Samenstelling
OsvaRen Fresenius Medical Care Nederland bv
- Toedieningsvorm
- Tablet
Bevat per tablet: calciumacetaat 435 mg (= 110 mg calcium) en magnesiumcarbonaat 235 mg (= 60 mg magnesium).
Uitleg symbolen
XGVS | Dit geneesmiddel is niet opgenomen in het geneesmiddelen vergoedings systeem (GVS). |
OTC | 'Over the counter', dit geneesmiddel is een zelfzorgmiddel. |
Bijlage 2 | Aan de vergoeding van dit geneesmiddel zijn bepaalde voorwaarden verbonden, die zijn vermeld op bijlage 2 van de Regeling zorgverzekering. |
Aanvullende monitoring | Dit geneesmiddel is onderworpen aan aanvullende monitoring. Extra aandacht wordt gevraagd voor onverwachte bijwerkingen. Meldt u dit via het meldformulier van het Lareb. |
Samenstelling
Fosrenol (tetrahydraat) Takeda Nederland bv
- Toedieningsvorm
- Kauwtablet
- Sterkte
- 500 mg, 750 mg, 1000 mg
Komt overeen met resp. lanthaan 500 mg, 750 mg, 1000 mg.
- Toedieningsvorm
- Poeder
- Sterkte
- 750 mg
- Verpakkingsvorm
- sachet
Komt overeen met lanthaan 750 mg.
- Toedieningsvorm
- Poeder
- Sterkte
- 1000 mg
- Verpakkingsvorm
- sachet
Komt overeen met lanthaan 1000 mg.
Lanthaan (als carbonaat-octahydraat) Diverse fabrikanten
- Toedieningsvorm
- Kauwtablet
- Sterkte
- 500 mg, 750 mg, 1000 mg
Komt overeen met resp. lanthaan 500 mg, 750 mg, 1000 mg.
Uitleg symbolen
XGVS | Dit geneesmiddel is niet opgenomen in het geneesmiddelen vergoedings systeem (GVS). |
OTC | 'Over the counter', dit geneesmiddel is een zelfzorgmiddel. |
Bijlage 2 | Aan de vergoeding van dit geneesmiddel zijn bepaalde voorwaarden verbonden, die zijn vermeld op bijlage 2 van de Regeling zorgverzekering. |
Aanvullende monitoring | Dit geneesmiddel is onderworpen aan aanvullende monitoring. Extra aandacht wordt gevraagd voor onverwachte bijwerkingen. Meldt u dit via het meldformulier van het Lareb. |
Advies
Behandel, indien mogelijk, de oorzaak van chronische nierschade. Start daarnaast behandeling om het verhoogde risico op cardiovasculaire morbiditeit en mortaliteit te verminderen en progressie van nierschade te voorkomen of beperken. Behandel de complicaties van nierschade zoals hyperfosfatemie. Calciumacetaat/magnesiumcarbonaat komt in aanmerking voor behandeling van hyperfosfatemie bij patiënten die dialyse ondergaan. Zie voor aanbevelingen in de behandeling van hyperfosfatemie bij een chronische nieraandoening bv. de NFN-Richtlijn Mineraal- en botstoornis bij chronische nierschade, 2020 op nefro.nl.
Advies
Behandel, indien mogelijk, de oorzaak van chronische nierschade. Start daarnaast behandeling om het grotere risico van (vnl. cardiovasculaire) morbiditeit te verminderen en progressie van nierschade te voorkomen of beperken. Behandel de complicaties van nierschade en start eventueel niervervangende therapie (dialyse).
Voor de behandeling van hyperfosfatemie bij (pre-)dialysepatiënten zijn aluminiumhydroxide, calciumhoudende fosfaatbinders, lanthaancarbonaat en sevelameer beschikbaar. Een calciumhoudende fosfaatbinder heeft de voorkeur bij een laag serumcalcium, en een niet-calciumhoudende fosfaatbinder bij hoognormaal serumcalcium, frequente episoden van hypercalciëmie, persisterend laag serum-PTH, of bij reeds aanwezige cardiovasculaire calcificaties en/of adynamische botziekte. Vanwege de toxiciteit bij chronisch gebruik is aluminiumhydroxide laatste keus. Voor lanthaancarbonaat bij de toepassing bij volwassenen met een chronische nieraandoening zonder dialyse is geen advies vastgesteld over de plaats in de medicamenteuze behandeling.
Indicaties
- Hyperfosfatemie bij volwassenen met chronische nierinsufficiëntie die dialyse ondergaan (hemodialyse, peritoneale dialyse).
Gerelateerde informatie
Indicaties
- Hyperfosfatemie bij volwassenen met chronisch nierfalen ondersteund door hemodialyse of continue ambulante peritoneale dialyse (CAPD);
- Volwassenen met een chronische nieraandoening zonder dialyse, met een serumfosfaatspiegel ≥ 1,78 mmol/liter, en bij wie een fosfaatarm dieet niet volstaat.
Gerelateerde informatie
Doseringen
Hyperfosfatemie
Volwassenen
Begindosering: 3 tabletten per dag. Indien nodig, daarna verhogen tot maximaal 12 tabletten per dag. Dagdosis verdelen over het aantal maaltijden per dag en de tabletten tijdens de maaltijd innemen.
In het geval een dosis vergeten wordt, de vergeten dosis niet meer innemen, maar doorgaan met de volgende dosis.
Toediening: de tabletten niet kauwen of verkruimelen. Innemen met wat water. Als een tablet te groot is mag het direct voor het innemen op de breukstreep worden gebroken.
Doseringen
Hyperfosfatemie
Volwassenen incl. ouderen (> 65 jaar)
De dosering wordt individueel bepaald op basis van het serumfosfaatgehalte. Dit dient tijdens de instelling van de behandeling elke 2–3 weken te worden herhaald tot de fosfaatspiegel stabiel is; daarna regelmatig controleren.
De benodigde dosering kan variëren van 750 mg tot maximaal 3750 mg per dag. Acceptabele fosfaatspiegels worden doorgaans bereikt bij een onderhoudsdosering van 1500–3000 mg per dag, verdeeld over de maaltijden.
Verminderde leverfunctie: op basis van het werkingsmechanisme en omdat lanthaancarbonaat niet in de lever gemetaboliseerd wordt is de verwachting dat een dosisaanpassing niet nodig is.
Toediening
- Innemen tijdens, of onmiddellijk na de maaltijd;
- De kauwtabletten goed kauwen alvorens ze door te slikken; mogen worden fijngestampt;
- Het poeder mengen met een beetje zacht voedsel (bv. appelmoes) en dan binnen 15 minuten innemen. Niet toedienen in vloeistof.
Bijwerkingen
Vaak (1-10%): misselijkheid, oprispingen, zachte ontlasting, obstipatie, diarree, anorexie. Hypercalciëmie, asymptomatische hypermagnesiëmie.
Soms (0,1-1%): matige tot ernstige symptomatische hypercalciëmie, symptomatische hypermagnesiëmie.
Zeer zelden (< 0,01%): hyperkaliëmie, door magnesium veroorzaakte stoornis van de botmineralisatie.
Bijwerkingen
Zeer vaak (> 10%): hoofdpijn. Buikpijn, diarree, misselijkheid, braken. (Maag-darmstoornissen komen vaker voor bij het poeder dan bij de tablet).
Vaak (1-10%): dyspepsie, obstipatie, flatulentie. Hypocalciëmie.
Soms (0,1-1%): droge mond, smaakstoornissen, stomatitis, laryngitis, oesofagitis, gastro-enteritis, oprisping, indigestie, subileus, ileus, darmobstructie, prikkelbaredarmsyndroom, andere maag-darmaandoening, tandaandoening. Anorexie, meer eetlust. Duizeligheid, vertigo. Vermoeidheid, zwakte, malaise, borstkaspijn, perifeer oedeem, dorst. Artralgie, myalgie, osteoporose. Allergische huidreacties zoals jeuk, (erythemateuze) huiduitslag, urticaria. Alopecia. Transpiratie. Hyperglykemie. Gewichtsverlies. Eosinofilie. Hyperparathyroïdie. Hypercalciëmie. Hyper- of hypofosfatemie. Verhoogde aluminiumspiegel. Stijging van levertransaminasewaarden, γ–GT en alkalisch fosfatase.
Zeer zelden (< 0,01%): QT-veranderingen van voorbijgaande aard. Darmperforatie.
Verder is gemeld: ophoping van lanthaan in het darmslijmvlies (vooral na langdurig gebruik), zie verder de rubriek Waarschuwingen en voorzorgen.
Opmerking: de bijwerkingen op het maag-darmstelsel nemen over het algemeen af bij inname met voedsel en bij voortgezet gebruik.
Interacties
Ter preventie van interacties, geen andere orale middelen binnen 2 uur voor en 3 uur na inname. De absorptie van gelijktijdig toegediende tetracyclinen, fluorchinolonen, sommige cefalosporinen, ketoconazol, ijzerpreparaten, anticholinergica, estramustine, zink, fluoriden, bisfosfonaten, ursodeoxycholzuur en chenodeoxycholzuur neemt af.
Gelijktijdig gebruik van vitamine D bevordert de calciumabsorptie.
Het risico van hypercalciëmie of hypermagnesiëmie wordt groter bij comedicatie met calcium- of magnesiumbevattende antacida.
Gelijktijdig gebruik met thiazide-diuretica (verminderen de calciumuitscheiding) geeft kanstoename op hypercalciëmie; controleer de calciumspiegel.
Verhoogde inname van calciumzouten kan resulteren in het neerslaan van vetzuren en galzuur als calciumzeep, wat kan leiden tot obstipatie.
Magnesiumzouten kunnen mogelijk digoxine absorberen in het maag-darmkanaal en een stijging van de calciumspiegel kan de werking van digoxine doen toenemen: controle ECG is bij combinatie met digoxine noodzakelijk.
Gelijktijdige inname van aluminiumbevattende geneesmiddelen kan leiden tot een toegenomen absorptie van aluminium tot soms toxische waarden.
Magnesiumzouten veranderen de absorptie van levothyroxine en verminderen die van penicillamine.
Interacties
Lanthaancarbonaat verhoogt de zuurgraad in het maag-darmkanaal en kan daarmee de absorptie van sommige geneesmiddelen beïnvloeden, zoals van ketoconazol; tussen de innamen twee uur aanhouden.
De biologische beschikbaarheid van ciprofloxacine neemt af (met ca. 50%), dit antibioticum 2 uur vóór óf 4 uur na lanthaan innemen.
Fosfaatbinders verminderen de absorptie van levothyroxine; een tussentijd van 2 uur tussen de innamen aanhouden en de TSH-spiegel controleren.
Theoretisch is binding van het lanthaanion aan tetracyclinen mogelijk; tussen de innamen van deze geneesmiddelen en lanthaan ook ten minste twee uur aanhouden.
Zwangerschap
Fosfaatbinders worden na binding aan fosfaat bijna niet vanuit het maag-darmkanaal opgenomen. Magnesium en calcium passeren de placenta.
Teratogenese: Bij zowel de mens als bij dieren onvoldoende gegevens. Overmatige hoeveelheden calcium tijdens de zwangerschap geven een risico op neonatale hypoparathyroïdie en hypocalciëmie.
Advies: Alleen op strikte indicatie gebruiken (onder nauwkeurige controle van de serumconcentraties van calcium- en magnesium). Vermijd inname van overmatige hoeveelheden calcium.
Zwangerschap
Teratogenese: Bij de mens onvoldoende gegevens. Lanthaancarbonaat wordt na binding aan fosfaat bijna niet geabsorbeerd. Bij dieren aanwijzingen voor schadelijkheid bij hoge dosering (vertraging van de seksuele rijping en van de opening van de ogen, lager gewicht).
Advies: Gebruik ontraden vanwege onvoldoende gegevens.
Lactatie
Overgang in de moedermelk: Ja, echter de opname in het lichaam is beperkt doordat calciumacetaat en magnesiumcarbonaat een onoplosbaar complex met fosfaat vormen in de darmen.
Farmacologisch effect: De verhoging van de hoeveelheid magnesium in de moedermelk is waarschijnlijk niet klinisch relevant.
Advies: Kan waarschijnlijk veilig worden gebruikt.
Lactatie
Overgang in de moedermelk: Onbekend.
Farmacologisch effect: Gezien de zeer geringe absorptie van lanthaancarbonaat bij de moeder is overgang in de moedermelk onwaarschijnlijk; nadelige effecten voor de zuigeling zijn niet te verwachten.
Advies: Kan waarschijnlijk veilig worden gebruikt.
Contra-indicaties
- hypercalciëmie, hypercalciurie en calcium-nefritis;
- serumconcentratie van magnesium > 2 mmol/l óf symptomen van hypermagnesiëmie;
- derdegraads AV-blok;
- myasthenia gravis.
Waarschuwingen en voorzorgen
Controleer tijdens de behandeling de serumconcentraties van calcium, magnesium en fosfaat regelmatig, en ook het calciumfosfaatproduct. Bij optreden van hypercalciëmie de dosering verlagen of de behandeling tijdelijk staken. Bij ernstige hyperfosfatemie (calciumfosfaatproduct > 5,3 mmol²/l²) in combinatie met een klinisch relevante bradycardie, tweedegraads AV-blok of ongevoelige hyperkaliëmie, OsvaRen alleen toepassen onder continue controle van serumconcentraties van calcium, magnesium en fosfaat. Langdurig gebruik van hoge doses kan leiden tot hypermagnesiëmie; vooral bij een calciumfosfaatproduct ≥ 4,5 mmol²/l² kan langdurig gebruik leiden tot verkalking van vasculaire en weke delen.
Bij optreden van maag-darmklachten de dosering (tijdelijk) aanpassen.
Bij gebruik van digoxine is controle van ECG en serumconcentratie van calcium noodzakelijk.
Er zijn onvoldoende gegevens over de werkzaamheid en veiligheid bij kinderen < 18 jaar.
Waarschuwingen en voorzorgen
Controleer tijdens de behandeling de calcium- en fosfaatspiegel regelmatig (bv. om de 2-3 weken).
Houd bij een verminderde galstroom rekening met een eventuele accumulatie van lanthaan door een vertraagde klaring; test regelmatig de leverfunctie.
Ophoping van lanthaan in het darmslijmvlies is endoscopisch aangetoond als witte laesies met verschillende grootten en vormen. Ook werden er in gastroduodenaal slijmvlies pathologische kenmerken met lanthaanneerslag geïdentificeerd, zoals ontsteking, glanduleuze atrofie, foveolaire hyperplasie, intestinale metaplasie en neoplasie.
Wees alert op symptomen van obstipatie en abdominale pijn/distensie; gevallen van gastro-intestinale perforatie of obstructie en (sub)ileus zijn gemeld, waarvoor soms ziekenhuisopname of ook een operatieve ingreep noodzakelijk is geweest. Instrueer de patiënt de tabletten volledig fijn te kauwen, ernstige gastro-intestinale complicaties zijn gemeld wanneer tabletten niet of onvolledig werden fijngekauwd. Alleen op strikte indicatie gebruiken bij patiënten met aanleg voor darmobstructie (bv. divertikelaandoening, peritonitis, voorgeschiedenis van een gastro-intestinale ingreep, maligniteit of ulcera en hypomotiliteitstoornissen zoals obstipatie en diabetische gastroparese) of comedicatie die deze effecten versterkt vanwege kans op obstipatie door lanthaancarbonaat. Stop de behandeling als ernstige obstipatie of abdominale pijn/distensie ontstaat tijdens de behandeling.
Röntgenfoto's van de buik kunnen een radio-opaak aanzien hebben dat typerend is voor een contrastmiddel.
Er zijn geen onderzoeksgegevens over het gebruik bij een acute maagzweer, colitis ulcerosa, de ziekte van Crohn en bij darmobstructie. In klinisch onderzoek zijn gegevens over gebruik langer dan twee jaar beperkt. Bij gebruik tot max. zes jaar lijkt de baten-risicoverhouding hetzelfde te blijven. De werkzaamheid en veiligheid zijn niet vastgesteld bij kinderen (< 18 jaar).
Hulpstoffen: glucose, in de Fosrenol kauwtabletten, kan bij gebruik ≥ 2 weken de tanden beschadigen.
Overdosering
Symptomen
hypermagnesiëmie en hypercalciëmie. Acute hypermagnesiëmie (zowel asymptomatisch als met acute systemische toxiciteit) onderdrukt zowel de centrale als perifere neurale activiteit door remming van de afgifte van acetylcholine. Systemische toxiciteit is te verwachten bij een serumconcentratie van 2,5 mmol/l, neurotoxische bijwerkingen bij 3 mmol/l of hoger. Bij concentraties van 2,5-5,0 mmol/l zijn maag-darmstoornissen (misselijkheid, anorexie, obstipatie), urethraal syndroom, spierzwakte, lethargie, ontbreken van peesreflexen, stoornissen van de AV- en ventriculaire geleiding, waargenomen. Bij een serummagnesiumspiegel van 5,0-10,0 mmol/l: arteriële hypotensie, vasodilatatie, paralytische ileus, paresen en coma. Bij spiegels van meer dan 10,0 mmol/l: ademhalings- en hartstilstand. Hypercalciëmie geeft aanvankelijk spierzwakte en gasto-intestinale stoornissen (bijpijn, obstipatie, misselijkheid en braken). Bij ernstige hypercalciëmie: bewustzijnsstoornissen (lethargie, desoriëntatie, stupor, in extreme gevallen coma). Bij een serumcalciumspiegel van > 3,5 mmol/l is een hypercalciëmische crisis mogelijk, met symptomen van: polydipsie, polyurie, misselijkheid, anorexie, obstipatie, pancreatitis (zeldzaam), aritmieën, verkort QT-interval, adynamie, hypertensie, spierzwakte tot en met pseudoparalyse, psychosen, slaperigheid tot en met coma.
Voor meer informatie over een vergiftiging met calciumacetaat/magnesiumcarbonaat neem contact op met het Nationaal Vergiftigingen Informatie Centrum.
Overdosering
Symptomen
milde tot matig-ernstige hoofdpijn en misselijkheid zijn opgetreden bij doseringen tot ca. 4700 mg/dag.
Voor meer informatie over een vergiftiging met lanthaancarbonaat neem contact op met het Nationaal Vergiftigingen Informatie Centrum.
Eigenschappen
Calciumacetaat en magnesiumcarbonaat vormen in de darmen onoplosbare zouten met fosfaat, waardoor de absorptie van fosfaat uit het voedsel afneemt en de serumconcentratie van anorganisch fosfaat daalt.
Kinetische gegevens
Resorptie | indien geen neerslag van magnesium- of calciumcomplexen, is er enige absorptie van magnesium- en calciumionen in de darmen, de mate van absorptie is variabel. |
Eliminatie | samen met fosfaat uit de voeding ontstaan slecht oplosbare calcium- en magnesiumfosfaatzouten welke met de feces worden uitgescheiden. De geabsorbeerde fractie magnesium met de urine. Calcium wordt uitgescheiden via de urine, darmen en zweetklieren. |
Uitleg afkortingen
F | biologische beschikbaarheid (fractie van de dosis die in de systemische circulatie verschijnt) |
T max | tijdsduur tot maximale bloedspiegel na toediening |
V d | verdelingsvolume (fictief volume waarin een geneesmiddel zich verdeelt over het lichaam) |
T 1/2 | plasmahalfwaardetijd (tijd die nodig is om een bepaalde plasmaconcentratie te halveren) |
T 1/2el | plasmahalfwaardetijd in de eliminatiefase, terminale halfwaardetijd |
Eigenschappen
Fosfaatbinder. In de maag komen de lanthaanionen (La3+) vrij , die een hoge affiniteit hebben voor fosfaationen uit het ingenomen voedsel. De vorming van onoplosbaar lanthaanfosfaat in het lumen van de maag en van het bovenste gedeelte van de dunne darm vermindert de absorptie van fosfaat vanuit het maag-darmkanaal. Lanthaancarbonaat is vrij van aluminium en calcium.
Kinetische gegevens
Resorptie | minimaal. |
F | < 0,002%. |
Eiwitbinding | > 99,7%. |
Overig | Bij absorptie vindt distributie plaats naar vooral de weefsels van het maag-darmkanaal, mesenterische lymfeklieren, de lever en het bot. |
Metabolisering | niet. |
Eliminatie | met de feces; eventueel geresorbeerd lanthaan via de gal en de gastro-intestinale wand. |
T 1/2el | 36 uur. |
Uitleg afkortingen
F | biologische beschikbaarheid (fractie van de dosis die in de systemische circulatie verschijnt) |
T max | tijdsduur tot maximale bloedspiegel na toediening |
V d | verdelingsvolume (fictief volume waarin een geneesmiddel zich verdeelt over het lichaam) |
T 1/2 | plasmahalfwaardetijd (tijd die nodig is om een bepaalde plasmaconcentratie te halveren) |
T 1/2el | plasmahalfwaardetijd in de eliminatiefase, terminale halfwaardetijd |
Groepsinformatie
calciumacetaat/magnesiumcarbonaat hoort bij de groep fosfaatbinders.
Groepsinformatie
lanthaancarbonaat hoort bij de groep fosfaatbinders.