Samenstelling
Anexate Cheplapharm Arzneimittel GmbH
- Toedieningsvorm
- Injectievloeistof
- Sterkte
- 0,1 mg/ml
- Verpakkingsvorm
- ampul 5 ml
Flumazenil XGVS Diverse fabrikanten
- Toedieningsvorm
- Injectievloeistof
- Sterkte
- 0,1 mg/ml
- Verpakkingsvorm
- ampul 5 ml
Uitleg symbolen
XGVS | Dit geneesmiddel is niet opgenomen in het geneesmiddelen vergoedings systeem (GVS). |
OTC | 'Over the counter', dit geneesmiddel is een zelfzorgmiddel. |
Bijlage 2 | Aan de vergoeding van dit geneesmiddel zijn bepaalde voorwaarden verbonden, die zijn vermeld op bijlage 2 van de Regeling zorgverzekering. |
Aanvullende monitoring | Dit geneesmiddel is onderworpen aan aanvullende monitoring. Extra aandacht wordt gevraagd voor onverwachte bijwerkingen. Meldt u dit via het meldformulier van het Lareb. |
Samenstelling
Fysostigmine salicylaat XGVS Formularium der Nederlandse Apothekers
- Toedieningsvorm
- Injectievloeistof
- Sterkte
- 1 mg/ml
- Verpakkingsvorm
- ampul 2 ml
Uitleg symbolen
XGVS | Dit geneesmiddel is niet opgenomen in het geneesmiddelen vergoedings systeem (GVS). |
OTC | 'Over the counter', dit geneesmiddel is een zelfzorgmiddel. |
Bijlage 2 | Aan de vergoeding van dit geneesmiddel zijn bepaalde voorwaarden verbonden, die zijn vermeld op bijlage 2 van de Regeling zorgverzekering. |
Aanvullende monitoring | Dit geneesmiddel is onderworpen aan aanvullende monitoring. Extra aandacht wordt gevraagd voor onverwachte bijwerkingen. Meldt u dit via het meldformulier van het Lareb. |
Advies
Flumazenil kan in geselecteerde gevallen toegediend worden door een anesthesist of een arts met ervaring in de anesthesie, zie bv. Het Acute Boekje en het protocol Flumazenil toedienen van het Nationaal Vergiftigingen Informatie Centrum.
Advies
Voor de behandeling met fysostigmine, zie het protocol 'Fysostigmine toedienen' op www.vergiftigingen.info.
Indicaties
Het antagoneren van door benzodiazepinen veroorzaakte sedatie.
In de anesthesie:
- beëindiging van hypnosedatieve effecten bij algehele anesthesie, geïnduceerd en onderhouden door benzodiazepinen;
- antagoneren van sedatie door benzodiazepinen bij kortdurende diagnostische en therapeutische ingrepen;
- het antagoneren van paradoxale reacties door gebruik van benzodiazepinen;
- opheffen van bewustzijnsverlaging ('conscious sedation') door benzodiazepinen bij kinderen > 1 jaar.
In intensive care setting:
- opheffen van de centrale effecten van een overdosering met benzodiazepinen;
- intoxicaties met alleen of voornamelijk benzodiazepinen, indien ernstige ademhalingsdepressie optreedt die klinisch ingrijpen noodzakelijk maakt.
Indicaties
- Overdosering van atropine en andere parasympathicolytica, op een 'intensive care'-afdeling en in aanwezigheid van atropine.
Doseringen
Flumazenil kan worden toegediend terwijl andere reanimatiemaatregelen worden genomen. Alleen i.v. toedienen. Kan zowel onverdund als verdund worden gebruikt.
In de anesthesiologie
Volwassenen
Begindosis 0,2 mg i.v. in 15 s; daarna iedere 60 s 0,1 mg bijspuiten tot de gewenste bewustzijnsgraad is bereikt. De gebruikelijke dosis ligt tussen 0,3–0,6 mg, de maximale dosis bedraagt 1 mg.
Bij intensive care
Volwassenen
Begindosis 0,3 mg i.v.; indien binnen 60 s niet de gewenste bewustzijnsgraad wordt bereikt, kan telkens met intervallen van 60 s 0,1 mg worden bijgespoten tot het gewenste resultaat wordt bereikt; max. 2 mg. Indien opnieuw sufheid optreedt, kan een tweede bolusinjectie worden gegeven. Als alternatief is behandeling middels infusie met een snelheid van 0,1–0,4 mg per uur (afhankelijk van de gewenste sedatiegraad) mogelijk.
Bewustzijnsverlaging door benzodiazepinen ('conscious sedation')
Kinderen > 1 jaar
Begindosis 0,01 mg/kg lichaamsgewicht (tot 0,2 mg) i.v. in 15 s; indien binnen 45 s niet de gewenste bewustzijnsgraad wordt bereikt, kan dan, en vervolgens telkens met intervallen van 60 s 0,01 mg/kg (tot 0,2 mg) worden bijgespoten (max. 4×; tot een maximale dosis van 0,05 mg/kg of 1 mg). Er is geen ervaring met herhaalde toepassing bij opnieuw optreden van sufheid bij kinderen.
Bij verminderde leverfunctie: voorzichtig titreren en de patiënt langer observeren.
Doseringen
Overdosering van parasympathicolytica
Volwassenen
i.v. 0,04 mg/kg lichaamsgewicht per keer in 3 min toedienen op geleide van het hartritme en de bloeddruk. Ook wordt wel opgegeven initieel 0,5-2 mg per keer, zo nodig elke 20 min herhalen, vervolgens bij terugkeer van toxische symptomen zo nodig 1-4 mg elke 30-60 min.
Kinderen vanaf 1 maand
Volgens het Kinderformularium van het NKFK: i.v. 0,02 mg/kg lichaamsgewicht in 5 min, zo nodig elke 10 min herhalen. Maximaal 0,5 mg/dosis en 2 mg/dag.
Verminderde nierfunctie: geen dosisaanpassing nodig.
Bijwerkingen
Vaak (1-10%): misselijkheid, braken.
Soms (0,1-1%): hartkloppingen. Angst.
Verder zijn gemeld: overgevoeligheidsreacties (zoals anafylaxie). Voorbijgaande verhoogde bloeddruk. Blozen. Rillingen. Convulsies. Paniekaanval, abnormaal huilen, agitatie, agressie. Verhoogde intracraniële druk (bij hersenletsel en/of instabiele intracraniële druk). Ontwenningsverschijnselen (met name bij hoge dosering bij patiënten die in de weken voor de toediening zijn gestopt met benzodiazepinen).
Bijwerkingen
Misselijkheid, braken, bradycardie of tachycardie, sinoatriaal blok, hypotensie, speekselvloed en transpireren.
Interacties
Flumazenil antagoneert ook niet-benzodiazepinen die via de benzodiazepine-receptor werken, zoals zopiclon.
Interacties
De werking van suxamethonium wordt verlengd. De werking van niet-depolariserende spierrelaxantia wordt geantagoneerd.
Combinatie met β-blokkers, lasmiditan, pasireotide, ozanimod, ponesimod, siponimod en met fingolimod kan de verlaging van de hartfrequentie versterken.
Combinatie met parasympathicolytica kan de werking verminderen en vice versa.
Zwangerschap
Teratogenese: Bij de mens weinig gegevens; hieruit blijken geen aanwijzingen voor schadelijke effecten op de foetus. Bij dieren geen aanwijzingen voor schadelijkheid, alleen extreem hoge doses zijn embryotoxisch.
Advies: Alleen op strikte indicatie gebruiken. Behandel een zwangere vrouw met een ernstige (benzodiazepine)intoxicatie echter als een niet-zwangere.
Zwangerschap
Teratogenese: Zowel bij de mens als bij dieren, onvoldoende gegevens.
Farmacologisch effect: Zowel bij de mens als bij dieren, onvoldoende gegevens.
Advies: Alleen op strikte indicatie gebruiken.
Lactatie
Overgang in de moedermelk: Onbekend.
Advies: Flumazenil kan in noodsituaties worden gebruikt. In het algemeen wordt het geven van borstvoeding tijdens een intoxicatie echter afgeraden.
Lactatie
Overgang in de moedermelk: Onbekend.
Farmacologisch effect: Zowel bij de mens als bij dieren, onvoldoende gegevens.
Advies: Het geven van borstvoeding ontraden.
Contra-indicaties
- Gebruik van benzodiazepinen ter behandeling van een potentieel levensbedreigende aandoening zoals verhoogde intracraniële druk of status epilepticus.
Contra-indicaties
- verhoogde intracraniale druk;
- myotone dystrofie;
- barbituraatintoxicatie;
- intoxicatie met cholinesteraseremmers;
- mechanische obstructie van de darm of urinewegen;
- indien miose ongewenst is, zoals bij acute iritis;
- significante verbreding van het QRS-complex, verlengde QT-tijd, cardiovasculaire aandoeningen, cardiale geleidingsstoornissen, atrioventriculair blok, bradycardie.
Waarschuwingen en voorzorgen
Toediening is voorbehouden aan een arts met ervaring in de anesthesiologie. Omdat na enkele uren het effect van de benzodiazepine kan terugkeren, is gedurende enige tijd klinische bewaking nodig, bij voorkeur op een intensivecare-afdeling.
Bij een verminderde leverfunctie kan de eliminatie van flumazenil vertraagd zijn, waardoor o.a. sedatie en ademhalingsdepressie (effecten van benzodiazepinen) later kunnen optreden; deze patiënten langer klinisch observeren.
Toepassing van flumazenil wordt afgeraden bij chronisch benzodiazepinegebruik voor epilepsie. Wees voorzichtig bij kinderen, zeker bij kinderen ≤ 1 jaar, en bij leverinsufficiëntie, epilepsie, cardiale problemen, angstige patiënten en bij chronisch benzodiazepinegebruik. Flumazenil wordt niet aanbevolen bij benzodiazepine-afhankelijkheid of bij langdurige benzodiazepine-abstinentie-syndromen. Bij sommige patiënten (pijn, cardiale problemen) kan een lichte sedatie na de operatie juist gewenst zijn.
Vóór toediening dient het effect van perifere spierrelaxantia te zijn uitgewerkt.
Te snel toedienen kan ontwenningsverschijnselen veroorzaken (agitatie, angst, emotionele labiliteit, verwarring, zintuigstoornissen) bij patiënten die voorheen met benzodiazepinen zijn behandeld. Bij angstige patiënten de dosering voorzichtig aanpassen.
Bij ernstig hersenletsel (en/of instabiele intracraniële druk) kan een verhoogde intracraniële druk optreden bij gebruik van flumazenil.
Bij een intoxicatie met benzodiazepinen en tricyclische antidepressiva kan door het wegvallen van de benzodiazepinewerking de toxiciteit van tricyclische antidepressiva (convulsies, aritmieën) sterker naar voren komen.
Aangeraden wordt de eerste 24 uur af te zien van autorijden of het bedienen van andere machines, omdat het effect van de eerder toegediende benzodiazepine kan terugkeren.
Waarschuwingen en voorzorgen
Wees voorzichtig met het gebruik van parasympathicomimetica bij:
- astma, COPD en actieve longinfecties, vanwege bronchoconstrictie en verhoogde mucusproductie in de bronchiën. Atropine achter de hand houden in geval van overdosering met fysostigmine;
- cholelithiase of andere aandoeningen van de galwegen, omdat parasympathicomimetica contractie van de galblaas en galwegen, cholecystitis, cholangitis en obstructie van de galwegen kunnen veroorzaken;
- nierstenen, omdat parasympathicomimetica de uretertonus kunnen verhogen en niersteenkolieken kunnen veroorzaken;
- de ziekte van Parkinson, omdat symptomen kunnen verergeren, met name tremor;
- cognitieve of psychiatrische aandoeningen, vanwege mogelijke verergering hiervan;
- hyperthyroïdie, omdat hierbij de gevoeligheid voor parasympathicomimetica verhoogd is.
Overdosering
Symptomen: het cholinergisch syndroom kan optreden. Centrale verschijnselen van het cholinergisch syndroom zijn ataxie, rusteloosheid, agitatie, angst, gestoorde spraak, convulsies en coma. Verder bestaat het cholinerg syndroom uit vernauwde pupillen, accommodatiestoornissen, excessieve speekselproductie, tranenvloed, bradycardie, hypotensie, bronchorroe, bronchospasmen, transpireren, versterkte peristaltiek met defecatie tot gevolg, fasciculaties in oogleden en tong, ernstige spierzwakte, mictiedrang en onvrijwillige urinelozing. De ernstige spierzwakte kan aanleiding geven tot paralyse van het diafragma, waardoor ademhalingsinsufficiëntie kan ontstaan. Als gevolg van stimulering van het bijniermerg kunnen ook hypertensie en tachycardie voorkomen.Overlijden als gevolg van hartstilstand of ademstilstand.
Neem voor meer informatie over een vergiftiging met fysostigmine contact op met het Nationaal Vergiftigingen Informatie Centrum.
Eigenschappen
Competitieve benzodiazepine-antagonist. Flumazenil antagoneert de hypnosedatieve invloed van stoffen die werken via de benzodiazepinereceptoren (benzodiazepinen, zopiclon). Werking: i.v. binnen 30–60 s. Werkingsduur: enkele uren.
Kinetische gegevens
V d | 0,9–1,1 l/kg. |
Metabolisering | in de lever nagenoeg volledig tot inactieve metabolieten (carbonzuurmetaboliet). |
Eliminatie | vnl. met de urine, als metaboliet. |
T 1/2el | 40–80 min, bij kinderen korter en variabeler (ca. 40 min); korter in combinatie met voedsel, langer bij matige tot ernstige leverfunctiestoornissen (tot max. ca. 2½ uur). |
Uitleg afkortingen
F | biologische beschikbaarheid (fractie van de dosis die in de systemische circulatie verschijnt) |
T max | tijdsduur tot maximale bloedspiegel na toediening |
V d | verdelingsvolume (fictief volume waarin een geneesmiddel zich verdeelt over het lichaam) |
T 1/2 | plasmahalfwaardetijd (tijd die nodig is om een bepaalde plasmaconcentratie te halveren) |
T 1/2el | plasmahalfwaardetijd in de eliminatiefase, terminale halfwaardetijd |
Eigenschappen
Fysostigmine is een reversibele cholinesteraseremmer, die de afbraak van acetylcholine vertraagt. Het wordt ook wel een indirect parasympathicomimeticum genoemd. Toediening van fysostigmine leidt tot antagonisme van anticholinerge effecten. Fysostigmine passeert de bloed-hersenbarrière en heeft hierdoor zowel een perifere als een centrale werking. De affiniteit voor het centraal werkende acetylcholinesterase is hoger dan die voor het perifeer werkende pseudocholinesterase. Vanwege de ernstige bijwerkingen wordt fysostigmine als antagonist alleen bij ernstige vergiftigingen met parasympathicolytica voorzichtig toegepast op een 'intensive care'-afdeling. Na intraveneuze toediening treedt de werking in na 0,5-5 min en duurt 1,5-2 uur.
Kinetische gegevens
V d | 1-7 l/kg |
Metabolisering | in de lever via hydrolyse. Eseroline is een actieve metaboliet. De activiteit wordt beëindigd door hydrolyse door cholinesterases. |
Eliminatie | 80% via de feces, slechts in hele kleine hoeveelheden met de urine. |
T 1/2el | 15-40 minuten. |
Uitleg afkortingen
F | biologische beschikbaarheid (fractie van de dosis die in de systemische circulatie verschijnt) |
T max | tijdsduur tot maximale bloedspiegel na toediening |
V d | verdelingsvolume (fictief volume waarin een geneesmiddel zich verdeelt over het lichaam) |
T 1/2 | plasmahalfwaardetijd (tijd die nodig is om een bepaalde plasmaconcentratie te halveren) |
T 1/2el | plasmahalfwaardetijd in de eliminatiefase, terminale halfwaardetijd |
Groepsinformatie
flumazenil hoort bij de groep antidota, overige.
- acetylcysteïne (bij paracetamolintoxicatie) (V03AB23) Vergelijk
- andexanet alfa (V03AB38) Vergelijk
- calciumgluconaat (cutaan) (D11AX03) Vergelijk
- fomepizol (V03AB34) Vergelijk
- fysostigmine (V03AD19) Vergelijk
- geactiveerde kool (A07BA01) Vergelijk
- hydroxocobalamine (als antidotum) (V03AB33) Vergelijk
- idarucizumab (V03AB37) Vergelijk
- methylthionine (V03AB17) Vergelijk
- naloxon (V03AB15) Vergelijk
- obidoxim (V03AB13) Vergelijk
- protamine (V03AB14) Vergelijk
- sugammadex (V03AB35) Vergelijk
Groepsinformatie
fysostigmine hoort bij de groep antidota, overige.
- acetylcysteïne (bij paracetamolintoxicatie) (V03AB23) Vergelijk
- andexanet alfa (V03AB38) Vergelijk
- calciumgluconaat (cutaan) (D11AX03) Vergelijk
- flumazenil (V03AB25) Vergelijk
- fomepizol (V03AB34) Vergelijk
- geactiveerde kool (A07BA01) Vergelijk
- hydroxocobalamine (als antidotum) (V03AB33) Vergelijk
- idarucizumab (V03AB37) Vergelijk
- methylthionine (V03AB17) Vergelijk
- naloxon (V03AB15) Vergelijk
- obidoxim (V03AB13) Vergelijk
- protamine (V03AB14) Vergelijk
- sugammadex (V03AB35) Vergelijk