Samenstelling
Fetcroja (als sulfaattosylaat) Shionogi BV
- Toedieningsvorm
- Poeder voor concentraat voor infusievloeistof
- Sterkte
- 1 g
Uitleg symbolen
XGVS | Dit geneesmiddel is niet opgenomen in het geneesmiddelen vergoedings systeem (GVS). |
OTC | 'Over the counter', dit geneesmiddel is een zelfzorgmiddel. |
Bijlage 2 | Aan de vergoeding van dit geneesmiddel zijn bepaalde voorwaarden verbonden, die zijn vermeld op bijlage 2 van de Regeling zorgverzekering. |
Aanvullende monitoring | Dit geneesmiddel is onderworpen aan aanvullende monitoring. Extra aandacht wordt gevraagd voor onverwachte bijwerkingen. Meldt u dit via het meldformulier van het Lareb. |
Samenstelling
Cefuroxim (als Na-zout) Diverse fabrikanten
- Toedieningsvorm
- Poeder voor injectievloeistof
- Sterkte
- 750 mg, 1500 mg
Uitleg symbolen
XGVS | Dit geneesmiddel is niet opgenomen in het geneesmiddelen vergoedings systeem (GVS). |
OTC | 'Over the counter', dit geneesmiddel is een zelfzorgmiddel. |
Bijlage 2 | Aan de vergoeding van dit geneesmiddel zijn bepaalde voorwaarden verbonden, die zijn vermeld op bijlage 2 van de Regeling zorgverzekering. |
Aanvullende monitoring | Dit geneesmiddel is onderworpen aan aanvullende monitoring. Extra aandacht wordt gevraagd voor onverwachte bijwerkingen. Meldt u dit via het meldformulier van het Lareb. |
Advies
Start bij een urineweginfectie met tekenen van weefselinvasie bij volwassenen met antibiotica met voldoende weefselpenetratie, zoals in de eerstelijnszorg met ciprofloxacine, cotrimoxazol of amoxicilline/clavulaanzuur. Start in de tweedelijnszorg met intraveneuze toediening van amoxicilline óf een tweede generatie cefalosprine mét een aminoglycoside óf een intraveneus derde generatie cefalosporine als monotherapie. Neem altijd een kweek af, start daarna de behandeling ‘blind’ en pas deze zo nodig aan op basis van de kweekuitslag en/of resistentiebepaling.
Bij een nosocomiale pneumonie wordt de keuze voor een specifiek antibioticum bepaald door de lokale situatie met betrekking tot de aard en de resistentie van de ziekenhuisflora.
Voor dit geneesmiddel specifiek zijn geen adviezen vastgesteld. Voor de plaatsbepaling van nieuwe en oude antibiotica voor de Nederlandse situatie, kan geraadpleegd worden: Alternatieven voor carbapenems bij de behandeling van ESBL-producerende Enterobacterales en opties bij carbapenemresistentie op swab.nl. Dit plaatsbepalingsdocument bespreekt onder andere alternatieven voor carbapenems als empirische en gerichte therapie bij (vermoeden van) een infectie met bacteriën met resistentie tegen derdegeneratie cefalosporinen. Het document is geen richtlijn, maar biedt de voorschrijver handvatten bij het gebruik van de besproken antibiotica.
Advies
De cefalosporinen dienen in het algemeen als 'reserve'-antimicrobiële middelen te worden beschouwd. De Commissie adviseert de toepassing van parenterale cefalosporinen te reserveren voor de kliniek.
In het algemeen komt cefuroxim pas voor behandeling van infecties in aanmerking op basis van onderzoek naar de aard en de gevoeligheid van de verwekker; dit onderzoek is noodzakelijk bij onvoldoende effect van de middelen die geadviseerd worden voor de initiële empirische behandeling. Bij sommige indicaties kan cefuroxim wel een voorkeursmiddel zijn (zie hieronder).
Bij een bacteriële community-acquired pneumonie (CAP) is behandeling met antibiotica doorgaans aangewezen. De verwekker ervan bepaalt de keuze voor een antibioticum, zie tabel 9 van de SWAB-richtlijn CAP. Bij een onbekende verwekker bepaalt de ernst van de CAP, de initiële keuze van het antibioticum:
• bij een milde pneumonie bij volwassenen en kinderen is oraal amoxicilline eerste keus;
• behandel een matig-ernstige pneumonie bij voorkeur met intraveneus benzylpenicilline of amoxicilline;
• behandel een ernstige pneumonie op een verpleegafdeling met intraveneus cefotaxim, ceftriaxon of cefuroxim;
• geef bij een ernstige pneumonie op de IC intraveneus ciprofloxacine gecombineerd met cefotaxim, ceftriaxon of cefuroxim, óf monotherapie met intraveneus moxifloxacine.
Cefalosporinen hebben geen plaats in de behandeling van CAP in de huisartsenpraktijk; dit zijn doorgaans reservemiddelen voor de tweedelijnszorg. Cefuroxim, een derdegeneratiecefalosporine, komt in de tweedelijnszorg in aanmerking als therapie bij een CAP veroorzaakt door o.a. S. pneumoniae, H. influenzae en K. pneumoniae.
Ga bij een cystitis bij personen behorend tot een risicogroep, waaronder zwangeren en mannen, direct over tot behandeling met antibiotica om complicaties te voorkomen. Start de behandeling ‘blind’, en pas het beleid zo nodig aan op basis van de kweekuitslag en/of resistentiebepaling. De belangrijkste middelen zijn: nitrofurantoïne (bijna altijd eerste keus), fosfomycine (oraal), trimethoprim en bij zwangeren ook amoxicilline/clavulaanzuur.
Ga bij een cystitis bij personen behorende tot een risicogroep, waaronder kinderen < 12 jaar, direct over tot medicamenteuze behandeling met antibiotica om complicaties te voorkomen. Start de behandeling ‘blind’, en pas het beleid zo nodig aan op basis van de kweekuitslag en/of resistentiebepaling. Bij kinderen met cystitis is nitrofurantoïne eerste keus, en is amoxicilline/clavulaanzuur het alternatief. Bij kinderen met een urineweginfectie met tekenen van weefselinvasie is amoxicilline/clavulaanzuur eerste keus, tweede keus is cotrimoxazol.
Start bij een urineweginfectie met tekenen van weefselinvasie bij volwassenen met antibiotica met voldoende weefselpenetratie, zoals in de eerstelijnszorg met ciprofloxacine, cotrimoxazol of amoxicilline/clavulaanzuur. Start in de tweedelijnszorg met intraveneuze toediening van amoxicilline óf een tweedegeneratie cefalosporine mét een aminoglycoside óf een i.v. derdegeneratie cefalosporine als monotherapie. Neem altijd een kweek af, start daarna de behandeling ‘blind’ en pas deze zo nodig aan op basis van de kweekuitslag en/of resistentiebepaling.
Cefuroxim (systemisch) komt, in combinatie met een aminoglycoside, als één van de eerstekeus-behandelopties in aanmerking als empirische behandeling van een urineweginfectie met systemische symptomen.
Kijk in bacteriële huidinfecties voor informatie over de empirische behandeling ervan.
Indicaties
- Infecties als gevolg van aerobe Gram-negatieve micro-organismen bij volwassenen met beperkte behandelingsopties.
Combineer met een ander antibacterieel middel dat werkzaam is tegen anaerobe en/of Gram-positieve pathogenen, als het bekend is of vermoed wordt dat deze bijdragen aan het infectieproces.
Gerelateerde informatie
Indicaties
Behandeling van de volgende infecties bij volwassenen en kinderen (vanaf de geboorte):
- buiten het ziekenhuis verkregen pneumonie (CAP), acute exacerbaties van chronische bronchitis;
- van huid en weke delen: cellulitis, erysipelas, wondinfecties;
- gecompliceerde urineweginfecties, incl. pyelonefritis;
- intra-abdominale infecties.
Profylaxe van postoperatieve infecties:
- bij ingrepen aan het maag-darmstelsel (incl. slokdarm), orthopedische, cardiovasculaire en gynaecologische ingrepen incl. sectio caesarea.
Bij behandeling en preventie van infecties waarbij het zeer waarschijnlijk is dat er anaerobe micro-organismen aanwezig zijn, cefuroxim met aanvullende passende antibiotica toedienen (bv. metronidazol).
Gerelateerde informatie
Doseringen
Infecties door Gram-negatieve micro-organismen
Volwassenen (incl. ouderen)
I.v.-infusie: 2 g om de 8 uur, bij een normale nierfunctie (creatinineklaring 90–119 ml/min). Geef bij een creatinineklaring ≥ 120 ml/min 2 g om de 6 uur. Behandelduur: Deze is in overeenstemming met de aard van de infectie (locatie, ernst, complexiteit). Aanbevolen behandelduur voor bv. gecompliceerde urineweginfecties, waaronder pyelonefritis, en gecompliceerde intra-abdominale infecties 5–10 dagen; voor nosocomiale pneumonie, waaronder 'ventilator-associated' pneumonie (VAP), 7–14 dagen. Een behandeling tot 21 dagen kan nodig zijn.
Verminderde nierfunctie
- creatinineklaring 60–89 ml/min: 2 g om de 8 uur.
- creatinineklaring 30–59 ml/min: 1,5 g om de 8 uur.
- creatinineklaring 15–29 ml/min: 1 g om de 8 uur.
- creatinineklaring < 15 ml/min (terminale nierziekte): 0,75 g om de 12 uur.
- intermitterende hemodialyse: 0,75 g om de 12 uur. Dien op hemodialysedagen zo snel mogelijk na de dialyse toe, omdat hemodialyse cefiderocol verwijdert uit de circulatie.
Verminderde leverfunctie: Geen dosisaanpassing nodig.
Toediening: Na reconstitutie en verdunning intraveneus infunderen in 3 uur.
Doseringen
Pneumonie (CAP)
Volwassenen en kinderen ≥ 40 kg
I.v. of i.m.: Volgens de fabrikant: 750 mg 3×/dag; bij ernstige infecties i.v. 750 mg 4×/dag of 1,5 g 3×/dag.
I.v.: Volgens de SWAB richtlijn CAP (2024) voor volwassenen: bij een ernstige pneumonie (volgens CURB-65 of PSI) met onbekende verwekker: 1500 mg 3×/dag; bij behandeling op de intensivecare-afdeling in combinatie met ciprofloxacine 400 mg 3×/dag. 1500 mg 3×/dag is ook de dosering bij een Klebsiella pneumoniae als aangetoonde verwekker, volgens het SWAB-advies. Volgens het SWAB-advies CAP - onbekende verwekker - matig-ernstig bij allergie voor penicillinen: cefuroxim 750 mg 3×/dag. Dit is ook de dosering bij een H. influenzae als aangetoonde verwekker, volgens het SWAB-advies. Behandelduur: Bij een (matig-)ernstige pneumonie betreft deze volgens de richtlijn 5–7 dagen, of 5 dagen bij een goede klinische respons. Bij een pneumokok als aangetoonde verwekker, 5 dagen, volgens het SWAB-advies CAP - pneumokok (juli 2024).
Kinderen < 40 kg lichaamsgewicht
I.v.: Volgens de fabrikant: 30–100 mg/kg lichaamsgewicht per dag, bij kinderen ouder dan 3 weken verdeeld over 3–4 doses en bij kinderen tot 3 weken verdeeld over 2–3 doses. Een dosis van 60 mg/kg/dag is geschikt voor de meeste infecties.
Acute exacerbatie van chronische bronchitis
Volwassenen en kinderen ≥ 40 kg
I.v. of i.m.: 750 mg 3×/dag.
Infecties van huid en weke delen
Volwassenen en kinderen ≥ 40 kg
I.v. of i.m.: Volgens de fabrikant 750 mg 3×/dag; bij ernstige infecties i.v. 750 mg 4×/dag of 1,5 g 3×/dag.
I.v.: Voor de dosering en behandelduur bij fasciitis necroticans zie het SWAB-advies fasciitis necroticans (volwassenen), en zie het SWAB-advies toxic shock syndroom (volw.) voor de dosering en behandelduur daarbij.
Kinderen < 40 kg lichaamsgewicht
I.v.: Volgens de fabrikant: 30–100 mg/kg lichaamsgewicht per dag, bij kinderen ouder dan 3 weken verdeeld over 3–4 doses en bij kinderen tot 3 weken verdeeld over 2–3 doses. Een dosis van 60 mg/kg/dag is geschikt voor de meeste infecties.
Intra-abdominale infecties
Volwassenen en kinderen ≥ 40 kg
I.v. of i.m.: Volgens de fabrikant 750 mg 3×/dag; bij ernstige infecties i.v. 750 mg 4×/dag of 1,5 g 3×/dag. Zie ook de SWAB-sectie intra-abdominale infecties (volwassenen) voor de dosering en behandelduur volgens SWAB bij diverse intra-abdominale infecties (o.a. cholangitis, cholecystitis, diverticulitis, peritonitis).
Kinderen < 40 kg lichaamsgewicht
I.v.: Volgens de fabrikant: 30–100 mg/kg lichaamsgewicht per dag, bij kinderen ouder dan 3 weken verdeeld over 3–4 doses en bij kinderen tot 3 weken verdeeld over 2–3 doses. Een dosis van 60 mg/kg/dag is geschikt voor de meeste infecties.
Gecompliceerde urineweginfecties, inclusief pyelonefritis
Volwassenen en kinderen ≥ 40 kg
I.v. of i.m.: 1,5 g 3×/dag. Zie voor de behandelduur de algemene opmerkingen in het SWAB-advies urineweginfectie met systemische verschijnselen (“urosepsis”).
Kinderen < 40 kg lichaamsgewicht
I.v.: Volgens de fabrikant: 30–100 mg/kg lichaamsgewicht per dag, bij kinderen ouder dan 3 weken verdeeld over 3–4 doses en bij kinderen tot 3 weken verdeeld over 2–3 doses. Een dosis van 60 mg/kg/dag is geschikt voor de meeste infecties.
Profylaxe van postoperatieve infecties bij cardiovasculaire en oesofageale operaties
Volwassenen
i.v.: 1,5 g bij de inductie van de anesthesie, gevolgd door (volgens de fabrikant i.m.) 750 mg na 8, 16 én 24 uur.
Profylaxe van postoperatieve infecties bij andere maag-darmoperaties, orthopedische en gynaecologische operaties (incl. sectio caesarea)
Volwassenen
i.v.: 1,5 g bij inductie van de anesthesie, daarna zo nodig (volgens de fabrikant i.m.) 750 mg na 8 uur en 16 uur.
Verminderde nierfunctie
Volgens de fabrikant, volwassenen:
- creatinineklaring: 10–20 ml/min/1.73 m²: 750 mg 2×/dag;
- creatinineklaring < 10 ml/min/1.73 m²: 750 mg 1×/dag;
- hemodialyse: na afloop van elke dialyse i.v. (of i.m.) 750 mg;
- peritoneale dialyse: naast parenteraal gebruik kan cefuroxim worden opgenomen in de peritoneale dialysevloeistof (meestal 250 mg voor elke 2 liter);
- continue arterioveneuze hemodialyse (CAVH) of hoge-flux (HF) hemofiltratie bij een patiënt op de intensive care-afdeling: i.v. (of i.m.) 750 mg 2×/dag;
- lage-flux hemofiltratie: volg de aanbevolen dosering bij verminderde nierfunctie.
Let op: deze informatie kan afwijken van de doseringen op de SWAB-pagina cefuroxim en andere bronnen.
Verminderde leverfunctie: Gezien de voornamelijk renale uitscheiding heeft een verminderde leverfunctie naar verwachting geen effect op de farmacokinetiek.
Toediening
- I.v.: als i.v. injectie in 3–5 minuten of als i.v. infusie gedurende 30–60 minuten;
- I.m.: de injectie diep intramusculair toedienen, max. 750 mg per plaats. Geef intraveneus bij een dosis > 1,5 g.
Bijwerkingen
Vaak (1-10%): candidiasis waaronder orale en vulvovaginale candidiasis, candidurie, andere Candida-infectie. Clostridioides difficile -infectie waaronder (pseudomembraneuze) colitis. Hoesten. Misselijkheid, braken, diarree. Huidreacties waaronder vlekkerige huiduitslag, maculopapuleuze uitslag, erythemateuze uitslag, geneesmiddeleneruptie. Reacties op de infusieplaats waaronder erytheem, flebitis, pijn. Afwijkende leverfunctie, waaronder leverfunctietests verhoogd, verhoogde transaminasewaarden (ALAT, ASAT), verhoogde waarde γ-GT. Verhoogde creatininewaarde.
Soms (0,1-1%): overgevoeligheidsreacties waaronder huidreacties en jeuk. Verhoogde ureumwaarde.
Verder zijn gemeld: neutropenie, chromaturie.
Bijwerkingen
Vaak (1-10%): tijdelijke stijging van leverenzymwaarden (ASAT, ALAT), neutropenie, eosinofilie, verlaagde hemoglobineconcentratie. Reactie op de injectie/infusieplaats (bv. pijn, tromboflebitis).
Soms (0,1-1%): maag-darmklachten. Jeuk, huiduitslag, urticaria. Leukopenie, tijdelijke stijging van bilirubine.
Verder zijn gemeld: anafylactische reactie, angio-oedeem. Kounis-syndroom. Interstitiële nefritis. Geneesmiddelenkoorts. Candida-infectie, pseudomembraneuze colitis. Cutane vasculitis, erythema multiforme, Stevens-Johnsonsyndroom (SJS), toxische epidermale necrolyse (TEN), geneesmiddelreactie met eosinofilie en systemische symptomen (DRESS). Trombocytopenie, hemolytische anemie, stijging waarden van serumcreatinine en bloedureum.
Interacties
Op basis van in vitro onderzoek worden geen significante geneesmiddelinteracties verwacht tussen cefiderocol en substraten, of remmers of inductoren van CYP's (incl. CYP3A4 en de CYP2C-familie) of transporteiwitten zoals P-glycoproteïne (Pgp).
Probenecide vermindert de renale tubulaire excretie van een aantal cefalosporinen, mogelijk ook van cefiderocol (dat ook voornamelijk renaal wordt uitgescheiden), maar dit geldt bv. niet voor ceftazidim, ceftriaxon en cefepim. Dit kan mogelijk leiden tot een hogere plasmaconcentratie van cefiderocol.
Interacties
Bacteriostatische antibiotica (bv. macroliden, tetracyclinen) antagoneren de werking van cefuroxim in vitro. Klinisch is dit alleen van belang gebleken bij levensbedreigende infecties zoals meningitis, endocarditis, sepsis en daarnaast bij patiënten met ernstige neutropenie; vermijd in deze gevallen een dergelijke combinatie.
Niet vermengen (bij de toediening) met andere antibacteriële middelen. Bij mengen met aminoglycosiden kan aanzienlijke wederzijdse inactivatie optreden; bij gecombineerd gebruik met aminoglycosiden de middelen op verschillende plaatsen toedienen.
Gelijktijdig gebruik van andere nefrotoxische stoffen zoals aminoglycosiden, furosemide en amfotericine B verhoogt de kans op nefrotoxiciteit; aanbevolen wordt de nierfunctie te controleren, vooral bij ouderen en bij een pre-existente verminderde nierfunctie.
Probenecide vermindert de renale tubulaire excretie van een aantal cefalosporinen, waaronder cefuroxim, maar dit geldt bv. niet voor ceftazidim, ceftriaxon en cefepim. Als resultaat treedt er een verhoogde (piek)serumconcentratie van cefuroxim op en is de uitscheiding ervan verlengd. Gelijktijdig gebruik met probenecide wordt niet aanbevolen.
Zwangerschap
Teratogenese: Bij de mens, onvoldoende gegevens (< 300 zwangerschapsuitkomsten). Bij dieren geen aanwijzingen voor teratogeniteit bij toepassing van therapeutische blootstellingen.
Advies: Uit voorzorg het gebruik ontraden.
Vruchtbaarheid: Bij dieren zijn er met cefiderocol in subtherapeutische doseringen geen aanwijzingen voor een effect op de mannelijke of vrouwelijke vruchtbaarheid gezien.
Zwangerschap
Cefuroxim passeert de placenta in therapeutische concentraties in navelstrengbloed en amnionvocht.
Teratogenese: Zowel bij de mens als bij dieren geen aanwijzingen voor schadelijkheid.
Advies: Kan worden gebruikt.
Lactatie
Overgang in de moedermelk: Onbekend voor cefiderocol en metabolieten.
Advies: Het gebruik van dit geneesmiddel óf het geven van borstvoeding ontraden.
Lactatie
Overgang in de moedermelk: Ja, in kleine hoeveelheden.
Farmacologisch effect: Diarree en lokale schimmelinfectie na orale inname van de borstvoeding kan niet geheel worden uitgesloten.
Advies: Kan desondanks worden gebruikt.
Contra-indicaties
- Overgevoeligheid voor cefalosporinen.
- Ernstige overgevoeligheid (bv. anafylaxie, ernstige huidreactie) voor een ander type β-lactamantibioticum (bv. penicillinen, monobactams of carbapenems).
Contra-indicaties
- Bekende overgevoeligheid voor cefalosporinen.
Opmerking: volgens de fabrikant is de toepassing bij een geschiedenis van ernstige overgevoeligheid voor andere β-lactamantibiotica (bv. penicillinen, carbapenems) gecontra-indiceerd. Volgens de literatuur lijkt er echter (net als bij derde- en vierdegeneratie cefalosporinen) géén kruisovergevoeligheid tussen cefuroxim en andere β-lactamantibiotica te zijn en is dit (mede) toe te schrijven aan het feit dat het cefuroxim-molecuul andere zijketens bevat dan penicillinen, met name op de R1-positie.
Waarschuwingen en voorzorgen
Controleer vóór aanvang van de behandeling of er een voorgeschiedenis bestaat van overgevoeligheidsreacties op β-lactamantibiotica. Staak de behandeling onmiddellijk als zich een ernstige allergische reactie voordoet en start met geschikte noodmaatregelen.
Controleer de nierfunctie regelmatig, omdat dosisaanpassing noodzakelijk kan zijn tijdens de behandeling.
Epileptische aanvallen zijn gemeld met cefalosporinen. Verricht neurologisch onderzoek wanneer een focale tremor, myoclonus of een epileptische aanval ontstaat en stel een behandeling met anti-epileptica in. Indien nodig de dosis cefiderocol aanpassen aan de nierfunctie, of de behandeling staken. Bij een bekende, reeds bestaande epileptische aandoening de behandeling met anti-epileptica voortzetten.
Houd bij diarree tijdens of na de behandeling rekening met Clostridioides difficile-geassocieerde diarree (CDAD). CDAD kan in ernst variëren van lichte diarree tot (pseudomembraneuze) colitis met fatale afloop. Overweeg de behandeling met cefiderocol te staken en ondersteunende maatregelen te nemen in combinatie met een specifieke behandeling gericht tegen C. difficile. Geef in deze situatie geen geneesmiddelen die de peristaltiek remmen.
Klinische gegevens zijn beperkt tot de behandeling van de volgende infecties:
- gecompliceerde urineweginfectie;
- 'hospital-acquired' pneumonie (HAP) ook wel nosocomiale pneumonie (NP);
- 'ventilator-associated' pneumonie (VAP, ook wel beademingspneumonie);
- 'healthcare-associated' pneumonie (HCAP);
- sepsis en bacteriëmie (bij sommige patiënten zonder geïdentificeerde primaire infectiehaard).
Het gebruik van cefiderocol voor de geregistreerde indicatie is gebaseerd op farmacokinetisch-farmacodynamische analyses en beperkte klinische gegevens vanuit gerandomiseerd klinisch onderzoek waarin 80 patiënten werden behandeld met cefiderocol en 38 patiënten met de best beschikbare therapie voor infecties veroorzaakt door carbapenem-resistente organismen.
Een hoger mortaliteitspercentage (alle oorzaken) werd in een gerandomiseerd open-label onderzoek gezien bij patiënten in kritieke toestand met NP, bacteriëmie en/of sepsis, behandeld met cefiderocol in vergelijking met de best beschikbare andere therapie (BAT). Het waren infecties met als (vermoedelijke) oorzaak een carbapenem-resistente Gram-negatieve bacterie. De oorzaak voor de toename in mortaliteit is niet vastgesteld. Wel was er een verband tussen mortaliteit en infectie met Acinetobacter spp., verantwoordelijk voor de meeste infecties door niet-fermenterende bacteriën. Bij infecties veroorzaakt door andere niet-fermenterende bacteriën was de mortaliteit niet verhoogd.
De werkzaamheid en veiligheid bij kinderen (< 18 jaar) zijn niet vastgesteld; er zijn geen gegevens beschikbaar.
Fout-positieve testresulaten kunnen optreden met urinedipsticktests (urine-eiwit, ketonen of sporen van bloed) en met de directe of indirecte Coombstest (antiglobulinetest). Klinische laboratoria moeten alternatieve testen gebruiken om positieve testuitslagen te bevestigen.
Hulpstof: Wees voorzichtig met natrium, in het poeder voor concentraat voor infusievloeistof, bij een natriumarm dieet.
Waarschuwingen en voorzorgen
Kruisovergevoeligheid en kruisresistentie tussen cefalosporinen onderling en penicillinen komt voor. Wees hierop bedacht bij een al dan niet ernstige overgevoeligheid voor penicillinen of carbapenems. Volgens de literatuur lijkt er overigens geen sprake van kruisovergevoeligheid tussen cefuroxim en penicillinen, zie rubriek Contra-indicaties. Er zijn meldingen geweest van overgevoeligheidsreacties die zich ontwikkelden tot het Kounis-syndroom (acuut allergisch coronairarteriespasme, die kan resulteren in een myocardinfarct).
Controleer nauwlettend op ernstige huidreacties en informeer de patiënt over tekenen en symptomen. Reacties als het Stevens-Johnson-syndroom (SJS), toxische epidermale necrolyse (TEN) en geneesmiddelreactie met eosinofilie en systemische symptomen (DRESS) zijn gemeld en deze kunnen fataal verlopen. Staak de toepassing definitief bij het optreden van een ernstige huidreactie en hervat deze bij die patiënt in geen geval.
Bij langdurig gebruik bloedbeeld, lever- en nierfunctie controleren.
Bij ernstige, aanhoudende diarree de diagnose pseudomembraneuze colitis overwegen; bij een vermoeden hiervan de behandeling staken.
Na intracamerale toepassing (waarvoor de injecties niet geformuleerd zijn) zijn (ernstige) oculaire bijwerkingen gemeld, zoals macula-oedeem, retina-oedeem, loslating van de retina, afgenomen gezichtsvermogen, cornea opaciteit en cornea-oedeem.
Door gebruik van cefalosporinen kan de Coombs-test fout-positief worden. Bij glucosebepalingen in de urine met koperbevattende reagentia (Benedict-suikerreactie of Fehling-reagens e.d.) treedt een lichte storing op wat echter niet leidt tot fout-positieve reacties. De glucose-oxidase methode of de hexokinasemethode kan ook worden gebruikt.
Overdosering
Neem voor informatie over een vergiftiging met cefiderocol contact op met het Nationaal Vergiftigingen Informatie Centrum.
Overdosering
Symptomen
Neurologische verschijnselen zoals encefalopathie, convulsies, coma.
Neem voor informatie over een overdosering van cefuroxim contact op met het Nationaal Vergiftigingen Informatie Centrum.
Eigenschappen
Cefiderocol is een siderofoor (ijzerbindend) cefalosporine. Het combineert een cholorocatechol-type siderofoor met een cefalosporine-kern, met zijketens die chemisch gezien lijken op die van cefepim (een 4e generatie cefalosporine) en ceftazidim (een 3e generatie cefalosporine). Deze structuur geeft cefiderocol versterkte stabiliteit tegen hydrolyse door β-lactamasen. De catechol-zijketen vormt chelatiecomplexen met ferrisch ijzer (Fe3+). Hierdoor is cefiderocol in staat zich te binden aan extracellulair vrij ijzer, wat actief transport via gespecialiseerde bacteriële ijzertransporters – die zijn gelegen op de buitenmembraan – naar de periplasmatische ruimte van Gram-negatieve bacteriën mogelijk maakt. Opname door deze bacteriën middels passieve diffusie via porinekanalen kan ook plaatsvinden. Vervolgens bindt cefiderocol zich aan penicillinebindende eiwitten (PBP's) in de celwand van bacteriën, waardoor de synthese van peptidoglycaan wordt geremd. Dit resulteert in celdood. De tijdsduur waarin de ongebonden plasmaconcentratie boven de minimaal remmende plasmaconcentratie (MIC) tegen het infecterend micro-organisme blijft, blijkt het best te correleren met de werkzaamheid van cefiderocol.
Cefiderocol is weinig of niet werkzaam tegen de meeste Gram-positieve organismen en anaeroben.
In vitro zijn gevoelig:
- Aeroob Gram-negatief: Achromobacter spp., Acinetobacter baumannii complex, Burkholderia cepacia complex, Citrobacter freundii complex, Citrobacter koseri, Escherichia coli, Enterobacter cloacae complex, Klebsiella aerogenes, Klebsiella pneumoniae, Klebsiella oxytoca, Morganella morganii, Proteus mirabilis, Proteus vulgaris, Providencia rettgeri, Pseudomonas aeruginosa, Serratia spp. (incl. Serratia marcescens) en Stenotrophomonas maltophilia.
Niet gevoelig (in vitro) zijn: aeroob Gram-positieve micro-organismen, anaerobe micro-organismen.
Resistentiemechanismen zijn o.a. meer mutante of verworven PBP's, β-lactamase-enzymen die het vermogen hebben tot hydrolyse van cefiderocol, mutaties die invloed hebben op de regulering van de opname van ijzer door bacteriën, mutaties in transporteiwitten van sideroforen en overexpressie van natieve bacteriële sideroforen. In vitro wordt het antibacteriële effect tegen de normaliter gevoelige soorten niet beïnvloed door de meeste β-lactamasen, waaronder metallo-enzymen. Aangezien de opname in de cellen ook via sideroforen plaatsvindt, wordt de werking van cefiderocol in vitro doorgaans minder beïnvloed door porineverlies of effluxgemedieerde resistentie in vergelijking met andere β-lactamantibiotica.
Kinetische gegevens
V d | ca. 0,26 l/kg. |
Metabolisering | in beperkte mate (< 10%), tot o.a. pyrrolidinechloorbenzamide (PCBA). |
Eliminatie | grotendeels (ca. 98,5%) met de urine, vnl. als ongewijzigd cefiderocol (90,6%), in beperkte mate (2,8%) met de feces. Hemodialyse verwijdert ca. 60% van cefiderocol uit de circulatie met een sessie van 3 tot 4 uur. |
T 1/2el | 2–3 uur. |
Uitleg afkortingen
F | biologische beschikbaarheid (fractie van de dosis die in de systemische circulatie verschijnt) |
T max | tijdsduur tot maximale bloedspiegel na toediening |
V d | verdelingsvolume (fictief volume waarin een geneesmiddel zich verdeelt over het lichaam) |
T 1/2 | plasmahalfwaardetijd (tijd die nodig is om een bepaalde plasmaconcentratie te halveren) |
T 1/2el | plasmahalfwaardetijd in de eliminatiefase, terminale halfwaardetijd |
Eigenschappen
Bactericide antibioticum uit de groep cefalosporinen, van de tweede generatie. Cefuroxim bindt zich aan penicilline-bindende eiwitten (PBP's) in de celwand van bacteriën, waardoor de synthese van peptidoglycaan wordt geremd. Dit resulteert in celdood.
Doorgaans gevoelig (in vitro) zijn:
- Aeroob Gram-positief: Staphylococcus aureus (meticilline-gevoelig; 'MSSA'), Streptococcus pyogenes (streptokok groep A, GAS) en Streptococcus agalactiae (streptokok groep B, GBS).
- Aeroob Gram-negatief: Haemophilus parainfluenzae, Moraxella catarrhalis en Raoultella spp.
Een verworven resistentie kan een probleem zijn bij:
- Aeroob Gram-positief: Streptococcus pneumoniae en Streptococcus mitis (viridans groep).
- Aeroob Gram-negatief: Citrobacter spp. (behalve Citrobacter freundii), Enterobacter spp. (behalve Enterobacter cloacae), Escherichia coli, Haemophilus influenzae, Klebsiella pneumoniae, Proteus spp. waaronder P. mirabilis (behalve P. penneri en P. vulgaris; deze zijn inherent resistent), Providencia spp. en Salmonella spp.
- Anaeroob Gram-positief: Cutibacterium (voorheen Propionibacterium) spp. en Peptostreptococcus spp.
- Anaeroob Gram-negatief: Fusobacterium spp. en Bacteroides spp. (Bacteroides fragilis is inherent resistent).
Inherent resistent zijn:
- Aeroob Gram-positief: Enterococcus faecalis, Enterococcus faecium en Staphylococcus aureus (meticilline-resistent; 'MRSA').
- Aeroob Gram-negatief: Acinetobacter spp., Burkholderia cepacia, Campylobacter spp., Citrobacter freundii, Enterobacter cloacae, Klebsiella aerogenes, Morganella morganii, Proteus penneri, Proteus vulgaris, Pseudomonas aeruginosa, Serratia marcescens en Stenotrophomonas maltophilia.
- Anaeroob Gram-positief: Clostridioides difficile.
- Anaeroob Gram-negatief: Bacteroides fragilis.
- Overig: Chlamydia spp., Mycoplasma spp. en Legionella spp.
Resistentiemechanismen: Cefuroxim kan gehydrolyseerd worden door bepaalde 'Extended spectrum' β-lactamasen (ESBL's) en door het chromosomaal gecodeerde (AmpC) enzym dat geïnduceerd kan worden of waarvan de onderdrukking stabiel ongedaan gemaakt kan worden bij bepaalde Gram-negatieve bacteriën. Andere mechanismen voor bacteriële resistentie zijn: veranderingen in de PBP's, impermeabiliteit van de celwand (wat de toegang van cefuroxim tot PBP's in Gram-negatieve bacteriën beperkt) en bacteriële effluxpompen, waardoor de hechting aan PBP's niet mogelijk is.
Bij combinatie met aminoglycosiden kan synergie optreden.
Kinetische gegevens
T max | i.m. na 30–60 min. |
V d | 9,3–15,8 l/1,73 m². |
Overig | Voldoende spiegels worden bereikt in amandelen, sinusweefsel, bronchusslijmvliezen, sputum, pleuravocht, synoviaal vocht, botweefsel, interstitieel vocht, gal en oogkamervocht. Passeert de bloed-hersenbarrière bij ontstoken hersenvliezen. |
Metabolisering | niet. |
Eliminatie | ca. 95% met de urine onveranderd (door glomerulaire filtratie en tubulaire secretie), ca. 5% via de gal. Wordt effectief verwijderd door hemodialyse en peritoneale dialyse. |
T 1/2el | ca. 70 min bij normale nierfunctie; bij pasgeborenen tot 3 weken oud verlengd, en omgekeerd evenredig met de leeftijd: bij neonaten < 4 dagen oud 5,8 uur, bij neonaten > 8 dagen oud 1,6-3,8 uur, vanaf 3 weken vergelijkbaar met volwassenen (ca. 70 min). Bij een creatinineklaring 10-20 ml/min/1,73 m²: 4,3-6,5 uur, klaring < 10 ml/min/1,73 m²: 14,8-22,3 uur. Bij hemodialyse: 3,75 uur, patiënten met nierfalen behandeld op de IC met continue arterioveneuze hemodialyse (CAVH): 7,9-12,6 uur. |
Uitleg afkortingen
F | biologische beschikbaarheid (fractie van de dosis die in de systemische circulatie verschijnt) |
T max | tijdsduur tot maximale bloedspiegel na toediening |
V d | verdelingsvolume (fictief volume waarin een geneesmiddel zich verdeelt over het lichaam) |
T 1/2 | plasmahalfwaardetijd (tijd die nodig is om een bepaalde plasmaconcentratie te halveren) |
T 1/2el | plasmahalfwaardetijd in de eliminatiefase, terminale halfwaardetijd |
Groepsinformatie
cefiderocol hoort bij de groep cefalosporinen.
- cefaclor (J01DC04) Vergelijk
- cefalexine (J01DB01) Vergelijk
- cefazoline (J01DB04) Vergelijk
- cefepim (J01DE01) Vergelijk
- cefotaxim (J01DD01) Vergelijk
- ceftarolinefosamil (J01DI02) Vergelijk
- ceftazidim (J01DD02) Vergelijk
- ceftazidim/avibactam (J01DD52) Vergelijk
- ceftolozaan/tazobactam (J01DI54) Vergelijk
- ceftriaxon (J01DD04) Vergelijk
- cefuroxim (systemisch) (J01DC02) Vergelijk
Groepsinformatie
cefuroxim (systemisch) hoort bij de groep cefalosporinen.
- cefaclor (J01DC04) Vergelijk
- cefalexine (J01DB01) Vergelijk
- cefazoline (J01DB04) Vergelijk
- cefepim (J01DE01) Vergelijk
- cefiderocol (J01DI04) Vergelijk
- cefotaxim (J01DD01) Vergelijk
- ceftarolinefosamil (J01DI02) Vergelijk
- ceftazidim (J01DD02) Vergelijk
- ceftazidim/avibactam (J01DD52) Vergelijk
- ceftolozaan/tazobactam (J01DI54) Vergelijk
- ceftriaxon (J01DD04) Vergelijk
Kosten
Kosten laden…Kosten
Kosten laden…Zie ook
Geneesmiddelgroep
Indicaties
Externe links
Zie ook
Geneesmiddelgroep
Indicaties
- bacteriële huidinfecties
- community-acquired pneumonie (CAP)
- cystitis bij risicogroepen ouder dan 12 jaar
- urineweginfectie bij kinderen jonger dan 12 jaar
- urineweginfectie met weefselinvasie (pyelonefritis, acute prostatitis)