Samenstelling
Orladeyo (als dihydrochloride) Aanvullende monitoring BioCryst Ireland Limited
- Toedieningsvorm
- Capsule, hard
- Sterkte
- 150 mg
Uitleg symbolen
XGVS | Dit geneesmiddel is niet opgenomen in het geneesmiddelen vergoedings systeem (GVS). |
OTC | 'Over the counter', dit geneesmiddel is een zelfzorgmiddel. |
Bijlage 2 | Aan de vergoeding van dit geneesmiddel zijn bepaalde voorwaarden verbonden, die zijn vermeld op bijlage 2 van de Regeling zorgverzekering. |
Aanvullende monitoring | Dit geneesmiddel is onderworpen aan aanvullende monitoring. Extra aandacht wordt gevraagd voor onverwachte bijwerkingen. Meldt u dit via het meldformulier van het Lareb. |
Samenstelling
Berinert CSL Behring bv
- Toedieningsvorm
- Poeder voor infusie/injectievloeistof
- Sterkte
- 500 IE
- Verpakkingsvorm
- met solvens 10 ml + toebehoren
- Toedieningsvorm
- Poeder voor injectievloeistof
- Sterkte
- 1500 IE
- Verpakkingsvorm
- met solvens 3 ml + toebehoren
- Toedieningsvorm
- Poeder voor injectievloeistof
- Sterkte
- 2000 IE
- Verpakkingsvorm
- met solvens 4 ml + toebehoren
- Toedieningsvorm
- Poeder voor injectievloeistof
- Sterkte
- 3000 IE
- Verpakkingsvorm
- met solvens 6 ml + toebehoren
1 IE = de gemiddelde hoeveelheid endogeen C1-esteraseremmer in 1 ml humaan plasma.
Cinryze Aanvullende monitoring Takeda Nederland bv
- Toedieningsvorm
- Poeder voor injectievloeistof
- Sterkte
- 500 IE
- Verpakkingsvorm
- met solvens 5 ml + toedieningsset
1 IE = de gemiddelde hoeveelheid endogeen C1-esteraseremmer in 1 ml humaan plasma.
Uitleg symbolen
XGVS | Dit geneesmiddel is niet opgenomen in het geneesmiddelen vergoedings systeem (GVS). |
OTC | 'Over the counter', dit geneesmiddel is een zelfzorgmiddel. |
Bijlage 2 | Aan de vergoeding van dit geneesmiddel zijn bepaalde voorwaarden verbonden, die zijn vermeld op bijlage 2 van de Regeling zorgverzekering. |
Aanvullende monitoring | Dit geneesmiddel is onderworpen aan aanvullende monitoring. Extra aandacht wordt gevraagd voor onverwachte bijwerkingen. Meldt u dit via het meldformulier van het Lareb. |
Advies
Bij de lange termijn preventieve behandeling (LTP) van aanvallen van erfelijk angio-oedeem als gevolg van C1-esteraseremmerdeficiëntie kunnen C1-esteraseremmerpreparaten, lanadelumab of berotralstat worden gebruikt. Deze middelen geven een vermindering in het aantal HAE-aanvallen en een verbetering in kwaliteit van leven.
Advies
Bij de behandeling van acute aanvallen van erfelijk angio-oedeem als gevolg van C1- esteraseremmerdeficiëntie kunnen C1-esteraseremmerpreparaten of icatibant worden gebruikt. Klinisch relevante symptoomverbetering treedt op circa 1 uur na toediening, na circa 10 uur zijn de meeste symptomen grotendeels verdwenen.
Bij de lange termijn preventieve behandeling (LTP) van aanvallen van erfelijk angio-oedeem als gevolg van C1-esteraseremmerdeficiëntie kunnen C1-esteraseremmerpreparaten, lanadelumab of berotralstat worden gebruikt. Deze middelen geven een vermindering in het aantal HAE-aanvallen en een verbetering in kwaliteit van leven.
Indicaties
- Routinepreventie van recidiverende aanvallen van erfelijk angio-oedeem (HAE) bij volwassenen en kinderen vanaf 12 jaar.
Indicaties
Cinryze:
- Acute behandeling van angio-oedeem bij volwassenen en kinderen vanaf 2 jaar met een erfelijke C1-esteraseremmerdeficiëntie.
- Routineprofylaxe van angio-oedeemaanvallen bij ernstige en recidiverende aanvallen bij erfelijke C1-esteraseremmerdeficiëntie bij volwassenen en kinderen vanaf 6 jaar die geen orale behandeling verdragen of hierdoor onvoldoende worden beschermd of die ontoereikend worden behandeld met herhaalde acute behandeling.
- Pre-procedurele profylaxe van angio-oedeemaanvallen bij volwassenen en kinderen vanaf 2 jaar met een erfelijke C1-esteraseremmerdeficiëntie.
Berinert:
- Intraveneus als acute behandeling van erfelijk angio-oedeem (HAE) type I en II bij volwassenen en kinderen.
- Subcutaan als routineprofylaxe van recidiverende angio-oedeemaanvallen bij erfelijk angio-oedeem (hereditair angio-oedeem; HAE) bij volwassenen en adolescenten met een C1-esteraseremmerdeficiëntie.
- Intraveneus als pre-procedurele profylaxe van angio-oedeemaanvallen bij volwassenen en kinderen met erfelijk angio-oedeem (HAE type I en II).
Doseringen
Preventie van aanvallen bij hereditair angio-oedeem
Volwassenen (incl. ouderen > 65 j.) en kinderen ≥ 12 jaar met een gewicht ≥ 40 kg
150 mg 1×/dag.
Verminderde nierfunctie: bij een licht of matig verminderde nierfunctie is geen dosisaanpassing nodig. Bij een ernstig verminderde nierfunctie (eGFR < 30 ml/min) berotralstat bij voorkeur vermijden; overweeg passende controle (bijvoorbeeld ECG) als behandeling toch noodzakelijk is. Vermijd gebruik bij terminaal nierfalen (ESRD) met hemodialyse omdat er geen klinische gegevens zijn.
Verminderde leverfunctie: bij een licht verminderde leverfunctie (Child-Pughscore 5-6) is geen dosisaanpassing nodig. Bij een matig of ernstig verminderde leverfunctie (Child-Pughscore ≥ 7) gebruik vermijden.
Bij een gemiste dosis deze zo spoedig mogelijk alsnog innemen, zonder de eenmaaldaagse dosis te overschrijden.
Toediening: de capsule met voedsel innemen, ter beperking van gastro-intestinale bijwerkingen.
Doseringen
Houd bij verminderde werkzaamheid rekening met de aanwezigheid van eventuele antistoffen tegen humaan C1-esteraseremmer; bij vermoeden van een verminderde werking het herstel (de 'recovery') van C1-esteraseremmer in het bloed bepalen.
Acute behandeling van angio-oedeem bij erfelijke C1-esteraseremmerdeficiëntie met Cinryze
Volwassenen (incl. ouderen) en adolescenten > 12 jaar
Intraveneus: De dosis is afhankelijk van de ernst en aard van de aanval. Als richtlijn geldt: bij de eerste tekenen van een angio-oedeemaanval 1000 IE, bij onvoldoende verbetering na 60 minuten nogmaals 1000 IE. Zo nodig, bij laryngeale aanvallen of als het instellen van de behandeling wordt vertraagd, de tweede dosis sneller geven dan na 60 minuten.
Leeftijd 2–11 jaar, lichaamsgewicht > 25 kg
Intraveneus: Bij de eerste tekenen van een angio-oedeemaanval 1000 IE, bij onvoldoende verbetering na 60 minuten nogmaals 1000 IE.
Leeftijd 2–11 jaar, lichaamsgewicht 10–25 kg
Intraveneus: Bij de eerste tekenen van een angio-oedeemaanval 500 IE, bij onvoldoende verbetering na 60 minuten nogmaals 500 IE.
Behandeling van acuut angio-oedeem bij erfelijke C1-esteraseremmerdeficiëntie (HAE type I en II) met Berinert
Volwassenen en kinderen
Intraveneus (met Berinert 500 IE of 1500 IE): 20 IE/kg lichaamsgewicht.
Routineprofylaxe van angio-oedeemaanvallen met Cinryze
Volwassenen (incl. ouderen) en adolescenten > 12 jaar
Intraveneus: 1000 IE elke 3–4 dagen, daarna het toedieningsinterval eventueel aanpassen op basis van de individuele respons. Beoordeel regelmatig of de behoefte aan regelmatige profylaxe nog voortduurt.
Leeftijd 6–11 jaar
Intraveneus: 500 IE elke 3–4 dagen, daarna het toedieningsinterval eventueel aanpassen op basis van de individuele respons. Beoordeel regelmatig of de behoefte aan regelmatige profylaxe nog voortduurt.
Routineprofylaxe van angio-oedeemaanvallen met Berinert
Volwassenen en adolescenten
Subcutaan (met Berinert 2000 IE of 3000 IE): 60 IE/kg lichaamsgewicht elke 3-4 dagen.
Pre–procedure profylaxe van angio-oedeemaanvallen met Cinryze
Volwassenen (incl. ouderen) en adolescenten > 12 jaar
Intraveneus: 1000 IE binnen 24 uur voor een medische, tandheelkundige of operatieve procedure.
Leeftijd 2–11 jaar, lichaamsgewicht > 25 kg
Intraveneus: 1000 IE binnen 24 uur voor een medische, tandheelkundige of operatieve procedure.
Leeftijd 2–11 jaar, lichaamsgewicht 10–25 kg
Intraveneus: 500 IE binnen 24 uur voor een medische, tandheelkundige of operatieve procedure.
Pre–procedurele profylaxe van angio-oedeemaanvallen met Berinert
Volwassenen
Intraveneus (met Berinert 500 IE of 1500 IE): 1000 IE binnen 6 uur voor een medische, tandheelkundige of operatieve procedure.
Kinderen
Intraveneus: (met Berinert 500 IE of 1500 IE): 15-30 IE/kg lichaamsgewicht binnen 6 uur voor een medische, tandheelkundige of operatieve procedure. De dosis hangt af van de klinische omstandigheden, bv. het type ingreep en de ernst van de ziekte.
1 IE = de gemiddelde hoeveelheid endogeen C1-esteraseremmer in 1 ml humaan plasma.
Verminderde nierfunctie: geen dosisaanpassing nodig.
Verminderde leverfunctie: geen dosisaanpassing nodig.
Toediening
- Intraveneus:
- Cinryze alleen intraveneus als injectie toedienen; toedieningssnelheid 1 ml/min.
- Berinert 500 en 1500 IE intraveneus als injectie toedienen; toedieningssnelheid 4 ml/min. Berinert 500 kan ook als infusie worden toegediend.
- Subcutaan:
- Berinert 2000 en 3000 IE zijn bestemd voor zelftoediening via subcutane injectie, bij voorkeur in de buik. Toedienen met een snelheid die voor de patiënt verdraagbaar is.
Bijwerkingen
Zeer vaak (> 10%): (sinus)hoofdpijn. Buikpijn, diarree; meestal in de eerste 1-3 maanden van gebruik en reversibel zonder de behandeling te staken.
Vaak (1-10%): braken, gastro-oesofageale reflux, flatulentie. Huiduitslag. Verhoogde waarden van ASAT, ALAT.
Verder is gemeld: misselijkheid.
Bijwerkingen
Intraveneuze toediening
Zeer vaak (> 10%): hoofdpijn. Misselijkheid.
Vaak (1–10%): duizeligheid. Braken. Overgevoeligheid. Huiduitslag, erytheem, jeuk, reactie op de injectieplaats (zoals pijn). Koorts.
Soms (0,1–1%): hyperglykemie. Veneuze trombose, flebitis, veneus branderig gevoel, opvliegers. Hoesten. Diarree, buikpijn. Contacteczeem. Gewrichtszwelling, spierpijn, gewrichtspijn. Borstklachten.
Zelden (0,01-0,1%): temperatuurstijging. Allergie-achtige of anafylactische reacties (zoals tachycardie, hyper-/hypotensie, blozen, urticaria, dyspneu, hoofdpijn, duizeligheid, misselijkheid).
Zeer zelden (< 0,01%): shock.
Subcutane toediening
Zeer vaak (> 10%): nasofaryngitis. Reacties op de injectieplaats (zoals erytheem, hematoom, bloeding, pijn, jeuk, koud/warm-gevoel, zwelling, vochtverlies, litteken, induratie, urticaria, andere huiduitslag).
Vaak (1–10%): overgevoeligheid (o.a. jeuk, huiduitslag, urticaria). Duizeligheid.
Interacties
Berotralstat is een substraat van P-glycoproteïne (Pgp) en BCRP (breast cancer resistance protein). Het is een matige remmer van CYP3A4 en CYP2D6, en een zwakke remmer van CYP2C9 en Pgp.
Ciclosporine (een Pgp- en BCRP-remmer) verhoogt de AUC van berotralstat met ca. 27% en verlaagt de Cmax met ca. 7%. Dosisaanpassing van berotralstrat wordt niet aanbevolen bij gelijktijdig gebruik met Pgp- en BCRP-remmers.
Pgp- en BCRP-inductoren (bv. rifampicine, sint-janskruid) kunnen de plasmaconcentratie van berotralstat verlagen. Het gebruik van Pgp-inductoren wordt niet aanbevolen met berotralstat.
Bij combinatie met een CYP3A4-substraat kan dosisaanpassing van het substraat nodig zijn, met name als het een smalle therapeutische breedte heeft (zoals ciclosporine, fentanyl). Berotralstat verhoogt de AUC van oraal midazolam met ca. 124% en de Cmax met ca. 45%; berotralstat verhoogt de AUC van amlodipine met ca. 77% en de Cmax met ca. 45%. Berotralstat kan de AUC van orale anticonceptiva die door CYP3A4 worden gemetaboliseerd verhogen. Combinatie met desogestrel verhoogde de AUC van etonogestrel met 58%, zonder invloed op de Cmax. Dosisaanpassing wordt niet aanbevolen bij gelijktijdig gebruik met desogestrel.
Bij combinatie met een Pgp-substraat kan dosisaanpassing nodig zijn, bijvoorbeeld als het Pgp-substraat een smalle therapeutische breedte heeft (zoals digoxine). Berotralstat verhoogt bijvoorbeeld de AUC van digoxine met ca. 48% en de Cmax met ca. 58%.
Bij combinatie met een CYP2D6-substraat kan dosisaanpassing nodig zijn, met name als het een smalle therapeutische breedte heeft (zoals pimozide).
Berotralstat verhoogt de AUC en Cmax van tolbutamide (CYP2C9-substraat) met ca. 73% resp. ca. 19%. Dosisaanpassing van het substraat wordt niet aanbevolen bij gelijktijdig gebruik met CYP2C9-substraten.
Voorzichtig zijn bij combinatie met andere middelen die het QT-interval verlengen, vanwege een mogelijke verlenging van het QT-interval door berotralstat.
Interacties
Er is geen onderzoek uitgevoerd naar interacties.
Zwangerschap
Berotralstat passeert de placenta (bij ratten en konijnen).
Teratogenese: Zowel bij de mens als bij dieren, onvoldoende gegevens.
Advies: Gebruik ontraden.
Overige: Een vruchtbare vrouw dient adequate anticonceptieve maatregelen te nemen tijdens en tot ten minste 1 maand na de laatste dosis.
Zwangerschap
Teratogenese: Bij de mens, onvoldoende gegevens. Bij dieren geen aanwijzingen voor schadelijkheid.
Advies: Alleen op strikte indicatie gebruiken.
Lactatie
Overgang in de moedermelk: Onbekend bij de mens. Ja, bij dieren. Een nadelig effect voor de zuigeling kan niet worden uitgesloten.
Advies: Het gebruik van dit geneesmiddel óf het geven van borstvoeding ontraden.
Lactatie
Overgang in de moedermelk: Onbekend, maar het is onwaarschijnlijk dat er veel in de moedermelk komt vanwege het grote molecuulgewicht.
Advies: Kan waarschijnlijk veilig worden gebruikt.
Contra-indicaties
Er zijn van dit middel geen klinisch relevante contra-indicaties bekend.
Contra-indicaties
- eerdere levensbedreigende overgevoeligheidsreactie op een C1-esteraseremmerpreparaat.
Waarschuwingen en voorzorgen
Acute aanval van hereditair angio-oedeem (HAE): berotralstat is alleen geïndiceerd voor preventief gebruik; bij een doorbraakaanval deze behandelen met een ander hiervoor geregistreerd middel, zie ook middelen bij hereditair angio-oedeem.
QT-verlenging kan optreden, met name als hoger dan de aanbevolen dosering gebruikt wordt. Dit risico is mogelijk verhoogd bij een verminderde nierfunctie; bij een ernstig verminderde nierfunctie alleen gebruiken onder passende controle zoals een ECG. Er zijn geen gegevens over gebruik bij risicofactoren voor QT-verlenging, zoals verstoring van de elektrolytenhuishouding, bestaande QT-verlenging (verworven of familiair), hogere leeftijd of gelijktijdig gebruik van andere geneesmiddelen die het QT-interval verlengen. Bij deze patiënten gebruik van berotralstat bij voorkeur vermijden. Overweeg passende controle (bijvoorbeeld ECG’s) als behandeling noodzakelijk is.
Er zijn geen gegevens over gebruik bij patiënten met HAE met een normale C1-esterase-activiteit, bij een lichaamsgewicht < 40 kg en bij kinderen < 12 jaar.
Waarschuwingen en voorzorgen
Niet toedienen bij gebleken overgevoeligheid voor bloedproducten; indien toediening toch noodzakelijk wordt geacht, is nauwkeurige klinische controle aangewezen. Informeer de patiënt vooraf over de vroege symptomen van een overgevoeligheidsreactie zoals urticaria, strak gevoel op de borst, piepend ademhalen, hypotensie en anafylaxie.
Bij patiënten met antistoffen tegen humaan C1-esteraseremmer kan de therapie, naarmate deze langer duurt, minder effectief worden. Dit uit zich in toename van de ernst en frequentie van de aanvallen.
Virale veiligheid: Een risico op overdracht van met bloed overdraagbare infectieuze agentia kan niet geheel worden uitgesloten. Overweeg vaccinatie tegen hepatitis A en B bij herhaalde toediening van een C1–esteraseremmer.
Er zijn geen gegevens over de werkzaamheid en veiligheid bij kinderen < 2 jaar.
Bij (offlabel) toediening van hoge doses ter profylaxe of behandeling van het capillaire-leksyndroom voor, tijdens of na hartchirurgie onder extracorporale circulatie is (soms fatale) trombose gemeld; bij risicofactoren voor trombose de patiënt extra nauwlettend controleren. Bij s.c.-toediening is geen oorzakelijk verband aangetoond tussen trombose en gebruik van een C1-esteraseremmer.
Hulpstoffen: Wees voorzichtig met natrium, in de injectie-oplossing, bij een natriumbeperkt dieet.
Overdosering
Neem voor informatie over een vergiftiging met berotralstat contact op met het Nationaal Vergiftigingen Informatie Centrum
Overdosering
Neem voor informatie over een vergiftiging met C1–esteraseremmer contact op met het Nationaal Vergiftigingen Informatie Centrum.
Eigenschappen
Plasmakallikreïneremmer. Bij HAE is er sprake van verhoogde activiteit van plasmakallikreïne, wat resulteert in de vorming van bradykinine, een krachtige vasodilatator die de vasculaire permeabiliteit verhoogt en verantwoordelijk is voor de HAE-aanvallen. Berotralstat voorkomt een toegenomen activiteit van plasmakallikreïne en daarmee angio-oedeemaanvallen bij HAE.
Kinetische gegevens
T max | 5 uur (met voedsel), 2 uur (nuchter). |
V d | 44,6 l/kg. |
Eiwitbinding | ca. 99%. |
Metabolisering | in de lever door CYP2D6 en CYP3A4 tot 8 metabolieten. |
Eliminatie | ca. 9% in de urine (ca. 3,4% onveranderd), ca. 79% in de feces (ca. 50% onveranderd). Berotralstat wordt waarschijnlijk niet geëlimineerd door hemodialyse. |
T 1/2el | 93 uur (39-152 uur). |
Uitleg afkortingen
F | biologische beschikbaarheid (fractie van de dosis die in de systemische circulatie verschijnt) |
T max | tijdsduur tot maximale bloedspiegel na toediening |
V d | verdelingsvolume (fictief volume waarin een geneesmiddel zich verdeelt over het lichaam) |
T 1/2 | plasmahalfwaardetijd (tijd die nodig is om een bepaalde plasmaconcentratie te halveren) |
T 1/2el | plasmahalfwaardetijd in de eliminatiefase, terminale halfwaardetijd |
Eigenschappen
C1-esteraseremmer is een component (serineproteaseremmer) uit humaan plasma die als remmer van het complementsysteem en het contactsysteem (intrinsieke stolling) fungeert, resp. door binding aan twee van de actieve subunits van de eerste component van het complementsysteem (C1r en C1s) en aan factor XIIa en kallikreïne. Een tekort aan voldoende actief lichaamseigen C1-esteraseremmer leidt tot periodieke aanvallen van oedemen (angio-oedeem).
Kinetische gegevens
F | ca. 43% (range 35–50%, na s.c.-toediening). |
T max | ca. 59 uur (s.c.-toediening). |
V d | 0,044 l/kg (i.v.-toediening), 0,062 l/kg (s.c.-toediening). |
Metabolisering | via degradatie tot kleine peptiden en afzonderlijke aminozuren. |
T 1/2el | gem. 56 uur na toediening van een enkele dosis Cinryze 1000 IE en 62 uur na een dubbele dosis (1000 IE met herhaling na 60 min). Berinert 500 of 1500 IE: mediane halfwaardetijd bij patiënten 36 uur; iets korter bij kinderen (ca. 33 uur) dan bij volwassenen (ca. 36 uur). Iets korter bij patiënten met ernstige aanvallen (ca. 31 uur) dan bij patiënten met lichte aanvallen (ca. 37 uur). Berinert 2000 of 3000 IE: schijnbare plasmahalfwaardetijd ca. 69 uur (range 24-250 uur). |
Uitleg afkortingen
F | biologische beschikbaarheid (fractie van de dosis die in de systemische circulatie verschijnt) |
T max | tijdsduur tot maximale bloedspiegel na toediening |
V d | verdelingsvolume (fictief volume waarin een geneesmiddel zich verdeelt over het lichaam) |
T 1/2 | plasmahalfwaardetijd (tijd die nodig is om een bepaalde plasmaconcentratie te halveren) |
T 1/2el | plasmahalfwaardetijd in de eliminatiefase, terminale halfwaardetijd |
Groepsinformatie
berotralstat hoort bij de groep middelen bij hereditair angio-oedeem.
Groepsinformatie
C1-esteraseremmer hoort bij de groep middelen bij hereditair angio-oedeem.