Samenstelling
Locacorten-Vioform crème XGVS Amdipharm Ltd
- Toedieningsvorm
- Crème
- Verpakkingsvorm
- 15 g
Bevat per g: flumetason(pivalaat) 0,2 mg, clioquinol 30 mg.
Uitleg symbolen
XGVS | Dit geneesmiddel is niet opgenomen in het geneesmiddelen vergoedings systeem (GVS). |
OTC | 'Over the counter', dit geneesmiddel is een zelfzorgmiddel. |
Bijlage 2 | Aan de vergoeding van dit geneesmiddel zijn bepaalde voorwaarden verbonden, die zijn vermeld op bijlage 2 van de Regeling zorgverzekering. |
Aanvullende monitoring | Dit geneesmiddel is onderworpen aan aanvullende monitoring. Extra aandacht wordt gevraagd voor onverwachte bijwerkingen. Meldt u dit via het meldformulier van het Lareb. |
Samenstelling
Miconazol/Hydrocortison Diverse fabrikanten
- Toedieningsvorm
- Crème, hydrofiel
- Verpakkingsvorm
- 15 g
Bevat per g: miconazol(nitraat) 20 mg, hydrocortison 10 mg. Conserveermiddel: benzoëzuur.
Uitleg symbolen
XGVS | Dit geneesmiddel is niet opgenomen in het geneesmiddelen vergoedings systeem (GVS). |
OTC | 'Over the counter', dit geneesmiddel is een zelfzorgmiddel. |
Bijlage 2 | Aan de vergoeding van dit geneesmiddel zijn bepaalde voorwaarden verbonden, die zijn vermeld op bijlage 2 van de Regeling zorgverzekering. |
Aanvullende monitoring | Dit geneesmiddel is onderworpen aan aanvullende monitoring. Extra aandacht wordt gevraagd voor onverwachte bijwerkingen. Meldt u dit via het meldformulier van het Lareb. |
Advies
Bij secundair geïnfecteerd eczeem kan bij lokaal beperkte impetiginisatie de behandeling met dermatocorticosteroïden worden geïntensiveerd, zo nodig na een week in combinatie met lokaal fusidinezuur gedurende een week. Overweeg alleen orale antibiotica bij uitgebreide impetiginisatie of persisterende afwijkingen ondanks lokale behandeling, naast behandeling met indifferente middelen en corticosteroïden. Zie voor meer informatie de NHG-standaard Eczeem (2014).
Advies
Dermatomycosen: Bij de lokale behandeling van oppervlakkige tinea-infecties heeft terbinafine de voorkeur boven een imidazoolderivaat in verband met een kortere behandelduur en lagere smeerfrequentie. Bij oppervlakkige Candida-infecties zoals bij intertrigo heeft een imidazoolderivaat de voorkeur. Tinea pedis met mocassinpatroon wordt behandeld met oraal terbinafine. Pityriasis versicolor kan worden behandeld met seleensulfide, een lokaal imidazoolderivaat of lokaal terbinafine. Overweeg oraal itraconazol bij onvoldoende effect van lokale behandelingen of recidiverende pityriasis versicolor. Medicamenteuze behandeling van onychomycosen is meestal niet nodig. Geef desgewenst oraal terbinafine (teennagels) of oraal itraconazol (vingernagels). Overweeg miconazol nagellak als alternatief indien een oraal antimycoticum niet geschikt of gewenst is. Diepe dermatomycosen worden behandeld met oraal terbinafine.
Wees terughoudend met het voorschrijven van een corticosteroïd/imidazool combinatiepreparaat bij dermatomycosen. Het is onduidelijk hoe effectief behandeling met een combinatiepreparaat is ten opzichte van behandeling met alleen een antimycoticum. Alleen bij diagnostische twijfel zonder noodzaak tot aanvullende diagnostiek kan het zinvol zijn kortdurend (5–10 dagen) een corticosteroïd/imidazoolcombinatie (offlabel) te geven, bv. bij een milde huidafwijking en twijfel tussen de diagnosen dermatomycose en eczeem.
Indicaties
Behandeling van ontstekingsverschijnselen en jeuk van steroïdgevoelige dermatosen, secundair geïnfecteerd door micro-organismen die gevoelig zijn voor clioquinol, zoals:
- seborroïsch eczeem;
- constitutioneel eczeem;
- contacteczeem;
- plaque psoriasis;
- lichen ruber;
- lichen sclerosus;
- granuloma annulare;
- pustulosus palmaris et plantaris (ziekte van Andrews-Barber);
- gelokaliseerde neurodermatitis.
Indicaties
- Kortdurende behandeling van dermatomycosen (5–10 dagen), indien de inflammatoire verschijnselen symptomatische behandeling met een corticosteroïd vereisen.
Gerelateerde informatie
Doseringen
Secundair geïnfecteerde steroïdgevoelige dermatosen
Volwassenen (incl. ouderen) en kinderen > 2 jaar
Afhankelijk van de ernst van de aandoening 1–2×/dag dun aanbrengen en licht inwrijven. Vermijd gebruik langer dan 1 week; zie de rubriek Waarschuwingen en voorzorgen. Indien er < 1 week geen verbetering optreedt, behandelen op geleide van een kweek. Bij kinderen de minimale hoeveelheid aanbrengen die nodig is.
Toediening
- Alleen indien medisch noodzakelijk kan het huidoppervlak worden afgedekt met een poreus verband;
- Niet toepassen onder een occlusief verband en op grote en beschadigde huidoppervlakken, zeker niet bij kinderen; zie ook de rubriek Waarschuwingen/Voorzorgen.
Doseringen
Dermatomycosen met acute/hevige inflammatoire verschijnselen
Volwassenen en kinderen > 1 maand
Gedurende 5–10 dagen 1–2×/dag crème dun op het geïnfecteerde huidgedeelte aanbrengen en uitwrijven tot de crème volledig in de huid is gedrongen. De aansluitende behandeling met alleen het antimycoticum ononderbroken voortzetten, tot minstens een week na het verdwijnen van de huidaandoening; de totale behandelduur is meestal 2–6 weken.
Bij tinea pedis kan tegelijkertijd en als nabehandeling het antimycoticum in poedervorm dagelijks vooral tussen de tenen en eventueel in de sokken en schoenen worden gestrooid. Voor elke toepassing de voeten goed wassen, eventuele schilfers verwijderen en zorgvuldig drogen. Na aanbrengen schone sokken aantrekken.
Toediening
- Preparaten aanbrengen tot ongeveer 2 cm voorbij het aangedane huidgedeelte;
- Vermijd contact met/nabij de ogen, op en nabij slijmvliezen, behandeling op een groot oppervlak of onder occlusie;
- Zie voor meer toedieningsinformatie de rubriek Waarschuwingen en voorzorgen.
Bijwerkingen
Gemeld zijn: irritatie, branderigheid, jeuk, huiduitslag, huidatrofie (dikwijls irreversibel) met dunner worden van de huid, striae atrophicae, teleangiëctasieën, periorale dermatitis, purpura, depigmentatie, contactallergie, rosacea-achtig eczeem, acne, hypertrichosis, reboundeffecten en vertraagde wondgenezing. Maskeren van (nieuwe) huidinfecties. Vertraagde groei en verminderde gewichtstoename bij kinderen. Verhoging van de intra-oculaire druk, cataract en wazig zien.
Bijwerkingen
Lokaal: Soms (0,1-1%): huidklachten (jeuk, irritatie, branderigheid), urticaria.
Zelden (0,01-0,1%): contacteczeem, colloïdmilium, erythrosis interfolliculare colli, granuloma gluteale, hypertrichosis.
Verder zijn gemeld: huidatrofie, striae atrophicae, periorale dermatitis, teleangiectasieën, neiging tot bloeden, psoriasis pustulosa, roodheid, huiduitslag, huidontsteking, depigmentatie. Maskeren van bacteriële-, parasitaire- en schimmelinfecties. Wazig zien.
Systemisch: Gemeld zijn: overgevoeligheidsreacties (angio-oedeem, anafylaxie, Stevens-Johnsonsyndroom, toxische epidermale necrolyse).
De kans op lokale en systemische effecten neemt toe bij gebruik bij kinderen, bij langdurig gebruik, gebruik onder occlusie en gebruik op grote oppervlakken; zie ook Waarschuwingen en voorzorgen.
Interacties
Miconazol remt CYP3A4 en CYP2C9. Miconazol versterkt het effect van vitamine K-antagonisten, hierdoor neemt de stollingstijd toe. Gelijktijdige toediening is gecontra-indiceerd aangezien ook bij cutaan gebruik van miconazol ernstige INR-stijgingen zijn gemeld.
Ondanks de geringe absorptie, kan niet worden uitgesloten dat het effect van orale bloedglucoseverlagende middelen en fenytoïne kan toenemen.
Zwangerschap
Corticosteroïden passeren de placenta.
Teratogenese: Bij de mens is er bij gebruik van corticosteroïden geen duidelijk hoger risico op schadelijkheid gebleken. Clioquinol: Zowel bij de mens als bij dieren, onvoldoende gegevens.
Farmacologisch effect: Bij gebruik van klasse 2-dermatocorticosteroïden zullen naar verwachting geen relevante bloedspiegels optreden die leiden tot systemische effecten bij de moeder of bij de foetus. Clioquinol bevat jodium. Dit kan bij systemisch gebruik vanaf de twaalfde zwangerschapsweek worden opgenomen door de foetale schildklier, waardoor een schildklierfunctiestoornis of struma kan ontstaan. Hoewel bij lokaal gebruik van clioquinol de absorptie via de huid gering is, zijn effecten op de foetus niet uit te sluiten.
Advies: Gebruik ontraden vanwege onvoldoende gegevens bij lokaal gebruik van clioquinol.
Zwangerschap
Corticosteroïden passeren de placenta.
Teratogenese: Ruime ervaring bij de mens met lokaal gebruik van miconazol en hydrocortison laat geen nadelige effecten zien. Hydrocortison en miconazol worden via de intacte huid in geringe mate systemisch geabsorbeerd.
Advies: Kan volgens voorschrift worden gebruikt.
Lactatie
Overgang in de moedermelk: Onbekend (flumetason, clioquinol).
Farmacologisch effect: Clioquinol kan bij systemisch gebruik de schildklierfunctie van de zuigeling beïnvloeden. Hoewel bij lokaal gebruik van clioquinol de absorptie via de huid gering is, zijn ongewenste effecten bij de zuigeling niet uit te sluiten.
Advies: Gebruik ontraden vanwege onvoldoende gegevens bij lokaal gebruik van clioquinol.
Lactatie
Overgang in de moedermelk: Miconazol: onbekend; hydrocortison: onbekend. Detecteerbare hoeveelheden in de moedermelk zijn onwaarschijnlijk door de geringe systemische absorptie van miconazol en hydrocortison.
Advies: Kan volgens voorschrift worden gebruikt.
Overig: Wanneer de borst moet worden behandeld, het gebied op/rond de tepel vóór het voeden eerst schoonmaken.
Contra-indicaties
- huidinfecties die primair worden veroorzaakt door een bacterie, virus, schimmel of parasiet;
- ulcereuze huidaandoeningen, wonden;
- therapieresistente secundaire infecties;
- bijwerkingen door dermatocorticosteroïden (dermatitis perioralis, striae atrophicae);
- huidatrofie, fragiliteit van de huidvaten, ichtyose, acne vulgaris, rosacea, juveniele plantaire dermatose;
- overgevoeligheid voor corticosteroïden of jodium.
Contra-indicaties
- bacteriële, virale of parasitaire huidinfecties;
- ulcereuze huidaandoeningen, wonden;
- bijwerkingen door hydrocortison (dermatitis perioralis, striae atrophicae);
- ichtyose, juveniele dermatosis plantaris, acne vulgaris, rosacea, fragiliteit van de huidvaten, huidatrofie;
- overgevoeligheid voor corticosteroïden of imidazoolderivaten.
Zie voor meer contra-indicaties de rubriek Interacties.
Waarschuwingen en voorzorgen
Niet toepassen op het gezicht en bij acute nattende huidaandoeningen. Flumetason/clioquinol crème is met name geschikt in de acute fase wanneer er weinig of geen exsudaat is, of in de subacute fase. Vermijd contact met de ogen (via de handen). Wees voorzichtig bij gebruik in huidplooien en op de genitaliën vanwege de toegenomen kans op lokale bijwerkingen. Vermijd gebruik onder occlusie, op grote of beschadigde huidoppervlakken en een gebruiksduur > 1 week, vanwege de toegenomen kans op systemische bijwerkingen van zowel flumetason als clioquinol. Indien dit niet mogelijk is, controleer dan op remming van de bijnierschorsfunctie en verhoging van de concentratie eiwitgebonden jodium (PBI); zie de volgende alinea.
Clioquinol bevat jodium, waardoor overmatig gebruik de concentratie eiwitgebonden jodium (PBI) kan verhogen en symptomen kan veroorzaken die lijken op die van thyrotoxicose. Controleer op verhoogde PBI-waarden bij gebruik op grote of beschadigde huidoppervlakken gedurende behandeling < 1 week. Verhoogde PBI-waarden kunnen ook optreden wanneer relatief kleine huidoppervlakken worden behandeld gedurende > 1 week. Bij verhoogde PBI-waarden het gebruik onmiddellijk staken. Metingen die de schildklierfunctie testen, kunnen worden verstoord. Deze testen daarom pas 1 maand na staken van de therapie uitvoeren.
Niet gebruiken bij overgevoeligheid voor jodium. Overgevoeligheidsreacties kunnen lijken op symptomen waarvoor behandeld wordt. Bij contactallergie wordt zelden een ernstige reactie gezien, omdat het veroorzakende corticosteroïd de reactie gelijktijdig onderdrukt; wees alert op contactallergie/overgevoeligheidsreacties indien de huidaandoening niet (meer) reageert op een op zich juiste behandeling. Staak de behandeling als ernstige irritatie of overgevoeligheid optreedt.
De ijzerchloridetest voor fenylketonurie kan een fout-positief resultaat geven wanneer clioquinol aanwezig is in de urine.
Wees voorzichtig bij een verminderde nier- en/of leverfunctie.
Clioquinol kan kleding, beddengoed en haar verkleuren.
Waarschuwingen en voorzorgen
Toediening: contact met en rond de ogen vermijden. De crème bevat benzoëzuur dat licht irriterend is voor de huid, ogen en slijmvliezen. Vermijd gebruik op/nabij slijmvliezen, onder occlusie (zoals luiers en huidplooien) of op grote oppervlakken, vanwege een toenemende kans op systemische absorptie en ongewenste effecten. Wees voorzichtig bij gebruik op het gelaat en genitaliën vanwege de toegenomen kans op lokale bijwerkingen.
(Kruis)overgevoeligheid voor en kruissensibilisatie met andere imidazoolderivaten is mogelijk. Bij een lokale allergie wordt zelden een ernstige reactie gezien, omdat het corticosteroïd de allergiereactie gelijktijdig onderdrukt. Wees bedacht op een lokale allergie/overgevoeligheidsreactie indien de huidaandoening niet (meer) reageert op een op zich juiste behandeling. De overgevoeligheidsreacties kunnen lijken op symptomen waarvoor behandeld wordt. De behandeling staken bij ernstige bijwerkingen, ernstige irritatie of overgevoeligheidsreacties (inclusief angio-oedeem en anafylaxie).
De aanwezigheid van het corticosteroïd kan de werking van het antimycoticum verminderen; daarom overgaan op een preparaat dat alléén een antimycoticum bevat, zodra de ontstekingsverschijnselen verdwenen zijn (max. 10 dagen).
Wees voorzichtig bij het gebruik bij kinderen en ouderen (dunnere huid) vanwege de toegenomen kans op systemische bijwerkingen. Langdurig gebruik van dermatocorticosteroïden op grote en beschadigde huidoppervlakken kan bij hen mogelijk sneller leiden tot systemische bijwerkingen, bijnierschorssuppressie en ook tot groeihormoonsuppressie (kinderen). Gebruik onder nauwsluitende lagen (waaronder luiers) bij baby's en jonge kinderen proberen te vermijden. De veiligheid en werkzaamheid van hydrocortison bij kinderen < 1 maand zijn niet vastgesteld; gebruik bij hen wordt ontraden.
Bepaalde synthetische materialen (zoals elastisch materiaal van beha's) en latex-producten (zoals condooms of pessaria) kunnen door de crème worden aangetast; aanbevolen wordt daarom katoenen ondergoed te dragen en contact met latex te vermijden.
Hulpstoffen: benzoëzuur (in sommige preparaten) kan geelzucht bij pasgeborenen (< 4 wk) verergeren, door absorptie via de onvolgroeide huid.
Eigenschappen
Flumetasonpivalaat is een matig-sterk werkend corticosteroïd; klasse 2. Dermatocorticosteroïden hebben een anti-inflammatoire, antiproliferatieve en vasoconstrictieve werking. Clioquinol is werkzaam tegen schimmels en Gram-positieve bacteriën en slechts zwak werkzaam tegen Gram-negatieve bacteriën. Het werkt meer bacteriostatisch dan bactericide. Clioquinol (jodiumchloroxyquinoline) bevat jodium.
Kinetische gegevens
Resorptie | Flumetason: nauwelijks. Clioquinol: ca. 3–4 %. |
Uitleg afkortingen
F | biologische beschikbaarheid (fractie van de dosis die in de systemische circulatie verschijnt) |
T max | tijdsduur tot maximale bloedspiegel na toediening |
V d | verdelingsvolume (fictief volume waarin een geneesmiddel zich verdeelt over het lichaam) |
T 1/2 | plasmahalfwaardetijd (tijd die nodig is om een bepaalde plasmaconcentratie te halveren) |
T 1/2el | plasmahalfwaardetijd in de eliminatiefase, terminale halfwaardetijd |
Eigenschappen
Miconazol is een imidazoolderivaat, werkzaam tegen de meeste voor de mens pathogene schimmels en gisten. Het remt 14α-demethylase, wat leidt tot depletie van ergosterol, het belangrijkste sterol in de celmembraan van schimmels en gisten. Hierdoor ontstaan er veranderingen in de permeabiliteit en in de lipidecomponenten van de membraan, waardoor essentiële celbestanddelen verloren gaan. Gewoonlijk gevoelig zijn: Candida albicans, Trichophyton spp., Microsporum spp., Epidermophyton floccosum, Pseudoallescheria boydii en Malassezia furfur. Een verworven resistentie kan een probleem zijn bij: Candida glabrata, Candida krusei, Candida parapsilosis en Candida tropicalis. Ongevoelig zijn: Rhizopus spp., Rhizomucor spp., Mucor spp., Absidia spp., Fusarium spp., Scedosporium proliferans en Scopulariopsis spp.
Hydrocortison is een zwakwerkend corticosteroïd; klasse 1. Het heeft een anti-inflammatoire en vasoconstrictieve werking. Het onderdrukt de ontstekingsreactie en symptomen van verschillende – vaak met jeuk gepaard gaande – aandoeningen.
Kinetische gegevens
Resorptie | in geringe mate via de intacte huid. Miconazol blijft na lokale toepassing tot vier dagen in de huid. Plasmaconcentraties van miconazol en/of metabolieten waren 24 uur en 48 uur na toediening meetbaar. Absorptie hydrocortison: ca. 3%. |
F | < 1% (miconazol). |
Uitleg afkortingen
F | biologische beschikbaarheid (fractie van de dosis die in de systemische circulatie verschijnt) |
T max | tijdsduur tot maximale bloedspiegel na toediening |
V d | verdelingsvolume (fictief volume waarin een geneesmiddel zich verdeelt over het lichaam) |
T 1/2 | plasmahalfwaardetijd (tijd die nodig is om een bepaalde plasmaconcentratie te halveren) |
T 1/2el | plasmahalfwaardetijd in de eliminatiefase, terminale halfwaardetijd |
Groepsinformatie
flumetason/clioquinol (cutaan) hoort bij de groep corticosteroïden, combinatiepreparaten cutaan.
- betamethason/salicylzuur (D07XC01) Vergelijk
- calcipotriol/betamethason (D05AX52) Vergelijk
- flumetason/salicylzuur (D07XB01) Vergelijk
- hydrocortison/ureum (D07XA01) Vergelijk
- miconazol/hydrocortison (D01AC20) Vergelijk
- triamcinolon/salicylzuur (D07XB02) Vergelijk
- triamcinolon/ureum (D07XB02) Vergelijk
- triamcinolonacetonide/lidocaïne (C05AA12) Vergelijk
Groepsinformatie
miconazol/hydrocortison hoort bij de groep corticosteroïden, combinatiepreparaten cutaan.
- betamethason/salicylzuur (D07XC01) Vergelijk
- calcipotriol/betamethason (D05AX52) Vergelijk
- flumetason/clioquinol (cutaan) (D07BB01) Vergelijk
- flumetason/salicylzuur (D07XB01) Vergelijk
- hydrocortison/ureum (D07XA01) Vergelijk
- triamcinolon/salicylzuur (D07XB02) Vergelijk
- triamcinolon/ureum (D07XB02) Vergelijk
- triamcinolonacetonide/lidocaïne (C05AA12) Vergelijk