa
Volwassenen
Cortiment tablet: 1×/dag 1 tablet van 9 mg 's morgens gedurende maximaal 8 weken. Bij staken geleidelijk afbouwen.
Auto-immuunhepatitis
Volwassenen
Budenofalk capsule: startdosering: 3 mg 3×/dag voor inductie van remissie (normalisatie van leverfunctieparameters). Onderhoudsdosering: 3 mg 2×/dag na bereiken van remissie, indien ALAT en/of ASAT stijgen tijdens de onderhoudsdosering, dosering verhogen naar 3 mg 3×/dag. Toepassen gedurende minimaal 24 maanden. Behandeling combineren met azathioprine, indien dit verdragen wordt.
Eosinofiele oesofagitis
Volwassenen
Inductie: orodispergeerbare tablet: 1 mg 2×/dag ('s ochtends en 's avonds). Gebruikelijke duur van de behandeling is 6 weken, tot max. 12 weken te verlengen bij onvoldoende effect.
Onderhoud: orodispergeerbare tablet 0,5 of 1 mg 2×/dag ('s ochtends en 's avonds). De tablet van 0,5 mg is niet in Nederland geregistreerd. De onderhoudsdosis van 1 mg 2×/dag is aanbevolen bij een langdurige ziektegeschiedenis en/of een zeer uitgebreide oesofagitis in de acute fase.
Distale colitis ulcerosa
Volwassenen
Budenofalk schuim: voor de nacht met de applicator één dosis inbrengen gedurende 6–8 weken.
Entocort klysma: 's avonds 1 klysma voor de nacht liggend op de linkerzij toedienen gedurende 4 weken; indien dan nog geen remissie is bereikt, kan de behandeling met maximaal 4 weken worden voortgezet. Optimaal effect wordt verkregen indien de toegediende dosis zo lang mogelijk, bij voorkeur de hele nacht, in het lichaam blijft. Na toediening ca. 5 minuten plat op de buik liggen.
Proctitis ulcerosa
Volwassenen
Zetpil: voor de nacht 1 zetpil (4 mg) inbrengen gedurende max. 6–8 weken.
Verminderde nierfunctie: Bij lichte tot matige nierfunctiestoornis is een dosisaanpassing niet nodig. Bij een ernstige nierfunctiestoornis is gebruik niet aanbevolen, wegens ontbreken van gegevens.
Verminderde leverfunctie: gebruik is niet aanbevolen bij lichte tot ernstige leverfunctiestoornis, vanwege onvoldoende gegevens.
Toediening
- De tablet of capsule heel innemen met voldoende water. Maagsapresistente capsules ongeveer een half uur voor de maaltijd innemen. De Entocort capsule kan eventueel worden opengemaakt, waarna de inhoud gemengd kan worden met bijvoorbeeld een lepel appelmoes. De inhoud van de capsules niet kauwen of fijnmaken.
- Het granulaat op de tong leggen en zonder kauwen doorslikken met veel water.
- De spuitbus met schuim gedurende 15 seconden schudden. Bij toedienen van één dosis dient de dop van de spuitbus volledig te worden ingedrukt en langzaam weer losgelaten. De applicator hierna nog 10–15 seconden in positie houden. Gebruik de zetpil of het schuim na de stoelgang voor de beste werking.
- Het klysma vlak voor gebruik bereiden door de tablet in de flacon met oplossing voor klysma te doen en daarna de flacon gedurende 10 seconden goed te schudden tot de tablet volledig opgelost is.
- De orodispergeerbare tablet, direct uit de verpakking, na de maaltijd op de punt van de tong leggen en tegen het gehemelte drukken tot de tablet is opgelost. Dit duurt doorgaans ten minste twee minuten maar kan tot 20 minuten duren. De opgeloste substantie in etappes doorslikken, voor optimale blootstelling aan het slokdarmslijmvlies (dankzij adhesieve eigenschappen van mucinen in het speeksel). Niet kauwen of onopgelost doorslikken. Tot 30 minuten ná inname niet eten, drinken of tanden poetsen; dranken, sprays en kauwtabletten niet innemen 30 minuten vóór of ná inname van de orodispergeerbare tablet.
Bijwerkingen
Gemeld zijn: irritatie en pijn in het rectum, flatulentie, misselijkheid en huidreacties.
Bijwerkingen
Oraal: De frequentie van corticosteroïd-gerelateerde bijwerkingen is ongeveer gehalveerd ten opzichte van een equivalente orale dosering prednisolon.
Zeer vaak: (≥ 10%): orale, orofaryngeale en oesofageale candidiase (bij Jorveza).
Vaak (1-10%): Cushing(-achtig)-syndroom (bv. vollemaansgezicht, romp-obesitas, rode striae, verminderde glucosetolerantie, diabetes mellitus, natriumretentie met oedeemvorming, verhoogde kaliumuitscheiding, bijniersuppressie, verstoorde afscheiding van geslachtshormonen). Hypertensie. Hoofdpijn. Nervositeit, slapeloosheid, depressie, prikkelbaarheid, euforie. Palpitaties. Dyspepsie, misselijkheid, (boven)buikpijn, droge mond. Urticaria, exantheem, acne. Allergisch exantheem, petechiën, ecchymose, vertraagde wondgenezing, contacteczeem. Spier– en gewrichtspijn, spierzwakte, spierkrampen, osteoporose. Menstruatiestoornis. Infecties. Hypokaliëmie. Bij Jorveza ook: orale paresthesie, gastro-oesofageale refluxziekte, glossodynie. tongaandoening, orale herpes.
Soms (0,1-1%): tremor, psychomotorische hyperactiviteit. Angst, slaapstoornis (vaak bij Jorveza). Flatulentie. Gastroduodenaal ulcus. Hoesten. Duizeligheid, dysgeusie (vaak bij Jorveza). Droge ogen. Huiduitslag. Perifeer oedeem. Rugpijn. Leukocytose. Bij Jorveza ook: agitatie, (naso)faryngitis, angio-oedeem, lip-oedeem, pijnlijk tandvlees, droge keel, orofaryngeale pijn, dysfagie, erosieve gastritis, ulcus gastricum, opgezette buik, corpus-alienumgevoel, osteocalcine verlaagd, toegenomen gewicht.
Zelden (0,01-0,1%): glaucoom, (subcapsulair) cataract, wazig zien. Agressie. Pancreatitis. Osteonecrose.
Zeer zelden (< 0,01%): pseudotumor cerebri incl. papiloedeem bij adolescenten. Meervoudige psychiatrische effecten zoals gedragsstoornis. Trombose, vasculitis. Vermoeidheid, malaise. Obstipatie. Anafylactische reacties. Groeivertraging bij kinderen.
Verder is gemeld: overgevoeligheidsreactie zoals angio-oedeem.
Rectaal: Er is minder kans op bijwerkingen dan bij orale toediening.
Vaak (1-10%): gastro-intestinale stoornissen zoals flatulentie, misselijkheid en diarree. Pijn en brandend gevoel in het rectum. Depressie. Exantheem, urticaria.
Soms (0,1-1%): agitatie, angst, slapeloosheid. Psychomotorische hyperactiviteit. Buikpijn. Afteuze stomatitis, abdominale paresthesie, anale fissuren, rectale bloeding. Duizeligheid. Reukstoornis. Toegenomen transpiratie. Asthenie. Verhoogde eetlust, toename gewicht. Stijging van leverenzymwaarden. Toename erytrocytenbezinkingssnelheid. Leukocytose.
Zelden (0,01-0,1%): bijnierinsufficiëntie. Glaucoom, (subcapsulair) cataract, wazig zien. Ecchymose. Agressie.
Zeer zelden (≤ 0,01%): anafylactische reacties.
Verder is gemeld: overgevoeligheidsreactie zoals angio-oedeem.
Interacties
Geen levende vaccins toedienen tijdens een chronische therapie met glucocorticoïden. De antilichaamrespons op andere vaccins kan verminderd zijn.
Budesonide wordt voornamelijk gemetaboliseerd door CYP3A4. Matige tot sterke remmers van CYP3A4 zoals macrolide antibiotica, imidazool-antimycotica, fluoxetine, HIV-proteaseremmers en grapefruit-/pompelmoessap remmen de afbraak van geresorbeerd budesonide, waardoor de kans op systemische bijwerkingen toeneemt. Combinatie met sterke CYP3A4-remmers (zoals ketoconazol, itraconazol, HIV-proteaseremmers, claritromycine, cobicistat) vermijden, of, als dit niet mogelijk is, de tijd tussen de behandelingen zo lang mogelijk maken en eventueel de budesonide dosering verlagen.
CYP3A4-inductoren zoals carbamazepine en rifampicine kunnen de blootstelling aan budesonide doen afnemen.
Oestrogenen kunnen het effect van corticosteroïden versterken. Laag gedoseerde orale anticonceptiva hadden echter geen significante invloed op oraal toegediend budesonide.
De kaliumuitscheiding kan toenemen waardoor het effect van digoxine versterkt wordt. Vanwege de invloed op de kaliumspiegel is ook voorzichtigheid geboden in combinatie met diuretica.
Bij de combinatie met colestyramine of antacida een periode van twee uur tussen de innamen aanhouden.
Hulpstoffen: Sorbitol, in granulaat, kan de biologische beschikbaarheid van andere oraal toegediende geneesmiddelen beïnvloeden.
Zwangerschap
Passeert de placenta.
Teratogenese: Bij de mens, onvoldoende gegevens. Bij dieren zijn corticosteroïden in hoge doseringen schadelijk gebleken (schisis).
Advies: Op strikte indicatie gebruiken.
Zwangerschap
Teratogenese: Bij de mens, onvoldoende gegevens. Bij dieren zijn hoge doses corticosteroïden schadelijk gebleken.
Farmacologisch effect: Onwaarschijnlijk omdat de biologische beschikbaarheid van oraal en rectaal budesonide laag is.
Advies: Alleen op strikte indicatie gebruiken.
Lactatie
Overgang in de moedermelk: Ja, in geringe mate. Gezien zeer groot 'first pass'-effect zijn significante hoeveelheden in de moedermelk minder waarschijnlijk.
Advies: Kan kortdurend worden toegepast.
Lactatie
Overgang in moedermelk: Ja, in geringe mate.
Farmacologisch effect: Onwaarschijnlijk vanwege een lage biologische beschikbaarheid bij gebruik van oraal en rectaal budesonide bij de moeder en geringe overgang in de moedermelk.
Advies: Kan (voor zover bekend zonder gevaar) volgens voorschrift worden gebruikt.
Contra-indicaties
- overgevoeligheid voor corticosteroïden;
- lokale bacteriële of virale infectie.
Contra-indicaties
Bij darmontsteking
- overgevoeligheid voor corticosteroïden;
- levercirrose en aanwijzingen van portale hypertensie (zoals vergevorderde primaire biliaire cirrose);
- systemische of lokale bacteriële, virale of schimmelinfecties.
Waarschuwingen en voorzorgen
Wees voorzichtig bij overzetting van systemische corticosteroïdtherapie op lokale behandeling met beclometason. Uitsluipen van het systemische corticosteroïd kan nodig zijn.
Houd bij leverfunctiestoornissen rekening met mogelijke systemische bijwerkingen.
Waarschuwingen en voorzorgen
Ziekte van Crohn: Toepassing is niet geschikt indien het bovenste deel van het maag-darmkanaal is aangedaan. Aangezien de werking vooral gebaseerd is op een lokaal effect in de darmen, zijn er geen gunstige effecten te verwachten voor symptomen op andere plekken dan het maag-darmkanaal (zoals ogen, huid, gewrichten).
Actieve microscopische colitis: Staak indien mogelijk geneesmiddelen die microscopische colitis induceren, dit zijn bv. protonpompremmers en psychoactieve middelen (zoals clozapine, sertraline).
Auto-immuunhepatitis: Controleer tijdens de behandeling regelmatig de serumwaarden van transaminasen: de eerste maand elke twee weken, daarna ten minste iedere 3 maanden.
Angio-oedeem: Staak de behandeling bij het optreden van angio-oedeem.
Overschakelen van systemische corticosteroïdtherapie op lokale behandeling met budesonide kan allergieën (zoals eczeem, rinitis) ontmaskeren of symptomen veroorzaken gerelateerd aan een verminderd algeheel steroïd-effect. Afbouwen van het systemische corticosteroïd kan nodig zijn; bij staken van de behandeling kan malaise optreden met spier- en gewrichtspijnen. Indien zich ook moeheid, hoofdpijn, misselijkheid en braken voordoet kan een tijdelijke verhoging van de dosis systemische corticosteroïden aangewezen zijn.
Comorbiditeit: Wees voorzichtig bij aandoeningen waarbij glucocorticoïden ongewenste effecten kunnen hebben zoals bij hypertensie, diabetes mellitus, tuberculose, osteoporose, ulcus pepticum, glaucoom of cataract.
Stress: In verband met een eventuele verstoring van de hypothalamus/hypofysefuncties bij stress wordt suppletie met orale corticosteroïden aanbevolen bij fysiek belastende omstandigheden zoals operatief ingrijpen of in andere stress-situaties.
Onderdrukking van de inflammatoire respons en immuunfunctie vermeerdert de kans op infecties; ernstige infecties zoals sepsis en tuberculose kunnen worden gemaskeerd waardoor ze pas laat worden herkend.
Waterpokken en mazelen kunnen een ernstiger verloop hebben dan gebruikelijk en het kan nodig zijn passende maatregelen te nemen (varicella–zostervirus-immunoglobuline, i.v. immunoglobuline, antivirale middelen).
Psychiatrische ziekten: Wees voorzichtig bij patiënten met (familieleden in de eerste graad met) bestaande of eerdere ernstige depressie of eerdere psychose door steroïden.
Leverfunctiestoornis: Bij een verminderde leverfunctie kunnen systemische bijwerkingen vaker optreden vanwege een langere eliminatiehalfwaardetijd.
Oogheelkundige effecten: Overweeg verwijzing naar een oogarts bij ontwikkeling van visusstoornissen. Glaucoom, cataract en zeldzame ziekten als centrale sereuze chorioretinopathie zijn gemeld na systemisch en lokaal gebruik van corticosteroïden.
Onderzoeksgegevens: Met de tablet, capsules en schuim voor rectaal gebruik bestaat weinig ervaring bij ouderen. Bij langdurig gebruik bij kinderen de lengtegroei controleren. De tablet met gereguleerde afgifte, de orodispergeerbare tablet, het granulaat en het schuim voor rectaal gebruik niet toepassen bij kinderen < 18 jaar wegens onvoldoende ervaring. Budenofalk capsule niet toepassen bij kinderen < 12 jaar wegens onvoldoende ervaring. Entocort capsule niet toepassen bij kinderen met actieve microscopische colitis of microscopische colitis in remissie, veiligheid en effectiviteit zijn niet vastgesteld.
Overdosering
Zie voor symptomen en behandeling de monografie corticosteroïden op vergiftigingen.info.
Eigenschappen
Corticosteroïd met een lokaal ontstekingsremmend effect.
Kinetische gegevens
Metabolisering | Zeer groot 'first pass'-effect in darmwand en lever, metabolisering tot nauwelijks actieve metabolieten. |
Uitleg afkortingen
F | biologische beschikbaarheid (fractie van de dosis die in de systemische circulatie verschijnt) |
T max | tijdsduur tot maximale bloedspiegel na toediening |
V d | verdelingsvolume (fictief volume waarin een geneesmiddel zich verdeelt over het lichaam) |
T 1/2 | plasmahalfwaardetijd (tijd die nodig is om een bepaalde plasmaconcentratie te halveren) |
T 1/2el | plasmahalfwaardetijd in de eliminatiefase, terminale halfwaardetijd |
Eigenschappen
Glucocorticosteroïd met een lokaal ontstekingsremmend effect.
Bij darmontsteking
Budesonide wordt afgegeven vanuit de capsule ter hoogte van het ileum en het colon ascendens, vanuit de tablet in het colon. Werking: maximaal na 2–4 weken.
Bij eosinofiele oesofagitis
Budesonide (Jorveza) remt de door antigenen gestimuleerde secretie van veel pro-inflammatoire signaalmoleculen, zoals stromaal lymfopoëtine uit de thymus, interleukine 13 en eotaxine-3 in het oesofagusepitheel. Dit leidt tot een afname van het oesofageale eosinofiele inflammatoire infiltraat.
Kinetische gegevens
Resorptie | oraal: snel en volledig, ca. 70%. |
F | oraal en rectaal 10–15% door zeer groot 'first pass'-effect. |
T max | Budenofalk schuim ca. 2–3 uur; Entocort klysma 1,5 uur; Entocort capsule: 3–5 uur, Budenofalk capsule: 5–7 uur, Budenofalk granulaat: ca. 6 uur door speciale coating van het granulaat, langer wanneer ingenomen met voedsel. Budenofalk tablet 13–14 uur. Jorveza tablet: 0,7–2,0 uur. |
V d | Bij darmontsteking: ca. 3–4 l/kg. Bij oesofagitis: 18–65 l/kg. |
Overig | de maximaal bereikte bloedspiegels zijn voor Jorveza tablet 0,3–0,8, Entocort capsule 5–10 nanog/ml, Cortiment tablet 1,3–1,8 nanog/ml, Budenofalk capsule 1–4 nanog/ml en Budenofalk schuim 0,8 nanog/ml. |
Eiwitbinding | ca. 85–90%. |
Metabolisering | in de lever door vnl. CYP3A4 tot nauwelijks actieve metabolieten. |
Eliminatie | voornamelijk als metabolieten. |
T 1/2el | 3–5 uur, bij ernstig gestoorde leverfunctie langer. |
Uitleg afkortingen
F | biologische beschikbaarheid (fractie van de dosis die in de systemische circulatie verschijnt) |
T max | tijdsduur tot maximale bloedspiegel na toediening |
V d | verdelingsvolume (fictief volume waarin een geneesmiddel zich verdeelt over het lichaam) |
T 1/2 | plasmahalfwaardetijd (tijd die nodig is om een bepaalde plasmaconcentratie te halveren) |
T 1/2el | plasmahalfwaardetijd in de eliminatiefase, terminale halfwaardetijd |
Groepsinformatie
beclometason (rectaal) hoort bij de groep corticosteroïden, maag-darmkanaal.
Groepsinformatie
budesonide (enteraal) hoort bij de groep corticosteroïden, maag-darmkanaal.