Samenstelling
Broxil (als K-zout) ACE Pharmaceuticals bv
- Toedieningsvorm
- Capsule, hard
- Sterkte
- 250 mg, 500 mg
- Toedieningsvorm
- Poeder voor suspensie, suikervrij 'Forte'
- Sterkte
- 25 mg/ml
- Verpakkingsvorm
- 100 ml
Uitleg symbolen
XGVS | Dit geneesmiddel is niet opgenomen in het geneesmiddelen vergoedings systeem (GVS). |
OTC | 'Over the counter', dit geneesmiddel is een zelfzorgmiddel. |
Bijlage 2 | Aan de vergoeding van dit geneesmiddel zijn bepaalde voorwaarden verbonden, die zijn vermeld op bijlage 2 van de Regeling zorgverzekering. |
Aanvullende monitoring | Dit geneesmiddel is onderworpen aan aanvullende monitoring. Extra aandacht wordt gevraagd voor onverwachte bijwerkingen. Meldt u dit via het meldformulier van het Lareb. |
Samenstelling
Extencin Nordic Group BV
- Toedieningsvorm
- Poeder voor injectievloeistof
- Sterkte
- 1.200.000 IE
- Verpakkingsvorm
- flacon 5 ml + solvens
Bevat tevens: fosfolipiden uit sojabonen.
Uitleg symbolen
XGVS | Dit geneesmiddel is niet opgenomen in het geneesmiddelen vergoedings systeem (GVS). |
OTC | 'Over the counter', dit geneesmiddel is een zelfzorgmiddel. |
Bijlage 2 | Aan de vergoeding van dit geneesmiddel zijn bepaalde voorwaarden verbonden, die zijn vermeld op bijlage 2 van de Regeling zorgverzekering. |
Aanvullende monitoring | Dit geneesmiddel is onderworpen aan aanvullende monitoring. Extra aandacht wordt gevraagd voor onverwachte bijwerkingen. Meldt u dit via het meldformulier van het Lareb. |
Advies
Bij acute faryngotonsillitis is bestrijding van de pijn met paracetamol, eerste keus. Antibiotica zijn zelden geïndiceerd. Bij ernstige faryngotonsillitis, bij immuundeficiëntie of op advies van de GGD kan gekozen worden voor een smalspectrum-penicilline zoals feneticilline of fenoxymethylpenicilline. Bij een penicilline-overgevoeligheid is azitromycine gedurende 3 dagen eerste keus. Bij een peritonsillair infiltraat of bij onvoldoende effect van een behandeling met smalspectrum-penicillinen wordt gekozen voor amoxicilline/clavulaanzuur. Zie voor meer informatie acute faryngotonsillitis.
Bacteriële huidinfecties: Probeer met hygiënische maatregelen uitbreiding van bacteriële huidinfecties of besmetting van anderen tegen te gaan. Behandel oppervlakkige bacteriële huidinfecties met een lokaal antimicrobieel middel. Bij impetigo en impetiginisatie heeft lokaal fusidinezuur de voorkeur. Bij diepe huidinfecties zijn meestal orale antibiotica geïndiceerd of is operatief ingrijpen noodzakelijk. Bij orale antimicrobiële behandeling heeft een smalspectrum-penicilline (zoals feneticilline) de voorkeur. Macroliden zijn een alternatief wanneer bijvoorbeeld penicillinen niet worden verdragen. Bij recidiverende cellulitis en erysipelas (> 1 infectie/jaar) een preventieve behandeling met een smalspectrum-penicilline overwegen; behandel gedurende 1–2 jaar met feneticilline of fenoxymethylpenicilline (beide oraal) of met benzathinebenzylpenicilline (i.m.). Bij bijtwonden heeft een breedspectrum-penicilline de voorkeur. Zie voor meer informatie over bv. de behandeling van erysipeloïd of recidiverende cellulitis of recidiverende erysipelas: bacteriële huidinfecties.
Na een tekenbeet kan worden afgewacht of preventief worden behandeld met een eenmalige dosering doxycycline of azitromycine. Erythema migrans behandelen met doxycycline. Amoxicilline of azitromycine zijn een alternatief als doxycycline gecontra-indiceerd is.
Bij een bacteriële community-acquired pneumonie (CAP) is behandeling met antibiotica doorgaans aangewezen. De verwekker ervan bepaalt de keuze voor een antibioticum, zie tabel 9 van de SWAB-richtlijn CAP. Bij een onbekende verwekker bepaalt de ernst van de CAP, de initiële keuze van het antibioticum:
• bij een milde pneumonie bij volwassenen en kinderen is oraal amoxicilline eerste keus;
• behandel een matig-ernstige pneumonie bij voorkeur met intraveneus benzylpenicilline of amoxicilline;
• behandel een ernstige pneumonie op een verpleegafdeling met intraveneus cefotaxim, ceftriaxon of cefuroxim;
• geef bij een ernstige pneumonie op de IC intraveneus ciprofloxacine gecombineerd met cefotaxim, ceftriaxon of cefuroxim, óf monotherapie met intraveneus moxifloxacine.
Feneticilline is tweede keus bij een CAP veroorzaakt door een penicilline-gevoelige S. pneumoniae.
Advies
Benzathinebenzylpenicilline kan voor de vermelde indicaties worden voorgeschreven.
Probeer met hygiënische maatregelen uitbreiding van bacteriële huidinfecties of besmetting van anderen tegen te gaan. Behandel oppervlakkige bacteriële huidinfecties met een lokaal antimicrobieel middel. Bij impetigo en impetiginisatie heeft lokaal fusidinezuur de voorkeur. Bij diepe huidinfecties zijn meestal orale antibiotica geïndiceerd of is operatief ingrijpen noodzakelijk. Bij orale antimicrobiële behandeling heeft een smalspectrum-penicilline de voorkeur. Macroliden zijn een alternatief wanneer bijvoorbeeld penicillinen niet worden verdragen. Bij recidiverende cellulitis en erysipelas (> 1 infectie/jaar) een preventieve behandeling met een smalspectrum-penicilline overwegen; behandel gedurende 1–2 jaar met benzathinebenzylpenicilline (i.m.) of met feneticilline of fenoxymethylpenicilline (beide oraal). Bij bijtwonden heeft een breedspectrum-penicilline de voorkeur. Voor meer informatie zie bacteriële huidinfecties.
De medicamenteuze behandeling van soa’s is afhankelijk van het type verwekker en het resistentiepatroon. Geef voorlichting over veilig vrijen en partnerwaarschuwing.
Behandel syfilis met benzathinebenzylpenicilline (i.m.) of benzylpenicilline (i.v.), afhankelijk van het stadium. Bij een penicilline-allergie is doxycycline een alternatief. Overweeg na eerdere, (mogelijk) IgE-gemedieerde, ernstige overgevoeligheidsreacties, bij behandeling van neurosyfilis of behandeling van syfilis tijdens de zwangerschap penicilline-desensibilisatie gevolgd door benzylpenicilline of, na ernstige (waarschijnlijk) niet-IgE-gemedieerde of na eerdere niet-ernstige overgevoeligheidsreacties, ceftriaxon (i.v.).
Indicaties
Niet-ernstige tot matig-ernstige infecties, veroorzaakt door micro-organismen gevoelig voor feneticilline, m.n. streptokokkeninfecties:
- bovensteluchtweginfecties zoals faryngitis en tonsillitis;
- ondersteluchtweginfecties zoals pneumonie;
- infecties van de huid en weke delen zoals impetigo of abcessen.
Gerelateerde informatie
Indicaties
Behandeling
- Erysipelas;
- Infecties met Treponema spp., zoals:
- vroege syfilis (primair en secundair);
- latente syfilis (zonder pathologische veranderingen in de liquor cerebrospinalis of neurosyfilis);
- framboesia en pinta.
- Offlabel: recidiverende cellulitis.
Profylaxe
- Erysipelas;
- Reumatische koorts (chorea, reumatische carditis);
- Post-streptokokken-glomerulonefritis.
Gerelateerde informatie
Doseringen
Niet-ernstige infecties in goed doorbloede organen
Volwassenen en kinderen vanaf 10 jaar
250 mg 3×/dag.
Kinderen 2–10 jaar
125 mg (5 ml suspensie) 3×/dag.
Kinderen tot 2 jaar
62,5 mg (2,5 ml suspensie) 3×/dag.
Matig-ernstige infecties
Volwassenen en kinderen vanaf 10 jaar
500 mg 3–6×/dag.
Kinderen 2–10 jaar
250 mg (10 ml suspensie) 3–6×/dag.
Kinderen tot 2 jaar
125 mg (5 ml suspensie) 3–6×/dag.
Profylaxe van acuut reuma (polyarthritis rheumatica acuta)
Volwassenen
Volgens de fabrikant 250 mg 2×/dag, gedurende lange tijd.
Kinderen
Volgens de fabrikant: 125 mg (5 ml suspensie) 2×/dag, gedurende lange tijd. Het Kinderformularium van het NKFK heeft andere doseringen (voor primaire preventie en voor secundaire profylaxe groep A streptokokken bij patiënten met acuut reuma), zie hiervoor de pagina feneticilline op kinderformularium.nl.
Ouderen: Geen gegevens beschikbaar.
Verminderde nierfunctie: Gebruik hoge doseringen (die bij matig-ernstige infecties) met voorzichtigheid, omdat feneticilline voornamelijk via de nieren wordt geëlimineerd.
Verminderde leverfunctie: Geen gegevens beschikbaar.
Behandelduur
- Voor de eliminatie van infecties met β-hemolytische streptokokken in de keel, minimaal 10 dagen behandelen;
- Ter preventie van acuut reuma geeft men dit middel gedurende lange tijd;
- Raadpleeg voor andere indicaties relevante nationale richtlijnen, zoals die van het NHG en de SWAB of raadpleeg een deskundige op het gebied.
Toediening
- Bij voorkeur innemen op een lege maag, 1 uur vóór of 2 uur ná de maaltijd;
- De capsule in zijn geheel doorslikken met wat water, thee of limonade;
- De suspensie schudden voor gebruik. De suspensie met behulp van een spuitje opzuigen en direct vanuit het spuitje innemen. Na inname van de suspensie nog wat water of limonade nadrinken.
Doseringen
Observeer de patiënt na de toediening gedurende ten minste 30 minuten, vanwege de kans op ernstige acute allergische reacties, ook bij de eerste toediening.
Antipyretica kunnen gebruikt worden als premedicatie bij syfilis met een hoge 'bacterial load' om de Jarisch-Herxheimer reactie te voorkómen (voor symptomen hiervan zie de rubriek Bijwerkingen).
Algemene therapie
Volwassenen en kinderen ≥ 30 kg lichaamsgewicht
I.m.: 1,2 mln. IE eenmalig. Bij streptokokkeninfecties ten minste 10 dagen behandelen om acuut (gewrichts)reuma of glomerulonefritis te voorkómen. Volgens de fabrikant kan dit over het algemeen worden gewaarborgd met 1 enkele injectie van 1,2 mln. IE.
Kinderen < 30 kg lichaamsgewicht
I.m.: 600.000 IE eenmalig. Bij streptokokkeninfecties ten minste 10 dagen behandelen om acuut (gewrichts)reuma of glomerulonefritis te voorkomen. Volgens de fabrikant kan dit over het algemeen worden gewaarborgd met 1 enkele injectie van 600.000 IE.
Primaire en secundaire syfilis (volgens de fabrikant)
Volwassenen en kinderen vanaf 12 jaar
I.m.: 2,4 mln. IE eenmalig, verdeeld over beide billen. Herhaal deze behandeling als de symptomen opnieuw optreden of uitslagen van serologisch onderzoek sterk positief blijven.
Kinderen < 12 jaar
I.m.: Eenmalig 50.000 IE/kg lichaamsgewicht; max. 2,4 mln. IE. Herhaal deze behandeling als de symptomen opnieuw optreden of uitslagen van serologisch onderzoek sterk positief blijven.
Vroege syfilis (stadium 1, 2 en vroeg latente syfilis) (o.b.v. SOA-richtlijn 2024)
Volwassenen en kinderen vanaf 12 jaar
I.m.: Volgens de multidisciplinaire richtlijn SOA's op richtlijnendatabase.nl (juli 2024): bij vroege syfilis (stadium 1, 2 en vroeg latente syfilis): 2,4 mln. IE eenmalig. De richtlijn suggereert verder om iedere 1,2 mln. IE op te lossen in 2 ml lidocaïne 20 mg/ml en 2 ml fysiologisch zout, en i.m toe te dienen in elke bil. Deze informatie komt uit submodule C3 Syfilis.
Latente syfilis
Volwassenen en kinderen vanaf 12 jaar
I.m.: Volgens de fabrikant: 3× 2,4 mln. IE; toedienen met tussenpozen van 1 week (c.q. op dag 1, 8 en 15). Dit komt overeen met het voorschrift voor 'late latente syfilis of syfilis van onbepaalde duur' in de multidisciplinaire richtlijn SOA's op richtlijnendatabase.nl (juli 2024). Deze informatie komt uit submodule C3 Syfilis. Zie voor het voorschrift voor een 'vroege latente syfilis' uit deze richtlijn, het voorschrift hierboven.
Kinderen < 12 jaar
I.m.: Volgens de fabrikant: 3× 50.000 IE/kg lichaamsgewicht, max. 2,4 mln. IE per dosis; toedienen met tussenpozen van 1 week (c.q. op dag 1, 8 en 15). Dit komt overeen met het voorschrift voor kinderen ≥ 1 jaar voor 'laat latent of latent van onbepaalde duur' in de multidisciplinaire richtlijn SOA's op richtlijnendatabase.nl (juli 2024). Voor 'vroeg latent' suggereert de richtlijn voor kinderen ≥ 1 jaar: eenmalig 50.000 IE/kg tot max. 2,4 mln. IE. Deze informatie komt uit submodule C3 Syfilis.
Congenitale syfilis (geen neurosyfilis)
Kinderen van 0–17 jaar
I.m.: Volgens de fabrikant en het Kinderformularium van het NKFK: 50.000 IE/kg lichaamsgewicht als eenmalige dosis; maximaal 2,4 mln. IE. Volgens het NKFK gaat de voorkeur gaat echter uit naar een intraveneuze (alternatieve) behandeling; alleen gebruiken in overleg met een infectioloog.
Framboesia en pinta
Volwassenen en kinderen ≥ 30 kg lichaamsgewicht
I.m.: 1,2 mln. IE eenmalig.
Kinderen < 30 kg lichaamsgewicht
I.m.: 600.000 IE eenmalig.
Profylaxe van acuut reuma, post-streptokokken-glomerulonefritis en erysipelas
Volwassenen en kinderen met een lichaamsgewicht > 30 kg
I.m.: 1,2 mln. IE elke 3–4 weken. Behandelduur: Zonder cardiale betrokkenheid: ten minste 5 jaar of tot een leeftijd van 21 jaar; voorbijgaande cardiale betrokkenheid: ten minste 10 jaar of tot een leeftijd van 21 jaar; bij aanhoudende cardiale betrokkenheid: ten minste 10 jaar of tot een leeftijd van 40 jaar, soms is levenslange profylaxe noodzakelijk.
Kinderen < 30 kg lichaamsgewicht
I.m.: Volgens de fabrikant: 600.000 IE elke 3–4 weken. Behandelduur: Zonder cardiale betrokkenheid: ten minste 5 jaar, of tot een leeftijd van 21 jaar; voorbijgaande cardiale betrokkenheid: ten minste 10 jaar, of tot een leeftijd van 21 jaar; bij aanhoudende cardiale betrokkenheid: ten minste 10 jaar, of tot een leeftijd van 40 jaar; soms is levenslange profylaxe noodzakelijk
I.m.: Volgens het Kinderformularium van het NKFK: bij een (leeftijd ≥ 1 jaar en) lichaamsgewicht < 20 kg: 600.000 IE i.m. om de 3–4 weken. Bij een lichaamsgewicht ≥ 20 kg: 1,2 mln. IE i.m. om de 3–4 weken.
Offlabel: Recidiverende cellulitis
Volwassenen
I.m.: Volgens de NHG-Standaard Bacteriële huidinfecties (juni 2024): preventief om nieuw episoden te voorkómen: 1,2 mln. IE eenmaal per 3–4 weken. Behandelduur: Gedurende minstens 0,5 jaar.
Verminderde nierfunctie
- Volgens de fabrikant:
- creatinineklaring ≥ 60 ml/min: de normale dosering;
- creatinineklaring 10–50 ml/min: 75% van de normale dagdosis;
- creatinineklaring < 10 ml/min: 20–50% van de normale dagdosis (max. 1–3 mln. IE/dag) als 2–3 enkelvoudige giften.
- Volgens het Kinderformularium van het NKFK: bij een leeftijd > 3 maanden:
- bij een creatinineklaring ≥ 30 ml/min: geen dosisaanpassing nodig;
- bij een creatinineklaring < 30 ml/min kan een algemeen advies niet gegeven worden; weeg het beoogde effect, risico's van bijwerkingen bij overdosering en therapiefalen bij onderdosering af.
- Hemodialyse: Benzathinebenzylpenicilline is hemodialyseerbaar. Weeg het gebruik per geval af, omdat gegevens over de invloed van de dialyse op de plasmaconcentratie van benzylpenicilline ontbreken.
Toediening
- De suspensie gedurende ten minste 20 seconden goed schudden voor gebruik en direct gebruiken.
- Uitsluitend diep i.m. toedienen en langzaam inspuiten, bij voorkeur in het bovenste buitenkwadrant van de m. gluteus of het ventrogluteale gebied van von Hochstetter, waarbij de naald naar de bekkenkam wijst of de von Hochstetter-methode wordt toegepast; bij kinderen bij voorkeur midlateraal in de dij. De m. deltoideus is alleen geschikt als deze goed is gevormd (cave n. radialis). Bij baby's en jonge kinderen (≤ 2 jaar) het bovenste buitenkwadrant van het gluteale gebied alleen gebruiken in uitzonderlijke gevallen (bv. wijdverbreide brandwonden) om beschadiging van de heupzenuw te voorkomen.
- Dien maximaal 5 ml per injectieplaats toe. Gebruik weinig druk. Vermijd wrijving na de injectie.
- Zorg bij een langdurige behandeling voor ruime afstand tussen 2 opeenvolgende injecties, zie de rubriek Waarschuwingen en voorzorgen.
Bijwerkingen
Zeer zelden (< 0,01%): ernstige allergische verschijnselen met onder andere benauwdheid, zwelling van mond, keel of strottenhoofd, shock. Leukopenie.
Verder zijn gemeld: anafylactische reactie (incl. anafylactische shock). Pijnlijke mond of tong, zwarte haartong, misselijkheid, braken, diarree, pseudomembraneuze colitis. Huiduitslag, urticaria, jeuk en roodheid. Hyperkaliëmie, neutropenie.
Bijwerkingen
Vaak (1-10%): candidiasis. Misselijkheid, diarree. Positieve directe antiglobulinetest (Coombs-test; na het staken van een penicilline kan deze nog 6–8 weken positief blijven), fout-positieve resultaten bij: testen voor de bepaling van eiwit in de urine, niet-enzymatische testen voor het aantonen van glucose in de urine, urobilinogeen; zie ook de rubriek Waarschuwingen en voorzorgen.
Soms (0,1-1%): braken, glossitis, stomatitis.
Zelden (0,01-0,1%): allergische reacties zoals: urticaria, angio-oedeem, anafylactische reactie (incl. shock) en anafylactoïde reacties (astma, purpura, maag-darmklachten), erythema multiforme, exfoliatieve dermatitis, koorts, gewrichtspijn. Nefropathie, interstitiële nefritis.
Zeer zelden (< 0,01%): hemolytische anemie, leukopenie, agranulocytose, trombocytopenie.
Verder zijn gemeld: serumziekte. Cholestase, hepatitis. Pseudomembraneuze colitis. Jarisch-Herxheimer-reactie (met hypotensie, tachycardie, vasodilatatie, koorts, koude rillingen, hoofd- en spierpijn, rigor en zere keel; zie ook de rubriek Waarschuwingen en voorzorgen). Geneesmiddelenreactie met eosinofilie en systemische symptomen (DRESS-syndroom), 'fixed drug eruption'. Bij patiënten met dermatomycose kunnen para-allergische reacties optreden, aangezien er sprake kan zijn van gemeenschappelijke antigeniciteit tussen penicillinen en dermatofyte metabolieten. Infiltraten en/of pijn op de plaats van injectie. Nicolau-syndroom. Hoigné-syndroom bij onbedoelde intravasculaire injectie. Bij onbedoelde intra-arteriële injectie kunnen ernstigere complicaties optreden, zoals vasculaire occlusie, trombose en gangreen, en door een hoge injectiedruk kan de geïnjecteerde vloeistof teruglopen in de arteria iliaca communis, aorta of vaten in het ruggenmerg. Herhaalde injectie (bv. voor de behandeling van syfilis) in een beperkt gebied van het spierweefsel kan weefselbeschadiging en toegenomen plaatselijke vascularisatie teweegbrengen; zie de rubriek Waarschuwingen en voorzorgen. Plaatselijke afzetting en granuloomvorming (die kan worden aangezien voor tumoren) in het reticulo-endotheliale systeem (mede door de hulpstof povidon).
Interacties
Niet gelijktijdig met bacteriostatische middelen toedienen. Vermijd bv. de combinatie met tetracyclinen, omdat feneticilline de werking ervan kan antagoneren.
Kaliumzouten, kaliumsparende diuretica, heparine en andere plasmakalium-verhogende geneesmiddelen (bv. ACE–remmers, ARB's (AT1-antagonisten), trimethoprim, tacrolimus, ciclosporine) versterken het effect op het serumkaliumgehalte en kunnen bij gebruik van hoge doses feneticilline tot hyperkaliëmie leiden.
Antibiotica kunnen de werkzaamheid van vitamine K-antagonisten versterken. Controleer de PT/INR daarom frequent(er), dosisaanpassing van het antistollingsmiddel kan nodig zijn.
Een oraal gegeven (buik)tyfus-vaccin kan onwerkzaam worden door feneticilline.
Fenylbutazon en probenecide en in mindere mate acetylsalicylzuur en indometacine, verlengen de halfwaardetijd van penicillinen door remming van de tubulaire secretie.
Een verminderde klaring van i.v. toegediend methotrexaat is gerapporteerd bij sommige penicillinen.
Sorbitol, in de suspensie, kan de biologische beschikbaarheid van andere oraal toegediende geneesmiddelen beïnvloeden.
Interacties
De bloedspiegel van methotrexaat kan worden verhoogd door verminderde excretie. Dit kan resulteren in toegenomen methotrexaattoxiciteit. Vermijd de combinatie bij voorkeur ; als dit niet mogelijk is overweeg dan dosisverlaging van methotrexaat en controleer de spiegel ervan.
Gelijktijdig gebruik van vitamine K-antagonisten (VKA's) kan het bloedingsrisico versterken. Controleer de INR regelmatig(er), zowel tijdens als na de behandeling.
Fenylbutazon, probenecide, acetylsalicylzuur en indometacine verhogen de bloedspiegel van benzylpenicilline door remming van de tubulaire secretie.
Bacteriostatische antibiotica zoals tetracyclinen, macroliden en chlooramfenicol antagoneren de bactericide werking van penicillinen in vitro. Klinisch is dit alleen van belang gebleken bij levensbedreigende infecties zoals meningitis, endocarditis, sepsis en daarnaast bij patiënten met ernstige neutropenie.
Bij gelijktijdig gebruik van aminoglycosiden kan een synergistisch effect optreden.
Zwangerschap
Feneticilline passeert de placenta. In navelstrengbloed zijn concentraties gevonden 10–100% van die in het bloed van de moeder.
Teratogenese: Op basis van ruime ervaring zijn er geen aanwijzingen voor meer kans op aangeboren afwijkingen.
Advies: Kan worden gebruikt.
Zwangerschap
Benzylpenicilline passeert de placenta. De concentratie van benzylpenicilline in de foetale circulatie is 10–30% ten opzichte van de maternale plasmaconcentratie. Ook in het vruchtwater worden hoge concentraties bereikt.
Teratogenese: Bij de mens geen aanwijzingen voor schadelijkheid.
Advies: Kan worden gebruikt.
Overig: Bij syfilis met een hoge 'bacterial load' is er meer kans op een Jarisch-Herxheimer-reactie met mogelijk een vroegtijdige partus en foetale nood, zie ook de rubriek Waarschuwingen en voorzorgen.
Lactatie
Overgang in de moedermelk: Onbekend voor feneticilline. Penicillinen in het algemeen gaan in zeer kleine hoeveelheden over in de moedermelk.
Farmacologisch effect: Tijdens lactatie is sensibilisatie van de zuigeling mogelijk. In theorie is het mogelijk dat de darmflora van de zuigeling wordt beïnvloed, dit leidt hooguit tot diarree.
Advies: Kan worden gebruikt.
Lactatie
Overgang in de moedermelk: Ja, in kleine hoeveelheden. Benzathinebenzylpenicilline bereikt in de moedermelk een concentratie van 2–15% van de maternale serumconcentratie. Ook benzylpenicilline gaat over in de moedermelk. De concentratie benzylpenicilline in de melk is 5–10% ten opzichte van de bloedconcentratie van de moeder.
Farmacologisch effect: De kans op het ontstaan van een allergische reactie bij de zuigeling is minimaal. Diarree en kolonisatie van de slijmvliezen door schimmels of gisten bij de zuigeling zijn niet waarschijnlijk.
Advies: Kan volgens Lareb waarschijnlijk veilig worden gebruikt (benzylpenicilline). Volgens de fabrikant de moedermelk tijdens de behandeling met benzathinebenzylpenicilline afkolven en weggooien, 24 uur na beëindiging van de behandeling kan het geven van borstvoeding worden hervat.
Contra-indicaties
- Overgevoeligheid voor penicillinen;
- Kruisovergevoeligheid met cefalosporinen in de voorgeschiedenis;
- De suspensie niet gebruiken bij:
- kinderen en zwangere vrouwen met fenylketonurie (PKU), omdat deze aspartaam bevat;
- fructose–intolerantie vanwege de aanwezigheid van sorbitol.
Contra-indicaties
- Overgevoeligheid voor penicillinen of voor soja of pinda's;
- Ernstige overgevoeligheid (bv. anafylaxie) voor andere β-lactamantibiotica (bv. een cefalosporine, carbapenem of monobactam).
Waarschuwingen en voorzorgen
Er bestaat kruisovergevoeligheid met andere penicillinen. Wees voorzichtig bij een historie van geneesmiddelallergie.
In verband met de kans op hyperkaliëmie voorzichtig zijn met het gebruik van hoge doseringen feneticilline bij patiënten met een verminderde nierfunctie óf met een hartziekte.
Er is kans op neurotoxiciteit bij gebruik van zeer hoge doses bij een slechte nierfunctie.
Bij langdurig gebruik de nierfunctie, leverfunctie en het leukocytenaantal controleren. Tekenen van neutropenie, dat gemeld is bij gebruik van feneticilline, omvatten koorts, huiduitslag en eosinofilie.
Overgroei van niet-gevoelige micro-organismen komt voor. Bij ernstige, aanhoudende diarree de diagnose pseudomembraneuze colitis overwegen.
Bij homozygote patiënten met fenylketonurie (bij gebruik van producten die aspartaam bevatten) de overeenkomende hoeveelheid fenylalanine doorberekenen in het voedingsvoorschrift.
Hoge doses penicillinen kunnen fout-positieve reacties bij de Benedict-suikerreactie op glucose in de urine veroorzaken.
Hulpstoffen
- Aspartaam, in de suspensie, kan schadelijk zijn voor mensen met fenylketonurie (PKU);
- Benzoëzuur, in de suspensie, kan geelzucht bij pasgeborenen < 4 weken oud verergeren;
- Sorbitol, in de suspensie, kan maag-darmklachten veroorzaken en een licht laxerende werking hebben.
Waarschuwingen en voorzorgen
(Kruis)overgevoeligheid/kruisresistentie: Tussen penicillinen onderling en, in mindere mate, penicillinen en cefalosporinen kan kruisovergevoeligheid én kruisresistentie voorkomen. Wees voorzichtig bij overgevoeligheid voor penicillinen en andere β–lactam antibiotica zoals cefalosporinen en carbapenems. Wees ook voorzichtig bij atopische personen (met bronchiaal astma, hooikoorts), urticaria of een ernstige allergische reactie in de voorgeschiedenis. Reacties van huid en/of slijmvliezen kunnen soms pas na 48 uur optreden; in deze gevallen de therapie staken en een behandeling met antihistaminica instellen.
Vanwege de kans op ernstige huidreacties (SJS, DRESS, TEN) de patiënt onmiddellijk contact laten opnemen bij eerste tekenen van ernstige overgevoeligheidsreacties zoals blaas-, blaar- en schilfervorming. Het vroeg staken van de behandeling bij beginnende symptomen heeft een betere prognose. Bij optreden van exantheem en bij vermoeden van een ernstige huidreactie daarom de behandeling direct staken en doorverwijzen naar een gespecialiseerde arts. Benzathinebenzylpenicilline voorzichtig toedienen bij een allergische diathese, bronchiaal astma of een verminderde nier- en/of leverfunctie. Als een patiënt SJS, DRESS of TEN heeft ontwikkeld bij gebruik van benzathinebenzylpenicilline, mag het gebruik nooit herstart worden.
Wees voorzichtig bij lever- of nierinsufficiëntie, en pas de dosering aan bij een verminderde nierfunctie, zie rubriek Dosering.
Bij langdurige behandeling (> 5 dagen) bloedbeeld en nierfunctie controleren.
Bij aanhoudende ernstige diarree de diagnose pseudomembraneuze colitis overwegen. Bij bevestiging hiervan onmiddellijk de behandeling staken. Antiperistaltische middelen zijn in deze situatie gecontra-indiceerd.
Bij syfilis
- Periodieke controle en serologische follow-up is aangewezen. Als neurologische betrokkenheid niet uitgesloten is bij patiënten met congenitale syfilis, is een ander penicilline geïndiceerd (benzylpenicilline); hiermee kan een hogere concentratie in de cerebrospinale vloeistof worden bereikt.
- De Jarisch-Herxheimer-reactie (met hypotensie, tachycardie, vasodilatatie, koorts, koude rillingen, hoofd- en spierpijn, rigor en zere keel) kan bij de behandeling optreden, meestal binnen 2–12 uur na toediening van de eerste dosis. De reactie wordt vooral gezien bij syfilis met een hoge 'bacterial load', zoals bij een hoge RPR-titer en in het tweede stadium. Bij zwangeren kán dit een vroegtijdige partus en foetale nood veroorzaken; echter dit is geen reden om hen de syfilisbehandeling te onthouden. De symptomen kunnen worden onderdrukt met antipyretica, maar ze verdwijnen ook doorgaans vanzelf na 10–12 uur.
Herhaalde injectie (bv. voor de behandeling van syfilis) in een beperkt gebied van het spierweefsel kan weefselbeschadiging en toegenomen plaatselijke vascularisatie teweegbrengen. Daaropvolgende injecties vergroten de kans op penetratie van injectievloeistof in het bloed, ofwel door directe injectie in een bloedvat of als gevolg van de injectiedruk zelf (ofwel door 'wrijving' van het depot). Zorg daarom voor ruime afstand tussen twee opeenvolgende injecties.
Bij (onbedoelde) intravasculaire injectie kan het Hoigné-syndroom optreden. Dit gaat gepaard met symptomen van shock, tachycardie, doodsangst, verwardheid, hallucinaties, motorische stoornissen, cyanose is mogelijk, collaps van de circulatie wordt doorgaans niet gezien. De oorzaak zijn micro-embolieën ten gevolge van de suspensie, de symptomen nemen binnen een uur af; bij ernstige progressie kunnen parenterale sedativa worden toegediend.
Hoge doses penicillinen kunnen fout-positieve reacties veroorzaken bij:
- het aantonen van urobilinogeen;
- de bepaling van 17-ketosteroïden d.m.v. de Zimmerman-reactie;
- enkele (niet-enzymatische) testen op glucose in de urine (Benedict®, Clinitest®);
- de bepaling van eiwit in de urine bij gebruikmaking van precipitatietechnieken (sulfanilzuur, trichloorazijnzuur), de Folin-Ciocalteu-Lowry methode of de biureetreactie;
- de bepaling van aminozuren in de urine door middel van de ninhydrine-proef.
Overdosering
Symptomen
Maag-darmklachten, verstoring van vocht- en elektrolytenbalans.
Neem voor meer informatie over een vergiftiging met feneticilline contact op met het Nationaal Vergiftigingen Informatie Centrum.
Overdosering
Symptomen
Bij zeer hoge doses kunnen penicillinen neuromusculaire excitatie of epileptiforme aanvallen veroorzaken.
Neem voor meer informatie over een overdosering van benzathinebenzylpenicilline contact op met het Nationaal Vergiftigingen Informatie Centrum.
Eigenschappen
Bactericide smalspectrum penicilline, β–lactamantibioticum. Feneticilline remt één of meerdere enzymen (penicillinebindende eiwitten; PBP's) in de biosynthese van peptidoglycaan wat leidt tot verzwakking van de celwand van de bacterie, vaak gevolgd door cellysis en celdood.
Het werkingsspectrum van feneticilline is smal; het is werkzaam tegen Gram-positieve staafjes en kokken en enkele Gram-negatieve kokken. Feneticilline wordt geïnactiveerd door β-lactamase incl. penicillinase, een enzym dat door sommige bacteriën wordt gevormd.
Doorgaans gevoelig zijn: sommige Staphylococcus spp. (niet β–lactamase producerend), Enterococcus spp. en Streptococcus spp. (incl. S. pyogenes, groep A streptokok; GAS) anders dan S. pneumoniae. Echter een pneumokokkenisolaat dat gevoelig is voor penicilline kan beschouwd worden als gevoelig voor feneticilline.
Verworven resistentie kan een probleem zijn bij: Enterobacteriaceae, sommige Staphylococcus spp. (o.a. zeer vaak bij S. aureus), Enterococcus spp., Haemophilus spp. en Streptococcus spp. (anders dan S. pneumoniae).
Inherent resistent zijn: β–lactamase producerende bacteriën (waaronder dus meestal Moraxella catarrhalis ook). Daarnaast kan resistentie optreden door gemodificeerde PBP's.
Feneticilline vertoont kruisresistentie met andere penicillinen, combinaties van β-lactamantibiotica met β-lactamaseremmers en cefalosporinen.
Kinetische gegevens
Resorptie | op een lege maag ca. 55-90%, minder met voedsel. |
T max | ca. 60 min. |
V d | 1,3 l/kg. |
Overig | concentratie in de liquor onbekend. |
Metabolisering | tot o.a. penicilloïnezuur (voornaamste metaboliet). |
Eliminatie | vnl. met de urine, ca. 50% (± 12,3%) onveranderd, ca. 30% als metaboliet (vnl. penicilloïnezuur dat allergene eigenschappen heeft). |
T 1/2el | ca. 45 min. |
Uitleg afkortingen
F | biologische beschikbaarheid (fractie van de dosis die in de systemische circulatie verschijnt) |
T max | tijdsduur tot maximale bloedspiegel na toediening |
V d | verdelingsvolume (fictief volume waarin een geneesmiddel zich verdeelt over het lichaam) |
T 1/2 | plasmahalfwaardetijd (tijd die nodig is om een bepaalde plasmaconcentratie te halveren) |
T 1/2el | plasmahalfwaardetijd in de eliminatiefase, terminale halfwaardetijd |
Eigenschappen
Bactericide β–lactamantibioticum. Benzathinebenzylpenicilline is een zout van benzylpenicilline. Het remt de crosslinking van peptidoglycanen in de celwand van de bacterie (tijdens de groeifase), wat uiteindelijk leidt tot lysis en celdood. Het werkingsspectrum is smal. Benzathinebenzylpenicilline is gevoelig voor penicillinase. Door de langzame absorptie van (i.m.) benzathinebenzylpenicilline is het een depot-penicilline met een lange werkingsduur. De werkzaamheid hangt vooral af van de duur van de periode dat de concentratie van de werkzame stof hoger is dan de minimale inhibitieconcentratie (MIC) van de verwekker.
Doorgaans gevoelig zijn o.a.:
- Aeroob Gram-positief: Staphylococcus aureus (uitgezonderd de penicillinasevormende stammen), Streptococcus agalactiae, Streptococcus pneumoniae, Streptococcus pyogenes, Streptococcus dysgalactiae subsp. equisimilis (groep C en G streptokokken), streptokokken uit de viridans-groep.
- Aeroob Gram-negatief: Neisseria gonorrhoeae (uitgezonderd de penicillinasevormende stammen).
- Overig: Treponema pallidum.
Minder gevoelig zijn: Enterococcus faecalis, Haemophilus influenzae en Neisseria meningitidis.
Ongevoelig zijn: penicillinasevormende bacteriën zoals enkele stammen van Staphylococcus aureus, Haemophilus influenzae en Neisseria gonorrhoeae en verder Chlamydia spp., Mycoplasma spp. (PPLO), Mycobacterium spp. en Rickettsia spp.
Kinetische gegevens
Resorptie | na i.m.-toediening zeer traag. Daardoor is het een depot-penicilline met lange werkingsduur. Voor veel indicaties zijn 1–2 injecties per maand voldoende. |
T max | bij volwassen ca. 48 uur na i.m.-injectie, bij kinderen na ca. 24 uur (benzathinebenzylpenicilline). |
V d | ca. 0,3–0,4 l/kg, bij kinderen ca. 0,75 l/kg. |
Overig | Benzathinebenzylpenicilline geeft, na hydrolyse, gedurende lange tijd lage, maar werkzame concentraties benzylpenicilline in het bloed. De optimale bloedconcentratie is 0,2 IE/ml. Benzylpenicilline verdeelt zich gelijkmatig over de weefsels. Relatief slechte penetratie van de bloed–hersenbarrière; bij ontstoken hersenvliezen is de diffusie beter. |
Metabolisering | benzylpenicilline in de lever voor 15–30%, tot vnl. penicilloïnezuur. |
Eliminatie | voor 85–95% onveranderd met de urine door o.a. tubulaire secretie, in mindere mate in actieve vorm met de gal (ca. 5%). Benzathinebenzylpenicilline en benzylpenicilline kunnen verwijderd worden door middel van hemodialyse. Gegevens over de invloed op de plasmaconcentratie van benzylpenicilline ontbreken hierbij. |
T 1/2el | benzylpenicilline ca. 30 min (normale nierfunctie), kan verlengd zijn bij ouderen. Bij pasgeborenen en prematuren, door onvolgroeide lever en nieren verlengd tot 3 uur (of meer). |
Uitleg afkortingen
F | biologische beschikbaarheid (fractie van de dosis die in de systemische circulatie verschijnt) |
T max | tijdsduur tot maximale bloedspiegel na toediening |
V d | verdelingsvolume (fictief volume waarin een geneesmiddel zich verdeelt over het lichaam) |
T 1/2 | plasmahalfwaardetijd (tijd die nodig is om een bepaalde plasmaconcentratie te halveren) |
T 1/2el | plasmahalfwaardetijd in de eliminatiefase, terminale halfwaardetijd |
Groepsinformatie
feneticilline hoort bij de groep penicillinen.
- amoxicilline (J01CA04) Vergelijk
- amoxicilline/clavulaanzuur (J01CR02) Vergelijk
- benzathinebenzylpenicilline (J01CE08) Vergelijk
- benzylpenicilline (J01CE01) Vergelijk
- fenoxymethylpenicilline (J01CE02) Vergelijk
- flucloxacilline (J01CF05) Vergelijk
- piperacilline/tazobactam (J01CR05) Vergelijk
- pivmecillinam (J01CA08) Vergelijk
Groepsinformatie
benzathinebenzylpenicilline hoort bij de groep penicillinen.
- amoxicilline (J01CA04) Vergelijk
- amoxicilline/clavulaanzuur (J01CR02) Vergelijk
- benzylpenicilline (J01CE01) Vergelijk
- feneticilline (J01CE05) Vergelijk
- fenoxymethylpenicilline (J01CE02) Vergelijk
- flucloxacilline (J01CF05) Vergelijk
- piperacilline/tazobactam (J01CR05) Vergelijk
- pivmecillinam (J01CA08) Vergelijk