Samenstelling
Arthrotec Pfizer bv
- Toedieningsvorm
- Tablet, met gereguleerde afgifte '50'
Bevat per tablet: diclofenac (Na-zout) 50 mg, misoprostol 200 microg.
- Toedieningsvorm
- Tablet, met gereguleerde afgifte '75'
Bevat per tablet: diclofenac (Na-zout) 75 mg, misoprostol 200 microg.
Uitleg symbolen
XGVS | Dit geneesmiddel is niet opgenomen in het geneesmiddelen vergoedings systeem (GVS). |
OTC | 'Over the counter', dit geneesmiddel is een zelfzorgmiddel. |
Bijlage 2 | Aan de vergoeding van dit geneesmiddel zijn bepaalde voorwaarden verbonden, die zijn vermeld op bijlage 2 van de Regeling zorgverzekering. |
Aanvullende monitoring | Dit geneesmiddel is onderworpen aan aanvullende monitoring. Extra aandacht wordt gevraagd voor onverwachte bijwerkingen. Meldt u dit via het meldformulier van het Lareb. |
Samenstelling
Vimovo
Bijlage 2
Grünenthal bv
- Toedieningsvorm
- Tablet met gereguleerde afgifte
Bevat per tablet: naproxen 500 mg, esomeprazol (als magnesiumtrihydraat) 20 mg.
Uitleg symbolen
XGVS | Dit geneesmiddel is niet opgenomen in het geneesmiddelen vergoedings systeem (GVS). |
OTC | 'Over the counter', dit geneesmiddel is een zelfzorgmiddel. |
Bijlage 2 | Aan de vergoeding van dit geneesmiddel zijn bepaalde voorwaarden verbonden, die zijn vermeld op bijlage 2 van de Regeling zorgverzekering. |
Aanvullende monitoring | Dit geneesmiddel is onderworpen aan aanvullende monitoring. Extra aandacht wordt gevraagd voor onverwachte bijwerkingen. Meldt u dit via het meldformulier van het Lareb. |
Advies
Algemeen: diclofenac heeft van de klassieke NSAID's het laagste gastro-intestinale en hoogste cardiovasculaire risico. Maagbescherming bij gebruik van diclofenac is geïndiceerd bij patiënten met risicofactoren voor maagschade. Als maagbeschermer komt een protonpompremmer, bij voorkeur omeprazol, in aanmerking. Voor meer informatie, zie de indicatietekst Maagklachten over maagbescherming bij NSAID's.
Misoprostol is geen goed alternatief voor het gebruik van een protonpompremmer. Het is alleen een alternatief bij een contra-indicatie voor een protonpompremmer, omdat het in de noodzakelijke hoge doses frequent aanleiding geeft tot maag-darmstoornissen, zoals diarree en buikpijn.
Behandeling van artrose bestaat primair uit oefentherapie. Bij mensen met artrose van de knie en overgewicht is gewichtsreductie aan te bevelen. Medicamenteuze therapie begint met intermitterend gebruik van paracetamol en/of een cutane NSAID, waarbij de voorkeur afhangt van de lokatie van de artrose. Bij onvoldoende effect kan intermitterend een oraal NSAID worden toegepast (diclofenac, ibuprofen of naproxen). Incidenteel is een intra-articulaire injectie met een corticosteroïd mogelijk, als bovengenoemde middelen onvoldoende effectief of gecontra-indiceerd zijn. Overweeg in de tweedelijnszorg, afhankelijk van het aangedane gewricht (zie behandelplan), (offlabel) toepassing van duloxetine, predniso(lo)n, intra-articulair hyaluronzuur of eventueel tramadol.
Start bij (een vermoeden van) reumatoïde artritis (RA) in de eerstelijnszorg met een NSAID en verwijs zo snel mogelijk naar de reumatoloog. Behandel in de tweedelijnszorg volgens de ‘treat-to-target’-strategie; pas medicatie aan op basis van intensieve monitoring van de ziekteactiviteit, met als doel het bereiken van remissie of lage ziekteactiviteit. Methotrexaat (MTX) is de hoeksteen van de behandeling, in de initiële fase gecombineerd met een systemisch glucocorticoïd (GC). Switch bij onvoldoende resultaat naar een andere ‘conventional synthetic disease modifying antirheumatic drug’ (csDMARD) of voeg een andere csDMARD, een biological (bDMARD) of een ‘targeted synthetic’ DMARD (tsDMARD) toe. Overweeg onder intensieve monitoring van de ziekteactiviteit om, wanneer het behandeldoel is bereikt, de dosis van geneesmiddelen bij combinatietherapie te reduceren of volledig af te bouwen.
Advies
Algemeen: naproxen heeft van de klassieke NSAID's het laagste cardiovasculaire en hoogste gastro-intestinale risico.
Behandeling van artrose bestaat primair uit oefentherapie. Bij mensen met artrose van de knie en overgewicht is gewichtsreductie aan te bevelen. Medicamenteuze therapie begint met intermitterend gebruik van paracetamol en/of een cutane NSAID, waarbij de voorkeur afhangt van de lokatie van de artrose. Bij onvoldoende effect kan intermitterend een oraal NSAID worden toegepast (diclofenac, ibuprofen of naproxen). Incidenteel is een intra-articulaire injectie met een corticosteroïd mogelijk, als bovengenoemde middelen onvoldoende effectief of gecontra-indiceerd zijn. Overweeg in de tweedelijnszorg, afhankelijk van het aangedane gewricht (zie behandelplan), (offlabel) toepassing van duloxetine, predniso(lo)n, intra-articulair hyaluronzuur of eventueel tramadol.
Start bij (een vermoeden van) reumatoïde artritis (RA) in de eerstelijnszorg met een NSAID en verwijs zo snel mogelijk naar de reumatoloog. Behandel in de tweedelijnszorg volgens de ‘treat-to-target’-strategie; pas medicatie aan op basis van intensieve monitoring van de ziekteactiviteit, met als doel het bereiken van remissie of lage ziekteactiviteit. Methotrexaat (MTX) is de hoeksteen van de behandeling, in de initiële fase gecombineerd met een systemisch glucocorticoïd (GC). Switch bij onvoldoende resultaat naar een andere ‘conventional synthetic disease modifying antirheumatic drug’ (csDMARD) of voeg een andere csDMARD, een biological (bDMARD) of een ‘targeted synthetic’ DMARD (tsDMARD) toe. Overweeg onder intensieve monitoring van de ziekteactiviteit om, wanneer het behandeldoel is bereikt, de dosis van geneesmiddelen bij combinatietherapie te reduceren of volledig af te bouwen.
Aan de vergoeding van naproxen/esomeprazol zijn voorwaarden verbonden, zie Regeling zorgverzekering, bijlage 2.
Indicaties
- Symptomatische behandeling van reumatoïde artritis en artrose bij volwassenen, indien combinatie met misoprostol, ter profylaxe van maag-darmzweren, noodzakelijk is.
Gerelateerde informatie
Indicaties
- Symptomatische behandeling van reumatoïde artritis, artrose, en spondylitis ankylopoetica, bij volwassenen met een risico van NSAID-geassocieerde maag-darmulcera en waar behandeling met lagere doseringen van naproxen of van een andere NSAID, niet voldoende wordt geacht.
Gerelateerde informatie
Doseringen
De kortst mogelijke behandelduur en de laagste nog effectieve dagdosering toepassen. Minimaal 2×/dag doseren i.v.m. de profylactische werking van misoprostol.
Reumatoïde artritis, artrose
Volwassenen
1 tablet '50' 2–3×/dag of 1 tablet '75' 2×/dag tijdens de maaltijd innemen. Let op: bij 2×/dag 75/200 wordt minder misoprostol toegediend dan bij 3×/dag 50/200, terwijl de hoeveelheid per dag voor diclofenac gelijk is.
Aanpassing van de dosis is bij ouderen, een verminderde leverfunctie of een licht tot matig verminderde nierfunctie in principe niet nodig; controleer wel zorgvuldig.
De tabletten heel doorslikken met voedsel, zonder te kauwen.
Doseringen
De kortst mogelijke behandelduur toepassen. Bij een eerste behandeling met een prostaglandinesynthetaseremmer een lagere dosering overwegen.
reumatoïde artritis, artrose, en spondylitis ankylopoetica
Volwassenen
2×/dag 1 tablet.
Indien een dagdosis van 1000 mg naproxen niet geschikt is (bv. bij hoge leeftijd of een lever- of nierinsufficiëntie), een andere behandeling kiezen.
Heel doorslikken met water, bij voorkeur ten minste 30 minuten voor de inname van voedsel.
Bijwerkingen
Met name ouderen zijn gevoelig voor de maag-darmbijwerkingen.
Zeer vaak (> 10%): (voorbijgaande) diarree , buikpijn, misselijkheid, dyspepsie.
Vaak (1-10%): slapeloosheid, hoofdpijn, duizeligheid. Gastritis, braken, winderigheid, oprispingen, obstipatie, ulcus pepticum, ontsteking van maag of darm, duodenitis, oesofagitis. Foetale misvormingen. Huiduitslag, jeuk. Stijging van ASAT, ALAT, alkalische fosfatase; daling van hematocriet.
Soms (0,1-1%): Purpura, netelroos. Stomatitis, maag-darmbloeding, melena, mondulcera, droge mond. Anorexie. Depressie, angst. Hevige menstruatie, tussentijdse bloedingen, vaginale bloedingen (waaronder postmenopauzale bloedingen), vaginale infectie. Oedeem. Koorts. Pijn op de borst. Rillingen. Slaperigheid, vermoeidheid, beven, paresthesie. Oorsuizen. Hartfalen, palpitaties. Trombocytopenie, leukopenie. Overgevoeligheid.
Zelden (0,01-0,1%): anafylactische reactie, angio-oedeem. Gezichtsoedeem. Hepatitis, geelzucht. Slokdarmaandoeningen, glossitis, Arteriële trombotische voorvallen zoals myocardinfarct en cerebrovasculair accident. Hypertensie, hypotensie. Dyspneu, pneumonitis. Bulleuze dermatitis, fotosensibilisatie, haaruitval.
Zeer zelden (< 0,01%): nachtmerries. Leverfalen, pancreatitis, hematemese. Bulleuze dermatitis.
Verder zijn gemeld: gastro-intestinale perforatie (soms fataal), exacerbatie van colitis ulcerosa of M. Crohn, gezichts- en tongoedeem. Kounis-syndroom. Desoriëntatie, prikkelbaarheid, psychotische stoornis, stemmingswisselingen, visusstoornissen (o.a. wazig zien), convulsies, geheugenstoornissen, smaakstoornissen. Astma. Erythema multiforme, geneesmiddelexantheem met eosinofilie en systemische symptomen (DRESS-syndroom), Stevens-Johnsonsyndroom, toxische epidermale necrolyse (TEN, Lyell-syndroom), exfoliatieve dermatitis, vasculitis. Uterusbloeding, uterusperforatie, uterusruptuur, miskraam, vroeggeboorte, abnormale uteruscontracties. Nierfunctiestoornis: hematurie, proteïnurie, glomerulonefritis, (acute) nierinsufficiëntie, tubulo-interstitiële nefritis, nefrotisch syndroom, papillaire necrose, (acuut) nierfalen. Ontsteking, shock, aseptische meningitis (met name bij auto-immuunziekten), fulminante hepatitis. Stijging bilirubinegehalte, hemolytische en aplastische anemie, agranulocytose, remming van de bloedplaatjesaggregatie.
Bijwerkingen
Zeer vaak (> 10%): dyspepsie.
Vaak (1-10%): buikpijn, misselijkheid, braken, obstipatie, diarree, oesofagitis, flatulentie, gastrische of duodenale ulcera met name bij ouderen, gastritis. Duizeligheid, hoofdpijn, smaakstoornis. Hypertensie. Huiduitslag. Artralgie. Oedeem.
Soms (0,1-1%): maag-darmbloeding, stomatitis, oprispingen, droge mond. Dermatitis, hyperhidrose, jeuk, urticaria. Myalgie, asthenie, moeheid, koorts, infectie, eetluststoornis Angst, depressie, slapeloosheid. Paresthesie, syncope. Tinnitus, vertigo. Aritmieën, hartkloppingen. Astma, bronchospasmen, dyspneu. Abnormale leverfunctietesten, verhoogd serumcreatinine.
Zelden (0,01-0,1%): diverticulitis. Eosinofilie, leukopenie. Overgevoeligheidsreacties. Verwarring, abnormale dromen, slaperigheid. tremor. Myocardinfarct, tachycardie. Glossitis, Hematemese, rectale bloeding. Alopecia, blauwe plekken. Vochtretentie, hyperkaliëmie, hyperurikemie, proteïnurie, acute tubulo-interstitiële nefritis, nierfalen. Menstruatiestoornis.
Zie ook de geneesmiddelteksten van naproxen en esomeprazol.
Interacties
Bij gelijktijdig gebruik van vitamine K-antagonisten neemt de bloedingskans toe.
Bij gelijktijdig gebruik van SSRI's, trombocytenaggregatieremmers en vitamine K-antagonisten incl. acetylsalicylzuur, en corticosteroïden neemt de kans op gastro-intestinale complicaties toe (m.n. ouderen zijn hiervoor gevoelig); gelijktijdig gebruik met andere NSAID's vermijden. Bij combinatie met lage dosis acetylsalicylzuur nauwlettend controleren.
Diclofenac kan de plasmaspiegel van lithium en digoxine verhogen.
De plasmaspiegel van methotrexaat kan toenemen, waardoor toxische verschijnselen kunnen ontstaan.
De nefrotoxiciteit van ciclosporine en tacrolimus kan worden versterkt.
Bij combinatie met ciclosporine neemt de blootstelling aan diclofenac toe.
De plasmaspiegel van ketoconazol kan afnemen.
NSAID's kunnen het effect van bloeddrukverlagende middelen (diuretica, ACE-remmers, ARB's en β-blokkers) en bij hartfalen het effect van lisdiuretica verminderen.
Bij een verminderde nierfunctie kan door de combinatie met een RAAS-remmer, ARB of diureticum de nierfunctie verder achteruit gaan.
Gelijktijdig gebruik met kaliumsparende diuretica kan leiden tot een verhoogd plasmakaliumgehalte.
Combinatie met milde CYP2C9-remmers (bv. voriconazol) of matige CYP2C9-remmers (bv. fluconazol, miconazol of amiodaron) kan de blootstelling aan diclofenac doen toenemen.
Magnesiumbevattende antacida kunnen diarree, gerelateerd aan misoprostol, verergeren.
Interacties
Gelijktijdige toediening met atazanavir is gecontra-indiceerd, omdat esomeprazol de plasmaspiegels hiervan aanzienlijk verlaagt.
Bij gelijktijdig gebruik van orale anticoagulantia neemt de kans op bloedingen toe. Combinatie met lage dosis acetylsalicylzuur is mogelijk.
Bij gelijktijdig gebruik van SSRI's, antitrombotica en corticosteroïden neemt de kans op gastro-intestinale complicaties toe (m.n. ouderen zijn hiervoor gevoelig); gelijktijdig gebruik met andere prostaglandinesynthetaseremmers incl. COX-2 selectieve remmers vermijden.
Prostaglandinesynthetaseremmers kunnen het effect van bloeddrukverlagende middelen, en bij hartfalen het effect van lisdiuretica, verminderen. Bij een gestoorde nierfunctie, volumedepletie en ouderen kan door de combinatie met een RAAS-remmer de nierfunctie verder achteruit gaan.
Prostaglandinesynthetaseremmers kunnen de nefrotoxiciteit van ciclosporine en tacrolimus versterken.
De plasmaspiegel van digoxine en lithium kan toenemen. De plasmaspiegel van methotrexaat kan toenemen, waardoor toxische verschijnselen kunnen ontstaan; bij hoge dosering methotrexaat eventueel naproxen/esomeprazol tijdelijk staken.
Esomeprazol is een CYP2C19-remmer.
Gelijktijdig gebruik met clopidogrel vermijden tenzij dit absoluut noodzakelijk is, vanwege een mogelijk verminderde werkzaamheid van clopidogrel.
Esomeprazol kan de pH-afhankelijke absorptie van geneesmiddelen zoals ketoconazol en itraconazol verlagen; gelijktijdig gebruik met posaconazol en erlotinib vermijden. Esomeprazol kan de absorptie van vitamine B12 verminderen.
Zwangerschap
Farmacologisch effect: Misoprostol kan uteruscontracties veroorzaken en wordt in verband gebracht met spontane abortus, vroeggeboorte, foetale dood en ernstige foetale misvormingen, met name aan hoofd en ledematen (bv. Möbius-syndroom en het amnionstrengsyndroom). Zie ook diclofenac#zwangerschap.
Advies: Gebruik is gecontra-indiceerd; ook voor vrouwen die zwanger willen worden en vrouwen die zwanger kunnen worden en geen effectieve anticonceptie gebruiken.
Vruchtbaarheid: Het gebruik van een NSAID kan door een effect op de ovulatie de conceptiekans verkleinen en wordt ontraden bij vrouwen die zwanger willen worden. Dit effect is reversibel na staken.
Overig: Een vruchtbare vrouw dient adequate anticonceptieve maatregelen te nemen tijdens het gebruik van dit preparaat. De behandeling niet beginnen voordat zwangerschap is uitgesloten. Bij (vermoeden van) zwangerschap het gebruik onmiddellijk staken.
Zwangerschap
Naproxen passeert de placenta.
Teratogenese: Epidemiologisch onderzoek suggereert dat gebruik van NSAID's in de vroege fase van de zwangerschap kan leiden tot meer kans op miskramen, cardiale malformaties en gastroschisis. Bij dieren is een verhoogd pre- en post-implantatie verlies, embryo-foetale letaliteit en een verhoogde incidentie van malformaties gezien.
Farmacologisch effect: Bij gebruik tijdens het 3e trimester zijn farmacologische effecten mogelijk, zoals weeënremming en bij de foetus voortijdige sluiting van de ductus arteriosus Botalli (vernauwing in het 2e trimester), pulmonale hypertensie, bloedstollingsstoornis met als gevolg bloeding, nierfunctiestoornissen of nierinsufficiëntie met oligohydramnie (vanaf week 20).
Advies: Tijdens de eerste helft van de zwangerschap uitsluitend gebruiken op strikte indicatie, in een zo laag mogelijke dosering en zo kort mogelijk (max. 1 week). Overweeg als NSAID's, alleen op zeer strikte indicatie, langdurig of in een hoge dosering worden gebruikt (zoals bij reumatoïde artritis), vanaf 20 weken prenatale controle op oligohydramnie en vernauwing van de ductus arteriosus. Gebruik is gecontra-indiceerd tijdens het 3e trimester.
Vruchtbaarheid: Het gebruik van een NSAID kan door een effect op de ovulatie de conceptiekans verkleinen en wordt ontraden bij vrouwen die zwanger willen worden. Dit effect is reversibel na staken.
Lactatie
Overgang in de moedermelk: Misoprostol: ja (de actieve metaboliet misoprostolzuur). Diclofenac: ja, in geringe mate.
Farmacologisch effect: Bij de zuigeling kan diarree optreden.
Advies: Het gebruik van dit geneesmiddel of het geven van borstvoeding ontraden.
Lactatie
Overgang in de moedermelk: In geringe mate (naproxen), onbekend (esomeprazol).
Advies: Het gebruik van dit preparaat of het geven van borstvoeding ontraden.
Contra-indicaties
- actief ulcus pepticum, gastritis, maag-darmperforatie met actieve bloeding of andere actieve bloedingen;
- actieve colitis ulcerosa of M Crohn;
- congestief hartfalen (NYHA-klasse II–IV), ischemische hartziekte, angina pectoris, perifeer arterieel vaatlijden of cerebrovasculaire ziekte;
- bloeddyscrasieën, beenmergdepressie;
- ernstig gestoorde nier- en/of leverfunctie;
- bekende overgevoeligheid voor NSAID's (incl. acetylsalicylzuur) en prostaglandinen, bv eerder optreden van astma-aanval, urticaria, angio-oedeem, neuspoliepen of rinitis na gebruik van acetylsalicylzuur of andere NSAID's.
Zie voor meer informatie over contra-indicaties ook de rubriek Zwangerschap.
Contra-indicaties
- actief ulcus pepticum, gastritis;
- maag-darmbloedingen, cerebrovasculaire of andere bloedingen;
- actieve colitis ulcerosa of M Crohn;
- optreden van astma-aanval, urticaria, angio-oedeem, neuspoliepen of rinitis na gebruik van acetylsalicylzuur of andere NSAID's;
- ernstige leverinsufficiëntie (Child-Pughscore ≥ 10);
- ernstige nierinsufficiëntie (creatinineklaring < 30 ml/min);
- ernstig hartfalen.
Waarschuwingen en voorzorgen
Alleen na zorgvuldige afweging toepassen bij patiënten met significante risicofactoren voor cardiovasculaire voorvallen (o.a. hypertensie, diabetes mellitus, hyperlipidemie, roken), en dan zo kort mogelijk en in de laagste effectieve dosering. Monitor patiënten met een voorgeschiedenis van hypertensie en/of mild tot matig congestief hartfalen, omdat vochtretentie en oedeem zijn gemeld. Diclofenac in hogere doses (150 mg/dag) is in verband gebracht met een toegenomen kans op ernstige trombose in de arteriën (bv. myocardinfarct of beroerte).
NSAID's remmen de synthese van renaal prostaglandine. Bij patiënten met congestief hartfalen, levercirrose, nefrotisch syndroom, manifeste nierziekte en ouderen neemt de kans op manifeste renale decompensatie toe. Monitor deze patiënten zorgvuldig.
Wees voorzichtig bij ouderen, dehydratie, inflammatoire darmziekten (in remissie), stollingsstoornissen, systemische lupus erythematodes of andere collageenziekten, ernstig gestoorde lever- of nierfunctie en (andere) condities die tot vochtretentie predisponeren.
Wees voorzichtig bij meer kans op gastro-intestinale complicaties (hoge dosering, ouderen, cardiovasculaire aandoeningen, voorgeschiedenis van gastro-intestinale aandoeningen, alcoholgebruik); begin met de laagst mogelijke dosering. De hulpstof gehydrogeneerde castorolie kan maagklachten en diarree veroorzaken.
NSAID's worden in verband gebracht met een vergrote kans op een gastro-intestinaal anastomose-lek; bij toepassing na een gastro-intestinale operatieve ingreep is nauwlettend medisch toezicht aangewezen.
Overgevoeligheidsreacties kunnen leiden tot het Kounissyndroom, een ernstige allergische reactie die een hartinfarct kan veroorzaken. Een van de symptomen is pijn op de borst in samenhang met een allergische reactie.
Bij hepatische porfyrie kan diclofenac een aanval van acute porfyrie veroorzaken.
Controleer bij langere therapieduur regelmatig bloedbeeld, lever- en nierfunctie.
Staak de behandeling bij optreden van ernstige leverfunctiestoornissen, maag-darmbloedingen, –ulceratie of cerebrovasculaire bloedingen. Staak de behandeling bij de eerste tekenen van huiduitslag, mucosale laesies of andere tekenen van overgevoeligheid, aangezien ernstige en soms fatale huidreacties met NSAID's zijn gemeld.
Na langdurige en hoog gedoseerde behandeling kan medicatie-geïnduceerde hoofdpijn optreden.
De werkzaamheid en veiligheid bij kinderen tot 18 jaar zijn niet vastgesteld.
Hulpstoffen: ricinusolie in tablet met gereguleerde afgifte kan maagklachten en diarree geven.
Waarschuwingen en voorzorgen
Bij ouderen is er meer kans op gastro-intestinale complicaties, met name op bloedingen en (mogelijk fatale) perforaties.
Esomeprazol kan de symptomen van maagcarcinoom maskeren.
Wees voorzichtig bij astma, stollingsstoornissen, inflammatoire darmziekten (in remissie), porfyrie, systemische lupus erythematosus of andere collageenziekten, milde tot matige lever- en nierfunctiestoornissen, hypertensie, hartfalen, ischemische hartziekte, perifeer arterieel vaatlijden, cerebrovasculaire ziekte en bij risicofactoren voor cardiovasculaire ziekte (o.a. diabetes mellitus, hyperlipidemie, roken).
Sommige prostaglandinesynthetaseremmers zijn geassocieerd met iets meer kans op arteriële trombose; naproxen (1000 mg/dag) is geassocieerd met iets minder kans, maar enig risico kan niet worden uitgesloten.
Bij ouderen, verminderde nierdoorbloeding, levercirrose, hartfalen, natriumrestrictie en een reeds bestaande nieraandoening de nierfunctie voor en tijdens de therapie controleren. Bij visusklachten is oogheelkundig onderzoek aanbevolen. Bij langere therapieduur regelmatig bloedbeeld, lever- en nierfunctie controleren; wees daarnaast bedacht op hypomagnesiëmie door esomeprazol.
Bij optreden van een ernstige nierfunctiestoornis, een significante bloeding of bij gastro-intestinale ulceratie de behandeling staken. Ook bij de eerste tekenen van huiduitslag, mucosale laesies of andere tekenen van overgevoeligheid de behandeling staken, aangezien ernstige en soms fatale huidreacties met prostaglandinesynthetaseremmers zijn gemeld.
Door esomeprazol is er iets meer kans op gastro-intestinale bacteriële infecties zoals Salmonella en Campylobacter en bij gehospitaliseerde patiënten mogelijk ook Clostridioides difficile.
Behandeling met een protonpompremmer ten minste 5 dagen voor een CgA-meting stoppen. Als na 5 dagen gastrine- en CgA-spiegels niet genormaliseerd zijn, metingen 14 dagen na staken van esomeprazol, herhalen.
De werkzaamheid en veiligheid bij kinderen tot 18 jaar zijn niet vastgesteld.
Overdosering
Voor symptomen en behandeling zie de stofmonografieën van het Nationaal Vergiftigingen Informatie Centrum.
Eigenschappen
Diclofenac is een NSAID; een fenylazijnzuurderivaat met analgetische, antiflogistische en antipyretische werking. Daarnaast remt het de trombocytenaggregatie. Misoprostol is een synthetisch analogon van prostaglandine E1 met zowel mucosabeschermende als maagzuurremmende werking. Diclofenac zit in een maagsapresistente kern die omhuld wordt door een buitenlaag met misoprostol.
Meer informatie:
Eigenschappen
Naproxen is een NSAID met analgetische, antiflogistische en antipyretische werking, remt tevens de trombocytenaggregatie. Esomeprazol, de S-isomeer van omeprazol, is een protonpompremmer die de maagzuursecretie verlaagt. De tablet heeft een sequentiële afgifte, waarbij esomeprazol direct wordt afgegeven in de maag. Daarna komt naproxen met vertraagde afgifte vrij in de dunne darm.
Kinetische gegevens
Resorptie | naproxen wordt oraal snel en voor 95% geabsorbeerd, voedselinname vertraagt de absorptie. De esomeprazol in dit preparaat wordt snel geabsorbeerd, maar ontleedt reeds voor een deel in de maag. Indien 2× per dag gedoseerd is de beschikbaarheid vergelijkbaar met die van een maagsapresistente tablet esomeprazol 20 mg 1× per dag. |
T max | naproxen 3–5 uur (na voedselinname ca. 8 uur), esomeprazol ca. ½ uur. |
V d | naproxen 0,16 l/kg, esomeprazol 0,22 l/kg. |
Eiwitbinding | naproxen > 99%, esomeprazol 97%. |
Metabolisering | naproxen 30% in de lever door vnl. CYP2C9, esomeprazol volledig in de lever door vnl. CYP2C19. |
Eliminatie | naproxen ca. 95% met de urine vnl. als metabolieten, esomeprazol ca. 80% met de urine als metabolieten. |
T 1/2el | naproxen 9 uur na de ochtenddosis en 15 uur na de avonddosis, esomeprazol 1–1½ uur. |
Uitleg afkortingen
F | biologische beschikbaarheid (fractie van de dosis die in de systemische circulatie verschijnt) |
T max | tijdsduur tot maximale bloedspiegel na toediening |
V d | verdelingsvolume (fictief volume waarin een geneesmiddel zich verdeelt over het lichaam) |
T 1/2 | plasmahalfwaardetijd (tijd die nodig is om een bepaalde plasmaconcentratie te halveren) |
T 1/2el | plasmahalfwaardetijd in de eliminatiefase, terminale halfwaardetijd |
Groepsinformatie
diclofenac/misoprostol hoort bij de groep NSAID's met maagbeschermer.
Groepsinformatie
naproxen/esomeprazol hoort bij de groep NSAID's met maagbeschermer.