Samenstelling
OsvaRen Fresenius Medical Care Nederland bv
- Toedieningsvorm
- Tablet
Bevat per tablet: calciumacetaat 435 mg (= 110 mg calcium) en magnesiumcarbonaat 235 mg (= 60 mg magnesium).
Uitleg symbolen
XGVS | Dit geneesmiddel is niet opgenomen in het geneesmiddelen vergoedings systeem (GVS). |
OTC | 'Over the counter', dit geneesmiddel is een zelfzorgmiddel. |
Bijlage 2 | Aan de vergoeding van dit geneesmiddel zijn bepaalde voorwaarden verbonden, die zijn vermeld op bijlage 2 van de Regeling zorgverzekering. |
Aanvullende monitoring | Dit geneesmiddel is onderworpen aan aanvullende monitoring. Extra aandacht wordt gevraagd voor onverwachte bijwerkingen. Meldt u dit via het meldformulier van het Lareb. |
Samenstelling
Velphoro Fresenius Medical Care Nederland bv
- Toedieningsvorm
- Kauwtablet
Bevat per kauwtablet: 500 mg ijzer.
- Toedieningsvorm
- Poeder voor orale suspensie
- Verpakkingsvorm
- sachet
Bevat per sachet: 125 mg ijzer.
Uitleg symbolen
XGVS | Dit geneesmiddel is niet opgenomen in het geneesmiddelen vergoedings systeem (GVS). |
OTC | 'Over the counter', dit geneesmiddel is een zelfzorgmiddel. |
Bijlage 2 | Aan de vergoeding van dit geneesmiddel zijn bepaalde voorwaarden verbonden, die zijn vermeld op bijlage 2 van de Regeling zorgverzekering. |
Aanvullende monitoring | Dit geneesmiddel is onderworpen aan aanvullende monitoring. Extra aandacht wordt gevraagd voor onverwachte bijwerkingen. Meldt u dit via het meldformulier van het Lareb. |
Advies
Behandel, indien mogelijk, de oorzaak van chronische nierschade. Start daarnaast behandeling om het verhoogde risico op cardiovasculaire morbiditeit en mortaliteit te verminderen en progressie van nierschade te voorkomen of beperken. Behandel de complicaties van nierschade zoals hyperfosfatemie. Calciumacetaat/magnesiumcarbonaat komt in aanmerking voor behandeling van hyperfosfatemie bij patiënten die dialyse ondergaan. Zie voor aanbevelingen in de behandeling van hyperfosfatemie bij een chronische nieraandoening bv. de NFN-Richtlijn Mineraal- en botstoornis bij chronische nierschade, 2020 op nefro.nl.
Advies
Behandel, indien mogelijk, de oorzaak van chronische nierschade. Start daarnaast behandeling om het grotere risico van (vnl. cardiovasculaire) morbiditeit te verminderen en progressie van nierschade te voorkomen of beperken. Behandel de complicaties van nierschade en start eventueel niervervangende therapie (dialyse).
Zie voor aanbevelingen in de behandeling van hyperfosfatemie bij een chronische nieraandoening bv. de NFN-Richtlijn Mineraal- en botstoornis bij chronische nierschade.
Indicaties
- Hyperfosfatemie bij volwassenen met chronische nierinsufficiëntie die dialyse ondergaan (hemodialyse, peritoneale dialyse).
Gerelateerde informatie
Indicaties
- Hyperfosfatemie bij volwassenen en kinderen ≥ 2 jaar met chronische nierziekte die hemodialyse of peritoneale dialyse ondergaan.
- Hyperfosfatemie bij kinderen ≥ 2 jaar met chronische nierziekte stadium 4–5 (GFR < 30 ml/min/1,73 m2).
Behandeling met ijzer(III)oxidehydroxidesaccharosezetmeelcomplex dient te gebeuren in het kader van een meervoudige therapeutische aanpak, waartoe zou kunnen behoren: calciumsupplementen, 1,25-dihydroxy-vitamine D3 of een analogon, of calcimimetica voor het onder controle houden van de ontwikkeling van renale botziekte.
Gerelateerde informatie
Doseringen
Hyperfosfatemie
Volwassenen
Begindosering: 3 tabletten per dag. Indien nodig, daarna verhogen tot maximaal 12 tabletten per dag. Dagdosis verdelen over het aantal maaltijden per dag en de tabletten tijdens de maaltijd innemen.
In het geval een dosis vergeten wordt, de vergeten dosis niet meer innemen, maar doorgaan met de volgende dosis.
Toediening: de tabletten niet kauwen of verkruimelen. Innemen met wat water. Als een tablet te groot is mag het direct voor het innemen op de breukstreep worden gebroken.
Doseringen
De dosering individueel bepalen op basis van het serumfosfaatgehalte. Dit tijdens de behandeling elke 2–4 weken bepalen tot het stabiel is; daarna regelmatig controleren.
Hyperfosfatemie
Volwassenen (incl. ouderen) en kinderen ≥ 12 jaar
Begindosering: 1500 mg ijzer (3 kauwtabletten) per dag, verdeeld over de maaltijden van de dag. Vervolgens elke 2–4 weken zonodig de dosering aanpassen in stappen van 500 mg ijzer (1 kauwtablet) per dag. Doorgaans wordt een optimaal serumfosfaatgehalte bereikt met een dosis van 1500–2000 mg ijzer per dag. De aanbevolen maximale dosis is 3000 mg ijzer.
Kinderen 2–6 jaar
Begindosering: 500 mg ijzer (4 sachets) per dag, verdeeld over de maaltijden van de dag. Vervolgens elke 2 weken zonodig de dosering aanpassen in stappen van 125 mg (1 sachet) of 250 mg ijzer (2 sachets) per dag tot een aanvaardbaar serumfosfaatgehalte wordt bereikt. De aanbevolen maximale dosis is 1250 mg ijzer.
Kinderen 6–9 jaar
Begindosering: 750 mg ijzer (6 sachets) per dag, verdeeld over de maaltijden van de dag. Vervolgens elke 2 weken zonodig de dosering aanpassen in stappen van 125 mg, 250 mg of 375 mg ijzer per dag tot een aanvaardbaar serumfosfaatgehalte wordt bereikt. Kauwtabletten mogen voorgeschreven worden in plaats van of in combinatie met poeder voor orale suspensie als de dagelijkse dosis ≥ 1000 mg ijzer (2 kauwtabletten) is. De aanbevolen maximale dosis is 2500 mg ijzer.
Kinderen 9–12 jaar
Begindosering: 1000 mg ijzer (2 kauwtabletten) per dag, verdeeld over de maaltijden van de dag. Elke 2 weken zonodig de dosering aanpassen in stappen van 250 mg of 500 mg ijzer per dag tot een aanvaardbaar serumfosfaatgehalte wordt bereikt. Kauwtabletten mogen voorgeschreven worden in plaats van of in combinatie met poeder voor orale suspensie als de dagelijkse dosis ≥ 1000 mg ijzer (2 kauwtabletten) is. De aanbevolen maximale dosis is 3000 mg ijzer.
Bij een vergeten dosis deze niet meer innemen en bij de volgende maaltijd doorgaan met de normale dosis.
Toediening
- De tablet kauwen of pletten vóór het doorslikken; de dosis innemen tijdens de maaltijd;
- De poeder grondig mengen met een kleine hoeveelheid zacht voedsel (zoals appelmoes) of met een drankje zonder koolzuur of water (minimaal 5 ml vloeistof per sachet); de dosis innemen binnen 30 minuten na suspensie, tijdens de maaltijd;
- De poeder mag niet worden opgewarmd of worden toegevoegd aan warm voedsel of warme vloeistoffen;
- De voorgeschreven dosis poeder gesuspendeerd in water kan worden toegediend via een enterale voedingssonde > 6 FR (Franse kathetermaat). De enterale voedingssonde na toediening van de orale suspensie doorspoelen met water.
Bijwerkingen
Vaak (1-10%): misselijkheid, oprispingen, zachte ontlasting, obstipatie, diarree, anorexie. Hypercalciëmie, asymptomatische hypermagnesiëmie.
Soms (0,1-1%): matige tot ernstige symptomatische hypercalciëmie, symptomatische hypermagnesiëmie.
Zeer zelden (< 0,01%): hyperkaliëmie, door magnesium veroorzaakte stoornis van de botmineralisatie.
Bijwerkingen
Zeer vaak (> 10%): diarree (vooral in het begin van de behandeling), verkleurde (zwarte) ontlasting.
Vaak (1-10%): misselijkheid, braken, dyspepsie, buikpijn, flatulentie, obstipatie. Tandverkleuring. Smaakstoornis.
Soms (0,1-1%): dyspneu. Dysfagie, gastritis (bij kinderen vaker), gastro-oesofageale refluxziekte, opgeblazen gevoel. Hoofdpijn. Tongverkleuring. Vermoeidheid. Huiduitslag, jeuk. Hypercalciëmie, hypocalciëmie.
Interacties
Ter preventie van interacties, geen andere orale middelen binnen 2 uur voor en 3 uur na inname. De absorptie van gelijktijdig toegediende tetracyclinen, fluorchinolonen, sommige cefalosporinen, ketoconazol, ijzerpreparaten, anticholinergica, estramustine, zink, fluoriden, bisfosfonaten, ursodeoxycholzuur en chenodeoxycholzuur neemt af.
Gelijktijdig gebruik van vitamine D bevordert de calciumabsorptie.
Het risico van hypercalciëmie of hypermagnesiëmie wordt groter bij comedicatie met calcium- of magnesiumbevattende antacida.
Gelijktijdig gebruik met thiazide-diuretica (verminderen de calciumuitscheiding) geeft kanstoename op hypercalciëmie; controleer de calciumspiegel.
Verhoogde inname van calciumzouten kan resulteren in het neerslaan van vetzuren en galzuur als calciumzeep, wat kan leiden tot obstipatie.
Magnesiumzouten kunnen mogelijk digoxine absorberen in het maag-darmkanaal en een stijging van de calciumspiegel kan de werking van digoxine doen toenemen: controle ECG is bij combinatie met digoxine noodzakelijk.
Gelijktijdige inname van aluminiumbevattende geneesmiddelen kan leiden tot een toegenomen absorptie van aluminium tot soms toxische waarden.
Magnesiumzouten veranderen de absorptie van levothyroxine en verminderen die van penicillamine.
Interacties
Bij in vitro onderzoeken is een wisselwerking waargenomen tussen ijzer(III)oxidehydroxidesaccharosezetmeelcomplex en levothyroxine; levothyroxine ten minste twee uur vóór (of twee uur na) ijzer(III)oxidehydroxidesaccharosezetmeelcomplex toedienen.
Andere oraal toegediende geneesmiddelen waarvan bekend is dat ze in wisselwerking treden met ijzer, volgens de fabrikant van ijzer(III)oxidehydroxidesaccharosezetmeelcomplex eveneens ten minste één uur vóór of twee uur na ijzer(III)oxidehydroxidesaccharosezetmeelcomplex toedienen. In de praktijk wordt vaak een langer interval aangehouden (het andere geneesmiddel twee uur vóór of vier uur na ijzer(III)oxidehydroxidesaccharosezetmeelcomplex toedienen is een veelvuldig voorkomende aanbeveling). Zie ook de geneesmiddelteksten van gelijktijdig oraal toegediende andere middelen. Enkele voorbeelden van dergelijke geneesmiddelen zijn: bisfosfonaten (bv. alendroninezuur, clodroninezuur), fluorchinolonen (bv. ciprofloxacine), levodopa, methyldopa, HIV-integraseremmers (bv. dolutegravir), eltrombopag en de tetracyclinen. Bij de combinatie van doxycycline met ijzer-ionen wordt met het aanhouden van dit interval (= 2 uur) niet volstaan; en zelfs niet met een interval van 12 uur; ofwel de ijzerverbinding tijdelijk staken, ofwel één van de middelen door een alternatief vervangen.
Zwangerschap
Fosfaatbinders worden na binding aan fosfaat bijna niet vanuit het maag-darmkanaal opgenomen. Magnesium en calcium passeren de placenta.
Teratogenese: Bij zowel de mens als bij dieren onvoldoende gegevens. Overmatige hoeveelheden calcium tijdens de zwangerschap geven een risico op neonatale hypoparathyroïdie en hypocalciëmie.
Advies: Alleen op strikte indicatie gebruiken (onder nauwkeurige controle van de serumconcentraties van calcium- en magnesium). Vermijd inname van overmatige hoeveelheden calcium.
Zwangerschap
Teratogenese: Bij de mens onbekend. Bij dieren geen aanwijzingen voor schadelijkheid.
Advies: Alleen op strikte indicatie gebruiken.
Lactatie
Overgang in de moedermelk: Ja, echter de opname in het lichaam is beperkt doordat calciumacetaat en magnesiumcarbonaat een onoplosbaar complex met fosfaat vormen in de darmen.
Farmacologisch effect: De verhoging van de hoeveelheid magnesium in de moedermelk is waarschijnlijk niet klinisch relevant.
Advies: Kan waarschijnlijk veilig worden gebruikt.
Lactatie
Overgang in de moedermelk: Onbekend. Gezien de zeer lage systemische beschikbaarheid van het ijzer vanuit pn-FeOOH, is een verhoogde concentratie ijzer in de moedermelk onwaarschijnlijk.
Advies: Kan waarschijnlijk veilig worden gebruikt.
Contra-indicaties
- hypercalciëmie, hypercalciurie en calcium-nefritis;
- serumconcentratie van magnesium > 2 mmol/l óf symptomen van hypermagnesiëmie;
- derdegraads AV-blok;
- myasthenia gravis.
Contra-indicaties
- hemochromatose of een andere ijzerstapelingsziekte.
Waarschuwingen en voorzorgen
Controleer tijdens de behandeling de serumconcentraties van calcium, magnesium en fosfaat regelmatig, en ook het calciumfosfaatproduct. Bij optreden van hypercalciëmie de dosering verlagen of de behandeling tijdelijk staken. Bij ernstige hyperfosfatemie (calciumfosfaatproduct > 5,3 mmol²/l²) in combinatie met een klinisch relevante bradycardie, tweedegraads AV-blok of ongevoelige hyperkaliëmie, OsvaRen alleen toepassen onder continue controle van serumconcentraties van calcium, magnesium en fosfaat. Langdurig gebruik van hoge doses kan leiden tot hypermagnesiëmie; vooral bij een calciumfosfaatproduct ≥ 4,5 mmol²/l² kan langdurig gebruik leiden tot verkalking van vasculaire en weke delen.
Bij optreden van maag-darmklachten de dosering (tijdelijk) aanpassen.
Bij gebruik van digoxine is controle van ECG en serumconcentratie van calcium noodzakelijk.
Er zijn onvoldoende gegevens over de werkzaamheid en veiligheid bij kinderen < 18 jaar.
Waarschuwingen en voorzorgen
Beperkingen onderzoeksgegevens: Patiënten met een recente voorgeschiedenis van peritonitis (binnen de afgelopen 3 mnd.), aanzienlijke maag- of leverstoornissen en patiënten die een ingrijpende gastro-intestinale ingreep hebben ondergaan, werden niet geïncludeerd in de klinische onderzoeken. IJzer(III)oxidehydroxidesaccharosezetmeelcomplex bij hen alléén toedienen na zorgvuldige afweging van de voordelen en risico's. Het gebruik van ijzer(III)oxidehydroxidesaccharosezetmeelcomplex kan een gastro-intestinale bloeding (visueel) maskeren.
Hulpstoffen: sucrose, in de kauwtablet en de poeder voor orale suspensie, kan bij gebruik ≥ 2 weken de tanden beschadigen.
De werkzaamheid en veiligheid zijn niet vastgesteld bij:
- kinderen (< 2 j.);
- volwassenen met een chronische nierziekte in een vroeger stadium (zonder dialyse);
- patiënten met een ernstige leverinsufficiëntie.
Overdosering
Symptomen
hypermagnesiëmie en hypercalciëmie. Acute hypermagnesiëmie (zowel asymptomatisch als met acute systemische toxiciteit) onderdrukt zowel de centrale als perifere neurale activiteit door remming van de afgifte van acetylcholine. Systemische toxiciteit is te verwachten bij een serumconcentratie van 2,5 mmol/l, neurotoxische bijwerkingen bij 3 mmol/l of hoger. Bij concentraties van 2,5-5,0 mmol/l zijn maag-darmstoornissen (misselijkheid, anorexie, obstipatie), urethraal syndroom, spierzwakte, lethargie, ontbreken van peesreflexen, stoornissen van de AV- en ventriculaire geleiding, waargenomen. Bij een serummagnesiumspiegel van 5,0-10,0 mmol/l: arteriële hypotensie, vasodilatatie, paralytische ileus, paresen en coma. Bij spiegels van meer dan 10,0 mmol/l: ademhalings- en hartstilstand. Hypercalciëmie geeft aanvankelijk spierzwakte en gasto-intestinale stoornissen (bijpijn, obstipatie, misselijkheid en braken). Bij ernstige hypercalciëmie: bewustzijnsstoornissen (lethargie, desoriëntatie, stupor, in extreme gevallen coma). Bij een serumcalciumspiegel van > 3,5 mmol/l is een hypercalciëmische crisis mogelijk, met symptomen van: polydipsie, polyurie, misselijkheid, anorexie, obstipatie, pancreatitis (zeldzaam), aritmieën, verkort QT-interval, adynamie, hypertensie, spierzwakte tot en met pseudoparalyse, psychosen, slaperigheid tot en met coma.
Voor meer informatie over een vergiftiging met calciumacetaat/magnesiumcarbonaat neem contact op met het Nationaal Vergiftigingen Informatie Centrum.
Overdosering
Symptomen
o.a. hypofosfatemie.
Voor meer informatie over symptomen en de behandeling van een vergiftiging met ijzer(III)oxidehydroxidesaccharosezetmeelcomplex, neem contact op met het Nationaal Vergiftigingen Informatie Centrum.
Eigenschappen
Calciumacetaat en magnesiumcarbonaat vormen in de darmen onoplosbare zouten met fosfaat, waardoor de absorptie van fosfaat uit het voedsel afneemt en de serumconcentratie van anorganisch fosfaat daalt.
Kinetische gegevens
Resorptie | indien geen neerslag van magnesium- of calciumcomplexen, is er enige absorptie van magnesium- en calciumionen in de darmen, de mate van absorptie is variabel. |
Eliminatie | samen met fosfaat uit de voeding ontstaan slecht oplosbare calcium- en magnesiumfosfaatzouten welke met de feces worden uitgescheiden. De geabsorbeerde fractie magnesium met de urine. Calcium wordt uitgescheiden via de urine, darmen en zweetklieren. |
Uitleg afkortingen
F | biologische beschikbaarheid (fractie van de dosis die in de systemische circulatie verschijnt) |
T max | tijdsduur tot maximale bloedspiegel na toediening |
V d | verdelingsvolume (fictief volume waarin een geneesmiddel zich verdeelt over het lichaam) |
T 1/2 | plasmahalfwaardetijd (tijd die nodig is om een bepaalde plasmaconcentratie te halveren) |
T 1/2el | plasmahalfwaardetijd in de eliminatiefase, terminale halfwaardetijd |
Eigenschappen
IJzer(III)oxidehydroxidesaccharosezetmeelcomplex is een niet-calciumhoudende fosfaatbinder. Velphoro® bevat een mengsel van polynucleair ijzer(III)-oxyhydroxide (pn-FeOOH), saccharose en zetmeel. De fosfaatbinding vindt plaats door liganduitwisseling tussen hydroxylgroepen en/of water en de fosfaationen in het hele fysiologische bereik van het maag-darmkanaal. IJzer(III)oxidehydroxidesaccharosezetmeelcomplex verlaagt de serumfosfaatspiegel door de fosfaatabsorptie uit de voeding te verminderen.
Kinetische gegevens
Resorptie | Het actieve deel, pn-FeOOH is vrijwel onoplosbaar en wordt daarom niet geabsorbeerd. Bij gezonde proefpersonen is de mediane ijzeropname ca. 0,43% [0,16–1,25%], bij pre-dialysepatiënten 0,06% [0,008–0,44%] en bij hemodialysepatiënten 0,02% [0–0,04%). De bloedspiegels van radioactief gemerkt ijzer zijn zeer laag en blijven beperkt tot de erytrocyten. |
Uitleg afkortingen
F | biologische beschikbaarheid (fractie van de dosis die in de systemische circulatie verschijnt) |
T max | tijdsduur tot maximale bloedspiegel na toediening |
V d | verdelingsvolume (fictief volume waarin een geneesmiddel zich verdeelt over het lichaam) |
T 1/2 | plasmahalfwaardetijd (tijd die nodig is om een bepaalde plasmaconcentratie te halveren) |
T 1/2el | plasmahalfwaardetijd in de eliminatiefase, terminale halfwaardetijd |
Groepsinformatie
calciumacetaat/magnesiumcarbonaat hoort bij de groep fosfaatbinders.
Groepsinformatie
ijzer(III)oxidehydroxidesaccharosezetmeelcomplex hoort bij de groep fosfaatbinders.