Samenstelling
Ezetimibe Diverse fabrikanten
- Toedieningsvorm
- Tablet
- Sterkte
- 10 mg
Ezetrol Organon Pharma BV
- Toedieningsvorm
- Tablet
- Sterkte
- 10 mg
Uitleg symbolen
XGVS | Dit geneesmiddel is niet opgenomen in het geneesmiddelen vergoedings systeem (GVS). |
OTC | 'Over the counter', dit geneesmiddel is een zelfzorgmiddel. |
Bijlage 2 | Aan de vergoeding van dit geneesmiddel zijn bepaalde voorwaarden verbonden, die zijn vermeld op bijlage 2 van de Regeling zorgverzekering. |
Aanvullende monitoring | Dit geneesmiddel is onderworpen aan aanvullende monitoring. Extra aandacht wordt gevraagd voor onverwachte bijwerkingen. Meldt u dit via het meldformulier van het Lareb. |
Samenstelling
Lojuxta (als mesylaat) Aanvullende monitoring Chiesi Pharmaceuticals bv
- Toedieningsvorm
- Capsule
- Sterkte
- 5 mg, 10 mg, 20 mg
Uitleg symbolen
XGVS | Dit geneesmiddel is niet opgenomen in het geneesmiddelen vergoedings systeem (GVS). |
OTC | 'Over the counter', dit geneesmiddel is een zelfzorgmiddel. |
Bijlage 2 | Aan de vergoeding van dit geneesmiddel zijn bepaalde voorwaarden verbonden, die zijn vermeld op bijlage 2 van de Regeling zorgverzekering. |
Aanvullende monitoring | Dit geneesmiddel is onderworpen aan aanvullende monitoring. Extra aandacht wordt gevraagd voor onverwachte bijwerkingen. Meldt u dit via het meldformulier van het Lareb. |
Advies
Bij hypercholesterolemie is een statine de eerste keus ter verlaging van het LDL-cholesterol; atorvastatine, rosuvastatine of simvastatine heeft de voorkeur. Intensiveer de lipidenverlagende therapie wanneer de streefwaarde niet bereikt wordt door het ophogen van de dosis als de maximumdosering nog niet bereikt is of door te switchen naar een potentere statine. Bij onvoldoende effect van een statine in de maximale (te verdragen) dosering kan bij een patiënt ≤ 70 jaar of bij niet-kwetsbare ouderen met hart- en vaatziekten (HVZ), ezetimib worden toegevoegd.
Let op: de ESC Guidelines for the management of acute coronary syndromes (2023) worden verwerkt nadat de NVvC hun aanbevelingen voor de Nederlandse situatie hebben uitgebracht.
Geef bij vermoeden van een acuut coronair syndroom (ACS), als pijnbestrijding in de acute fase, nitroglycerine oromucosaal of isosorbidedinitraat sublinguaal. Geef bij een contra-indicatie of aanhoudende matige tot ernstige pijn morfine i.v. of fentanyl i.v. of intranasaal. Start bij STEMI zo snel mogelijk dubbele trombocytenaggregatieremming (DAPT), bij voorkeur binnen 24 uur na het ontstaan van klachten. Een STEMI wordt verder behandeld met reperfusie door percutane coronaire interventie (PCI). Geef peri-procedureel een parenteraal anticoagulans. Bij een NSTEMI (incl. IAP) wordt eerst aanvullend onderzoek en een risicoanalyse verricht. DAPT kan direct na het stellen van de diagnose worden gestart. Bij mogelijkheid tot een coronairangiogram binnen 24 uur kan ook worden volstaan met enkelvoudige trombocytenaggregatieremming.
Na behandeling van een ACS volgt secundaire preventie van een recidief middels niet-medicamenteuze en medicamenteuze behandeling. De patiënt krijgt levenslang acetylsalicylzuur in combinatie met een P2Y12-remmer gedurende in principe 12 maanden. Verder bestaat de behandeling in het algemeen uit een cholesterolverlager, een lipofiele selectieve β-blokker en een ACE-remmer.
Advies
In een eenarmige, open-label studie is aangetoond dat lomitapide als toevoeging aan optimale gebruikelijke lipidenverlagende therapie (medicatie en LDL-aferese) bij volwassen patiënten met bevestigde homozygote familiaire hypercholesterolemie het LDL-cholesterol verder kan verlagen (met 40% na 26 weken). Over de veiligheid zijn beperkt gegevens beschikbaar, om die reden is dit geneesmiddel onderworpen aan aanvullende monitoring. De meest voorkomende bijwerkingen zijn maag-darmklachten. Controle van de leverfunctie is nodig in verband met de kans op steatohepatitis, die over kan gaan in levercirrose.
Indicaties
Aanvulling op het dieet bij:
- primaire (heterozygote familiaire en niet-familiaire) hypercholesterolemie, indien een statine alleen onvoldoende is of niet in aanmerking komt;
- homozygote familiaire hypercholesterolemie in combinatie met een statine;
- homozygote familiaire sitosterolemie;
- secundaire preventie van cardiovasculaire aandoeningen bij patiënten met een (recente) voorgeschiedenis van acuut coronair syndroom in combinatie met een statine.
Gerelateerde informatie
Indicaties
- Homozygote familiaire hypercholesterolemie (HoFH) bij volwassenen als aanvulling bij een vetarm dieet en andere lipidenverlagende geneesmiddelen met of zonder low-density-lipoproteïne-aferese (LDL-aferese).
De HoFH zo mogelijk genetisch bevestigen. Andere vormen van primaire hyperlipoproteïnemie en secundaire oorzaken van hypercholesterolemie uitsluiten.
Doseringen
Hypercholesterolemie, sitosterolemie en secundaire preventie
Volwassenen
10 mg 1×/dag. Bij toevoeging aan een statine de aangewezen gebruikelijke begindosis of de reeds ingestelde hogere dosis voortzetten en de instructies voor toediening van het toegepaste middel raadplegen.
Doseringen
Voor aanvang van de behandeling beginnen met een dieet waarbij minder dan 20% van de energie uit vet afkomstig is, ter vermindering van gastro-intestinale bijwerkingen; dit dieet tijdens de behandeling voortzetten.
Op basis van klinische studies: gedurende de behandeling met lomitapide dagelijks dieetsupplementen innemen met 400 IE vitamine E, circa 200 mg linolzuur, 110 mg eicosapentaeenzuur (EPA), 210 mg α-linoleenzuur (ALA) en 80 mg docosahexaeenzuur (DHA) per dag, dit omdat verlaagde concentraties van essentiële vetzuren en vitamine E zijn waargenomen.
Homozygote familiaire hypercholesterolemie
Volwassenen
Aanvangsdosis 1×/dag 5 mg, na 2 weken zo nodig verhogen naar 10 mg 1×/dag op basis van de en LDL-C respons en of de patiënt het verdraagt. Vervolgens zo nodig met een minimaal interval van 4 weken verhogen tot 20 mg 1×/dag, 40 mg 1×/dag, en de maximale dosis van 60 mg 1×/dag. De dosering geleidelijk verhogen ter beperking van de incidentie en ernst van gastro-intestinale bijwerkingen en verhoging van aminotransferasen.
Verminderde leverfunctie: Bij een lichte vermindering (Child-Pughscore 5–6) is de maximale dosering 40 mg 1×/dag. Toepassing bij een (matig-)ernstige leverfunctiestoornis (Child-Pughscore ≥ 7), waaronder bij patiënten met onverklaarbare aanhoudend abnormale leverfunctiewaarden is gecontra-indiceerd. Zie ook de rubriek Waarschuwingen en voorzorgen.
Verminderde nierfunctie: lomitapide is alleen onderzocht bij patiënten met nierfalen in het eindstadium, met toepassing van dialyse. Bij hen is de maximale dosering 40 mg 1×/dag.
Bij toevoeging van atorvastatine aan een stabiele onderhoudsdosis lomitapide: houd een tijdsinterval van 12 uur aan tussen inname van beide middelen of halveer de dosering lomitapide. Bij een onderhoudsdosis van 5 mg lomitapide, dit blijven gebruiken. Vervolgens op basis van tolerantie en LDL-C respons de dosering zorgvuldig titreren. Na staken van atorvastatine de behandeling eveneens opnieuw titreren op basis van de tolerantie en LDL-C respons.
Toediening
- Lomitapide minimaal 2 uur na de avondmaaltijd op een lege maag innemen omdat de gastro-intestinale bijwerkingen kunnen verergeren door het vetgehalte van een net genuttigde maaltijd;
- Tijdens de behandeling geen grapefruit-/pompelmoessap gebruiken.
Bijwerkingen
Vaak (1-10%): buikpijn, diarree, winderigheid. Hoofdpijn, spierpijn. Vermoeidheid. Verhoogd ALAT en/of ASAT.
Soms (0,1-1%): hypertensie, pijn op de borst, opvliegers. Hoest. Dyspepsie, gastro-oesofageale reflux, misselijkheid, droge mond, gastritis, verminderde eetlust. Jeuk, uitslag, urticaria. Artralgie, spierspasmen, pijn (o.a. in extremiteiten, nek, rug), spierzwakte, asthenie. Paresthesie. Perifeer oedeem. Verhoogde waarde creatinekinase in bloed en γ-GT.
Verder zijn gemeld: myopathie, rabdomyolyse. Overgevoeligheid (o.a. anafylaxie, angio-oedeem). Trombocytopenie. Dyspneu. Hepatitis, cholelithiase, cholecystitis, pancreatitis, obstipatie. Duizeligheid. Erythema multiforme. Depressie.
Bijwerkingen
Zeer vaak (> 10%): verminderde eetlust, gewichtsafname. Diarree, misselijkheid, braken, dyspepsie, buikpijn, flatulentie, opgezette buik, obstipatie. Verhoging ALAT en/of ASAT.
Vaak (1-10%): gastro-enteritis, gastritis, rectale tenesmus, frequente ontlasting, aandrang tot defecatie, hemorroïdale bloeding, gas–oprisping, aerofagie, maagdilatatie, gastro-oesofagale refluxaandoening, regurgitatie. Duizeligheid, migraine, hoofdpijn. Hepatische steatose, hepatotoxiciteit, hepatomegalie. Ecchymose, papula, erythemateuze huiduitslag, xanthoom. Vermoeidheid, asthenie. Spierspasmen. Verandering INR, abnormale leverfunctietestwaarden, verhoging alkalische fosfatase, transaminasen, verlaging kalium-, caroteen-, vitamine E- en vitamine K-gehalte. Verandering aantal neutrofielen, witte bloedcellen.
Soms (0,1-1%): gastro-intestinale infectie, influenza, naso-faryngitis, sinusitis. Anemie. Uitdroging, verhoogde eetlust. Paresthesie, slaperigheid. Oogzwelling. Vertigo. Faryngeale laesie, hoesten. Droge mond, harde ontlasting, bloeding laag in het maag-darmkanaal, bloed braken. Blaren, droge huid, overmatig zweten. Pijn in spieren, gewrichten of ledematen, gezwollen gewrichten, trillende spieren. Hematurie. Pijn op de borst, koude rillingen, koorts, malaise, loopstoornis. Verhoging serumbilirubine, gamma-glutamyltransferase. Proteïnurie. Abnormale longfunctietestwaarden.
Verder zijn gemeld: dehydratie. Alopecia. Myalgie.
Interacties
Colestyramine verlaagt de blootstelling aan ezetimib met circa 55%; in verband hiermee ezetimib tot en met twee uur vóór of vanaf vier uur na galzuurbindende harsen innemen. Door combinatie met fibraten is er meer kans op galsteenvorming; bij een vermoeden van cholelithiase een galblaasonderzoek uitvoeren en de therapie staken.
De werking van vitamine K-antagonisten kan worden versterkt; de INR controleren.
Bij comedicatie met ciclosporine stijgt de blootstelling aan beide geneesmiddelen; combinatie vermijden of de ciclosporinespiegel controleren.
Interacties
Combinatie met simvastatine > 40 mg/dag is gecontra-indiceerd. Combinatie met matige of krachtige CYP3A4-remmers (zoals bv. itraconazol, fluconazol, voriconazol, posaconazol, ketoconazol, erytromycine, claritromycine, HIV-proteaseremmers, diltiazem en verapamil) eveneens gecontra-indiceerd.
Lomitapide is een substraat voor CYP3A4 en een CYP3A4-remmer. Bij combinatie met zwakke CYP3A4-remmers (zoals oestrogeenbevattende orale anticonceptiva, alprazolam, amiodaron, amlodipine, atorvastatine, azitromycine, bicalutamide, cimetidine, ciclosporine, clotrimazol, fluoxetine, fluvoxamine, fosaprepitant, isoniazide, lacidipine, lapatinib, nilotinib, pazopanib, tacrolimus, ticagrelor) de middelen innemen met een tijdsinterval van 12 uur. Wees extra voorzichtig bij combinatie van lomitapide met meerdere CYP3A4-remmers. Overweeg verlaging van de dosering lomitapide op basis van de LDL-respons. Bij combinatie met CYP3A4-inductoren (zoals non-nucleoside reverse-transcriptaseremmers (NNRTI's), fenobarbital, rifampicine, carbamazepine, pioglitazon, glucocorticoïden, modafinil, fenytoïne) kan de werking van lomitapide verminderen; na aanvang van de behandeling met een CYP3A4-inductor kan het tot 2 weken duren tot het maximale effect is bereikt, na staken van de inductor kan het ten minste 2 weken duren voordat het effect op het metabolisme van lomitapide afneemt. Eventueel de dosering lomitapide verhogen en LDL-C vaker bepalen. Combinatie met sint-janskruid vanwege CYP3A4-inductie vermijden.
Lomitapide verhoogt de plasmaspiegels van statinen (atorvastatine, rosuvastatine, simvastatine) met als gevolg meer kans op myopathie. Bij combinatie met een statine erop wijzen dat iedere onverklaarbare pijn, gevoeligheid of zwakte aan de spieren direct gemeld moet worden. Zie voor toevoeging van atorvastatine aan een stabiele onderhoudsdosis lomitapide, ook de rubiek Dosering.
Bij gebruik van vitamine K-antagonisten de INR vaker controleren met name na een dosisaanpassing van lomitapide.
Combinatie met alcohol vermijden vanwege een verhoging van het levervetgehalte en de kans op inductie of verergering van leverletsel.
Bij combinatie met andere hepatotoxische geneesmiddelen (zoals isotretinoïne, amiodaron, paracetamol (> 4 g/dag op ≥ 3 dagen/w.), methotrexaat, tetracyclinen, tamoxifen) vaker leverfunctietesten uitvoeren.
Lomitapide kan de absorptie van in vet oplosbare vitaminen verminderen.
Galzuurbindende harsen (colestyramine, colesevelam) minimaal 4 uur voor of na lomitapide innemen.
Lomitapide kan de absorptie van Pgp-substraten (zoals aliskiren, ambrisentan, colchicine, dabigatran, digoxine, everolimus, fexofenadine, imatinib, lapatinib, maraviroc, nilotinib, posaconazol, saxagliptine, sirolimus, sitagliptine, topotecan) verhogen; dosisverlaging van het Pgp-substraat overwegen.
Zwangerschap
Teratogenese: Bij de mens, onvoldoende gegevens. Bij dieren geen aanwijzingen voor schadelijkheid.
Advies: Gebruik ontraden. Combinatie van ezetimib en een statine is tijdens zwangerschap gecontra-indiceerd.
Zwangerschap
Teratogenese: Bij de mens, onvoldoende gegevens. Bij dieren schadelijk gebleken (teratogeen en embryotoxisch).
Advies: Gebruik is gecontra–indiceerd.
Overig: Vóór het begin van de behandeling zwangerschap uitsluiten. Een vruchtbare vrouw dient adequate anticonceptieve maatregelen te nemen gedurende de therapie. De werking van orale anticonceptiva kan verminderen door diarree en/of braken veroorzaakt door lomitapide; bij aanhoudende diarree/braken gedurende meer dan 2 dagen, aanvullende anticonceptieve maatregelen nemen.
Lactatie
Overgang in de moedermelk: Ja (bij dieren).
Advies: Het gebruik van dit geneesmiddel of het geven van borstvoeding ontraden. Het gebruik of het geven van borstvoeding is gecontra-indiceerd indien toegediend in combinatie met een statine.
Lactatie
Overgang in de moedermelk: Onbekend.
Advies: Het gebruik van dit geneesmiddel of het geven van borstvoeding ontraden.
Contra-indicaties
Er zijn van dit middel geen contra–indicaties bekend.
Contra-indicaties
- matige of ernstige leverfunctiestoornis of aanhoudende onverklaarbare abnormale leverfunctietestwaarden;
- bekende significante of chronische darmaandoening zoals inflammatoire darmziekte of malabsorptie.
Zie voor meer contra-indicaties de rubrieken Zwangerschap en Interacties.
Waarschuwingen en voorzorgen
Bij combinatie met een statine volgens de aanbevelingen van dat toegepaste middel de leverfunctie controleren. De patiënt adviseren bij onverklaarde spierpijn of -zwakte onmiddellijk de arts te waarschuwen. De behandeling staken bij duidelijk verhoogde CK-spiegels (CK ≥ 10× ULN) òf bij het vaststellen van myopathie.
Vanwege het ontbreken van onderzoeksgegevens wordt het gebruik bij een matige (Child-Pughscore 7–9) of ernstige (Child-Pughscore > 9) leverinsufficiëntie niet aanbevolen. De klinische ervaring bij kinderen en adolescenten (6–17 j.) is beperkt tot (homozygote en heterozygote) familiaire hypercholesterolemie en sitosterolemie; er zijn onvoldoende gegevens om een doseringsadvies te geven. Behandeling bij kinderen dient ingesteld te worden door een gespecialiseerde arts. Er zijn geen gegevens over gebruik bij kinderen < 6 jaar. De lange termijn effecten bij gebruik > 33 weken bij kinderen tussen de 10–18 jaar en > 12 weken bij kinderen van 6–10 jaar zijn niet vastgesteld.
Waarschuwingen en voorzorgen
Leverenzymafwijkingen: Voor het begin van de behandeling ASAT, ALAT, alkalische fosfatase, totaal bilirubine, gamma-glutamyltransferase (γ-GT) en serumalbumine bepalen. Tijdens het eerste jaar van de behandeling vóór iedere dosisverhoging of maandelijks (als dit eerder is) levertesten (minimaal ALAT en ASAT) uitvoeren; na het eerste behandeljaar deze testen minimaal iedere 3 maanden en vóór iedere dosisverhoging uitvoeren. Bij verhoging van aminotransferasen ≥ 3× ULN en < 5× ULN, de meting herhalen binnen 1 week; indien dit de verhoging bevestigt, de dosering verlagen en aanvullende levertesten uitvoeren. Vervolgens testen wekelijks herhalen en toediening staken bij aanwijzingen voor abnormale leverfunctie, stijging aminotransferasen tot > 5× ULN of als aminotransferasen niet binnen ca. 4 weken onder de 3× ULN komt. Bij aanhoudende verhoging > 3× ULN verwijzen naar de hepatoloog. Bij hervatten van lomitapide nadat aminotransferasen gedaald zijn tot < 3× ULN eventueel een lagere dosis geven en vaker leverfunctietesten uitvoeren. Bij verhoging van aminotransferasen ≥ 5× ULN de toediening staken en aanvullende leverfunctietesten uitvoeren; als aminotransferasen niet binnen ca. 4 weken onder de 3× ULN komen, doorverwijzen naar een hepatoloog. Bij herstarten van lomitapide als aminotransaminasen < 3× ULN zijn, de dosis verlagen en vaker leverfunctietesten uitvoeren. Bij verhoogde aminotransferasewaarden én klinische symptomen van leverletsel (misselijkheid, braken, buikpijn, koorts, geelzucht, lethargie, griepachtige symptomen), verhoging van bilirubine ≥ 2× ULN of actieve leverzieke lomitapide staken en verwijzen naar een hepatoloog.
Controleer voor het begin van de behandeling en daarna jaarlijks op steatohepatitis en/of fibrose; overweeg bij aanwijzingen hiervoor een leverbiopsie. Vanwege het risico dat lomitapide een steatohepatitis induceert die over kan gaan in levercirrose, bij een vermoeden van steatohepatitis opnieuw de baten-risicoverhouding bepalen.
Bij leeftijd ≥ 65 jaar voorzichtig toepassen vanwege weinig ervaring.
Niet gebruiken bij kinderen < 18 jaar vanwege onvoldoende gegevens betreffende werkzaamheid en veiligheid.
Overdosering
Zie voor symptomen en behandeling het Nationaal Vergiftigingen Informatie Centrum.
Overdosering
Neem voor informatie over een vergiftiging met lomitapide contact op met het Nationaal Vergiftigingen Informatie Centrum.
Eigenschappen
Remt selectief de opname via de dunne darm van cholesterol en aanverwante plantsterolen afkomstig van de voeding of uit de gal, waardoor de darm minder cholesterol aan de lever geeft. Ezetimib verlaagt de totale cholesterol en LDL-cholesterol spiegel in het plasma. Tevens wordt het triglyceridengehalte enigszins verlaagd en de HDL-cholesterolspiegel enigszins verhoogd. De werking treedt in binnen een week en is maximaal na 2–4 weken.
Kinetische gegevens
Resorptie | snel. |
T max | 1–2 uur (actieve metaboliet), 4–12 uur (ezetimib). |
Eiwitbinding | 88–92% (actieve metaboliet), 99,7% (ezetimib). |
Metabolisering | wordt in de darmwand en in de lever geglucuronideerd tot het actieve ezetimibglucuronide. Ezetimib en zijn actieve metaboliet ondergaan een enterohepatische kringloop. |
Eliminatie | ca. 78% met de feces, vooral als ezetimib en ca. 11% met de urine, vooral als actieve metaboliet. |
T 1/2el | ca. 22 uur (ezetimib, actieve metaboliet). |
Uitleg afkortingen
F | biologische beschikbaarheid (fractie van de dosis die in de systemische circulatie verschijnt) |
T max | tijdsduur tot maximale bloedspiegel na toediening |
V d | verdelingsvolume (fictief volume waarin een geneesmiddel zich verdeelt over het lichaam) |
T 1/2 | plasmahalfwaardetijd (tijd die nodig is om een bepaalde plasmaconcentratie te halveren) |
T 1/2el | plasmahalfwaardetijd in de eliminatiefase, terminale halfwaardetijd |
Eigenschappen
Selectieve remmer van microsomaal transferproteïne (MTP), een intracellulair lipide-transferproteïne die voorkomt in het lumen van het endoplasmatisch reticulum en zorgt voor het binden en het transport van lipidemoleculen. MTP speelt een belangrijke rol bij de aanmaak van lipoproteïnen die apo-B bevatten. MTP-remming vermindert de afscheiding van lipoproteïnen en circulerende concentraties van door lipoproteïnen gedragen lipiden zoals cholesterol en triglyceriden.
Kinetische gegevens
F | 7% door uitgebreid first-pass-effect. |
T max | 4–8 uur. |
V d | ca. 17 l/kg. |
Eiwitbinding | > 99,8%. |
Metabolisering | in hoge mate, vnl. via CYP3A4, in mindere mate via CYP2E1, CYP1A2, CYP2B6, CYP2C8, CYP2C19. |
Eliminatie | ca. 33% via de urine, ca. 60% via de feces, vooral als geoxideerde metabolieten. |
T 1/2el | ca. 29 uur. |
Uitleg afkortingen
F | biologische beschikbaarheid (fractie van de dosis die in de systemische circulatie verschijnt) |
T max | tijdsduur tot maximale bloedspiegel na toediening |
V d | verdelingsvolume (fictief volume waarin een geneesmiddel zich verdeelt over het lichaam) |
T 1/2 | plasmahalfwaardetijd (tijd die nodig is om een bepaalde plasmaconcentratie te halveren) |
T 1/2el | plasmahalfwaardetijd in de eliminatiefase, terminale halfwaardetijd |
Groepsinformatie
ezetimib hoort bij de groep lipidenverlagende middelen, overige.
Groepsinformatie
lomitapide hoort bij de groep lipidenverlagende middelen, overige.