Samenstelling
Rennie XGVS OTC Bayer bv
- Toedieningsvorm
- Kauwtablet
Bevat per kauwtablet: calciumcarbonaat 680 mg, magnesiumcarbonaat 80 mg.
- Toedieningsvorm
- Kauwtablet 'Anijs'
Bevat per kauwtablet: calciumcarbonaat 680 mg, magnesiumcarbonaat 80 mg.
- Toedieningsvorm
- Kauwtablet 'Duo'
Bevat per kauwtablet: calciumcarbonaat 625 mg, magnesiumcarbonaat 73,50 mg en alginezuur 150 mg.
- Toedieningsvorm
- Kauwtablet 'Sinaasappel'
Bevat per kauwtablet: calciumcarbonaat 680 mg, magnesiumcarbonaat 80 mg.
- Toedieningsvorm
- Kauwtablet 'Suikervrij'
Bevat per kauwtablet: calciumcarbonaat 680 mg, magnesiumcarbonaat 80 mg.
Uitleg symbolen
XGVS | Dit geneesmiddel is niet opgenomen in het geneesmiddelen vergoedings systeem (GVS). |
OTC | 'Over the counter', dit geneesmiddel is een zelfzorgmiddel. |
Bijlage 2 | Aan de vergoeding van dit geneesmiddel zijn bepaalde voorwaarden verbonden, die zijn vermeld op bijlage 2 van de Regeling zorgverzekering. |
Aanvullende monitoring | Dit geneesmiddel is onderworpen aan aanvullende monitoring. Extra aandacht wordt gevraagd voor onverwachte bijwerkingen. Meldt u dit via het meldformulier van het Lareb. |
Samenstelling
Magnesiumhydroxide XGVS OTC Diverse fabrikanten
- Toedieningsvorm
- Kauwtablet
- Sterkte
- 724 mg
Komt overeen met 500 mg magnesiumoxide.
Uitleg symbolen
XGVS | Dit geneesmiddel is niet opgenomen in het geneesmiddelen vergoedings systeem (GVS). |
OTC | 'Over the counter', dit geneesmiddel is een zelfzorgmiddel. |
Bijlage 2 | Aan de vergoeding van dit geneesmiddel zijn bepaalde voorwaarden verbonden, die zijn vermeld op bijlage 2 van de Regeling zorgverzekering. |
Aanvullende monitoring | Dit geneesmiddel is onderworpen aan aanvullende monitoring. Extra aandacht wordt gevraagd voor onverwachte bijwerkingen. Meldt u dit via het meldformulier van het Lareb. |
Advies
Maagklachten: Start bij een (eerste) episode van maagklachten empirisch met medicatie, waarbij de mate van maagzuurremming stapsgewijs wordt opgehoogd. Achtereenvolgens is dit: een antacidum (bij voorkeur algeldraat/magnesiumhydroxide) of mucosaprotectivum (sucralfaat), een H2-antagonist (bij voorkeur famotidine), een protonpompremmer (bij voorkeur omeprazol op basis van kosten). Bouw de protonpompremmer of H2-antagonist na 4 weken gebruik af.
Endoscopische bevindingen: Geef bij een endoscopisch aangetoonde oesofagitis graad A en B een protonpompremmer (bij voorkeur omeprazol op basis van kosten) gedurende 8 weken en bouw deze vervolgens af. Bij H. pylori-negatieve ulcera en H. pylori-negatieve erosieve gastritis of bulbitis is de behandelduur 4 weken. Bij oesofagitis graad C en D is het gebruik van een protonpompremmer levenslang.
Afbouwen: Halveer de dosis van de protonpompremmer of H2-antagonist wekelijks tot de halve standaarddosis, staak vervolgens na één week helemaal. Dus bij gebruik van de standaarddosis 1 week de dosering halveren en daarna stoppen. Adviseer bij klachten tijdens of na afbouwen zo nodig gedurende max. drie weken een antacidum of mucosaprotectivum. Geef bij hinderlijke of recidiverende klachten een H2-antagonist en staak deze na één maand; probeer bij klachten uit te komen met een antacidum.
Advies
Maagklachten: Start bij een (eerste) episode van maagklachten empirisch met medicatie, waarbij de mate van maagzuurremming stapsgewijs wordt opgehoogd. Achtereenvolgens is dit: een antacidum (bij voorkeur algeldraat/magnesiumhydroxide) of mucosaprotectivum (sucralfaat), een H2-antagonist (bij voorkeur famotidine), een protonpompremmer (bij voorkeur omeprazol op basis van kosten). Bouw de protonpompremmer of H2-antagonist na 4 weken gebruik af.
Endoscopische bevindingen: Geef bij een endoscopisch aangetoonde oesofagitis graad A en B een protonpompremmer (bij voorkeur omeprazol op basis van kosten) gedurende 8 weken en bouw deze vervolgens af. Bij H. pylori-negatieve ulcera en H. pylori-negatieve erosieve gastritis of bulbitis is de behandelduur 4 weken. Bij oesofagitis graad C en D is het gebruik van een protonpompremmer levenslang.
Afbouwen: Halveer de dosis van de protonpompremmer of H2-antagonist wekelijks tot de halve standaarddosis, staak vervolgens na één week helemaal. Dus bij gebruik van de standaarddosis 1 week de dosering halveren en daarna stoppen. Adviseer bij klachten tijdens of na afbouwen zo nodig gedurende max. drie weken een antacidum of mucosaprotectivum. Geef bij hinderlijke of recidiverende klachten een H2-antagonist en staak deze na één maand; probeer bij klachten uit te komen met een antacidum.
Adviseer bij obstipatie in eerste instantie voldoende inname van vocht en vezels, en voldoende beweging. Indien een dieet met extra vezels niet volstaat, is psyllium een alternatief. Bij de medicamenteuze behandeling van functionele obstipatie is een osmotisch laxans eerste keus. Verhoog bij onvoldoende effect zo nodig tot de maximale dosering of combineer met, of schakel over op een contactlaxans of ander osmotisch laxans. Overweeg als defecatie 3 dagen uitblijft ondanks optimale orale therapie, rectale medicatie ter lediging van het rectum. Fecale impactie kan medicamenteus of manueel worden verwijderd. Als medicatie de voorkeur heeft, overweeg een (micro)klysma of een hoge dosis macrogol (met of zonder elektrolyten).
Bij keuze voor een osmotisch laxans zijn in de eerstelijnszorg macrogol (met of zonder elektrolyten) en lactulose eerste keus. Bij kinderen heeft macrogol (met of zonder elektrolyten) de voorkeur. Bij obstipatie in de palliatieve fase zijn macrogol en magnesiumhydroxide eerste keus.
Het NHG adviseert bij volwassenen met obstipatie, bij onvoldoende effect van een osmotisch laxans, een contactlaxans: oraal bisacodyl of sennosiden, of een ander osmotisch werkend laxans, zoals magnesiumhydroxide (offlabel).
De NVK adviseert bij kinderen met obstipatie, magnesiumhydroxide (offlabel), paraffine of bisacodyl alleen te overwegen als additionele of tweedekeusbehandeling, na een osmotisch laxans.
Offlabel: De behandeling van het prikkelbaredarmsyndroom (PDS) is vooral niet-medicamenteus. Alle behandelingen zijn slechts bij een deel van de patiënten effectief. Bij PDS waarbij obstipatie op de voorgrond staat (PDS-C), zijn de medicamenteuze opties het gebruik van laxantia en bij onvoldoende effect linaclotide. Bij PDS waarbij diarree op de voorgrond staat (PDS-D), zijn de medicamenteuze opties volumevergrotende laxantia en als symptomatische behandeling een onderhoudsdosering met loperamide. Bij PDS waarbij pijnklachten op de voorgrond staan, kunnen paracetamol en pepermuntolie worden overwogen. Bij alle vormen van PDS kan als laatste stap bij uitzondering een antidepressivum worden overwogen, naast de psychologische behandeling van een eventuele onderliggende stemmingsstoornis.
Indicaties
- Symptomatische behandeling van klachten als gevolg van gastro-oesofageale reflux en hyperaciditeit, zoals regurgitatie, brandend maagzuur, gastritis, ulcus pepticum en lichte reflux-oesofagitis bij volwassenen en kinderen vanaf 12 jaar.
Gerelateerde informatie
Indicaties
Klachten veroorzaakt door hyperaciditeit, zoals bij
- indigestie,
- zuurbranden,
- ulcus pepticum,
- gastritis,
- lichte reflux-oesofagitis.
Offlabel
- obstipatie bij volwassenen en kinderen ≥ 10 jaar.
Gerelateerde informatie
Doseringen
Hyperaciditeit en gastro-oesofageale refluxziekte
Volwassenen en kinderen ≥ 12 jaar
1–2 tabletten kauwen of langzaam opzuigen, bij voorkeur 1 uur na de maaltijd en voor het slapengaan, zo nodig bij symptomen een extra dosis tussendoor; max. 8 gram calciumcarbonaat, dit is max. 11 kauwtabletten of 12 kauwtabletten 'Duo' per dag. Als zelfzorgmiddel max. 1 week (kauwtablet 'Duo') of 2 weken (overige kauwtabletten) gebruiken. Sluit een serieus ziektebeeld uit als klachten blijven bestaan na 14 dagen onafgebroken behandeling.
Toediening: Niet innemen met grote hoeveelheden melk(producten). Innemen kan zonder water; evt. kauwen of opzuigen.
Doseringen
Hyperaciditeit
Volwassenen
1–2 tabletten 1 uur na elke maaltijd en voor het slapen gaan, zo nodig aangevuld met tussentijdse doses van 1 tablet iedere 2 uur.
Offlabel: Obstipatie
Volwassenen
1–2 tabletten 3×/dag.
Kinderen vanaf 10 jaar
Volgens de NVK-richtlijn Obstipatie (2016) : 1–4 tabletten per dag.
Toediening: De tabletten eerst goed kauwen en dan met een ruime hoeveelheid water doorslikken.
Bijwerkingen
Zeer zelden (< 0,01%): overgevoeligheidsreacties zoals huiduitslag, urticaria, jeuk, dyspneu, angio-oedeem en anafylaxie.
Verder zijn gemeld: Misselijkheid, braken, maagklachten, obstipatie en diarree. Spierzwakte. Melk-alkalisyndroom (kan gepaard gaan met ageusie, calcinosis, astenie, hoofdpijn, azotemie). Bij langdurig gebruik van hoge doses: hypermagnesiëmie of hypercalciëmie (kan gepaard gaan met maag-darmklachten en spierzwakte, vermoeidheid, verwarring, polyurie, polydipsie en dehydratie) en alkalose, in het bijzonder bij patiënten met een gestoorde nierfunctie.
Bijwerkingen
Vaak (1-10%): diarree.
Zelden (0,01-0,1%): nierstenen.
Verder zijn gemeld: osteomalacie. Buikpijn. Hypermagnesiëmie (vooral bij langdurig gebruik van hoge doses en bij ernstige nierfunctiestoornissen; met als mogelijke symptomen hypotensie, misselijkheid en braken, ademhalingsdepressie, bradycardie en coma).
Interacties
Gelijktijdige inname met o.a. tetracyclinen, chinolonen, digoxine, bisfofonaten, dolutegravir, levothyroxine, eltrombopag, fluoride, fosfaten of ijzer kan de absorptie van deze middelen aanzienlijk verminderen. Vanwege mogelijke verandering van absorptiesnelheid wordt geadviseerd om andere geneesmiddelen niet gelijktijdig in te nemen maar 1–2 uur voor inname van het antacidum.
Thiazide-diuretica verminderen de excretie van calcium, met het risico van hypercalciëmie; controleer regelmatig het serumcalciumgehalte bij deze combinatie.
Het gebruik kan interfereren met fysiologische waarden: de pH van de urine kan toenemen en serumconcentratie van fosfaten en kalium kan afnemen door overmatig en langdurig gebruik.
Hulpstof: Sorbitol, in sommige kauwtabletten, kan de biologische beschikbaarheid van andere oraal toegediende geneesmiddelen beïnvloeden.
Interacties
Gelijktijdige inname van o.a. tetracyclinen, digoxine, ijzer of ciprofloxacine kan de absorptie van deze middelen aanzienlijk verminderen. Bisfosfonaten, bisacodyl, cimetidine, atropine oraal: ten minste 1 uur voor de magnesiumoxide innemen. Cefuroxim, itraconazol, ketoconazol, tetracyclinen, thyreomimetica, digoxine, ijzerzouten, fluoride (met uitzondering van lage dosis bij cariësprofylaxe), chloorpromazine, isoniazide: ten minste 2 uur voor de magnesiumoxide innemen. Chinolonen ten minste 4 uur voor de magnesiumoxide innemen of magnesiumoxide tijdelijk staken of vervangen.
Door verhoging van de pH van de urine kan daling van salicylaatspiegel en stijging van kinidinespiegel optreden.
De absorptie van mycofenolzuur wordt geremd, de combinatie vermijden.
Zwangerschap
Advies: Kan waarschijnlijk veilig worden gebruikt. Vermijd hoge doseringen en langdurig gebruik (14 dagen), dit kan leiden tot te hoge spiegels van calcium, magnesium of aluminium.
Zwangerschap
Teratogenese: Geen aanwijzingen voor schadelijkheid (ruime ervaring).
Advies: Kan overeenkomstig het voorschrift worden gebruikt.
Lactatie
Overgang in de moedermelk: In geringe mate.
Advies: Kan worden gebruikt. Vermijd hoge doseringen en langdurig gebruik.
Lactatie
Overgang in de moedermelk: Ja, in geringe mate.
Farmacologisch effect: Magnesium komt van nature voor in de moedermelk; de toename die magnesiumhydroxide veroorzaakt, is waarschijnlijk niet klinisch relevant.
Advies: Kan overeenkomstig voorschrift worden gebruikt.
Contra-indicaties
- ernstige nierfunctiestoornis, hypercalciëmie en/of condities resulterend in hypercalciëmie;
- reeds bestaande hypofosfatemie;
- calciumbevattende nierstenen.
Contra-indicaties
ernstige nierfunctiestoornis.
Waarschuwingen en voorzorgen
Er is een mogelijk verband gerapporteerd tussen calciumcarbonaat én appendicitis, gastro-intestinale bloeding, intestinale blokkering of oedeem.
Niet gebruiken bij hypercalciurie.
Niet langdurig gebruiken in verband met de bijwerkingen, zoals hypercalciëmie, hypermagnesiëmie, melk-alkalisyndroom en nierstenen, vooral in combinatie met een verminderde nierfunctie. Controleer daarom bij een verminderde nierfunctie regelmatig de calcium-, fosfaat– en magnesiumplasmaspiegels.
Antacida kunnen de symptomen van maagcarcinoom maskeren.
Comorbiditeit: Wees voorzichtig bij obstipatie, hemorroïden en sarcoïdose.
De veiligheid en werkzaamheid bij kinderen < 12 jaar zijn niet vastgesteld.
Hulpstoffen
- Aspartaam, in kauwtablet 'anijs', kan schadelijk zijn voor mensen met fenylketonurie (PKU);
- Wees voorzichtig met glucose, saccharose en sucrose, in sommige kauwtabletten, bij diabetes mellitus, vanwege het suikergehalte.
Waarschuwingen en voorzorgen
Chronisch gebruik vermijden omdat hypermagnesiëmie kan ontstaan (symptomen: hypotensie, misselijkheid, braken, ademhalingsdepressie, bradycardie, coma). Wees voorzichtig bij een nierfunctiestoornis vanwege meer kans op hypermagnesiëmie.
Langdurig gebruik van hoge doses magnesiumhydroxide bij jonge kinderen, vooral bij een nierfunctiestoornis of dehydratie, kan leiden tot hypermagnesiëmie.
Antacida kunnen de symptomen van maagcarcinoom maskeren. Bij alarmsymptomen zoals fors onbedoeld gewichtsverlies, veelvuldig braken, dysfagie, hematemese of melena, een maligne aandoening uitsluiten.
Overdosering
Voor behandeling en symptomen van een intoxicatie met dit middel, zie vergiftigingen.info.
Overdosering
Symptomen
Coma, apneu of tachypneu, spierverlammingen en aritmie, als gevolg van hypermagnesiëmie.
Neem voor meer informatie over een vergiftiging met magnesiumhydroxide contact op met het Nationaal Vergiftigingen Informatie Centrum.
Eigenschappen
Calciumcarbonaat en magnesiumcarbonaat hebben een sterk en snel zuurneutraliserend vermogen. Alginezuur in de 'Duo' kauwtabletten vormt een viskeuze gel die op de maaginhoud blijft drijven als een barrière tegen reflux. Een significante toename van de pH van de maaginhoud wordt bereikt binnen enkele minuten.
Kinetische gegevens
Resorptie | gering (magnesium 15–20%, calcium < 10%), niet (alginezuur). |
Metabolisering | niet (alginezuur). |
Eliminatie | De geabsorbeerde hoeveelheden calcium en magnesium vooral via de urine. De rest via de feces. |
Uitleg afkortingen
F | biologische beschikbaarheid (fractie van de dosis die in de systemische circulatie verschijnt) |
T max | tijdsduur tot maximale bloedspiegel na toediening |
V d | verdelingsvolume (fictief volume waarin een geneesmiddel zich verdeelt over het lichaam) |
T 1/2 | plasmahalfwaardetijd (tijd die nodig is om een bepaalde plasmaconcentratie te halveren) |
T 1/2el | plasmahalfwaardetijd in de eliminatiefase, terminale halfwaardetijd |
Eigenschappen
De werking als antacidum berust op de neutralisering van maagzuur. Door stijging van de pH neemt de proteolytische werking van maagsap af. De werking als laxans komt tot stand door het osmotische effect van slecht absorbeerbare stoffen die water in de darm aantrekken en vasthouden; hierdoor wordt de peristaltiek bevorderd. Magnesiumzouten zouden bovendien het vrijkomen van cholecystokinine uit de darmwand bevorderen. Cholecystokinine leidt tot accumulatie van water en elektrolyten in de darm en tot een toename van de peristaltiek. Laxerende werking binnen 2–8 uur.
Kinetische gegevens
Resorptie | 15–30% (magnesium). |
Eliminatie | via de nieren. |
Uitleg afkortingen
F | biologische beschikbaarheid (fractie van de dosis die in de systemische circulatie verschijnt) |
T max | tijdsduur tot maximale bloedspiegel na toediening |
V d | verdelingsvolume (fictief volume waarin een geneesmiddel zich verdeelt over het lichaam) |
T 1/2 | plasmahalfwaardetijd (tijd die nodig is om een bepaalde plasmaconcentratie te halveren) |
T 1/2el | plasmahalfwaardetijd in de eliminatiefase, terminale halfwaardetijd |
Groepsinformatie
calciumcarbonaat/magnesiumcarbonaat hoort bij de groep antacida.
- algeldraat/magnesiumhydroxide (A02AD01) Vergelijk
- algeldraat/magnesiumhydroxide/dimeticon (A02AF02) Vergelijk
- alginezuur/natriumwaterstofcarbonaat/calciumcarbonaat (A02BX13) Vergelijk
- calciumcarbonaat (als antacidum) (A02AC01) Vergelijk
- calciumcarbonaat/magnesiumcarbonaat/dimeticon (A02AF02) Vergelijk
- magnesiumhydroxide (A02AA04) Vergelijk
Groepsinformatie
magnesiumhydroxide hoort bij de groep antacida.
- algeldraat/magnesiumhydroxide (A02AD01) Vergelijk
- algeldraat/magnesiumhydroxide/dimeticon (A02AF02) Vergelijk
- alginezuur/natriumwaterstofcarbonaat/calciumcarbonaat (A02BX13) Vergelijk
- calciumcarbonaat (als antacidum) (A02AC01) Vergelijk
- calciumcarbonaat/magnesiumcarbonaat (A02AD01) Vergelijk
- calciumcarbonaat/magnesiumcarbonaat/dimeticon (A02AF02) Vergelijk