Samenstelling
Keforal (als monohydraat) EuroCept bv
- Toedieningsvorm
- Tablet, filmomhuld
- Sterkte
- 500 mg
Uitleg symbolen
XGVS | Dit geneesmiddel is niet opgenomen in het geneesmiddelen vergoedings systeem (GVS). |
OTC | 'Over the counter', dit geneesmiddel is een zelfzorgmiddel. |
Bijlage 2 | Aan de vergoeding van dit geneesmiddel zijn bepaalde voorwaarden verbonden, die zijn vermeld op bijlage 2 van de Regeling zorgverzekering. |
Aanvullende monitoring | Dit geneesmiddel is onderworpen aan aanvullende monitoring. Extra aandacht wordt gevraagd voor onverwachte bijwerkingen. Meldt u dit via het meldformulier van het Lareb. |
Samenstelling
Cefuroxim (als Na-zout) Diverse fabrikanten
- Toedieningsvorm
- Poeder voor injectievloeistof
- Sterkte
- 750 mg, 1500 mg
Uitleg symbolen
XGVS | Dit geneesmiddel is niet opgenomen in het geneesmiddelen vergoedings systeem (GVS). |
OTC | 'Over the counter', dit geneesmiddel is een zelfzorgmiddel. |
Bijlage 2 | Aan de vergoeding van dit geneesmiddel zijn bepaalde voorwaarden verbonden, die zijn vermeld op bijlage 2 van de Regeling zorgverzekering. |
Aanvullende monitoring | Dit geneesmiddel is onderworpen aan aanvullende monitoring. Extra aandacht wordt gevraagd voor onverwachte bijwerkingen. Meldt u dit via het meldformulier van het Lareb. |
Advies
Cefalosporinen dienen in het algemeen als reserve-antimicrobiële middelen te worden beschouwd.
Cefalexine komt pas in aanmerking voor de behandeling van infecties op basis van onderzoek naar de aard en de gevoeligheid van de verwekker; dit onderzoek is noodzakelijk bij onvoldoende effect van de middelen die geadviseerd worden voor de initiële empirische behandeling. Zie voor de standaardbehandeling: acute faryngotonsillitis, community-acquired pneumonie, bacteriële huidinfecties of urineweginfecties (of hier onder).
Bij een bacteriële community-acquired pneumonie (CAP) is behandeling met antibiotica doorgaans aangewezen. De verwekker ervan bepaalt de keuze voor een antibioticum, zie tabel 9 van de SWAB-richtlijn CAP. Bij een onbekende verwekker bepaalt de ernst van de CAP, de initiële keuze van het antibioticum:
• bij een milde pneumonie bij volwassenen en kinderen is oraal amoxicilline eerste keus;
• behandel een matig-ernstige pneumonie bij voorkeur met intraveneus benzylpenicilline of amoxicilline;
• behandel een ernstige pneumonie op een verpleegafdeling met intraveneus cefotaxim, ceftriaxon of cefuroxim;
• geef bij een ernstige pneumonie op de IC intraveneus ciprofloxacine gecombineerd met cefotaxim, ceftriaxon of cefuroxim, óf monotherapie met intraveneus moxifloxacine.
Cefalosporinen hebben geen plaats in de behandeling van CAP in de huisartsenpraktijk; dit zijn doorgaans reservemiddelen voor de tweedelijnszorg. Cefalexine (een oraal 1e generatie cefalosporine) is in de tweedelijnszorg derde keus bij een CAP veroorzaakt door een meticillinegevoelige S. aureus.
Ga bij een cystitis bij personen behorend tot een risicogroep, waaronder zwangeren en mannen, direct over tot behandeling met antibiotica om complicaties te voorkomen. Start de behandeling ‘blind’, en pas het beleid zo nodig aan op basis van de kweekuitslag en/of resistentiebepaling. De belangrijkste middelen zijn: nitrofurantoïne (bijna altijd eerste keus), fosfomycine (oraal), trimethoprim en bij zwangeren ook amoxicilline/clavulaanzuur.
Advies
De cefalosporinen dienen in het algemeen als 'reserve'-antimicrobiële middelen te worden beschouwd. De Commissie adviseert de toepassing van parenterale cefalosporinen te reserveren voor de kliniek.
In het algemeen komt cefuroxim pas voor behandeling van infecties in aanmerking op basis van onderzoek naar de aard en de gevoeligheid van de verwekker; dit onderzoek is noodzakelijk bij onvoldoende effect van de middelen die geadviseerd worden voor de initiële empirische behandeling. Bij sommige indicaties kan cefuroxim wel een voorkeursmiddel zijn (zie hieronder).
Bij een bacteriële community-acquired pneumonie (CAP) is behandeling met antibiotica altijd aangewezen. De verwekker van een pneumonie is bepalend voor de keuze van het antibioticum, maar bij een onbekende verwekker is de ernst van de pneumonie bepalend voor de keuze van het antibioticum. Bij behandeling van een milde pneumonie (C(U)RB-65 score: 0–1, PSI klasse I–II) heeft orale toediening van amoxicilline de voorkeur. Bij een matig-ernstige pneumonie (CURB-65 score: 2, PSI klasse III–IV) is intraveneuze toediening van benzylpenicilline of amoxicilline aangewezen. Bij een ernstige pneumonie (CURB-65 score > 2, PSI klasse V) die op een normale afdeling wordt behandeld is monotherapie met een i.v. cefalosporine (zoals cefuroxim) aangewezen. Bij een ernstige pneumonie (CURB-65 score > 2, PSI klasse V) die op een intensivecare-afdeling wordt behandeld is monotherapie met i.v. moxifloxacine dan wel i.v. combinatietherapie van antibiotica aangewezen (ciprofloxacine met ofwel cefuroxim of cefotaxim of ceftriaxon). Bij een nosocomiale pneumonie wordt de keuze voor een specifiek antibioticum bepaald door de lokale situatie met betrekking tot de aard en de resistentie van de ziekenhuisflora.
Ga bij een cystitis bij personen behorend tot een risicogroep, waaronder zwangeren en mannen, direct over tot behandeling met antibiotica om complicaties te voorkomen. Start de behandeling ‘blind’, en pas het beleid zo nodig aan op basis van de kweekuitslag en/of resistentiebepaling. De belangrijkste middelen zijn: nitrofurantoïne (bijna altijd eerste keus), fosfomycine (oraal), trimethoprim en bij zwangeren ook amoxicilline/clavulaanzuur.
Ga bij een cystitis bij personen behorende tot een risicogroep, waaronder kinderen < 12 jaar, direct over tot medicamenteuze behandeling met antibiotica om complicaties te voorkomen. Start de behandeling ‘blind’, en pas het beleid zo nodig aan op basis van de kweekuitslag en/of resistentiebepaling. Bij kinderen met cystitis is nitrofurantoïne eerste keus, en is amoxicilline/clavulaanzuur het alternatief. Bij kinderen met een urineweginfectie met tekenen van weefselinvasie is amoxicilline/clavulaanzuur eerste keus, tweede keus is cotrimoxazol.
Start bij een urineweginfectie met tekenen van weefselinvasie bij volwassenen met antibiotica met voldoende weefselpenetratie, zoals in de eerstelijnszorg met ciprofloxacine, cotrimoxazol of amoxicilline/clavulaanzuur. Start in de tweedelijnszorg met intraveneuze toediening van amoxicilline óf een tweedegeneratie cefalosporine mét een aminoglycoside óf een i.v. derdegeneratie cefalosporine als monotherapie. Neem altijd een kweek af, start daarna de behandeling ‘blind’ en pas deze zo nodig aan op basis van de kweekuitslag en/of resistentiebepaling.
Cefuroxim (systemisch) komt, in combinatie met een aminoglycoside, als één van de eerstekeus-behandelopties in aanmerking als empirische behandeling van een urineweginfectie met systemische symptomen.
Kijk in bacteriële huidinfecties voor informatie over de empirische behandeling ervan.
Indicaties
Behandeling van matige tot ernstige infecties door micro-organismen die gevoelig zijn voor cefalexine:
- Faryngitis;
- Tonsillitis;
- Buiten het ziekenhuis verkregen bacteriële pneumonie (CAP);
- Acute bronchitis;
- Ongecompliceerde infecties van huid en weke delen;
- Cystitis.
Gerelateerde informatie
Indicaties
Behandeling van infecties door voor cefuroxim gevoelige micro-organismen:
- van de luchtwegen (buiten het ziekenhuis verkregen pneumonie (CAP), acute exacerbaties van chronische bronchitis);
- van huid en weke delen (cellulitis, erysipelas, wondinfecties);
- van de urinewegen (gecompliceerde urineweginfecties, incl. pyelonefritis);
- van het intra-abdominale gebied.
Profylaxe van postoperatieve infecties:
- bij ingrepen aan het maag-darmstelsel (incl. slokdarm), orthopedische, cardiovasculaire en gynaecologische ingrepen incl. sectio caesarea.
Bij behandeling en preventie van infecties waarbij het zeer waarschijnlijk is dat er anaerobe micro-organismen aanwezig zijn, cefuroxim met aanvullende passende antibiotica toedienen (bv. metronidazol).
Gerelateerde informatie
Doseringen
De tabletten hebben een breukstreep waarmee gedoseerd kan worden per 250 mg.
Bij infecties van luchtwegen, huid en weke delen en cystitis
Volwassenen
250–500 mg elke 6 uur. Bij ernstige infecties kunnen hogere doses nodig zijn; max. 4 g per dag.
Kinderen ≥ 12 jaar
25–50 mg/kg lichaamsgewicht per dag, verdeeld over 4 gelijke doses elke 6 uur. Bij ernstige infecties tot 100 mg/kg per dag; max. 4 g per dag.
Behandelduur: Volgens de productinformatie: Bij streptokokkeninfecties ten minste 10 dagen behandelen om acuut (gewrichts)reuma of glomerulonefritis te voorkomen. De behandelduur bij een andere verwekker dan een streptokok wordt niet benoemd in de productinformatie; raadpleeg hiervoor een deskundige op dit gebied.
Verminderde nierfunctie, volwassenen: Volgens de productinformatie: oplaaddosis 1–2 g, daarna het toedieningsinterval aanpassen op geleide van de creatinineklaring:
- > 50 ml/min: geen aanpassing nodig;
- 15–50 ml/min: elke 8–12 uur;
- 5–14 ml/min: elke 24 uur;
- < 5 ml/min: elke 48 uur.
Toediening: Bij voorkeur innemen op een lege maag.
Doseringen
Pneumonie (CAP), acute exacerbatie van chronische bronchitis, infectie van huid en weke delen, intra-abdominale infectie
Volwassenen en kinderen ≥ 40 kg
I.v. of i.m.: 750 mg 3×/dag; bij ernstige infecties i.v. 750 mg 4×/dag of 1,5 g 3×/dag.
I.v.: Volgens de SWAB richtlijn CAP (2016): bij een matig-ernstige pneumonie (volgens CURB-65 of PSI): 750 mg 3×/dag. Bij een ernstige pneumonie 1500 mg 3×/dag; bij behandeling op de intensivecare-afdeling in combinatie met ciprofloxacine. Behandelduur: Matig-ernstige pneumonie 5 dagen, de behandelduur voor een ernstige pneumonie is niet benoemd.
Kinderen < 40 kg lichaamsgewicht
I.v.: 30–100 mg/kg lichaamsgewicht per dag, bij kinderen ouder dan 3 weken verdeeld over 3–4 doses en bij kinderen tot 3 weken verdeeld over 2–3 doses.
Gecompliceerde urineweginfecties, inclusief pyelonefritis
Volwassenen en kinderen ≥ 40 kg
I.v. of i.m.: 1,5 g 3×/dag. Zie voor de behandelduur de algemene opmerkingen in het SWAB-advies urineweginfectie met systemische verschijnselen (“urosepsis”).
Kinderen < 40 kg lichaamsgewicht
I.v.: 30–100 mg/kg lichaamsgewicht per dag, bij kinderen ouder dan 3 weken verdeeld over 3–4 doses en bij kinderen tot 3 weken verdeeld over 2–3 doses.
Profylaxe van postoperatieve infecties
Volwassenen
Bij maag-darmoperaties, gynaecologische, obstetrische en orthopedische operaties: i.v. 1,5 g bij inductie van de anesthesie, daarna zonodig i.m. (of i.v.) 750 mg na 8 uur en 16 uur; bij cardiovasculaire en oesofageale operaties: i.v. 1,5 g bij de inductie van de anesthesie, gevolgd door i.m. (of i.v.) 750 mg na 8, 16 én 24 uur.
Verminderde nierfunctie
Volgens de fabrikant, volwassenen:
- creatinineklaring: 10–20 ml/min/1.73 m²: 750 mg 2×/dag;
- creatinineklaring < 10 ml/min/1.73 m²: 750 mg 1×/dag;
- hemodialyse: na afloop van elke dialyse i.v. (of i.m.) 750 mg;
- peritoneale dialyse: cefuroxim parenteraal toedienen óf toevoegen aan de peritoneale dialysevloeistof (meestal 250 mg voor elke 2 liter);
- continue arterioveneuze hemodialyse (CAVH) of hoge-flux (HF) hemofiltratie: i.v. (of i.m.) 750 mg 2×/dag;
- lage-flux hemofiltratie: volg de aanbevolen dosering bij verminderde nierfunctie.
Let op: deze informatie kan afwijken van de doseringen op de SWAB-pagina cefuroxim.
Verminderde leverfunctie: Gezien de voornamelijk renale uitscheiding heeft een verminderde leverfunctie naar verwachting geen effect op de farmacokinetiek.
Toediening
- I.v.: als i.v. injectie over 3–5 minuten of als i.v. infusie gedurende 30–60 minuten;
- I.m.: de injectie diep intramusculair toedienen (max. 750 mg per plaats).
Bijwerkingen
Zeer vaak (> 10%): diarree.
Soms (0,1–1%): dyspepsie, buikpijn. Duizeligheid, hoofdpijn, vermoeidheid, koorts. Huiduitslag, urticaria, angio-oedeem. Candidiasis. Neutropenie, trombocytopenie, eosinofilie.
Zelden (0,01–0,1%): misselijkheid, braken, pseudomembraneuze colitis. Cholestatische icterus, (voorbijgaande) hepatitis. Artritis, gewrichtspijn. Anale en genitale jeuk, vaginale candidiasis, vaginitis, leukorroe. Erythema multiforme, Stevens-Johnsonsyndroom (SJS), toxische epidermale necrolyse (TEN). (Reversibele) interstitiële nefritis. Agitatie, verwardheid, hallucinaties. Agranulocytose, hemolytische anemie.
Zeer zelden (< 0,01%): anafylactische reactie.
Bijwerkingen
Vaak (1-10%): tijdelijke stijging van leverenzymwaarden (ASAT, ALAT), neutropenie, eosinofilie, verlaagde hemoglobineconcentratie. Reactie op de injectie/infusieplaats (bv. pijn, tromboflebitis).
Soms (0,1-1%): maag-darmklachten. Jeuk, huiduitslag, urticaria. Leukopenie, tijdelijke stijging van bilirubine.
Verder zijn gemeld: anafylactische reactie, angio-oedeem. Kounis-syndroom. Interstitiële nefritis. Geneesmiddelenkoorts. Candida-infectie, pseudomembraneuze colitis. Cutane vasculitis, erythema multiforme, Stevens-Johnsonsyndroom (SJS), toxische epidermale necrolyse (TEN), geneesmiddelreactie met eosinofilie en systemische symptomen (DRESS). Trombocytopenie, hemolytische anemie, stijging waarden van serumcreatinine en bloedureum.
Interacties
De werking van cefalexine kan in vitro worden geantagoneerd door bacteriostatische antibiotica (zoals macroliden en tetracyclinen). Klinisch is hiervan het belang alleen gezien bij levensbedreigende infecties als meningitis, endocarditis, sepsis en daarnaast bij patiënten met ernstige neutropenie.
Gelijktijdig gebruik van andere nefrotoxische stoffen zoals aminoglycosiden, furosemide, polymyxinen en amfotericine B vermeerdert de kans op nefrotoxiciteit; aanbevolen wordt de nierfunctie te controleren, vooral bij ouderen en patiënten met een pre-existente verminderde nierfunctie.
Cefalosporinen kunnen de protrombinetijd verlengen, voornamelijk in combinatie met orale anticoagulantia.
Probenecide vermindert de renale tubulaire excretie van een aantal cefalosporinen, waaronder cefalexine, maar dit geldt bv. niet voor ceftazidim, ceftriaxon en cefepim. Als resultaat treedt er een aanzienlijk hogere bloedspiegel van cefalexine op.
Interacties
Bacteriostatische antibiotica (bv. macroliden, tetracyclinen) antagoneren de werking van cefuroxim in vitro. Klinisch is dit alleen van belang gebleken bij levensbedreigende infecties zoals meningitis, endocarditis, sepsis en daarnaast bij patiënten met ernstige neutropenie; vermijd in deze gevallen een dergelijke combinatie.
Niet vermengen (bij de toediening) met andere antibacteriële middelen. Bij mengen met aminoglycosiden kan aanzienlijke wederzijdse inactivatie optreden; bij gecombineerd gebruik met aminoglycosiden de middelen op verschillende plaatsen toedienen.
Gelijktijdig gebruik van andere nefrotoxische stoffen zoals aminoglycosiden, furosemide en amfotericine B verhoogt de kans op nefrotoxiciteit; aanbevolen wordt de nierfunctie te controleren, vooral bij ouderen en bij een pre-existente verminderde nierfunctie.
Probenecide vermindert de renale tubulaire excretie van een aantal cefalosporinen, waaronder cefuroxim, maar dit geldt bv. niet voor ceftazidim, ceftriaxon en cefepim. Als resultaat treedt er een verhoogde (piek)serumconcentratie van cefuroxim op en is de uitscheiding ervan verlengd. Gelijktijdig gebruik met probenecide wordt niet aanbevolen.
Zwangerschap
Cefalexine passeert de placenta.
Teratogenese: Ruime ervaring bij de mens wijst niet op een hogere incidentie van aangeboren afwijkingen.
Advies: Kan worden gebruikt.
Zwangerschap
Cefuroxim passeert de placenta in therapeutische concentraties in navelstrengbloed en amnionvocht.
Teratogenese: Zowel bij de mens als bij dieren geen aanwijzingen voor schadelijkheid.
Advies: Kan worden gebruikt.
Lactatie
Overgang in de moedermelk: Ja, in geringe mate. De meeste cefalosporinen hebben een relatieve kinddosis tot ca. 1%.
Farmacologisch effect: Nadelige effecten worden niet verwacht. In theorie is het mogelijk dat de darmflora van de zuigeling beïnvloed wordt, dit leidt hooguit tot diarree.
Advies: Kan worden gebruikt.
Lactatie
Overgang in de moedermelk: Ja, in kleine hoeveelheden.
Farmacologisch effect: Diarree en lokale schimmelinfectie na orale inname van de borstvoeding kan niet geheel worden uitgesloten.
Advies: Kan desondanks worden gebruikt.
Contra-indicaties
- Overgevoeligheid voor cefalosporinen.
Contra-indicaties
- Bekende overgevoeligheid voor cefalosporinen.
Opmerking: volgens de fabrikant is de toepassing bij een geschiedenis van ernstige overgevoeligheid voor andere β-lactamantibiotica (bv. penicillinen, carbapenems) gecontra-indiceerd. Volgens de literatuur lijkt er echter (net als bij derde- en vierdegeneratie cefalosporinen) géén kruisovergevoeligheid tussen cefuroxim en andere β-lactamantibiotica te zijn en is dit (mede) toe te schrijven aan het feit dat het cefuroxim-molecuul andere zijketens bevat dan penicillinen, met name op de R1-positie.
Waarschuwingen en voorzorgen
Kruisovergevoeligheid én kruisresistentie tussen cefalosporinen onderling en, in mindere mate, met penicillinen komt voor; wees voorzichtig bij overgevoeligheid voor penicillinen of carbapenems. Bij overgevoeligheidsreacties de toediening staken.
Controleer de nierfunctie bij ernstig zieke patiënten die maximale doses krijgen toegediend. Doe dit ook bij langdurig gebruik. Bij een verminderde nierfunctie de dosering aanpassen; zie rubriek Dosering.
Bij langdurig gebruik ook het bloedbeeld en de leverfunctie controleren.
Bij ernstige, aanhoudende diarree de diagnose pseudomembraneuze colitis overwegen.
Door gebruik van cefalosporinen kan de Coombs-test fout-positief worden evenals glucosebepalingen in de urine met koperbevattende reagentia (Benedict-suikerreactie of Fehling-reagens e.d.).
Waarschuwingen en voorzorgen
Kruisovergevoeligheid en kruisresistentie tussen cefalosporinen onderling en penicillinen komt voor. Wees hierop bedacht bij een al dan niet ernstige overgevoeligheid voor penicillinen of carbapenems. Volgens de literatuur lijkt er overigens geen sprake van kruisovergevoeligheid tussen cefuroxim en penicillinen, zie rubriek Contra-indicaties. Er zijn meldingen geweest van overgevoeligheidsreacties die zich ontwikkelden tot het Kounis-syndroom (acuut allergisch coronairarteriespasme, die kan resulteren in een myocardinfarct).
Controleer nauwlettend op ernstige huidreacties en informeer de patiënt over tekenen en symptomen. Reacties als het Stevens-Johnson-syndroom (SJS), toxische epidermale necrolyse (TEN) en geneesmiddelreactie met eosinofilie en systemische symptomen (DRESS) zijn gemeld en deze kunnen fataal verlopen. Staak de toepassing definitief bij het optreden van een ernstige huidreactie en hervat deze bij die patiënt in geen geval.
Bij langdurig gebruik bloedbeeld, lever- en nierfuncties controleren.
Bij ernstige, aanhoudende diarree de diagnose pseudomembraneuze colitis overwegen; bij een vermoeden hiervan de behandeling staken.
Na intracamerale toepassing (waarvoor de injecties niet geformuleerd zijn) zijn (ernstige) oculaire bijwerkingen gemeld, zoals macula-oedeem, retina-oedeem, loslating van de retina, afgenomen gezichtsvermogen, cornea opaciteit en cornea-oedeem.
Door gebruik van cefalosporinen kan de Coombs-test fout-positief worden. Bij glucosebepalingen in de urine met koperbevattende reagentia (Benedict-suikerreactie of Fehling-reagens e.d.) treedt een lichte storing op wat echter niet leidt tot fout-positieve reacties.De glucose-oxidase methode of de hexokinasemethode kan ook worden gebruikt.
Overdosering
Symptomen
Neurologische verschijnselen zoals encefalopathie, convulsies, coma.
Therapie
Hemodialyse of peritoneale dialyse.
Neem voor meer informatie over een overdosering van cefuroxim contact op met het Nationaal Vergiftigingen Informatie Centrum.
Eigenschappen
Cefalexine is een semi-synthetisch, bactericide breedspectrum antibioticum van de 1e generatie van de groep cefalosporinen. Cefalexine bindt zich aan penicilline bindende eiwitten (PBP's) in de celwand van bacteriën, waardoor de synthese van peptidoglycaan wordt geremd. Dit resulteert in celdood. Mechanismen die kunnen leiden tot resistentie van bacteriën voor cefalexine omvatten o.a.: veranderingen in de aangrijpingspunten (de PBP's), veranderde toegang tot het aangrijpingspunt en enzymatische afbraak door β–lactamasen; cefalexine is gevoelig voor β-lactamasen. Er bestaat kruisresistentie tussen cefalosporinen en penicillinen.
Doorgaans gevoelig zijn:
- Gram-positief: stafylokokken (meticilline-gevoelig), Streptococcus pneumoniae (penicilline-gevoelig) en β-hemolytische streptokokken.
- Gram-negatief: Escherichia coli, Haemophilus influenzae, Klebsiella pneumoniae en Proteus mirabilis.
Een verworven resistentie kan een probleem zijn bij: Moraxella catarrhalis.
Resistent zijn:
- Gram-positief: stafylokokken (meticilline-resistent) en Streptococcus pneumoniae (penicilline-resistent).
- Gram-negatief: Enterobacter spp., Morganella morganii, Proteus vulgaris en Pseudomonas aeruginosa.
Gram-negatieve micro-organismen die induceerbare chromosoom-gebonden β-lactamasen bevatten, zoals Enterobacter spp., Serratia spp., Citrobacter spp. en Providentia spp. moeten als resistent voor cefalexine worden beschouwd, ondanks (eventuele) aangetoonde in vitro gevoeligheid.
Kinetische gegevens
Resorptie | snel en volledig. Voedsel vertraagt de absorptie, de bloedspiegels zijn dan ook lager. |
T max | 1–1½ uur. |
V d | ca. 16 l/1,73 m². Ca. 0.26 l/kg. |
Overig | passeert de bloed-hersenbarrière vrijwel niet. Cefalexine is aantoonbaar in de gal. Het gehalte in (oog)kamerwater is ca. 10-15% van dat in het bloed. |
Metabolisering | niet. |
Eliminatie | door glomerulaire filtratie en tubulaire secretie, > 90% binnen 8 uur onveranderd. |
T 1/2el | ca. 1 uur. |
Uitleg afkortingen
F | biologische beschikbaarheid (fractie van de dosis die in de systemische circulatie verschijnt) |
T max | tijdsduur tot maximale bloedspiegel na toediening |
V d | verdelingsvolume (fictief volume waarin een geneesmiddel zich verdeelt over het lichaam) |
T 1/2 | plasmahalfwaardetijd (tijd die nodig is om een bepaalde plasmaconcentratie te halveren) |
T 1/2el | plasmahalfwaardetijd in de eliminatiefase, terminale halfwaardetijd |
Eigenschappen
Bactericide antibioticum uit de groep cefalosporinen, van de tweede generatie. Cefuroxim bindt zich aan penicilline-bindende eiwitten (PBP's) in de celwand van bacteriën, waardoor de synthese van peptidoglycaan wordt geremd. Dit resulteert in celdood.
Doorgaans gevoelig (in vitro) zijn:
- Aeroob Gram-positief: Staphylococcus aureus (meticilline-gevoelig; 'MSSA'), Streptococcus pyogenes (streptokok groep A, GAS) en Streptococcus agalactiae (streptokok groep B, GBS).
- Aeroob Gram-negatief: Haemophilus parainfluenzae, Moraxella catarrhalis en Raoultella spp.
Een verworven resistentie kan een probleem zijn bij:
- Aeroob Gram-positief: Streptococcus pneumoniae en Streptococcus mitis (viridans groep).
- Aeroob Gram-negatief: Citrobacter spp. (behalve Citrobacter freundii), Enterobacter spp. (behalve Enterobacter cloacae), Escherichia coli, Haemophilus influenzae, Klebsiella pneumoniae, Proteus spp. waaronder P. mirabilis (behalve P. penneri en P. vulgaris; deze zijn inherent resistent), Providencia spp. en Salmonella spp.
- Anaeroob Gram-positief: Cutibacterium (voorheen Propionibacterium) spp. en Peptostreptococcus spp.
- Anaeroob Gram-negatief: Fusobacterium spp. en Bacteroides spp. (Bacteroides fragilis is inherent resistent).
Inherent resistent zijn:
- Aeroob Gram-positief: Enterococcus faecalis, Enterococcus faecium en Staphylococcus aureus (meticilline-resistent; 'MRSA').
- Aeroob Gram-negatief: Acinetobacter spp., Burkholderia cepacia, Campylobacter spp., Citrobacter freundii, Enterobacter cloacae, Klebsiella aerogenes, Morganella morganii, Proteus penneri, Proteus vulgaris, Pseudomonas aeruginosa, Serratia marcescens en Stenotrophomonas maltophilia.
- Anaeroob Gram-positief: Clostridioides difficile.
- Anaeroob Gram-negatief: Bacteroides fragilis.
- Overig: Chlamydia spp., Mycoplasma spp. en Legionella spp.
Resistentiemechanismen: Cefuroxim kan gehydrolyseerd worden door bepaalde breedspectrum β-lactamasen (ESBL's) en door het chromosomaal gecodeerde (AmpC) enzym dat geïnduceerd kan worden of waarvan de onderdrukking stabiel ongedaan gemaakt kan worden bij bepaalde Gram-negatieve bacteriën. Andere mechanismen voor bacteriële resistentie zijn: veranderingen in de PBP's, impermeabiliteit van de celwand (wat de toegang van cefuroxim tot PBP's in Gram-negatieve bacteriën beperkt) en bacteriële effluxpompen, waardoor de hechting aan PBP's niet mogelijk is.
Bij combinatie met aminoglycosiden kan synergie optreden.
Kinetische gegevens
T max | i.m. na 30–60 min. |
V d | 9,3–15,8 l/1,73 m². |
Overig | Voldoende spiegels worden bereikt in amandelen, sinusweefsel, bronchusslijmvliezen, sputum, pleuravocht, synoviaal vocht, botweefsel, interstitieel vocht, gal en oogkamervocht. Passeert de bloed-hersenbarrière bij ontstoken hersenvliezen. |
Metabolisering | niet. |
Eliminatie | ca. 95% met de urine onveranderd (door glomerulaire filtratie en tubulaire secretie), ca. 5% via de gal. Wordt effectief verwijderd door hemodialyse en peritoneale dialyse. |
T 1/2el | ca. 70 min bij normale nierfunctie; bij pasgeborenen tot 3 weken oud verlengd, en omgekeerd evenredig met de leeftijd: bij neonaten < 4 dagen oud 5,8 uur, bij neonaten > 8 dagen oud 1,6-3,8 uur, vanaf 3 weken vergelijkbaar met volwassenen (ca. 70 min). Bij een creatinineklaring 10-20 ml/min/1.73 m²: 4,3-6,5 uur, klaring < 10 ml/min/1.73 m²: 14,8-22,3 uur. Bij hemodialyse: 3,75 uur, patiënten met nierfalen behandeld op de IC met continue arterioveneuze hemodialyse (CAVH): 7,9-12,6 uur. |
Uitleg afkortingen
F | biologische beschikbaarheid (fractie van de dosis die in de systemische circulatie verschijnt) |
T max | tijdsduur tot maximale bloedspiegel na toediening |
V d | verdelingsvolume (fictief volume waarin een geneesmiddel zich verdeelt over het lichaam) |
T 1/2 | plasmahalfwaardetijd (tijd die nodig is om een bepaalde plasmaconcentratie te halveren) |
T 1/2el | plasmahalfwaardetijd in de eliminatiefase, terminale halfwaardetijd |
Groepsinformatie
cefalexine hoort bij de groep cefalosporinen.
- cefaclor (J01DC04) Vergelijk
- cefazoline (J01DB04) Vergelijk
- cefepim (J01DE01) Vergelijk
- cefiderocol (J01DI04) Vergelijk
- cefotaxim (J01DD01) Vergelijk
- ceftarolinefosamil (J01DI02) Vergelijk
- ceftazidim (J01DD02) Vergelijk
- ceftazidim/avibactam (J01DD52) Vergelijk
- ceftolozaan/tazobactam (J01DI54) Vergelijk
- ceftriaxon (J01DD04) Vergelijk
- cefuroxim (systemisch) (J01DC02) Vergelijk
- cefuroximaxetil (J01DC02) Vergelijk
Groepsinformatie
cefuroxim (systemisch) hoort bij de groep cefalosporinen.
- cefaclor (J01DC04) Vergelijk
- cefalexine (J01DB01) Vergelijk
- cefazoline (J01DB04) Vergelijk
- cefepim (J01DE01) Vergelijk
- cefiderocol (J01DI04) Vergelijk
- cefotaxim (J01DD01) Vergelijk
- ceftarolinefosamil (J01DI02) Vergelijk
- ceftazidim (J01DD02) Vergelijk
- ceftazidim/avibactam (J01DD52) Vergelijk
- ceftolozaan/tazobactam (J01DI54) Vergelijk
- ceftriaxon (J01DD04) Vergelijk
- cefuroximaxetil (J01DC02) Vergelijk
Kosten
Kosten laden…Kosten
Kosten laden…Zie ook
Geneesmiddelgroep
Indicaties
- acute faryngotonsillitis
- bacteriële huidinfecties
- community-acquired pneumonie (CAP)
- cystitis bij risicogroepen ouder dan 12 jaar
Externe links
Zie ook
Geneesmiddelgroep
Indicaties
- bacteriële huidinfecties
- community-acquired pneumonie (CAP)
- cystitis bij risicogroepen ouder dan 12 jaar
- urineweginfectie bij kinderen jonger dan 12 jaar
- urineweginfectie met weefselinvasie (pyelonefritis, acute prostatitis)