Samenstelling
Fetcroja (als sulfaattosylaat) Aanvullende monitoring Shionogi BV
- Toedieningsvorm
- Poeder voor concentraat voor infusievloeistof
- Sterkte
- 1 g
Uitleg symbolen
XGVS | Dit geneesmiddel is niet opgenomen in het geneesmiddelen vergoedings systeem (GVS). |
OTC | 'Over the counter', dit geneesmiddel is een zelfzorgmiddel. |
Bijlage 2 | Aan de vergoeding van dit geneesmiddel zijn bepaalde voorwaarden verbonden, die zijn vermeld op bijlage 2 van de Regeling zorgverzekering. |
Aanvullende monitoring | Dit geneesmiddel is onderworpen aan aanvullende monitoring. Extra aandacht wordt gevraagd voor onverwachte bijwerkingen. Meldt u dit via het meldformulier van het Lareb. |
Samenstelling
Zavicefta (ceftazidim als pentahydraat), (avibactam als Na-zout) XGVS Pfizer bv
- Toedieningsvorm
- Poeder voor concentraat voor infusievloeistof
Bevat per flacon: ceftazidim 2 g, avibactam 0,5 g.
Uitleg symbolen
XGVS | Dit geneesmiddel is niet opgenomen in het geneesmiddelen vergoedings systeem (GVS). |
OTC | 'Over the counter', dit geneesmiddel is een zelfzorgmiddel. |
Bijlage 2 | Aan de vergoeding van dit geneesmiddel zijn bepaalde voorwaarden verbonden, die zijn vermeld op bijlage 2 van de Regeling zorgverzekering. |
Aanvullende monitoring | Dit geneesmiddel is onderworpen aan aanvullende monitoring. Extra aandacht wordt gevraagd voor onverwachte bijwerkingen. Meldt u dit via het meldformulier van het Lareb. |
Advies
Start bij een urineweginfectie met tekenen van weefselinvasie bij volwassenen met antibiotica met voldoende weefselpenetratie, zoals in de eerstelijnszorg met ciprofloxacine, cotrimoxazol of amoxicilline/clavulaanzuur. Start in de tweedelijnszorg met intraveneuze toediening van amoxicilline óf een tweede generatie cefalosprine mét een aminoglycoside óf een intraveneus derde generatie cefalosporine als monotherapie. Neem altijd een kweek af, start daarna de behandeling ‘blind’ en pas deze zo nodig aan op basis van de kweekuitslag en/of resistentiebepaling.
Bij een nosocomiale pneumonie wordt de keuze voor een specifiek antibioticum bepaald door de lokale situatie met betrekking tot de aard en de resistentie van de ziekenhuisflora.
Voor dit geneesmiddel specifiek zijn geen adviezen vastgesteld. Voor de plaatsbepaling van nieuwe en oude antibiotica voor de Nederlandse situatie, kan geraadpleegd worden: Alternatieven voor carbapenems bij de behandeling van ESBL-producerende Enterobacterales en opties bij carbapenemresistentie op swab.nl. Dit plaatsbepalingsdocument bespreekt onder andere alternatieven voor carbapenems als empirische en gerichte therapie bij (vermoeden van) een infectie met bacteriën met resistentie tegen derdegeneratie cefalosporinen. Het document is geen richtlijn, maar biedt de voorschrijver handvatten bij het gebruik van de besproken antibiotica.
Advies
In het algemeen dienen de cefalosporinen als 'reserve' antimicrobiële middelen te worden beschouwd. De Commissie adviseert de toepassing van parenterale cefalosporinen te reserveren voor de kliniek.
Bij een nosocomiale pneumonie (HAP) wordt de keuze voor een specifiek antibioticum bepaald door de lokale situatie met betrekking tot de aard en de resistentie van de ziekenhuisflora.
Start bij een urineweginfectie met tekenen van weefselinvasie bij volwassenen met antibiotica met voldoende weefselpenetratie, zoals in de eerstelijnszorg met ciprofloxacine, cotrimoxazol of amoxicilline/clavulaanzuur. Start in de tweedelijnszorg met intraveneuze toediening van amoxicilline óf een tweede generatie cefalosporine mét een aminoglycoside óf een i.v. derde generatie cefalosporine als monotherapie. Neem altijd een kweek af, start daarna de behandeling ‘blind’ en pas deze zo nodig aan op basis van de kweekuitslag en/of resistentiebepaling.
Indicaties
- Infecties als gevolg van aerobe Gram-negatieve micro-organismen bij volwassenen met beperkte behandelingsopties.
Combineer met een ander antibacterieel middel dat werkzaam is tegen anaerobe en/of Gram-positieve pathogenen, als het bekend is of vermoed wordt dat deze bijdragen aan het infectieproces.
Gerelateerde informatie
Indicaties
Behandeling van de volgende infecties bij volwassenen en kinderen vanaf de leeftijd van 3 maanden:
- gecompliceerde intra-abdominale infecties;
- gecompliceerde urineweginfecties, waaronder pyelonefritis;
- in het ziekenhuis opgelopen pneumonie ('hospital acquired' pneumonie; HAP), waaronder beademingspneumonie ('ventilator-associated' pneumonie; VAP);
- (andere) infecties als gevolg van aerobe, Gram-negatieve organismen bij beperkte behandelopties (bv. t.g.v. van bacteriële resistentie);
- bacteriëmie (sepsis) (vermoedelijk) gepaard gaande met een van de hierboven genoemde infecties, bij volwassenen.
Gerelateerde informatie
Doseringen
Infecties door Gram-negatieve micro-organismen
Volwassenen (incl. ouderen)
I.v.-infusie: 2 g om de 8 uur, bij een normale nierfunctie (creatinineklaring 90–119 ml/min). Geef bij een creatinineklaring ≥ 120 ml/min 2 g om de 6 uur. Behandelduur: Deze is in overeenstemming met de aard van de infectie (locatie, ernst, complexiteit). Aanbevolen behandelduur voor bv. gecompliceerde urineweginfecties, waaronder pyelonefritis, en gecompliceerde intra-abdominale infecties 5–10 dagen; voor nosocomiale pneumonie, waaronder 'ventilator-associated' pneumonie (VAP), 7–14 dagen. Een behandeling tot 21 dagen kan nodig zijn.
Verminderde nierfunctie
- creatinineklaring 60–89 ml/min: 2 g om de 8 uur.
- creatinineklaring 30–59 ml/min: 1,5 g om de 8 uur.
- creatinineklaring 15–29 ml/min: 1 g om de 8 uur.
- creatinineklaring < 15 ml/min (terminale nierziekte): 0,75 g om de 12 uur.
- intermitterende hemodialyse: 0,75 g om de 12 uur. Dien op hemodialysedagen zo snel mogelijk na de dialyse toe, omdat hemodialyse cefiderocol verwijdert uit de circulatie.
Verminderde leverfunctie: Geen dosisaanpassing nodig.
Toediening: Na reconstitutie en verdunning intraveneus infunderen in 3 uur.
Doseringen
Geef ceftazidim/avibactam in combinatie met een antibioticum tegen Gram-positieve bacteriën wanneer bekend is of vermoed wordt dat deze bijdragen aan het infectieproces en/of in combinatie met metronidazol bij (verdenking op) betrokkenheid van anaerobe bacteriën, zoals bij intra-abdominale infecties mogelijk is.
Gecompliceerde intra-abdominale infecties
Volwassenen (incl. ouderen)
I.v-infusie: 2 g/0,5 g elke 8 uur. Behandelduur: 5–14 dagen, afhankelijk van de ernst van de infectie, de pathogenen en de bacteriologische progressie van de patiënt.
Kinderen vanaf 6 maanden tot 18 jaar
I.v-infusie: 50 mg/12,5 mg/kg lichaamsgewicht elke 8 uur, tot maximaal 2 g/0,5 g elke 8 uur. Behandelduur: 5–14 dagen, afhankelijk van de ernst van de infectie, de pathogenen en de bacteriologische progressie van de patiënt.
Kinderen van 3 tot 6 maanden
I.v-infusie: 40/10 mg/kg lichaamsgewicht, elke 8 uur. Behandelduur: 5–14 dagen, afhankelijk van de ernst van de infectie, de pathogenen en de bacteriologische progressie van de patiënt.
Gecompliceerde urineweginfecties, waaronder pyelonefritis
Volwassenen (incl. ouderen)
I.v-infusie: 2 g/0,5 g elke 8 uur. Behandelduur: 5–10 dagen, afhankelijk van de ernst van de infectie, de pathogenen en de bacteriologische progressie van de patiënt. De totale duur kan bestaan uit intraveneus toegediend ceftazidim/avibactam gevolgd door een geschikte orale vervolgbehandeling.
Kinderen vanaf 6 maanden tot < 18 jaar
I.v-infusie: 50/12,5 mg/kg lichaamsgewicht elke 8 uur, tot maximaal 2 g/0,5 g elke 8 uur. Behandelduur: 5–14 dagen, afhankelijk van de ernst van de infectie, de pathogenen en de bacteriologische progressie van de patiënt. De totale duur kan bestaan uit intraveneus toegediend ceftazidim/avibactam gevolgd door een geschikte orale vervolgbehandeling.
Kinderen van 3-6 maanden
I.v-infusie: 40/10 mg/kg lichaamsgewicht, elke 8 uur. Behandelduur: 5–14 dagen. De totale duur kan bestaan uit intraveneus toegediend ceftazidim/avibactam gevolgd door een geschikte orale vervolgbehandeling. Er is beperkte ervaring met het gebruik van ceftazidim/avibactam bij deze leeftijdsgroep.
HAP, waaronder VAP
Volwassenen (incl. ouderen)
I.v-infusie: 2 g/0,5 g elke 8 uur. Behandelduur: 7–14 dagen, afhankelijk van de ernst van de infectie, de pathogenen en de bacteriologische progressie van de patiënt.
Kinderen vanaf 6 maanden tot < 18 jaar
I.v-infusie:50/12,5 mg/kg lichaamsgewicht elke 8 uur, tot maximaal 2 g/0,5 g elke 8 uur. Behandelduur: 7-14 dagen, afhankelijk van de ernst van de infectie, de pathogenen en de bacteriologische progressie van de patiënt .
Kinderen van 3-6 maanden
I.v-infusie: 40/10 mg/kg lichaamsgewicht, elke 8 uur. Behandelduur: 7–14 dagen, afhankelijk van de ernst van de infectie, de pathogenen en de bacteriologische progressie van de patiënt. Er is beperkte ervaring met het gebruik van ceftazidim/avibactam bij deze leeftijdsgroep.
Infecties met aerobe, Gram-negatieve organismen bij patiënten met beperkte behandelopties
Volwassenen (incl. ouderen)
I.v-infusie: 2 g/0,5 g elke 8 uur. Behandelduur: Afhankelijk van de ernst van de infectie, de pathogenen en de bacteriologische progressie van de patiënt. Er is zeer beperkte ervaring met gebruik langer dan 14 dagen.
Kinderen vanaf 6 maanden tot < 18 jaar
I.v-infusie: 50/12,5 mg/kg lichaamsgewicht elke 8 uur, tot maximaal 2 g/0,5 g elke 8 uur. Behandelduur: Afhankelijk van de ernst van de infectie, de pathogenen en de bacteriologische progressie van de patiënt. Er is zeer beperkte ervaring met gebruik langer dan 14 dagen.
Kinderen van 3-6 maanden
I.v-infusie: 40/10 mg/kg lichaamsgewicht, elke 8 uur. Behandelduur: Afhankelijk van de ernst van de infectie, de pathogenen en de bacteriologische progressie van de patiënt. Er is beperkte ervaring met het gebruik van ceftazidim/avibactam bij deze leeftijdsgroep. Er is zeer beperkte ervaring met gebruik langer dan 14 dagen.
Verminderde nierfunctie (volgens de officiële productinformatie) bij geschatte creatinineklaring (eGFR, bij volwassenen middels Cockcroft-Gault, voor kinderen met behulp van de 'bedside'-formule van Schwartz):
Bij volwassenen
- ≥ 51 ml/min: geen dosisaanpassing nodig;
- 31-50 ml/min: 1 g/0,25 g elke 8 uur;
- 16-30 ml/min: 0,75 g/0,1875 g elke 12 uur;
- 6-15 ml/min: 0,75 g/0,1875 g elke 24 uur;
- Eindstadium nierziekte (ESRD), waaronder met hemodialyse: 0,75 g/0,1875 g elke 48 uur. Op dialysedagen toedienen ná voltooiing van de hemodialyse, omdat ceftazidim en avibactam via hemodialyse verwijderd worden.
- Zie ook de rubriek Waarschuwingen en voorzorgen.
Bij kinderen ≥ 2 jaar)
- ≥ 51 ml/min/1,73 m²: geen dosisaanpassing nodig;
- 31-50 ml/min/1,73 m²: 25 mg/6,25 mg/kg lichaamsgewicht elke 8 uur, tot maximaal 1 g/0,25 g elke 8 uur;
- 16-30 ml/min/1,73 m²: 18,75 mg/4,7 mg/kg lichaamsgewicht elke 12 uur, tot maximaal 0,75 g/0,1875 g elke 12 uur;
- 6-15 ml/min/1,73 m²: 18,75 mg/4,7 mg/kg lichaamsgewicht elke 24 uur, tot maximaal 0,75 g/0,1875 g elke 24 uur;
- Eindstadium nierziekte (ESRD), waaronder met hemodialyse: 18,75 mg/4,7 mg/kg lichaamsgewicht elke 48 uur, tot maximaal 0,75 g/0,1875 g elke 48 uur. Op dialysedagen toedienen ná voltooiing van de hemodialyse, omdat ceftazidim en avibactam via hemodialyse verwijderd worden.
Bij kinderen 6 maanden - 2 jaar
- ≥ 51 ml/min/1,73 m²: geen dosisaanpassing nodig;
- 31-50 ml/min/1,73 m²: 25 mg/6,25 mg/kg lichaamsgewicht elke 8 uur;
- 16-30 ml/min/1,73 m²: 18,75 mg/4,7 mg/kg lichaamsgewicht elke 12 uur, tot maximaal 0,75 g/0,1875 g elke 12 uur;
- < 16 ml/min/1,73 m²: onvoldoende gegevens om tot een doseerschema te komen.
Bij kinderen 3-6 maanden
- ≥ 51 ml/min/1,73 m²: geen dosisaanpassing nodig;
- 31-50 ml/min/1,73 m²: 20 mg/5 mg/kg lichaamsgewicht elke 8 uur;
- 16-30 ml/min/1,73 m²: 15 mg/3,75 mg/kg lichaamsgewicht elke 12 uur;
- < 16 ml/min/1,73 m²: onvoldoende gegevens om tot een doseerschema te komen.
Verminderde leverfunctie: Geen dosisaanpassing nodig.
Toediening: Na reconstitutie in 100 ml infunderen middels i.v. infusie gedurende 2 uur. NB. bij toevoeging van vancomycine aan ceftazidim in oplossing kan neerslagvorming optreden.
Bijwerkingen
Vaak (1-10%): candidiasis waaronder orale en vulvovaginale candidiasis, candidurie, andere Candida-infectie. Clostridioides difficile -infectie waaronder (pseudomembraneuze) colitis. Hoesten. Misselijkheid, braken, diarree. Huidreacties waaronder vlekkerige huiduitslag, maculopapuleuze uitslag, erythemateuze uitslag, geneesmiddeleneruptie. Reacties op de infusieplaats waaronder erytheem, flebitis, pijn. Afwijkende leverfunctie, waaronder leverfunctietests verhoogd, verhoogde transaminasewaarden (ALAT, ASAT), verhoogde waarde γ-GT. Verhoogde creatininewaarde.
Soms (0,1-1%): overgevoeligheidsreacties waaronder huidreacties en jeuk. Verhoogde ureumwaarde.
Verder is gemeld: neutropenie.
Bijwerkingen
Zeer vaak (> 10%): positieve directe Coombs-test (kan indicatief zijn voor een hemolytische anemie, de incidentie daarvan is lager maar niet goed bekend).
Vaak (1-10%): candidiase (bv. vulvovaginale of orale candidiasis). Hoofdpijn, duizeligheid. Misselijkheid, braken, buikpijn, diarree. Urticaria, maculopapuleuze huiduitslag, jeuk. Koorts. Eosinofilie, trombocytose of juist trombocytopenie. (Voorbijgaande) stijgingen van één of meer leverenzymen (ALAT, ASAT, LDH, γ-GT, alkalische fosfatase). (Trombo)flebitis op de toedieningsplaats.
Soms (0,1-1%): (pseudomembraneuze) colitis door Clostridioides difficile. Paresthesie, smaakstoornis. Leukopenie, neutropenie, lymfocytose. (Voorbijgaande) verhogingen van bloedureum en/of serumcreatinine, acuut nierfalen.
Zeer zelden (< 0,01%): tubulo-interstitiële nefritis.
Verder zijn gemeld: angio-oedeem, anafylactische reactie, Kounis-syndroom (acuut coronairsyndroom in samenhang met een allergische reactie). Neurologische verschijnselen (bij relatieve overdosering bij verminderde nierfunctie) zoals tremor, myoklonieën, convulsies, niet-convulsieve status epilepticus, encefalopathie, coma). Geelzucht. Toxische epidermale necrolyse (TEN), Stevens-Johnsonsyndroom (SJS), erythema multiforme, geneesmiddelreactie met eosinofilie en systemische symptomen (DRESS-syndroom). Agranulocytose, hemolytische anemie.
Interacties
Op basis van in vitro onderzoek worden geen significante geneesmiddelinteracties verwacht tussen cefiderocol en substraten, of remmers of inductoren van CYP's (incl. CYP3A4 en de CYP2C-familie) of transporteiwitten zoals P-glycoproteïne (Pgp).
Probenecide vermindert de renale tubulaire excretie van een aantal cefalosporinen, mogelijk ook van cefiderocol (dat ook voornamelijk renaal wordt uitgescheiden), maar dit geldt bv. niet voor ceftazidim, ceftriaxon en cefepim. Dit kan mogelijk leiden tot een hogere plasmaconcentratie van cefiderocol.
Interacties
Bij gelijktijdig gebruik van nefrotoxische middelen, zoals aminoglycosiden of lisdiuretica, is er meer kans op nefrotoxiciteit.
Gelijktijdige toediening van bacteriostatische antibiotica (tetracyclinen, macroliden) kan (in vitro) de werkzaamheid van ceftazidim verminderen; klinisch is het belang hiervan alleen gezien bij levensbedreigende infecties als meningitis, endocarditis, sepsis en daarnaast bij patiënten met ernstige neutropenie. Er is in vitro géén synergie of antagonisme gezien bij de combinatie met metronidazol, tobramycine, levofloxacine, vancomycine, linezolid, colistine of tigecycline.
Avibactam is in vitro substraat van de transporters OAT1 en OAT3; krachtige OAT-remmers kunnen mogelijk de eliminatie van avibactam beïnvloeden. Mogelijk kan probenecide (een OAT3-remmer) de halfwaardetijd van avibactam verlengen, doordat het de renale eliminatie reduceert.
Ceftazidim en avibactam zijn geen klinisch significante remmers of induceerders van de CYP450 enzymen of van andere hepatische of renale transporters; het interactiepotentieel via dergelijke mechanismen wordt als laag beschouwd.
Bij toevoeging van vancomycine aan ceftazidim in oplossing kan neerslagvorming optreden.
Zwangerschap
Teratogenese: Bij de mens, onvoldoende gegevens (< 300 zwangerschapsuitkomsten). Bij dieren geen aanwijzingen voor teratogeniteit bij toepassing van therapeutische blootstellingen.
Advies: Uit voorzorg het gebruik ontraden.
Vruchtbaarheid: Bij dieren zijn er met cefiderocol in subtherapeutische doseringen geen aanwijzingen voor een effect op de mannelijke of vrouwelijke vruchtbaarheid gezien.
Zwangerschap
Ceftazidim passeert de placenta gemakkelijk.
Teratogenese: Bij de mens onvoldoende gegevens (ceftazidim, avibactam). Bij dieren geen aanwijzingen voor schadelijkheid (ceftazidim, avibactam).
Advies: Alleen op strikte indicatie gebruiken.
Lactatie
Overgang in de moedermelk: Onbekend voor cefiderocol en metabolieten.
Advies: Het gebruik van dit geneesmiddel óf het geven van borstvoeding ontraden.
Lactatie
Overgang in de moedermelk: Ja, ceftazidim in geringe hoeveelheden. Onbekend voor avibactam.
Farmacologisch effect: Ceftazidim wordt oraal niet of nauwelijks geabsorbeerd. Hierdoor zijn van ceftazidim geen systemische effecten bij de zuigeling te verwachten. Een nadelig effect van avibactam bij de zuigeling kan niet worden uitgesloten.
Advies: Ceftazidim als monotherapie kan gebruikt worden; in verband met de aanwezigheid van avibactam wordt gebruik van het combinatiepreparaat óf het geven van borstvoeding ontraden.
Contra-indicaties
- Overgevoeligheid voor cefalosporinen.
- Ernstige overgevoeligheid (bv. anafylaxie, ernstige huidreactie) voor een ander type β-lactamantibioticum (bv. penicillinen, monobactams of carbapenems).
Contra-indicaties
- Overgevoeligheid voor cefalosporinen;
- Ernstige overgevoeligheid (anafylaxie, ernstige huidreactie) voor andere β-lactamantibiotica (penicillinen, carbapenems, monobactams).
Waarschuwingen en voorzorgen
Controleer vóór aanvang van de behandeling of er een voorgeschiedenis bestaat van overgevoeligheidsreacties op β-lactamantibiotica. Staak de behandeling onmiddellijk als zich een ernstige allergische reactie voordoet en start met geschikte noodmaatregelen.
Controleer de nierfunctie regelmatig, omdat dosisaanpassing noodzakelijk kan zijn tijdens de behandeling.
Epileptische aanvallen zijn gemeld met cefalosporinen. Verricht neurologisch onderzoek wanneer een focale tremor, myoclonus of een epileptische aanval ontstaat en stel een behandeling met anti-epileptica in. Indien nodig de dosis cefiderocol aanpassen aan de nierfunctie, of de behandeling staken. Bij een bekende, reeds bestaande epileptische aandoening de behandeling met anti-epileptica voortzetten.
Houd bij diarree tijdens of na de behandeling rekening met Clostridioides difficile-geassocieerde diarree (CDAD). CDAD kan in ernst variëren van lichte diarree tot (pseudomembraneuze) colitis met fatale afloop. Overweeg de behandeling met cefiderocol te staken en ondersteunende maatregelen te nemen in combinatie met een specifieke behandeling gericht tegen C. difficile. Geef in deze situatie geen geneesmiddelen die de peristaltiek remmen.
Klinische gegevens zijn beperkt tot de behandeling van de volgende infecties:
- gecompliceerde urineweginfectie;
- 'hospital-acquired' pneumonie (HAP) ook wel nosocomiale pneumonie (NP);
- 'ventilator-associated' pneumonie (VAP, ook wel beademingspneumonie);
- 'healthcare-associated' pneumonie (HCAP);
- sepsis en bacteriëmie (bij sommige patiënten zonder geïdentificeerde primaire infectiehaard).
Het gebruik van cefiderocol voor de geregistreerde indicatie is gebaseerd op farmacokinetisch-farmacodynamische analyses en beperkte klinische gegevens vanuit gerandomiseerd klinisch onderzoek waarin 80 patiënten werden behandeld met cefiderocol en 38 patiënten met de best beschikbare therapie voor infecties veroorzaakt door carbapenem-resistente organismen.
Een hoger mortaliteitspercentage (alle oorzaken) werd in een gerandomiseerd open-label onderzoek gezien bij patiënten in kritieke toestand met NP, bacteriëmie en/of sepsis, behandeld met cefiderocol in vergelijking met de best beschikbare andere therapie (BAT). Het waren infecties met als (vermoedelijke) oorzaak een carbapenem-resistente Gram-negatieve bacterie. De oorzaak voor de toename in mortaliteit is niet vastgesteld. Wel was er een verband tussen mortaliteit en infectie met Acinetobacter spp., verantwoordelijk voor de meeste infecties door niet-fermenterende bacteriën. Bij infecties veroorzaakt door andere niet-fermenterende bacteriën was de mortaliteit niet verhoogd.
De werkzaamheid en veiligheid bij kinderen (< 18 jaar) zijn niet vastgesteld; er zijn geen gegevens beschikbaar.
Fout-positieve testresulaten kunnen optreden met urinedipsticktests (urine-eiwit, ketonen of sporen van bloed) en met de directe of indirecte Coombstest (antiglobulinetest). Klinische laboratoria moeten alternatieve testen gebruiken om positieve testuitslagen te bevestigen.
Hulpstof: Wees voorzichtig met natrium, in het poeder voor concentraat voor infusievloeistof, bij een natriumarm dieet.
Waarschuwingen en voorzorgen
Kruisovergevoeligheid en kruisresistentie tussen cefalosporinen onderling, en met penicillinen komen voor. Ernstige en soms fatale overgevoeligheidsreacties zijn mogelijk. Er zijn meldingen geweest van overgevoeligheidsreacties die zich ontwikkelen tot acute allergische kransslagaderspasmen, die weer kunnen leiden tot een myocardinfarct (het Kounis-syndroom). Ga voor de start van dit middel na of de patiënt een voorgeschiedenis heeft van overgevoeligheidsreacties op ceftazidim, andere cefalosporinen of antibiotica uit de andere β-lactamklassen. Wees voorzichtig bij gebleken lichte overgevoeligheid voor andere β-lactamantibiotica (penicillinen, monobactams, carbapenems).
Controleer bij langdurig gebruik het bloedbeeld regelmatig. Als een patiënt tijdens de behandeling een anemie ontwikkelt, de diagnose van cefalosporine-geassocieerde anemie overwegen en de behandeling staken totdat de oorzaak is vastgesteld. Deze immuun-gemedieerde hemolytische anemie kan fataal verlopen.
Bij nierfunctiestoornissen de geschatte creatinineklaring controleren en zo nodig de dosering aanpassen; zie rubriek Doseringen.
Voortgezette toediening van ceftazidim kan resulteren in overgroei van niet-gevoelige micro-organismen zoals C. difficile, enterokokken en schimmels. Bij optreden van ernstige diarree de diagnose pseudomembraneuze colitis overwegen; in dat geval, evenals bij optreden van hemorragische colitis en overgevoeligheidsreacties, het gebruik staken.
Door gebruik van cefalosporinen kan de Coombs-test fout-positief worden evenals glucosebepalingen in de urine met koperbevattende reagentia (Benedict-suikerreactie of Fehling-reagens, Clinitest e.d.).
Bij kinderen < 3 maanden zijn de werkzaamheid en veiligheid niet vastgesteld; er zijn geen gegevens beschikbaar. Er is beperkte ervaring met het gebruik van ceftazidim/avibactam bij een leeftijd van 3-6 maanden.
Hulpstoffen: Let op het natrium, in de infusievloeistof, bij een natriumarm dieet.
Overdosering
Neem voor informatie over een vergiftiging met cefiderocol contact op met het Nationaal Vergiftigingen Informatie Centrum.
Overdosering
Symptomen
Neurologische gevolgen zoals encefalopathie, convulsies en coma door de component ceftazidim.
Therapie
Hemodialyse of peritoneale dialyse.
Neem voor meer informatie over de symptomen en behandeling van een overdosering van ceftazidim/tazobactam contact op met het Nationaal Vergiftigingen Informatie Centrum.
Eigenschappen
Cefiderocol is een siderofoor (ijzerbindend) cefalosporine. Het combineert een cholorocatechol-type siderofoor met een cefalosporine-kern, met zijketens die chemisch gezien lijken op die van cefepim (een 4e generatie cefalosporine) en ceftazidim (een 3e generatie cefalosporine). Deze structuur geeft cefiderocol versterkte stabiliteit tegen hydrolyse door β-lactamasen. De catechol-zijketen vormt chelatiecomplexen met ferrisch ijzer (Fe3+). Hierdoor is cefiderocol in staat zich te binden aan extracellulair vrij ijzer, wat actief transport via gespecialiseerde bacteriële ijzertransporters – die zijn gelegen op de buitenmembraan – naar de periplasmatische ruimte van Gram-negatieve bacteriën mogelijk maakt. Opname door deze bacteriën middels passieve diffusie via porinekanalen kan ook plaatsvinden. Vervolgens bindt cefiderocol zich aan penicillinebindende eiwitten (PBP's) in de celwand van bacteriën, waardoor de synthese van peptidoglycaan wordt geremd. Dit resulteert in celdood. De tijdsduur waarin de ongebonden plasmaconcentratie boven de minimaal remmende plasmaconcentratie (MIC) tegen het infecterend micro-organisme blijft, blijkt het best te correleren met de werkzaamheid van cefiderocol.
Cefiderocol is weinig of niet werkzaam tegen de meeste Gram-positieve organismen en anaeroben.
In vitro zijn gevoelig:
- Aeroob Gram-negatief: Achromobacter spp., Acinetobacter baumannii complex, Burkholderia cepacia complex, Citrobacter freundii complex, Citrobacter koseri, Escherichia coli, Enterobacter cloacae complex, Klebsiella aerogenes, Klebsiella pneumoniae, Klebsiella oxytoca, Morganella morganii, Proteus mirabilis, Proteus vulgaris, Providencia rettgeri, Pseudomonas aeruginosa, Serratia spp. (incl. Serratia marcescens) en Stenotrophomonas maltophilia.
Niet gevoelig (in vitro) zijn: aeroob Gram-positieve micro-organismen, anaerobe micro-organismen.
Resistentiemechanismen zijn o.a. meer mutante of verworven PBP's, β-lactamase-enzymen die het vermogen hebben tot hydrolyse van cefiderocol, mutaties die invloed hebben op de regulering van de opname van ijzer door bacteriën, mutaties in transporteiwitten van sideroforen en overexpressie van natieve bacteriële sideroforen. In vitro wordt het antibacteriële effect tegen de normaliter gevoelige soorten niet beïnvloed door de meeste β-lactamasen, waaronder metallo-enzymen. Aangezien de opname in de cellen ook via sideroforen plaatsvindt, wordt de werking van cefiderocol in vitro doorgaans minder beïnvloed door porineverlies of effluxgemedieerde resistentie in vergelijking met andere β-lactamantibiotica.
Kinetische gegevens
V d | ca. 0,26 l/kg. |
Metabolisering | in beperkte mate (< 10%), tot o.a. pyrrolidinechloorbenzamide (PCBA). |
Eliminatie | grotendeels (ca. 98,5%) met de urine, vnl. als ongewijzigd cefiderocol (90,6%), in beperkte mate (2,8%) met de feces. Hemodialyse verwijdert ca. 60% van cefiderocol uit de circulatie met een sessie van 3 tot 4 uur. |
T 1/2el | 2–3 uur. |
Uitleg afkortingen
F | biologische beschikbaarheid (fractie van de dosis die in de systemische circulatie verschijnt) |
T max | tijdsduur tot maximale bloedspiegel na toediening |
V d | verdelingsvolume (fictief volume waarin een geneesmiddel zich verdeelt over het lichaam) |
T 1/2 | plasmahalfwaardetijd (tijd die nodig is om een bepaalde plasmaconcentratie te halveren) |
T 1/2el | plasmahalfwaardetijd in de eliminatiefase, terminale halfwaardetijd |
Eigenschappen
Ceftazidim is een bactericide antibioticum uit de groep van cefalosporinen (derde generatie). Ceftazidim bindt zich aan penicilline-bindende eiwitten in de celwand van bacteriën, waardoor de synthese van peptidoglycaan wordt geremd. Dit resulteert in celdood. Ceftazidim wordt geïnactiveerd door β-lactamasen (ESBL's).
Avibactam is een β-lactamaseremmer en verbreedt het werkingsspectrum van ceftazidim door de β-lactamasen die sommige bacteriën produceren te remmen. Het remmende spectrum van avibactam bevat Ambler klasse A en C β-lactamasen, daarnaast bepaalde klasse D-enzymen waaronder 'extended spectrum' β–lactamasen (ESBL's) en AmpC-enzymen. Avibactam remt geen klasse B-enzymen (de metallo-β-lactamasen). Er is in vitro géén synergie of antagonisme gezien bij de combinatie met metronidazol, tobramycine, levofloxacine, vancomycine, linezolid, colistine of tigecycline.
In klinisch onderzoek is werkzaamheid aangetoond bij de volgende pathogenen, die in vitro (o.b.v. het antibiogram) gevoelig waren gebleken voor ceftazidim/tazobactam:
- Bij gecompliceerde urineweginfecties: Escherichia coli, Klebsiella pneumoniae, Proteus mirabilis, Enterobacter cloacae en Pseudomonas aeruginosa.
- Bij gecompliceerde intra-abdominale infecties: Citrobacter freundii, Enterobacter cloacae, Escherichia coli, Klebsiella oxytoca, Klebsiella pneumoniae en Pseudomonas aeruginosa.
- Bij een nosocomiale pneumonie, ook wel ziekenhuispneumonie, waaronder ventilator-geassocieerde pneumonie (VAP): Enterobacter cloacae, Escherichia coli, Klebsiella pneumoniae, Proteus mirabilis, Serratia marcescens en Pseudomonas aeruginosa.
Er is géén klinische werkzaamheid aangetoond bij de goedgekeurde indicaties bij de volgende pathogenen, hoewel uit in vitro gegevens bleek dat zij wel gevoelig zouden zijn bij afwezigheid van verworven resistentiemechanismen: Citrobacter koseri, Klebsiella aerogenes, Morganella morganii, Proteus vulgaris en Providencia rettgeri.
Ceftazidim heeft weinig tot geen activiteit tegen de meeste Gram-positieve organismen zoals Staphylococcus aureus (zowel meticilline-gevoelige als meticilline-resistente stammen; 'MSSA' en 'MRSA') en Enterococcus spp.
Ongevoelig zijn (op basis van in vitro gegevens): Stenotrophomonas maltophilia, Acinetobacter spp. en anaerobe bacteriën.
Kinetische gegevens
V d | ca. 0,31 l/kg (ceftazidim), ca. 0,26 l/kg (avibactam) |
Overig | penetratie in de liquor: ceftazidim voldoende bij ontstoken hersenvliezen. Onbekend voor avibactam, wel bij dieren met ontstoken hersenvliezen. |
Overig | penetratie in bronchiale epitheelvloeistof: concentratie ca. 30% van plasmaconcentratie (ceftazidim, avibactam). |
Metabolisering | niet of nauwelijks (ceftazidim, avibactam). Geen metabolisering van avibactam in humane leverpreparaten. |
Eliminatie | ceftazidim vnl. onveranderd met de urine, d.m.v. glomerulaire filtratie; < 1% via de gal. Avibactam onveranderd met de urine door actieve tubulaire secretie naast glomerulaire filtratie, < 0,25% met de feces. Ceftazidim wordt verwijderd door hemodialyse en peritoneale dialyse. Een hemodialysesessie van 4 uur verwijderd ca. 55% van een dosis avibactam. |
T 1/2el | ca. 2 uur (ceftazidim, avibactam), bij ouderen ≥ 80 jaar 3,5-4 uur (ceftazidim), bij afname nierfunctie verlengd (ceftazidim, avibactam). |
Uitleg afkortingen
F | biologische beschikbaarheid (fractie van de dosis die in de systemische circulatie verschijnt) |
T max | tijdsduur tot maximale bloedspiegel na toediening |
V d | verdelingsvolume (fictief volume waarin een geneesmiddel zich verdeelt over het lichaam) |
T 1/2 | plasmahalfwaardetijd (tijd die nodig is om een bepaalde plasmaconcentratie te halveren) |
T 1/2el | plasmahalfwaardetijd in de eliminatiefase, terminale halfwaardetijd |
Groepsinformatie
cefiderocol hoort bij de groep cefalosporinen.
- cefaclor (J01DC04) Vergelijk
- cefalexine (J01DB01) Vergelijk
- cefazoline (J01DB04) Vergelijk
- cefepim (J01DE01) Vergelijk
- cefotaxim (J01DD01) Vergelijk
- ceftarolinefosamil (J01DI02) Vergelijk
- ceftazidim (J01DD02) Vergelijk
- ceftazidim/avibactam (J01DD52) Vergelijk
- ceftolozaan/tazobactam (J01DI54) Vergelijk
- ceftriaxon (J01DD04) Vergelijk
- cefuroxim (systemisch) (J01DC02) Vergelijk
- cefuroximaxetil (J01DC02) Vergelijk
Groepsinformatie
ceftazidim/avibactam hoort bij de groep cefalosporinen.
- cefaclor (J01DC04) Vergelijk
- cefalexine (J01DB01) Vergelijk
- cefazoline (J01DB04) Vergelijk
- cefepim (J01DE01) Vergelijk
- cefiderocol (J01DI04) Vergelijk
- cefotaxim (J01DD01) Vergelijk
- ceftarolinefosamil (J01DI02) Vergelijk
- ceftazidim (J01DD02) Vergelijk
- ceftolozaan/tazobactam (J01DI54) Vergelijk
- ceftriaxon (J01DD04) Vergelijk
- cefuroxim (systemisch) (J01DC02) Vergelijk
- cefuroximaxetil (J01DC02) Vergelijk