Samenstelling
Inderm Centrafarm bv
- Toedieningsvorm
- Applicatievloeistof '1%'
- Sterkte
- 10 mg/g
- Verpakkingsvorm
- 50 ml
Basis: Alcoholische oplossing (isopropylalcohol).
Uitleg symbolen
XGVS | Dit geneesmiddel is niet opgenomen in het geneesmiddelen vergoedings systeem (GVS). |
OTC | 'Over the counter', dit geneesmiddel is een zelfzorgmiddel. |
Bijlage 2 | Aan de vergoeding van dit geneesmiddel zijn bepaalde voorwaarden verbonden, die zijn vermeld op bijlage 2 van de Regeling zorgverzekering. |
Aanvullende monitoring | Dit geneesmiddel is onderworpen aan aanvullende monitoring. Extra aandacht wordt gevraagd voor onverwachte bijwerkingen. Meldt u dit via het meldformulier van het Lareb. |
Samenstelling
Flammacerium XGVS Biocodex Benelux nv
- Toedieningsvorm
- Crème, hydrofiel
- Verpakkingsvorm
- 500 g
Bevat per g: zilversulfadiazine 10 mg (1%), cerium(III-)nitraat 22 mg (2,2%).
Uitleg symbolen
XGVS | Dit geneesmiddel is niet opgenomen in het geneesmiddelen vergoedings systeem (GVS). |
OTC | 'Over the counter', dit geneesmiddel is een zelfzorgmiddel. |
Bijlage 2 | Aan de vergoeding van dit geneesmiddel zijn bepaalde voorwaarden verbonden, die zijn vermeld op bijlage 2 van de Regeling zorgverzekering. |
Aanvullende monitoring | Dit geneesmiddel is onderworpen aan aanvullende monitoring. Extra aandacht wordt gevraagd voor onverwachte bijwerkingen. Meldt u dit via het meldformulier van het Lareb. |
Advies
De behandeling van acne vulgaris in de eerstelijnszorg wordt bepaald door de ernst van de acne en de eerder toegepaste (zelf)behandeling. Behandel milde acne in eerste instantie met benzoylperoxide 5% of een lokaal retinoïde; combineer dit bij onvoldoende effect met een lokaal antibioticum. Bij matig-ernstige acne direct starten met een lokaal antibioticum in combinatie met benzoylperoxide 5% of een lokaal retinoïde. Vervang bij onvoldoende effect het lokaal antibioticum door een oraal antibioticum. Bij ernstige acne direct starten met een oraal antibioticum in combinatie met benzoylperoxide 5% of een lokaal retinoïde. Overweeg monotherapie met isotretinoïne bij ernstige of therapieresistente matig ernstige acne bij onvoldoende effect van een oraal antibioticum; verwijs hiervoor naar de dermatoloog of behandel eventueel zelf.
De lokale antibiotica clindamycine en erytromycine zijn beide effectief in het bestrijden van vooral papels en pustels. Er is geen voorkeursmiddel.
Advies
Het gebruik van zilversulfadiazinecrème ter preventie van infecties bij brandwonden wordt afgeraden aangezien het dagelijks moet worden aangebracht, geen voordelen biedt in vergelijking met andere verbandmiddelen en omdat het niet rationeel is een lokaal antibioticum te gebruiken bij een niet-geïnfecteerde wond. Zie voor meer informatie de NHG-Behandelrichtlijn Brandwonden (2016).
Indicaties
- Matige tot ernstige vormen van acne vulgaris, waarbij andere lokale therapie zonder antibiotica geen of onvoldoende resultaat heeft opgeleverd of niet wordt verdragen.
Gerelateerde informatie
Indicaties
- Preventie en behandeling van infecties bij ernstige brandwonden.
Gerelateerde informatie
Doseringen
Let op! De applicatievloeistof bevat alcohol en is ontvlambaar.
Acne vulgaris
Volgens de NHG-Standaard Acne (combinatietherapie): milde of matig-ernstige acne: 1×/dag 's morgens erytromycine (1%), in combinatie met cutane toepassing van benzoylperoxide of een lokale retinoïde 's avonds, gedurende ten minste 6 weken, max. behandelduur 3 maanden. Behandeling iedere 6 weken evalueren. Bij voldoende resultaat overgaan op onderhoud met een lokaal retinoïde of benzoylperoxide monotherapie.
Volgens de fabrikant: 's morgens en 's avonds aanbrengen op de aangedane huid. De behandeling ten minste 6–8 weken voortzetten. Bij onvoldoende of geen verbetering na deze behandelperiode rekening houden met bacteriële resistentie, bij optreden hiervan de toepassing gedurende ten minste twee maanden staken.
Bij bijwerkingen: bij irritatie toedieningsfrequentie verlagen of de behandeling onderbreken; zie voor meer informatie de rubriek Bijwerkingen.
Toediening
- Applicatievloeistof aanbrengen op de aangedane huid, na de huid te hebben gereinigd. Aanbrengen met een wattenpropje, tissue, depper of een speciale applicator;
- Vermijd contact met mond, ogen, slijmvliezen en beschadigde huid; bij incidenteel contact overvloedig spoelen met water;
- Bij gelijktijdig cutaan gebruik van benzoylperoxide of een lokaal retinoïde, deze op een ander moment van de dag aanbrengen.
Doseringen
Preventie en behandeling van infecties bij ernstige brandwonden:
Volwassenen (incl. ouderen) en kinderen ≥ 2 maanden:
Ten minste 1×/dag met steriel gaas of direct met behulp van steriele handschoenen op de wond aanbrengen in een laag van ten minste 2–3 mm dik. Restanten van de crème verwijderen met een steriel gaas met een fysiologische zoutoplossing. Bij gebruik > 10 dagen het gebruik afwegen; zie ook de rubriek Overdosering.
Kinderen < 2 maanden:
Vanwege de kans op hyperbilirubinemie en kernicterus alleen toepassen op strikte indicatie, vooral bij prematuren en kinderen met G6PD-deficiëntie.
Bij nier- en leverfunctiestoornis is aanpassing van de dosering niet nodig.
Toedieningsinformatie: verpakking uitsluitend voor één patiënt gebruiken. Contact met ogen vermijden vanwege de irriterende eigenschappen.
Bijwerkingen
Soms (0,1-1%): huidirritatie zoals een droge huid, jeuk, huidexfoliatie, branderig gevoel en erytheem; m.n. in het begin van de behandeling (als gevolg van de alcohol).
Zeer zelden (< 0,01%): overgevoeligheidsreacties, waaronder acute gegeneraliseerde exanthemateuze pustulose (AGEP).
Bijwerkingen
Soms (0,1–1%): leukopenie, methemoglobinemie.
Zeer zelden (< 0,01%): ernstige huidreacties zoals Stevens-Johnsonsyndroom en toxische epidermale necrolyse.
Verder zijn gemeld: lokaal branderig gevoel of pijn, overgevoeligheid waaronder allergische huidreacties zoals jeuk, huiduitslag, (contact)eczeem. Grijze verkleuring van de huid onder invloed van zonlicht. Bij gebruik van grote hoeveelheden op grote wondoppervlakken kan systemische zilverintoxicatie (argyrie) optreden. Verhoogde serumosmolaliteit (door systemische absorptie propyleenglycol).
Interacties
Erytromycine antagoneert de werking van clindamycine; vermijd gelijktijdig gebruik.
Gelijktijdige toepassing van andere lokale middelen bij acne, in het bijzonder die schilfering bevorderen (o.a. benzoylperoxide, tretinoïne) en alcoholbevattende cosmetica kan een extra irriterend of uitdrogend effect hebben.
Interacties
Bij toepassing op uitgebreide brandwonden zijn interacties met systemisch toegediende geneesmiddelen mogelijk; zie ook de rubriek Kinetische gegevens. Sulfadiazine is een inhibitor van CYP2C9 en kan interacties met andere CYP2C9-substraten, zoals tolbutamide of fenytoïne, veroorzaken.
Zwangerschap
Teratogenese: Gegevens uit een groot aantal zwangerschappen bij de mens duiden niet op schadelijke effecten op de zwangerschap of het kind.
Advies: Kan volgens voorschrift worden gebruikt.
Zwangerschap
Sulfadiazine passeert de placenta.
Teratogenese: Zowel bij de mens als bij dieren onvoldoende gegevens.
Farmacologisch effect: Bij gebruik op grotere huidoppervlakken rekening houden met relevante systemische absorptie van zilver (< 1% absorptie) en sulfadiazine (< 10% absorptie). Systemische toepassing van sulfonamiden aan het einde van de zwangerschap vermeerdert de kans op hyperbilirubinemie en kernicterus bij de neonaat. De risico's van blootstelling aan zilver en cerium zijn nog onvoldoende bekend.
Advies: Alleen op strikte indicatie gebruiken en niet op grote huidoppervlakken.
Lactatie
Overgang in de moedermelk: In zeer geringe mate.
Farmacologisch effect: Gezien de minimale systemische absorptie bij de moeder bij cutaan gebruik zijn nadelige effecten bij de zuigeling onwaarschijnlijk.
Advies: Kan volgens voorschrift worden gebruikt.
Lactatie
Overgang in de moedermelk: Ja, in kleine hoeveelheden (sulfonamiden).
Advies: Kan worden gebruikt op relatief kleine brandwonden. Volgens de fabrikant terughoudend zijn met het geven van borstvoeding bij prematuren, neonaten en zuigelingen met G6PD-deficiëntie wegens een kans op hyperbilirubinemie.
Overig: Indien behandeling van de borst noodzakelijk is, gebied rond de tepels goed schoon maken vóór het voeden.
Contra-indicaties
- overgevoeligheid voor macroliden en zink.
Contra-indicaties
- levensbedreigende huidreacties bij eerder gebruik van sulfadiazine.
Waarschuwingen en voorzorgen
Kruisresistentie en kruisovergevoeligheid met andere macroliden en kruisresistentie met clindamycine kan voorkomen. Indien geen verbetering is opgetreden na 1–2 maanden, rekening houden met bacteriële resistentie. Wanneer dit optreedt de toepassing gedurende ten minste twee maanden staken.
Indien overgevoeligheid of té sterke irritatie optreedt, de behandeling staken; bij lichte irritatie het aantal applicaties verminderen of de behandeling tijdelijk onderbreken.
Hulpstoffen: De applicatievloeistof bevat alcohol en is ontvlambaar.
Waarschuwingen en voorzorgen
Toedieningsinformatie: vermijd contact met de ogen vanwege de irriterende eigenschappen; indien contact optreedt direct uitspoelen met water.
Langdurig gebruik, of behandeling van grote lichaamsoppervlakken kan resulteren in systemische absorptie; zie ook de rubriek Kinetische gegevens.
Wees voorzichtig bij patiënten met G6PD-deficiëntie (aangezien hemolyse kan optreden) en bij overgevoeligheid voor geneesmiddelen met een sulfonamide-structuur (zoals sulfonamiden, thiazide-diuretica, sulfonylureumderivaten en acetazolamidesulfonamiden), nierinsufficiëntie en leverparenchymbeschadiging. Bij bekende overgevoeligheid voor sulfonamiden en bij symptomen duidend op leukopenie, het aantal leukocyten bepalen. Wees voorzichtig bij 'Langzame acetyleerders' vanwege meer kans op overgevoeligheidsreacties op sulfonamiden (bij systemische absorptie).
Levensbedreigende huidreacties zoals het Stevens–Johnsonsyndroom en toxische epidermale necrolyse zijn gemeld bij gebruik van sulfadiazine. Informeer de patiënt over tekenen en symptomen van deze aandoeningen (risico is het grootst gedurende de eerste weken van de behandeling); bij de eerste tekenen of symptomen (progressieve huiduitslag, vaak met blaren of mucosa-laesies) de behandeling onmiddellijk staken. Vroegtijdige staking is in verband gebracht met een betere prognose. Bij het optreden van deze huidreacties mag de patiënt nooit meer geneesmiddelen met sulfadiazine gebruiken.
Onder invloed van zonlicht kan een grijze verkleuring van de huid optreden, daarom wordt aangeraden behandelde lichaamsdelen niet aan fel zonlicht bloot te stellen.
Kinderen: vanwege de kans op hyperbilirubinemie en kernicterus alleen toepassen op strikte indicatie bij prematuren, baby's < 2 maanden en kinderen met G6PD-deficiëntie.
Overdosering
Bij accidentele orale inname van de oplossing kunnen, vooral bij kinderen, symptomen van alcoholintoxicatie optreden. Bij toxiciteit van het oplosmiddel isopropylalcohol (Inderm) lijkt het klinisch beeld op een ethanolintoxicatie, met sterkere remmende effecten op het centraal zenuwstelsel die langer aanhouden. Wees bij kleine kinderen bedacht op het ontwikkelen van hypoglykemie.
Voor verdere informatie zie vergiftigingen.info.
Overdosering
Na langdurig en overmatig gebruik op grote huidoppervlakken kunnen verhoogde zilver-serumconcentraties optreden. Bij een zilverintoxicatie (argyrie) kan o.a. sensorische neuropathie optreden en een blauwgrijze verkleuring van de huid en ogen worden waargenomen.
Voor meer informatie over een vergiftiging met zilversulfadiazine/ceriumnitraat neem contact op met het Nationaal Vergiftigingen Informatie Centrum.
Eigenschappen
Erytromycine is een bacteriostatisch antimicrobieel middel, behorend tot de macroliden. Bij cutane toepassing bij acne is erytromycine werkzaam tegen de bij acne vaak voorkomende Cutibacterium acnes (voorheen Propionibacterium acnes), waardoor ontstekingsverschijnselen (pustels en papels) worden bestreden. Erytromycine heeft ook een anti-inflammatoire werking.
Kinetische gegevens
Resorptie | niet of nauwelijks na lokale toediening. |
Uitleg afkortingen
F | biologische beschikbaarheid (fractie van de dosis die in de systemische circulatie verschijnt) |
T max | tijdsduur tot maximale bloedspiegel na toediening |
V d | verdelingsvolume (fictief volume waarin een geneesmiddel zich verdeelt over het lichaam) |
T 1/2 | plasmahalfwaardetijd (tijd die nodig is om een bepaalde plasmaconcentratie te halveren) |
T 1/2el | plasmahalfwaardetijd in de eliminatiefase, terminale halfwaardetijd |
Eigenschappen
Zilversulfadiazine heeft zowel een bactericide als een bacteriostatische werking tegen Gram-positieve en Gram-negatieve bacteriën. In contact met wondexsudaat valt zilversulfadiazine langzaam uiteen in zilverionen en sulfadiazine. Zilver bindt zich aan oppervlaktemembranen en eiwitten, waardoor membraanlekkage ontstaan, wat leidt tot celdood van de bacterie. Ceriumnitraat versterkt de werking van zilversulfadiazine. Het heeft bacteriostatische eigenschappen en versnelt de vorming van een (stevige) korst, waardoor de kans op herinfectie wordt beperkt.
Gevoelig zijn met name: Staphylococcus aureus (incl. MRSA), Pseudomonas aeruginosa en Klebsiella pneumoniae.
Kinetische gegevens
Resorptie | tot 10% (sulfadiazine), hoger bij toepassing op grote delen van het lichaam; < 1% (zilver). Zilver slaat grotendeels neer in wondweefsel. |
Uitleg afkortingen
F | biologische beschikbaarheid (fractie van de dosis die in de systemische circulatie verschijnt) |
T max | tijdsduur tot maximale bloedspiegel na toediening |
V d | verdelingsvolume (fictief volume waarin een geneesmiddel zich verdeelt over het lichaam) |
T 1/2 | plasmahalfwaardetijd (tijd die nodig is om een bepaalde plasmaconcentratie te halveren) |
T 1/2el | plasmahalfwaardetijd in de eliminatiefase, terminale halfwaardetijd |
Groepsinformatie
erytromycine (cutaan) hoort bij de groep antibacteriële middelen, cutaan.
Groepsinformatie
zilversulfadiazine/ceriumnitraat hoort bij de groep antibacteriële middelen, cutaan.