Samenstelling
Lendormin
Bijlage 2
Boehringer Ingelheim bv
- Toedieningsvorm
- Tablet
- Sterkte
- 0,25 mg
Uitleg symbolen
XGVS | Dit geneesmiddel is niet opgenomen in het geneesmiddelen vergoedings systeem (GVS). |
OTC | 'Over the counter', dit geneesmiddel is een zelfzorgmiddel. |
Bijlage 2 | Aan de vergoeding van dit geneesmiddel zijn bepaalde voorwaarden verbonden, die zijn vermeld op bijlage 2 van de Regeling zorgverzekering. |
Aanvullende monitoring | Dit geneesmiddel is onderworpen aan aanvullende monitoring. Extra aandacht wordt gevraagd voor onverwachte bijwerkingen. Meldt u dit via het meldformulier van het Lareb. |
Samenstelling
Oxazepam
Bijlage 2
Diverse fabrikanten
- Toedieningsvorm
- Tablet
- Sterkte
- 10 mg, 50 mg
Seresta
Bijlage 2
EuroCept bv
- Toedieningsvorm
- Tablet
- Sterkte
- 10 mg
- Toedieningsvorm
- Tablet 'Forte'
- Sterkte
- 50 mg
Uitleg symbolen
XGVS | Dit geneesmiddel is niet opgenomen in het geneesmiddelen vergoedings systeem (GVS). |
OTC | 'Over the counter', dit geneesmiddel is een zelfzorgmiddel. |
Bijlage 2 | Aan de vergoeding van dit geneesmiddel zijn bepaalde voorwaarden verbonden, die zijn vermeld op bijlage 2 van de Regeling zorgverzekering. |
Aanvullende monitoring | Dit geneesmiddel is onderworpen aan aanvullende monitoring. Extra aandacht wordt gevraagd voor onverwachte bijwerkingen. Meldt u dit via het meldformulier van het Lareb. |
Advies
De behandeling van slapeloosheid is vooral niet-medicamenteus. Voor een geneesmiddel is alleen plaats in uitzonderingsgevallen, zoals bij acute ernstige slapeloosheid of ernstig disfunctioneren overdag, en dan alleen kortdurend gedurende enkele nachten. De voorkeur gaat uit naar een kortwerkende benzodiazepine-agonist: lormetazepam, temazepam, zolpidem of zopiclon. Met deze middelen bestaat ruime ervaring en bij gebruik in lage dosering is er weinig kans op nawerking de volgende dag.
Aan de vergoeding van brotizolam zijn voorwaarden verbonden, zie Regeling zorgverzekering, bijlage 2.
Advies
Bij een angststoornis met een geringe ziektelast volstaan voorlichting en zelfhulpadviezen. Bij onvoldoende effect daarvan of bij ernstige ziektelast zijn cognitieve gedragstherapie, een antidepressivum of beide aangewezen. Er is een lichte voorkeur voor SSRI’s boven serotonerge TCA’s vanwege een geringere kans op ernstige bijwerkingen. Bij sociale fobie komen TCA’s niet in aanmerking. Na herstel van de angststoornis is begeleiding bij het stoppen van het antidepressivum en terugvalpreventie belangrijk. Bij examenangst/plankenkoorts kan incidenteel propranolol gegeven worden.
Indien de antidepressiva en cognitieve gedragstherapie niet voldoende effectief zijn, hebben benzodiazepinen een beperkte plaats in de onderhoudsbehandeling van sociale angststoornissen en paniekstoornissen. Daarnaast kunnen benzodiazepinen bij de start van een behandeling met antidepressiva kortdurend worden toegevoegd (maximaal 2–4 weken) om de initieel toenemende angst op te vangen.
De behandeling van slapeloosheid is vooral niet-medicamenteus. Voor een geneesmiddel is alleen plaats in uitzonderingsgevallen, zoals bij acute ernstige slapeloosheid of ernstig disfunctioneren overdag, en dan alleen kortdurend gedurende enkele nachten. De voorkeur gaat uit naar een kortwerkende benzodiazepine-agonist: lormetazepam, temazepam, zolpidem of zopiclon. Met deze middelen bestaat ruime ervaring en bij gebruik in lage dosering is er weinig kans op nawerking de volgende dag.
De behandeling van een delier bestaat vooral uit het borgen van een veilige omgeving en het behandelen van de oorzaak (uitlokkende factor). Behandel een alcoholonthoudingsdelier met een benzodiazepine. Voeg haloperidol toe indien het delier persisteert.
Offlabel: Delier bij de ziekte van Parkinson/'Lewy body' dementie: De behandeling van een delier bestaat vooral uit het borgen van een veilige omgeving en het behandelen van de oorzaak (uitlokkende factor). Wanneer deze primaire behandeling onvoldoende effect heeft op symptomen als angst, hallucinaties en motorische onrust kan bij de ziekte van Parkinson (na indien mogelijk staken of verlagen van de antiparkinsonmedicatie) of ‘Lewy body’-dementie in (overleg met) de tweedelijnszorg clozapine (offlabel) of quetiapine (offlabel) overwogen worden. Overweeg bij blijvende onrust een benzodiazepine toe te voegen, bij voorkeur lorazepam oraal of indien nodig parenteraal (offlabel), óf midazolam i.m. of nasaal (offlabel; voorkeur in crisissituaties als orale toediening niet mogelijk is).
Offlabel: Delier, zonder parkinson of 'Lewy body'-dementie: De behandeling van een delier bestaat primair uit het borgen van een veilige omgeving en het behandelen van de oorzaak (uitlokkende factor). Wanneer deze primaire behandeling onvoldoende effect heeft op symptomen als angst, hallucinaties en motorische onrust, overweeg haloperidol ondanks de beperkte wetenschappelijke onderbouwing. Tweede keus is risperidon (offlabel). Overweeg in crisissituaties kortdurend een hogere dosis haloperidol. Overweeg bij blijvende onrust een benzodiazepine toe te voegen, bij voorkeur lorazepam oraal of indien nodig parenteraal (offlabel), óf midazolam i.m. of nasaal (offlabel; voorkeur in crisissituaties als orale toediening niet mogelijk is).
Geef bij langdurig problematisch alcoholgebruik thiaminesuppletie. Behandel matige tot ernstige alcoholonthoudingsverschijnselen met een benzodiazepine, bij voorkeur met lorazepam (offlabel). Terugvalpreventie bestaat uit psychosociale begeleiding, eventueel medicamenteus ondersteund met acamprosaat, disulfiram (voorkeur), of naltrexon bij het doel alcoholabstinentie, of nalmefeen of naltrexon bij het doel minder drinken.
Behandel een acute alcoholintoxicatie volgens het lokale ziekenhuisprotocol.
Bij matig-ernstige onthoudingsverschijnselen bij ouderen of patiënten met een verminderde leverfunctie, heeft naast lorazepam ook oxazepam de voorkeur.
Offlabel: Geef bij een psychose zonder agitatie een antipsychoticum op basis van oorzaak van de psychose, effectiviteit, bijwerkingen en toedieningsvorm (voorkeur olanzapine bij schizofreniespectrum).
Geef een benzodiazepine als agitatie de overhand heeft. Indien dit niet mogelijk is, geef (als noodmedicatie) de combinatie haloperidol en promethazine.
Therapieresistente psychose kan, na gebruik van achtereenvolgens twee verschillende antipsychotica, met clozapine worden behandeld. Hierbij zijn intensieve controles geïndiceerd, zoals leukocytencontrole vanwege de kans op agranulocytose. Zie voor meer informatie het NHG-Standpunt Herhalen gespecialiseerde ggz-medicatie en de bijlage Voorzorgen bij patiënten die clozapine gebruiken.
Aan de vergoeding van oxazepam zijn voorwaarden verbonden, zie Regeling zorgverzekering, bijlage 2.
Indicaties
- Kortdurende behandeling van ernstige slaapstoornissen, die het normale functioneren verstoren of waaronder ernstig geleden wordt.
Gerelateerde informatie
Indicaties
- Pathologische angst en spanning, die het normale functioneren verstoort of waaronder ernstig geleden wordt.
- Kortdurende behandeling van ernstige slaapstoornissen, die het normale functioneren verstoren of waaronder ernstig geleden wordt.
- Bij acute alcoholabstinentieverschijnselen.
Gerelateerde informatie
Doseringen
Slaapstoornissen:
Volwassenen
0,25 mg per dag, innemen vlak vóór het slapen gaan. Max. 2 weken gebruiken zonder herevaluatie. Bouw daarna geleidelijk af.
Bij ouderen: 0,125 mg (= ½ tablet) per dag, in uitzonderingssituaties de dosis verhogen tot max. 0,25 mg.
Bij leverfunctiestoornis: 0,125 mg (= ½ tablet) per dag. Toepassing bij ernstige leverfunctiestoornis is gecontra-indiceerd.
Bij chronisch verminderde longfunctie met hypercapnie lager dan gewoonlijk doseren, vanwege risico van (nachtelijke) ademhalingsdepressie.
Toedieningsinformatie: Op lege maag direct voor het slapen gaan innemen met vloeistof, zorg na inname voor een ononderbroken slaapduur van 6-7 uur. De tablet kan ook sublinguaal worden ingenomen. De Lendormin tablet kan in gelijke helften verdeeld worden.
Doseringen
Anxiolyse
Volwassenen
bij milde tot matige angst: 10 mg 3–4×/dag. Bij ernstige pathologische angst of spanning: starten met 50 mg 's avonds; de volgende dag 50 mg 2×/dag (laat in de ochtend en in de avond); vervolgens dagdosis met 50 mg per dag verhogen tot het gewenste effect, gewoonlijk 100–300 mg per dag (meestal 150 mg per dag). Eventueel kunnen, bij onvoldoende effect en afwezigheid van bijwerkingen, hogere doses gebruikt worden. Bij ernstige pathologische angst en spanning samengaand met depressie: 10–20 mg 3–4×/dag. De behandeling beperken tot hooguit enkele maanden.
Slaapstoornissen
10–50 mg, ten minste één uur voor het slapen gaan; starten met de laagste dosering. De behandeling beperken tot 1–2 weken, hooguit 2 maanden.
Alcoholabstinentieverschijnselen
10–20 mg 3–4× per dag gedurende max. 1 week.
Speciale populatie:
- Benzodiazepinen bij voorkeur niet toepassen bij kinderen, indien nodig dan:
- Kinderen < 6 jaar: individueel instellen, leidraad: 10–30 mg per dag in meerdere giften.
- Kinderen 6–12 jaar: individueel instellen, leidraad: 10–40 mg per dag in meerdere giften.
- Kinderen > 12 jaar: de dosering is gelijk aan die van volwassenen.
- Ouderen, of verzwakte patiënten met een gestoorde lever- en/of nierfunctie: instellen op halve dosering.
Bouw bij het staken van de behandeling deze geleidelijk af.
Toediening: Tabletten innemen met een ruime hoeveelheid water.
Bijwerkingen
Vaak (≥ 10%): slaperigheid (vooral bij start), hoofdpijn (vooral bij start). Gastro-intestinale stoornis.
Soms (1-10%): nachtmerries, (latente) depressie, veranderde stemming (vooral bij start), angst, afhankelijkheid, emotionele vervlakking, ongewoon gedrag, agitatie, libidostoornis. Duizeligheid, sedatie, ataxie, anterograde amnesie, dementie, geestelijke achteruitgang, verminderde psychomotorische vaardigheden. Diplopie (vooral bij start). Droge mond. huidreacties. Spierzwakte (vooral bij start). Ontwenningsverschijnselen, paradoxale reacties, rebound-verschijnselen, prikkelbaarheid, vermoeidheid (vooral bij start). Vallen. Afwijkende leverfunctietest.
Zelden (0,1-1%): verwardheid (vooral bij start), rusteloosheid, verminderde alertheid (vooral bij start).
Bijwerkingen
Vaak (1-10% ): vooral aan het begin van de behandeling: slaperigheid overdag, verminderde alertheid, verwardheid, vermoeidheid, hoofdpijn, duizeligheid, ataxie, dubbelzien, afvlakking van het gevoel en spierzwakte.
Soms (0,1-1%): toegenomen eetlust, gewichtstoename, obstipatie, diarree, misselijkheid, braken, slikstoornissen, verminderd libido.
Zelden (0,01-0,1%): manifest worden van een onopgemerkte depressie. Met name bij hoge dosering, bij kinderen en ouderen: paradoxale reacties zoals acute opwinding, verandering van de psychische toestand en hallucinaties. Psychische afhankelijkheid kan optreden. Anterograde amnesie, erythema multiforme, Stevens-Johnson-syndroom en toxische epidermale necrolyse.
Verder is gemeld: huidreactie.
Interacties
Alcohol en andere centraal dempende stoffen versterken het centraal depressieve effect. Gelijktijdig gebruik met opioïden is niet aanbevolen, vanwege het risico op sedatie, ademhalingsdepressie, coma en overlijden; controleer patiënten nauwlettend en geef uitleg over de symptomen (ook aan de directe omgeving). Daarnaast kan euforie en daarmee de psychische afhankelijkheid van opioïden worden versterkt.
Bij gelijktijdig gebruik van CYP3A4-inductoren (zoals rifampicine) kan de activiteit van brotizolam verlagen.
Bij gelijktijdig gebruik van CYP3A4-remmers (zoals ketoconazol) of -substraten dient men rekening te houden met een verlengde halfwaardetijd van brotizolam.
Interacties
Alcohol en andere centraal dempende middelen versterken het centrale effect van benzodiazepinen.
Gelijktijdig gebruik met opioïden is niet aanbevolen, vanwege het risico op sedatie, ademhalingsdepressie, coma en overlijden; controleer patiënten nauwlettend en geef uitleg over de symptomen (ook aan de directe omgeving). Daarnaast kan euforie en daarmee de psychische afhankelijkheid van opioïden worden versterkt.
Zwangerschap
Passeert de placenta.
Teratogenese: Zowel bij de mens als bij dieren onvoldoende gegevens.
Farmacologisch effect:Op grond van de farmacologische werkzaamheid kunnen hypothermie, hypotonie, matige ademhalingsdepressie en voedingsproblemen bij pasgeborenen optreden, vooral na gebruik tijdens het laatste trimester. Bovendien kan bij de pasgeborene dan afhankelijkheid zijn opgetreden en bestaat het risico van onthoudingsverschijnselen in de postnatale periode.
Advies: Alleen op strikte indicatie gebruiken, zo kort mogelijk en in een lage dosis.
Zwangerschap
Teratogenese: Geen aanwijzingen voor een verhoogd risico op aangeboren afwijkingen.
Farmacologisch effect: Bij gebruik van benzodiazepines aan het eind van de zwangerschap kan de pasgeborene last krijgen van ademhalingsdepressie, voedingsproblemen ("floppy-infant-syndrome") en onthoudingsverschijnselen (zoals prikkelbaarheid, hypertonie, tremoren, onregelmatige ademhaling, braken, diarree, convulsies en hard huilen).
Advies: Kan waarschijnlijk veilig worden gebruikt. Probeer zo kort mogelijk te behandelen met een lage dosis.
Overig: Benzylalcohol passeert de placenta en kan daardoor toxiciteit bij prematuren veroorzaken na toediening vlak voor of tijdens een bevalling.
Lactatie
Overgang in de moedermelk: Ja.
Advies: Tijdens gebruik geen borstvoeding geven.
Lactatie
Overgang in de moedermelk: Ja. in geringe hoeveelheid.
Advies: Kan incidenteel veilig worden gebruikt. Wees alert op eventuele bijwerkingen zoals sufheid, slecht drinken en het niet toenemen van gewicht. Let na langdurig gebruik op het optreden van onthoudingsverschijnselen bij het staken van het middel of de borstvoeding.
Contra-indicaties
- myasthenia gravis;
- overgevoeligheid voor benzodiazepinen;
- ernstige respiratoire insufficiëntie;
- slaap-apneusyndroom;
- ernstige leverinsufficiëntie.
Contra-indicaties
- overgevoeligheid voor benzodiazepinen;
- myasthenia gravis;
- ernstige respiratoire insufficiëntie;
- slaap-apneusyndroom;
- ernstige leverinsufficiëntie.
Waarschuwingen en voorzorgen
Indien minder dan 7–8 uur beschikbaar is om te slapen en bij hogere doseringen is er meer kans op anterograde amnesie. Amnestische effecten kunnen gepaard gaan met onaangepast gedrag.
Het risico van afhankelijkheid neemt toe bij hogere doseringen, een langere gebruiksduur, en bij alcohol- en/of drugsmisbruik in de voorgeschiedenis. Bij herhaald gebruik gedurende enkele weken kan het hypnotisch effect van benzodiazepinen minder worden (tolerantie).
In verband met de risico's van afhankelijkheid, tolerantie en centrale bijwerkingen dient het gebruik te worden beperkt tot bij voorkeur enkele dagen en maximaal twee weken. Om mogelijke onthoudings- en/of rebound-verschijnselen te voorkomen dient men bij staken van de behandeling de dosering geleidelijk te verminderen. Er zijn aanwijzingen dat bij benzodiazepine(-achtige)n met een korte werkingsduur binnen het toedieningsinterval, onthoudingsverschijnselen kunnen optreden (m.n. bij hoge doseringen).
Benzodiazepine(-achtige)n niet toepassen bij kinderen en adolescenten < 18 jaar. Wees terughoudend bij alcohol- en/of drugsmisbruik in de voorgeschiedenis.
Dit middel kan invloed hebben op de rijvaardigheid en het vermogen om machines te bedienen. Raadpleeg ‘Rij Veilig met Medicijnen’ van het IVM.
Waarschuwingen en voorzorgen
Dit middel niet gebruiken voor de behandeling van psychose en depressie.
Dit middel niet gebruiken bij kinderen zonder dat de noodzaak daartoe zorgvuldig is nagegaan.
Herken het optreden van paradoxale agitatie (incl. door ontwenning) en cognitieve stoornis als een bijwerking van benzodiazepinen en voorkom een voorschrijfcascade.
De kans op anterograde amnesie gedurende enige tijd is groter als er minder dan 7–8 uur beschikbaar is om te slapen. De kans op anterograde amnesie is groter bij hogere doses. Amnesie kan gepaard gaan met onaangepast gedrag.
Afhankelijkheid, tolerantie en rebound: Het risico van afhankelijkheid (met symptomen als hoofdpijn spierpijn, extreme angst, spanning, slaapstoornis, rusteloosheid, verwarring, irritatie en in ernstige gevallen verlies van realiteitszin, gedragsverandering, hyperacusis, hypo-esthesie, hallucinaties en convulsies) neemt toe bij hogere doseringen, een langere gebruiksduur en bij alcohol- en/of drugsmisbruik in de voorgeschiedenis. In verband met de risico's van afhankelijkheid, tolerantie en centrale bijwerkingen dient het gebruik als anxiolyticum te worden beperkt tot ten hoogste enkele maanden, als slaapmiddel tot 1–2 weken, maximaal 2 maanden. Een eerste symptoom van afhankelijkheid is het optreden van rebound-verschijnselen. Om mogelijke onthoudings- en/of rebound-verschijnselen te voorkomen dient men bij staken van de behandeling en bij overschakeling van een lang op een kortwerkend benzodiazepine het oorspronkelijke middel uit te sluipen. Na afbouwen 10–14 dagen wachten voordat men beoordeelt of hervatting van de behandeling nodig is.
Wees terughoudend bij alcohol- en/of drugsmisbruik in de voorgeschiedenis.
Dit middel kan invloed hebben op de rijvaardigheid en het vermogen om machines te bedienen. Raadpleeg ‘Rij Veilig met Medicijnen’ van het IVM.
Overdosering
Symptomen
slaperigheid, ernstige bewustzijnsdaling tot coma, ademhalingsdepressie, hypotensie, hyporeflexie, hypotonie.
Therapie
toediening van een benzodiazepine-antagonist zoals flumazenil kan aangewezen zijn.
Eigenschappen
Hypnoticum, in werking overeenkomend met benzodiazepinen. Heeft tevens anxiolytische, sedatieve en spierverslappende eigenschappen.
Kinetische gegevens
F | 70%. |
T max | 1 uur bij jongeren, 1,7 uur bij ouderen. |
V d | 0,66 l/kg. |
Eiwitbinding | 90%. |
Metabolisering | in de lever o.a. via CYP3A4 tot weinig actieve metabolieten. |
Eliminatie | ²/3 met de urine, rest met de feces, < 1% onveranderd. |
T 1/2el | 3–8 uur, bij ouderen 9 uur, bij gestoorde nierfunctie 7–8 uur, bij levercirrose 13 uur. |
Uitleg afkortingen
F | biologische beschikbaarheid (fractie van de dosis die in de systemische circulatie verschijnt) |
T max | tijdsduur tot maximale bloedspiegel na toediening |
V d | verdelingsvolume (fictief volume waarin een geneesmiddel zich verdeelt over het lichaam) |
T 1/2 | plasmahalfwaardetijd (tijd die nodig is om een bepaalde plasmaconcentratie te halveren) |
T 1/2el | plasmahalfwaardetijd in de eliminatiefase, terminale halfwaardetijd |
Eigenschappen
Benzodiazepine, toegepast als anxiolyticum.
Kinetische gegevens
Resorptie | snel. |
F | 80%. |
T max | 2–3 uur. |
V d | 0,6–2,0 l/kg. |
Eiwitbinding | 98%. |
Metabolisering | in de lever via conjugatie tot inactieve metabolieten. |
Eliminatie | via de nieren als glucuronide. |
T 1/2el | 4–15 uur. |
Overig | Nierziekten verlengen de halfwaardetijd en vergroten het verdelingsvolume. |
Uitleg afkortingen
F | biologische beschikbaarheid (fractie van de dosis die in de systemische circulatie verschijnt) |
T max | tijdsduur tot maximale bloedspiegel na toediening |
V d | verdelingsvolume (fictief volume waarin een geneesmiddel zich verdeelt over het lichaam) |
T 1/2 | plasmahalfwaardetijd (tijd die nodig is om een bepaalde plasmaconcentratie te halveren) |
T 1/2el | plasmahalfwaardetijd in de eliminatiefase, terminale halfwaardetijd |
Groepsinformatie
brotizolam hoort bij de groep benzodiazepine-agonisten.
- alprazolam (N05BA12) Vergelijk
- bromazepam (N05BA08) Vergelijk
- clobazam (N05BA09) Vergelijk
- clorazepinezuur (N05BA05) Vergelijk
- diazepam (N05BA01) Vergelijk
- flunitrazepam (N05CD03) Vergelijk
- flurazepam (N05CD01) Vergelijk
- loprazolam (N05CD11) Vergelijk
- lorazepam (N05BA06) Vergelijk
- lormetazepam (N05CD06) Vergelijk
- midazolam (N05CD08) Vergelijk
- nitrazepam (N05CD02) Vergelijk
- oxazepam (N05BA04) Vergelijk
- prazepam (N05BA11) Vergelijk
- remimazolam (N05CD14) Vergelijk
- temazepam (N05CD07) Vergelijk
- zolpidem (N05CF02) Vergelijk
- zopiclon (N05CF01) Vergelijk
Groepsinformatie
oxazepam hoort bij de groep benzodiazepine-agonisten.
- alprazolam (N05BA12) Vergelijk
- bromazepam (N05BA08) Vergelijk
- brotizolam (N05CD09) Vergelijk
- clobazam (N05BA09) Vergelijk
- clorazepinezuur (N05BA05) Vergelijk
- diazepam (N05BA01) Vergelijk
- flunitrazepam (N05CD03) Vergelijk
- flurazepam (N05CD01) Vergelijk
- loprazolam (N05CD11) Vergelijk
- lorazepam (N05BA06) Vergelijk
- lormetazepam (N05CD06) Vergelijk
- midazolam (N05CD08) Vergelijk
- nitrazepam (N05CD02) Vergelijk
- prazepam (N05BA11) Vergelijk
- remimazolam (N05CD14) Vergelijk
- temazepam (N05CD07) Vergelijk
- zolpidem (N05CF02) Vergelijk
- zopiclon (N05CF01) Vergelijk
Kosten
Kosten laden…Kosten
Kosten laden…Zie ook
Geneesmiddelgroep
Indicaties
Externe links
Zie ook
Geneesmiddelgroep
Indicaties
- angststoornissen
- delier bij Parkinson/'Lewy body' dementie
- delier bij alcoholonthouding
- delier, zonder parkinson of 'Lewy body' dementie
- problematisch alcoholgebruik
- psychose
- slapeloosheid