Samenstelling
Cefepim (als dihydrochloride-monohydraat) XGVS Diverse fabrikanten
- Toedieningsvorm
- Poeder voor injectievloeistof
- Sterkte
- 2000 mg
Uitleg symbolen
XGVS | Dit geneesmiddel is niet opgenomen in het geneesmiddelen vergoedings systeem (GVS). |
OTC | 'Over the counter', dit geneesmiddel is een zelfzorgmiddel. |
Bijlage 2 | Aan de vergoeding van dit geneesmiddel zijn bepaalde voorwaarden verbonden, die zijn vermeld op bijlage 2 van de Regeling zorgverzekering. |
Aanvullende monitoring | Dit geneesmiddel is onderworpen aan aanvullende monitoring. Extra aandacht wordt gevraagd voor onverwachte bijwerkingen. Meldt u dit via het meldformulier van het Lareb. |
Samenstelling
Zinnat (als axetil) Sandoz bv
- Toedieningsvorm
- Poeder voor orale suspensie
- Sterkte
- 25 mg/ml
- Verpakkingsvorm
- 50 ml
- Toedieningsvorm
- Tablet, filmomhuld
- Sterkte
- 250 mg, 500 mg
Uitleg symbolen
XGVS | Dit geneesmiddel is niet opgenomen in het geneesmiddelen vergoedings systeem (GVS). |
OTC | 'Over the counter', dit geneesmiddel is een zelfzorgmiddel. |
Bijlage 2 | Aan de vergoeding van dit geneesmiddel zijn bepaalde voorwaarden verbonden, die zijn vermeld op bijlage 2 van de Regeling zorgverzekering. |
Aanvullende monitoring | Dit geneesmiddel is onderworpen aan aanvullende monitoring. Extra aandacht wordt gevraagd voor onverwachte bijwerkingen. Meldt u dit via het meldformulier van het Lareb. |
Advies
Bij een nosocomiale pneumonie wordt de keuze voor een specifiek antibioticum bepaald door de lokale situatie met betrekking tot de aard en de resistentie van de ziekenhuisflora.
Cefepim komt pas in aanmerking voor de behandeling van acute urineweginfecties op basis van onderzoek naar de aard en de gevoeligheid van de verwekker; dit onderzoek is noodzakelijk bij onvoldoende effect van de middelen die geadviseerd worden voor de initiële empirische behandeling. Zie voor de standaardbehandeling: urineweginfecties.
Voor de overige indicaties is er voor dit geneesmiddel geen advies vastgesteld over de plaats in de medicamenteuze behandeling.
Voor de plaatsbepaling van nieuwe en oude antibiotica voor de Nederlandse situatie, kan geraadpleegd worden: Alternatieven voor carbapenems bij de behandeling van ESBL-producerende Enterobacterales en opties bij carbapenemresistentie op swab.nl. Dit plaatsbepalingsdocument bespreekt onder andere alternatieven voor carbapenems als empirische en gerichte therapie bij (vermoeden van) een infectie met bacteriën met resistentie tegen derdegeneratie-cefalosporinen. Het document is geen richtlijn, maar biedt de voorschrijver handvatten bij het gebruik van de besproken antibiotica.
Advies
Algemeen: De cefalosporinen dienen als reserve antimicrobiële middelen te worden beschouwd.
Cefuroximaxetil komt pas voor behandeling van infecties in aanmerking op basis van onderzoek naar de aard en de gevoeligheid van de verwekker; dit onderzoek is noodzakelijk bij onvoldoende effect van de middelen die geadviseerd worden voor de initiële empirische behandeling (zie hieronder).
Een cystitis bij gezonde niet-zwangere vrouwen kan vanzelf overgaan; overweeg in de eerstelijnszorg daarom in overleg met de patiënte een afwachtend beleid (met zo nodig pijnstilling). Ga bij risicogroepen, waaronder zwangeren, mannen en kinderen, direct over tot behandeling met antibiotica om complicaties te voorkomen. Start de behandeling meteen met een voorkeursmiddel, en pas het beleid zo nodig aan op basis van de kweekuitslag en/of resistentiebepaling. De belangrijkste middelen zijn: nitrofurantoïne (bijna altijd eerste keus), fosfomycine (oraal), trimethoprim en bij zwangeren en kinderen ook amoxicilline/clavulaanzuur.
Ga bij een cystitis bij personen behorend tot een risicogroep, waaronder zwangeren en mannen, direct over tot behandeling met antibiotica om complicaties te voorkomen. Start de behandeling ‘blind’, en pas het beleid zo nodig aan op basis van de kweekuitslag en/of resistentiebepaling. De belangrijkste middelen zijn: nitrofurantoïne (bijna altijd eerste keus), fosfomycine (oraal), trimethoprim en bij zwangeren ook amoxicilline/clavulaanzuur.
Start bij een urineweginfectie met tekenen van weefselinvasie bij volwassenen met antibiotica met voldoende weefselpenetratie, zoals in de eerstelijnszorg met ciprofloxacine, cotrimoxazol of amoxicilline/clavulaanzuur. Start in de tweedelijnszorg met intraveneuze toediening van amoxicilline óf een tweede generatie cefalosporine mét een aminoglycoside óf een i.v. derde generatie cefalosporine als monotherapie. Neem altijd een kweek af, start daarna de behandeling ‘blind’ en pas deze zo nodig aan op basis van de kweekuitslag en/of resistentiebepaling.
Ga bij een cystitis bij personen behorende tot een risicogroep, waaronder kinderen < 12 jaar, direct over tot medicamenteuze behandeling met antibiotica om complicaties te voorkomen. Start de behandeling ‘blind’, en pas het beleid zo nodig aan op basis van de kweekuitslag en/of resistentiebepaling. Bij kinderen met cystitis is nitrofurantoïne eerste keus, en is amoxicilline/clavulaanzuur het alternatief. Bij kinderen met een urineweginfectie met tekenen van weefselinvasie is amoxicilline/clavulaanzuur eerste keus, tweede keus is cotrimoxazol.
Kijk in pneumonie (CAP) voor informatie over de empirische behandeling ervan. Cefuroximaxetil is alleen geïndiceerd voor hoger gelegen luchtweginfecties.
Kijk in acute faryngotonsillitis voor tonsillitis en faryngitis, in acute rinosinusitis voor sinusitis en in otitis media acuta voor informatie over de empirische behandeling ervan.
Kijk in bacteriële huidinfecties voor informatie over de empirische behandeling ervan.
Het (offlabel) gebruik van cefuroximaxetil bij gonorroe wordt ontraden, vanwege een gebrek aan goed onderzoek naar dit middel bij gonorroe en onvoorspelbare farmacokinetiek (wisselende en matige absorptie na orale inname) en ook wegens de toenemende frequentie van verhoogde ‘minimum inihibitory concentrations’ (MIC’s) van de gonokok voor cefalosporinen. De medicamenteuze behandeling van soa’s is afhankelijk van het type verwekker en het resistentiepatroon. Geef voorlichting over veilig vrijen en partnerwaarschuwing. Voor de keuze van de juiste standaardbehandeling van gonorroe en andere soa's, zie Seksueel overdraagbare aandoeningen.
Voor de plaats van cefuroximaxetil bij de behandeling van de ziekte van Lyme in een vroeg stadium, zie de CBO-richtlijn Lymeziekte (2013) op rivm.nl op p. 139.
Indicaties
Behandeling van ernstige infecties:
- Nosocomiale pneumonie;
- Gecompliceerde urineweginfecties;
- Gecompliceerde intra-abdominale infecties;
- Peritonitis als gevolg van dialyse bij patiënten die CAPD ondergaan.
- Bacteriëmie die (vermoedelijk) samenhangt met de hierboven genoemde infecties.
Verder:
- Behandeling van patiënten met neutropenie en koorts, waarbij dit vermoedelijk het gevolg is van een bacteriële infectie.
Cefepim kan zo nodig gecombineerd worden met andere antibacteriële middelen wanneer het bereik van mogelijke veroorzakende bacteriën niet valt binnen het werkingsspectrum (zie rubriek Eigenschappen).
Gerelateerde informatie
Indicaties
Behandeling van infecties, veroorzaakt door micro-organismen die gevoelig zijn voor cefuroxim, bij volwassenen en kinderen van 3 maanden of ouder:
- hogere luchtweginfecties van acute aard:
- streptokokken-tonsillitis;
- streptokokken-faryngitis;
- bacteriële sinusitis;
- acute otitis media;
- acute exacerbatie van chronische obstructieve longziekte;
- cystitis, pyelonefritis;
- ongecompliceerde infecties van huid en weke delen;
- vroeg stadium van de ziekte van Lyme.
Gerelateerde informatie
- acute faryngotonsillitis
- acute rinosinusitis
- bacteriële huidinfecties
- cystitis bij gezonde, niet-zwangere vrouw
- cystitis bij risicogroepen ouder dan 12 jaar
- otitis media acuta
- seksueel overdraagbare aandoeningen
- urineweginfectie bij kinderen jonger dan 12 jaar
- urineweginfectie met weefselinvasie (pyelonefritis, acute prostatitis)
Doseringen
De dosering hangt af van de ernst, plaats en type van de infectie, de gevoeligheid (van het pathogeen) en van het lichaamsgewicht, de nierfunctie en leeftijd van de patiënt.
Nosocomiale pneumonie
Volwassenen en kinderen met een lichaamsgewicht > 40 kg
I.v.: 2 g iedere 12 uur. Behandelduur: doorgaans 7–10 dagen, bij ernstigere infecties mogelijk langer.
Verminderde nierfunctie: aanvankelijk één oplaaddosis van 2 g, daarna onderhoudsdoses: bij creatinineklaring 30–50 ml/min: 2 g iedere 24 uur, creatinineklaring 11–29 ml/min: 1 g elke 24 uur, creatinineklaring ≤ 10 ml/min: 500 mg elke 24 uur. Bij een creatinineklaring > 50 ml/min gebruikelijke dosis, geen aanpassing vereist. Hemodialyse: één oplaaddosis van 1 g op de eerste dag, daarna 500 mg/24 uur. Op hemodialysedagen, toedienen ná de hemodialyse. Zo mogelijk cefepim alle dagen op hetzelfde tijdstip toedienen. Peritoneale dialyse: 2 g iedere 48 uur.
Kinderen vanaf 2 mnd., lichaamsgewicht ≤ 40 kg
I.v.: 50 mg/kg lichaamsgewicht elke 12 uur. Behandelduur: 10 dagen.
Verminderde nierfunctie: aanvankelijk één oplaaddosis van 50 mg/kg, daarna onderhoudsdoses: bij creatinineklaring 30–50 ml/min: 50 mg/kg iedere 24 uur, creatinineklaring 11–29 ml/min: 25 mg/kg elke 24 uur, creatinineklaring ≤ 10 ml/min: 12,5 mg/kg elke 24 uur. Bij een creatinineklaring > 50 ml/min gebruikelijke dosis, geen aanpassing vereist. Hemodialyse: één oplaaddosis van 25 mg/kg op de eerste dag, daarna 12,5 mg/kg/24 uur. Op hemodialysedagen, toedienen ná de hemodialyse. Zo mogelijk cefepim alle dagen op hetzelfde tijdstip toedienen. Peritoneale dialyse: 50 mg/kg lichaamsgewicht iedere 48 uur.
Gecompliceerde urineweginfecties
Volwassenen en kinderen met een lichaamsgewicht > 40 kg
I.v.: 2 g iedere 12 uur. Behandelduur: doorgaans 7–10 dagen, bij ernstigere infecties mogelijk langer.
Verminderde nierfunctie: aanvankelijk één oplaaddosis van 2 g, daarna onderhoudsdoses: bij creatinineklaring 30–50 ml/min: 2 g iedere 24 uur, creatinineklaring 11–29 ml/min: 1 g elke 24 uur, creatinineklaring ≤ 10 ml/min: 500 mg elke 24 uur. Bij een creatinineklaring > 50 ml/min gebruikelijke dosis, geen aanpassing vereist. Hemodialyse: één oplaaddosis van 1 g op de eerste dag, daarna 500 mg/24 uur. Op hemodialysedagen, toedienen ná de hemodialyse. Zo mogelijk cefepim alle dagen op hetzelfde tijdstip toedienen. Peritoneale dialyse: 2 g iedere 48 uur.
Kinderen vanaf 2 mnd., lichaamsgewicht ≤ 40 kg
I.v.: 50 mg/kg lichaamsgewicht elke 12 uur. Behandelduur: 10 dagen.
Verminderde nierfunctie: aanvankelijk één oplaaddosis van 50 mg/kg, daarna onderhoudsdoses: bij creatinineklaring 30–50 ml/min: 50 mg/kg iedere 24 uur, creatinineklaring 11–29 ml/min: 25 mg/kg elke 24 uur, creatinineklaring ≤ 10 ml/min: 12,5 mg/kg elke 24 uur. Bij een creatinineklaring > 50 ml/min gebruikelijke dosis, geen aanpassing vereist. Hemodialyse: één oplaaddosis van 25 mg/kg op de eerste dag, daarna 12,5 mg/kg/24 uur. Op hemodialysedagen, toedienen ná de hemodialyse. Zo mogelijk cefepim alle dagen op hetzelfde tijdstip toedienen. Peritoneale dialyse: 50 mg/kg lichaamsgewicht iedere 48 uur.
Gecompliceerde intra-abdominale infecties
Volwassenen en kinderen met een lichaamsgewicht > 40 kg
I.v.: 2 g iedere 12 uur. Behandelduur: doorgaans 7–10 dagen, bij ernstigere infecties mogelijk langer.
Verminderde nierfunctie: aanvankelijk één oplaaddosis van 2 g, daarna onderhoudsdoses: bij creatinineklaring 30–50 ml/min: 2 g iedere 24 uur, creatinineklaring 11–29 ml/min: 1 g elke 24 uur, creatinineklaring ≤ 10 ml/min: 500 mg elke 24 uur. Bij een creatinineklaring > 50 ml/min gebruikelijke dosis, geen aanpassing vereist. Hemodialyse: één oplaaddosis van 1 g op de eerste dag, daarna 500 mg/24 uur. Op hemodialysedagen, toedienen ná de hemodialyse. Zo mogelijk cefepim alle dagen op hetzelfde tijdstip toedienen. Peritoneale dialyse: 2 g iedere 48 uur.
Zeer ernstige of mogelijk fatale infecties (incl. bacteriëmie en incl. neutropene koorts (mogelijk) veroorzaakt door bacteriële infectie)
Volwassenen en kinderen met een lichaamsgewicht > 40 kg
I.v.: 2 g iedere 8 uur. Behandelduur: doorgaans 7–10 dagen, bij ernstigere infecties mogelijk langer. Voor de empirische behandeling van febriele neutropenie doorgaans 7 dagen of totdat de neutropenie verdwenen is.
Verminderde nierfunctie: aanvankelijk één oplaaddosis van 2 g, daarna onderhoudsdoses: bij creatinineklaring 30–50 ml/min: 2 g iedere 12 uur, creatinineklaring 11–29 ml/min: 2 g elke 24 uur, creatinineklaring ≤ 10 ml/min: 1 g elke 24 uur. Bij een creatinineklaring > 50 ml/min gebruikelijke dosis, geen aanpassing vereist. Hemodialyse: één oplaaddosis van 1 g op de eerste dag, daarna 500 mg/24 uur. Op hemodialysedagen, toedienen ná de hemodialyse. Zo mogelijk cefepim alle dagen op hetzelfde tijdstip toedienen. Peritoneale dialyse: 2 g iedere 48 uur.
Kinderen vanaf 2 mnd., lichaamsgewicht ≤ 40 kg
I.v.: 50 mg/kg lichaamsgewicht (max. 2 g) elke 8 uur. Behandelduur: Voor de empirische behandeling van febriele neutropenie duurt de behandeling 7–10 dagen.
Verminderde nierfunctie: aanvankelijk één oplaaddosis van 50 mg/kg, daarna onderhoudsdoses: bij creatinineklaring 30–50 ml/min: 50 mg/kg g iedere 8 uur, creatinineklaring 11–29 ml/min: 50 mg/kg elke 24 uur, creatinineklaring ≤ 10 ml/min: 25 mg/kg elke 24 uur. Bij een creatinineklaring > 50 ml/min gebruikelijke dosis, geen aanpassing vereist. Hemodialyse: één oplaaddosis van 25 mg/kg op de eerste dag, daarna 12,5 mg/kg/24 uur. Op hemodialysedagen, toedienen ná de hemodialyse. Zo mogelijk cefepim alle dagen op hetzelfde tijdstip toedienen. Peritoneale dialyse: 50 mg/kg lichaamsgewicht iedere 48 uur.
Peritonitis als gevolg van dialyse bij CAPD-patienten
Volwassenen en kinderen met een lichaamsgewicht > 40 kg
I.v.: 2 g iedere 48 uur. Behandelduur: doorgaans 7–10 dagen, bij ernstigere infecties mogelijk langer.
Ouderen: er is geen dosisaanpassing nodig op basis van alleen de leeftijd.
Verminderde leverfunctie: geen dosisaanpassing nodig.
Toediening
- Directe i.v. injectie over een periode van 3–5 min, of ingespoten in het slangetje van een infusiesysteem, terwijl de patiënt een compatibele i.v. vloeistof toegediend krijgt, óf;
- Via i.v. infusie over een periode van 30 minuten.
- Voor instructies over reconstitutie en verdunning van het product voorafgaand aan de toediening zie rubriek 6.6 van de officiële productinformatie CBG/EMA via de link onder 'Zie ook'.
Doseringen
De orale suspensie is biologisch niet equivalent aan de tabletten: deze zijn daarom niet zonder meer uitwisselbaar op basis van milligram-per-milligram.
De dosering is afhankelijk van leeftijd, lichaamsgewicht en nierfunctie van de patiënt, de ernst en locatie van de infectie en van de verwachte of vastgestelde veroorzakende bacterie. De gebruikelijke behandelduur is ca. 7 dagen (variërend van 5–10 dagen); een afwijkende behandelduur wordt bij de indicatie vermeld.
Acute hogere luchtweginfecties
Volwassenen en kinderen ≥ 40 kg
250 mg 2×/dag.
Kinderen < 40 kg én 3 maanden of ouder
10 mg/kg lichaamsgewicht 2×/dag, max. 250 mg 2×/dag.
Acute otitis media
Volwassenen en kinderen ≥ 40 kg
500 mg 2×/dag.
Kinderen < 40 kg én 3 maanden of ouder
15 mg/kg lichaamsgewicht 2×/dag, max. 250 mg 2×/dag.
Acute exacerbatie van chronische obstructieve longziekte
Volwassenen en kinderen ≥ 40 kg
500 mg 2×/dag.
Cystitis en pyelonefritis
Volwassenen en kinderen ≥ 40 kg
250 mg 2×/dag. Behandelduur: Bij pyelonefritis 10–14 dagen.
Kinderen < 40 kg én 3 maanden of ouder
15 mg/kg lichaamsgewicht 2×/dag, max. 250 mg 2×/dag. Behandelduur: Bij pyelonefritis 10–14 dagen.
Ongecompliceerde infectie van huid en weke delen
Volwassenen en kinderen ≥ 40 kg
250 mg 2×/dag.
Kinderen < 40 kg én 3 maanden of ouder
15 mg/kg lichaamsgewicht 2×/dag, max. 250 mg 2×/dag.
Vroeg stadium van ziekte van Lyme
Volwassenen en kinderen ≥ 40 kg
500 mg 2×/dag gedurende 10–21 dagen.
Kinderen < 40 kg én 3 maanden of ouder
15 mg/kg lichaamsgewicht 2×/dag, max. 250 mg 2×/dag. Behandelduur: 10–21 dagen.
Ouderen: Er is geen dosisaanpassing nodig op basis van alleen de leeftijd.
Verminderde nierfunctie: Volgens de fabrikant:
- bij een creatinineklaring van 10–29 ml/min: de aangegeven dosis 1×/24 uur toepassen (i.p.v. 2×/dag);
- bij een creatinineklaring < 10 ml/min: de aangegeven dosis 1×/48 uur geven;
- bij hemodialyse: geef aan het eind van elke dialyse één additionele individuele standaarddosis, passend bij de indicatie, leeftijd en het gewicht (NB: cefuroxim wordt effectief verwijderd door dialyse).
Verminderde leverfunctie: Geen gegevens beschikbaar. Omdat cefuroxim voornamelijk renaal wordt uitgescheiden, zal een afgenomen leverfunctie naar verwachting geen effect hebben op de farmacokinetiek van cefuroxim.
Toediening
- De tabletten vlak na de maaltijd innemen en niet kauwen;
- De suspensie krachtig schudden voor gebruik. Voor een goede absorptie de suspensie tijdens de maaltijd innemen. Wanneer gewenst kan een dosis suspensie verder worden verdund in koude vruchtensappen of melkdranken; na de verdunning onmiddellijk innemen;
- Bij de multidosis-fles kan een doseerspuitje worden meegeleverd om bij kinderen nauwkeuriger te kunnen doseren.
Bijwerkingen
Zeer vaak (> 10%): positieve Coombs-test.
Vaak (1-10%): diarree. Verlengde protrombinetijd (PT) of APTT. Anemie, eosinofilie. Verhoogde waarden van ASAT, ALAT, alkalische fosfatase, bilirubine. Huiduitslag. Reacties op de infusieplaats (incl. pijn, ontsteking, flebitis).
Soms (0,1-1%): hoofdpijn. Orale candidiasis, vaginale infectie. Misselijkheid, braken, colitis (incl. pseudomembraneuze colitis). Leukopenie, neutropenie, trombocytopenie. Erytheem, urticaria, jeuk. Koorts. Verhoogde waarden van creatinine en/of ureum. Ontsteking op de plaats van infusie.
Zelden (0,01-0,1%): anafylactische reactie, angio-oedeem. Vasodilatatie. Dyspneu. Rillingen. Duizeligheid, convulsies, niet-convulsieve status epilepticus, paresthesie, dysgeusie. Obstipatie, buikpijn. Candidiasis. Genitale jeuk.
Verder zijn gemeld: anafylactische shock. Bloeding. Verwardheid, hallucinaties. Myoclonus, bewustzijnsveranderingen, encefalopathie, stupor, coma. Nierinsufficiëntie, toxische nefropathie. Toxische epidermale necrolyse (TEN), Stevens-Johnson-syndroom (SJS), erythema multiforme. Hemolytische anemie, aplastische anemie, agranulocytose. Gastro-intestinale aandoening. Fout-positieve uitslag urineglucose.
Bijwerkingen
Vaak (1-10%): maag-darmstoornissen zoals misselijkheid, diarree, buikpijn. Candida-infectie. Hoofdpijn, duizeligheid. Eosinofilie, voorbijgaande stijging van de leverenzymen (ALAT en ASAT).
Soms (0,1-1%): braken. Huiduitslag. Trombocytopenie, leukopenie. Positieve Coombs-test.
Verder zijn gemeld: angio-oedeem, anafylactische reactie, geneesmiddelenkoorts, serumziekte, Kounis-syndroom. Geelzucht (overwegend cholestatisch), hepatitis. Pseudomembraneuze colitis. Urticaria, jeuk, erythema multiforme, Stevens-Johnsonsyndroom, toxische epidermale necrolyse, geneesmiddelenreactie met eosinofilie en systemische symptomen (DRESS). Jarisch-Herxheimer-reactie (bij behandeling van de ziekte van Lyme; reactie met hypotensie, tachycardie, vasodilatatie, koorts, rillingen, spierstijfheid, hoofd- en spierpijn). Hemolytische anemie.
Bij gebruik van cefuroxim injecties zijn ook nog gemeld: cutane vasculitis, interstitiële nefritis.
Interacties
Controleer de nierfunctie bij combinatie met nefrotoxische geneesmiddelen, zoals aminoglycosiden en krachtige diuretica (bv. lisdiuretica).
Cefalosporinen (zoals cefepim) kunnen de werking van vitamine K-antagonisten versterken.
Gelijktijdige behandeling met bacteriostatische antibiotica kan invloed hebben op de werking van β-lactamantibiotica (zoals cefepim).
Interacties
Door gelijktijdig gebruik van andere nefrotoxische stoffen zoals aminoglycosiden, furosemide en amfotericine B is er meer kans op nefrotoxiciteit; controleer de nierfunctie, vooral bij een pre-existente verminderde nierfunctie en bij ouderen.
Probenecide vermindert de renale tubulaire excretie van een aantal cefalosporinen, waaronder cefuroxim(axetil), maar dit geldt bv. niet voor ceftazidim, ceftriaxon en cefepim. Gelijktijdig gebruik leidt tot een significant verhoogde piekserumconcentratie, het oppervlak onder de serumconcentratietijdcurve (AUC) en eliminatiehalfwaardetijd van cefuroxim. Gelijktijdig gebruik met probenecide wordt niet aanbevolen.
Bacteriostatische antibiotica (bv. macroliden, tetracyclinen) antagoneren de werking van cefuroxim in vitro. Klinisch is dit alleen van belang gebleken bij levensbedreigende infecties zoals meningitis, endocarditis, sepsis en daarnaast bij patiënten met ernstige neutropenie.
Zwangerschap
Teratogenese: Bij de mens, onvoldoende gegevens uit gecontroleerde studies met cefepim. Met de groep cefalosporinen wordt in de meeste studies geen toegenomen kans op aangeboren afwijkingen in het algemeen gezien, een kleine kans op specifieke aangeboren afwijkingen is vooralsnog niet uitgesloten. Bij dieren geen tekenen van foetale toxiciteit door cefepim.
Advies: Alleen op strikte indicatie gebruiken.
Zwangerschap
Cefuroxim passeert de placenta met therapeutische concentraties in navelstrengbloed en amnionvocht.
Teratogenese: Zowel bij de mens als bij dieren geen aanwijzingen voor schadelijkheid.
Advies: Kan worden gebruikt.
Lactatie
Overgang in de moedermelk: Ja, in zeer geringe mate.
Farmacologisch effect: In theorie is het mogelijk dat de darmflora van de zuigeling wordt beïnvloed. Dit leidt hooguit tot diarree.
Advies: Kan worden gebruikt.
Lactatie
Overgang in de moedermelk: Ja, in geringe mate.
Farmacologisch effect: In theorie is het mogelijk dat de darmflora van de zuigeling wordt beïnvloed; diarree of een lokale schimmelinfectie na orale inname van de melk kan daarom niet geheel worden uitgesloten. Ook sensibilisatie is mogelijk.
Advies: Kan desondanks worden gebruikt.
Contra-indicaties
- eerdere overgevoeligheidsreactie door een cefalosporine of ander β-lactamantibioticum (zoals een penicilline, carbapenem of monobactam).
Contra-indicaties
- Bekende overgevoeligheid voor cefalosporinen;
- Een geschiedenis van ernstige overgevoeligheid voor andere β-lactamantibiotica (zoals penicillinen, carbapenems).
Waarschuwingen en voorzorgen
Door het relatief beperkte werkingsspectrum van cefepim is het alleen in te zetten bij gebleken gevoeligheid van het pathogeen, of bij een zeer sterk vermoeden hiervan (zie ook rubriek Eigenschappen).
Verminderde nierfunctie en neurotoxiciteit: Controleer de nierfunctie en pas de dosis van cefepim aan bij een creatinineklaring ≤ 50 ml/min, om te compenseren voor de tragere klaring (zie rubriek Dosering). Houd bij de verdere dosering rekening met de mate van nierfunctiestoornis, ernst van de infectie en de (vermoedelijke) pathogenen. De volgende ernstige bijwerkingen zijn gerapporteerd (incl. bij ouderen): reversibele encefalopathie (bewustzijnsstoornis incl. verwardheid, hallucinaties, stupor en coma), myoklonieën, convulsies (met inbegrip van non-convulsieve status epilepticus) en/of nierfalen. De meeste van deze gevallen deden zich voor bij patiënten met een nierfunctiestoornis (incl. ouderen) waarbij de aanbevolen dosering cefepim werd overschreden. Doorgaans verdwijnen symptomen van neurotoxiciteit na staken van cefepim en/of hemodialyse, maar er zijn ook gevallen met een fatale afloop beschreven.
Overgevoeligheidsreacties: Ernstige, soms fatale, overgevoeligheidsreacties zijn gemeld. Voor aanvang van de behandeling zorgvuldig nagaan of de patiënt eerder overgevoeligheidsreacties vertoonde op β-lactamantibiotica of andere geneesmiddelen. Wees voorzichtig bij astma of een allergische diathese. Monitor nauwlettend tijdens de eerste toediening. Als een allergische reactie optreedt de behandeling onmiddellijk staken. Bij ernstige overgevoeligheidsreacties kan behandeling met adrenaline en andere ondersteunende therapie nodig zijn.
Superinfecties: langdurig gebruik kan leiden tot overmatige groei van niet-gevoelige micro-organismen. Als een superinfectie optreedt tijdens de behandeling, passende maatregelen nemen. Diarree door Clostridioides difficile (CDAD) is gemeld, in ernst variërend van beperkte diarree tot fatale colitis. CDAD kan tot 2 maanden na toediening van antibiotica optreden; houd hier rekening mee bij alle patiënten met diarree na antibioticumgebruik. Bij vermoeden of bevestiging van CDAD moet het huidige antibioticumgebruik dat niet gericht is tegen C. diffile mogelijk worden gestaakt.
Invloed op diagnostische testen: gevallen van een positieve Coombs-test, zonder tekenen van hemolyse, zijn gemeld. Cefalosporinen kunnen fout-positieve reacties voor glucose in de urine veroorzaken bij gebruik van koper-reductie-testen (Benedict's of Fhelingsoplossing of Clinitest tabletten), maar niet bij enzymatische testen voor glucosurie. Gebruik daarom glucosetesten gebaseerd op enzymatische glucose-oxidase-reacties.
Onderzoeksgegevens en ervaring: er zijn onvoldoende gegevens voor het gebruik van cefepim bij zuigelingen < 2 maanden.
Waarschuwingen en voorzorgen
Kruisovergevoeligheid én kruisresistentie tussen cefalosporinen onderling en penicillinen komt voor; wees voorzichtig bij lichte tot matige overgevoeligheid voor penicillinen of carbapenems. Superinfecties kunnen optreden. Overgevoeligheidsreacties leidend tot het Kounis-syndroom (acuut allergisch kransslagaderspasme dat kan resulteren in een myocardinfarct) kunnen voorkomen.
Instrueer de patiënt over de tekenen en symptomen van ernstige huidreacties, omdat reacties als het Stevens-Johnsonsyndroom (SJS), toxische epidermale necrolyse (TEN) en geneesmiddelenreactie met eosinofilie en systemische symptomen (DRESS) zijn gemeld in verband staand met het gebruik van cefuroxim(axetil) en fataal kunnen verlopen. Staak deze therapie onmiddellijk bij vermoeden van dergelijke reacties. Als de patiënt SJS, TEN of DRESS heeft ontwikkeld deze therapie in geen enkel geval hervatten.
Tijdens de behandeling van Lymeborreliose kunnen binnen enkele uren na toediening Jarisch-Herxheimer-achtige reacties optreden (hypotensie, tachycardie, vasodilatatie, koorts, rillingen, hoofd- en spierpijn, spierstijfheid). Dit is het gevolg van een inflammatiereactie na het vrijkomen van endotoxinen en lipoproteïnen na de cellysis van deze bacteriën (spirocheten). De reactie gaat gewoonlijk vanzelf over.
Diagnostische testen: door gebruik van cefalosporinen kan de Coombs-test fout-positief worden evenals glucosebepalingen in de urine met koperbevattende reagentia (Benedict-suikerreactie of Fehling-reagens e.d.).
Onvoldoende onderzocht: de veiligheid en werkzaamheid bij een verminderde nier- of leverfunctie zijn niet vastgesteld.
Hulpstoffen
- Aspartaam, in de suspensie, kan schadelijk zijn voor mensen met fenylketonurie (PKU);
- Benzylalcohol, in de suspensie, bij voorkeur niet gebruiken bij pasgeborenen < 4 weken oud, vanwege ernstige bijwerkingen, zoals het 'gasping'-syndroom. Geef het niet langer dan één week aan kinderen < 3 jaar, vanwege stapeling. Benzylalcohol in grote hoeveelheden kan zich ophopen in het lichaam en metabole acidose veroorzaken; wees voorzichtig tijdens zwangerschap, lactatie en bij een verminderde lever- of nierfunctie;
- Saccharose, in de suspensie, kan bij gebruik ≥ 2 weken de tanden beschadigen. Let ook op bij diabetes mellitus, vanwege het suikergehalte in de suspensie.
Overdosering
Symptomen
Onder andere encefalopathie (bewustzijnsstoornis, met inbegrip van verwardheid, hallucinaties, stupor en coma).
Neem voor meer informatie over een overdosering van cefepim contact op met het Nationaal Vergiftigingen Informatie Centrum.
Eigenschappen
Cefepim is een bactericide breedspectrum antibioticum uit de groep van cefalosporinen (vierde generatie). Cefepim bindt zich aan penicilline-bindende eiwitten (PBP's) in de celwand van bacteriën, waardoor de synthese van peptidoglycaan (onderdeel van de bacteriële celwand) wordt geremd. Dit resulteert in bacteriële celdood. Cefepim heeft een breder werkingsspectrum dan cefalosporinen van de derde generatie en is in hoge mate resistent tegen de meeste β-lactamasen.
Doorgaans gevoelig zijn:
- Aeroob en Gram-positief: meticilline-sensitieve Staphylococcus aureus ('MSSA'), Streptococcus pyogenes, Streptococcus pneumoniae (incl. penicilline-resistente stammen).
- Aeroob en Gram-negatief: Citrobacter freundii, Klebsiella aerogenes, Haemophilus influenzae, Moraxella catarrhalis, Morganella morganii, Proteus mirabilis (de ESBL-producerende stammen zijn echter altijd resistent), Proteus vulgaris, Serratia marcescens, Serratia liquefaciens.
Een verworven resistentie kan een probleem zijn bij:
- Aeroob en Gram-positief: Staphylococcus aureus (resistentie < 10% bij niet in het ziekenhuis verpleegde patiënten); het voorkomen van resistentie bedraagt > 50% voor de volgende micro-organismen in minstens één EU-regio: Staphylococcus epidermidis, Staphylococcus haemolyticus, Staphylococcus hominis.
- Aeroob en Gram-negatief: Acinetobacter baumannii, Enterobacter cloacae, Escherichia coli, Klebsiella oxytoca, Klebsiella pneumoniae, Pseudomonas aeruginosa. De ESBL-producerende stammen van E. coli, K. oxytoca en K. pneumoniae zijn echter altijd resistent.
Inherent resistent zijn:
- Aeroob en Gram-positief: Enterococcus spp., Listeria monocytogenes, meticilline-resistente Staphylococcus aureus ('MRSA').
- Aeroob en Gram-negatief: Stenotrophomonas maltophilia, en de ESBL-producerende stammen van: Proteus mirabilis, Escherichia coli, Klebsiella oxytoca, Klebsiella pneumoniae.
- Anaeroob: Bacteroides spp., Clostridioides difficile.
- Overig: Chlamydia spp., Chlamydophila spp., Legionella spp. en Mycoplasma spp.
Kinetische gegevens
V d | ca. 0,26 l/kg. |
Overig | voldoende therapeutische concentraties voor gebruikelijke pathogenen worden bereikt in: sputum, bronchiale mucosa, interstitiële vloeistof, peritoneaal vocht, urine, gal, galblaas, appendix, prostaat. Er is (enige) penetratie in de cerebrospinale vloeistof. |
Metabolisering | ja, tot N-methylpyrrolidine dat snel wordt omgezet door oxidatie. |
Eliminatie | vnl. onveranderd met de urine (ca. 85%), deels als metabolieten (ca. 7% als N-oxide en < 1% als N-methylpyrrolidine). Hemodialyse kan cefepim uit de circulatie verwijderen; ca. 68% wordt tijdens een dialyseperiode van 3 uur geëlimineerd. Peritoneale dialyse beïnvloedt de eliminatie niet. |
T 1/2el | ca. 2 uur, beduidend langer bij een verminderde nierfunctie, bij hemodialyse ca. 13 uur, bij peritoneale dialyse ca. 19 uur. |
Uitleg afkortingen
F | biologische beschikbaarheid (fractie van de dosis die in de systemische circulatie verschijnt) |
T max | tijdsduur tot maximale bloedspiegel na toediening |
V d | verdelingsvolume (fictief volume waarin een geneesmiddel zich verdeelt over het lichaam) |
T 1/2 | plasmahalfwaardetijd (tijd die nodig is om een bepaalde plasmaconcentratie te halveren) |
T 1/2el | plasmahalfwaardetijd in de eliminatiefase, terminale halfwaardetijd |
Eigenschappen
Bactericide antibioticum uit de groep van cefalosporinen, van de tweede generatie. Cefuroximaxetil is een prodrug, het wordt na snelle hydrolyse omgezet in het actieve cefuroxim. Cefuroxim bindt zich aan penicilline-bindende eiwitten in de celwand van bacteriën, waardoor de synthese van peptidoglycaan wordt geremd. Dit resulteert in bacteriële celdood.
Doorgaans gevoelig (in vitro) zijn:
- Gram-positief aeroob: Staphylococcus aureus (meticilline-gevoelig; 'MSSA'), coagulase-negatieve stafylokok (meticilline-gevoelig), Streptococcus agalactiae en Streptococcus pyogenes.
- Gram-negatief aeroob: Haemophilus influenzae, Haemophilus para-influenzae en Moraxella catarrhalis.
- Spirocheten: Borrelia burgdorferi.
Een verworven resistentie kan een probleem zijn bij:
- Gram-positief aeroob: Streptococcus pneumoniae.
- Gram-negatief aeroob: Citrobacter freundii, Enterobacter cloacae, Escherichia coli, Klebsiella aerogenes, Klebsiella pneumoniae en Proteus spp. (P. vulgaris is echter inherent resistent).
- Gram-positief anaeroob: Cutibacterium (voorheen Propionibacterium) spp. en Peptostreptococcus spp.
- Gram-negatief anaeroob: Fusobacterium spp. en Bacteroides spp. (B. fragilis is echter inherent resistent).
Inherent resistent zijn:
- Gram-positief aeroob: Enterococcus faecalis, Enterococcus faecium en Staphylococcus aureus (meticilline-resistent; 'MRSA').
- Gram-negatief aeroob: Acinetobacter spp., Campylobacter spp., Morganella morganii, Proteus vulgaris, Providencia spp., Pseudomonas aeruginosa en Serratia marcescens.
- Gram-negatief anaeroob: Bacteroides fragilis.
- Overig: Chlamydia spp., Mycoplasma spp. en Legionella spp.
Cefuroxim is gevoelig voor β-lactamasen waaronder ESBL's en AmpC-enzymen.
Kinetische gegevens
Resorptie | tijdens absorptie wordt cefuroximaxetil in het darmslijmvlies en in het bloed snel gehydrolyseerd tot cefuroxim. De beste absorptie vindt plaats wanneer ingenomen kort na een maaltijd. |
F | bij de suspensie 4–17% lager dan bij de tablet. |
T max | tabl. 2–3 uur, susp. langer met een lagere topspiegel. |
V d | ca. 0,71 l/kg. |
Overig | Voldoende concentraties cefuroxim worden doorgaans bereikt in de amandelen, sinusweefsel, bronchusslijmvliezen, sputum, pleuravocht, gewrichtsvocht, synoviaal vocht, botweefsel, interstitieel vocht, oogkamervocht en gal. Cefuroxim passeert alleen de bloed-hersenbarrière bij ontstoken hersenvliezen. |
Metabolisering | cefuroxim wordt niet verder gemetaboliseerd. |
Eliminatie | vnl. met de urine, 95% onveranderd (50% via tubulaire secretie, 45% via glomerulaire filtratie), 5% via de gal. Cefuroxim wordt effectief verwijderd door dialyse. |
T 1/2el | 1–1½ uur (serum), bij een creatinineklaring 10-29 ml/min: ca. 4,5 uur, bij een creatinineklaring < 10 ml/min: ca. 17 uur, tijdens hemodialyse 2-4 uur. |
Uitleg afkortingen
F | biologische beschikbaarheid (fractie van de dosis die in de systemische circulatie verschijnt) |
T max | tijdsduur tot maximale bloedspiegel na toediening |
V d | verdelingsvolume (fictief volume waarin een geneesmiddel zich verdeelt over het lichaam) |
T 1/2 | plasmahalfwaardetijd (tijd die nodig is om een bepaalde plasmaconcentratie te halveren) |
T 1/2el | plasmahalfwaardetijd in de eliminatiefase, terminale halfwaardetijd |
Groepsinformatie
cefepim hoort bij de groep cefalosporinen.
- cefaclor (J01DC04) Vergelijk
- cefalexine (J01DB01) Vergelijk
- cefazoline (J01DB04) Vergelijk
- cefiderocol (J01DI04) Vergelijk
- cefotaxim (J01DD01) Vergelijk
- ceftarolinefosamil (J01DI02) Vergelijk
- ceftazidim (J01DD02) Vergelijk
- ceftazidim/avibactam (J01DD52) Vergelijk
- ceftolozaan/tazobactam (J01DI54) Vergelijk
- ceftriaxon (J01DD04) Vergelijk
- cefuroxim (systemisch) (J01DC02) Vergelijk
- cefuroximaxetil (J01DC02) Vergelijk
Groepsinformatie
cefuroximaxetil hoort bij de groep cefalosporinen.
- cefaclor (J01DC04) Vergelijk
- cefalexine (J01DB01) Vergelijk
- cefazoline (J01DB04) Vergelijk
- cefepim (J01DE01) Vergelijk
- cefiderocol (J01DI04) Vergelijk
- cefotaxim (J01DD01) Vergelijk
- ceftarolinefosamil (J01DI02) Vergelijk
- ceftazidim (J01DD02) Vergelijk
- ceftazidim/avibactam (J01DD52) Vergelijk
- ceftolozaan/tazobactam (J01DI54) Vergelijk
- ceftriaxon (J01DD04) Vergelijk
- cefuroxim (systemisch) (J01DC02) Vergelijk
Kosten
Kosten laden…Kosten
Kosten laden…Zie ook
Geneesmiddelgroep
Indicaties
Externe links
Zie ook
Geneesmiddelgroep
Indicaties
- acute faryngotonsillitis
- acute rinosinusitis
- bacteriële huidinfecties
- cystitis bij gezonde, niet-zwangere vrouw
- cystitis bij risicogroepen ouder dan 12 jaar
- otitis media acuta
- seksueel overdraagbare aandoeningen
- urineweginfectie bij kinderen jonger dan 12 jaar
- urineweginfectie met weefselinvasie (pyelonefritis, acute prostatitis)