Samenstelling
Strepfen XGVS OTC Reckitt Benckiser Nederland bv
- Toedieningsvorm
- Zuigtablet 'Citroen en Honing'
- Sterkte
- 8,75 mg
- Toedieningsvorm
- Zuigtablet 'Sinaasappel' suikervrij
- Sterkte
- 8,75 mg
- Toedieningsvorm
- Keelspray 'Citroen en Honing'
- Sterkte
- 8,75 mg/dosis (= 3 sprays)
- Toedieningsvorm
- Keelspray 'Munt en Kers'
- Sterkte
- 8,75 mg/dosis (= 3 sprays)
Uitleg symbolen
XGVS | Dit geneesmiddel is niet opgenomen in het geneesmiddelen vergoedings systeem (GVS). |
OTC | 'Over the counter', dit geneesmiddel is een zelfzorgmiddel. |
Bijlage 2 | Aan de vergoeding van dit geneesmiddel zijn bepaalde voorwaarden verbonden, die zijn vermeld op bijlage 2 van de Regeling zorgverzekering. |
Aanvullende monitoring | Dit geneesmiddel is onderworpen aan aanvullende monitoring. Extra aandacht wordt gevraagd voor onverwachte bijwerkingen. Meldt u dit via het meldformulier van het Lareb. |
Samenstelling
Mebutan Mylan bv
- Toedieningsvorm
- Tablet
- Sterkte
- 1000 mg
- Toedieningsvorm
- Tablet 'Dispers'
- Sterkte
- 1000 mg
Uitleg symbolen
XGVS | Dit geneesmiddel is niet opgenomen in het geneesmiddelen vergoedings systeem (GVS). |
OTC | 'Over the counter', dit geneesmiddel is een zelfzorgmiddel. |
Bijlage 2 | Aan de vergoeding van dit geneesmiddel zijn bepaalde voorwaarden verbonden, die zijn vermeld op bijlage 2 van de Regeling zorgverzekering. |
Aanvullende monitoring | Dit geneesmiddel is onderworpen aan aanvullende monitoring. Extra aandacht wordt gevraagd voor onverwachte bijwerkingen. Meldt u dit via het meldformulier van het Lareb. |
Advies
Voor flurbiprofen zuigtablet is geen advies vastgesteld over de plaats in de medicamenteuze behandeling.
Advies
Nabumeton heeft geen meerwaarde boven de klassieke NSAID’s (ibuprofen, naproxen en diclofenac), waarmee meer ervaring is.
Behandeling van artrose bestaat primair uit oefentherapie. Bij mensen met artrose van de knie en overgewicht is gewichtsreductie aan te bevelen. Medicamenteuze therapie begint met intermitterend gebruik van paracetamol en/of een cutane NSAID, waarbij de voorkeur afhangt van de lokatie van de artrose. Bij onvoldoende effect kan intermitterend een oraal NSAID worden toegepast (diclofenac, ibuprofen of naproxen). Incidenteel is een intra-articulaire injectie met een corticosteroïd mogelijk, als bovengenoemde middelen onvoldoende effectief of gecontra-indiceerd zijn. Overweeg in de tweedelijnszorg, afhankelijk van het aangedane gewricht (zie behandelplan), (offlabel) toepassing van duloxetine, predniso(lo)n, intra-articulair hyaluronzuur of eventueel tramadol.
Start bij (een vermoeden van) reumatoïde artritis (RA) in de eerstelijnszorg met een NSAID en verwijs zo snel mogelijk naar de reumatoloog. Behandel in de tweedelijnszorg volgens de ‘treat-to-target’-strategie; pas medicatie aan op basis van intensieve monitoring van de ziekteactiviteit, met als doel het bereiken van remissie of lage ziekteactiviteit. Methotrexaat (MTX) is de hoeksteen van de behandeling, in de initiële fase gecombineerd met een systemisch glucocorticoïd (GC). Switch bij onvoldoende resultaat naar een andere ‘conventional synthetic disease modifying antirheumatic drug’ (csDMARD) of voeg een andere csDMARD, een biological (bDMARD) of een ‘targeted synthetic’ DMARD (tsDMARD) toe. Overweeg onder intensieve monitoring van de ziekteactiviteit om, wanneer het behandeldoel is bereikt, de dosis van geneesmiddelen bij combinatietherapie te reduceren of volledig af te bouwen.
Indicaties
- Kortdurend ter verlichting van keelpijn bij volwassenen en kinderen > 12 jaar. De keelspray is alleen bedoeld voor volwassenen.
Indicaties
- Reumatoïde artritis;
- Artrose.
Gerelateerde informatie
Doseringen
Keelpijn (zuigtablet)
Volwassenen (excl. ouderen) en kinderen > 12 jaar
1 zuigtablet, zo nodig iedere 3–6 uur, langzaam opzuigen. Flurbiprofen gebruiken gedurende maximaal 3 dagen. Maximaal 5 zuigtabletten per 24 uur. Voor ouderen is er geen advies vanwege onvoldoende gegevens.
Keelpijn (keelspray)
Volwassenen (excl. ouderen)
1 dosis = 3 verstuivingen achter in de keel, zo nodig iedere 3–6 uur. Flurbiprofen gebruiken gedurende maximaal 3 dagen. Maximaal 5 doses per 24 uur. Voor ouderen is er geen advies vanwege onvoldoende gegevens.
Verminderde lever- of nierfunctie: bij een lichte tot matige lever- of nierfunctiestoornis is geen dosisaanpassing nodig; bij een ernstige lever- of nierfunctiestoornis is de toepassing gecontra-indiceerd.
Toediening: de zuigtablet tijdens het opzuigen in de mond rondbewegen om lokale irritatie te voorkomen.
Doseringen
Reumatoïde artritis en artrose
Volwassenen en kinderen > 14 jaar
De laagst mogelijke effectieve dosering toepassen en zo kort mogelijk behandelen. Gebruikelijk dosering: 1 g ineens voor het naar bed gaan, bij ernstige of aanhoudende symptomen of bij acute exacerbaties verhogen tot 1,5–2 g per dag in 2 doses.
Ouderen
De laagst mogelijke effectieve dosering toepassen. In sommige gevallen kan worden volstaan met 500 mg per dag, maximaal 1 g per dag.
Verminderde nierfunctie
Bij een creatinineklaring 30–60 ml/min wordt 500 mg per dag aanbevolen onder bewaking van de nierfunctie. Staak de behandeling bij achteruitgang van de nierfunctie.
Toediening: Let op: de tablet heeft een breukstreep en kan in gelijke doses gedeeld worden; de disper, ondanks de breukstreep, niet. De tablet zonder te kauwen innemen met water; de Dispers-tablet in een ruime hoeveelheid water uiteen laten vallen en goed roeren.
Bijwerkingen
Zeer vaak (> 10%): irritatie van de mond.
Vaak (1-10%): buikpijn, misselijkheid, diarree, droge mond, mondzweren, orale paresthesie.
Soms (0,1-1%): dyspepsie, dysgeusie, winderigheid, braken. Hoofdpijn, duizeligheid. Huiduitslag. Blaarvorming in de keel (keelspray).
Zelden (0,01-0,1%): ulceratie en perforatie van het maag-darmkanaal. Slapeloosheid, slaperigheid. Dyspneu, astma-longaanval en bronchospasme. Interstitiële nefritis, nefrotisch syndroom, nierfalen. Koorts. Verlengde bloedingstijd, anemie.
Zeer zelden (< 0,01%): hematopoëtische stoornissen, met als eerste verschijnselen koorts, keelpijn, mondzweren, griepachtige verschijnselen, ernstige uitputting, onverklaarbare bloedingen en hematomen. Ernstige huidreacties zoals Stevens-Johnsonsyndroom en toxische epidermale necrolyse (syndroom van Lyell). Anafylactische shock. Hepatitis, cholestatische icterus.
Verder zijn gemeld: trombocytopenie. Bij gebruik van andere NSAID's, dus mogelijk ook bij flurbiprofen keeltablet: oedeem, verhoogde bloeddruk, hartfalen, licht verhoogd risico op arteriële trombotische incidenten.
Bijwerkingen
Vaak (1-10%): diarree, obstipatie, dyspepsie, gastritis, misselijkheid, buikpijn, flatulentie. Bloeddrukverhoging, oedeem. Tinnitus, gehoorstoornissen. Huiduitslag, jeuk.
Soms (0,1-1%): verwardheid, nervositeit, slapeloosheid. Slaperigheid, duizeligheid, hoofdpijn, paresthesie. Visusstoornissen, oogaandoeningen. Dyspneu, ademhalingsstoornissen, epistaxis. Maag-darmulcus en gastro-intestinale bloeding (vooral bij ouderen), melena, braken, stomatitis, droge mond. Fotosensitiviteit, urticaria, zweten. Myopathie. Asthenie, vermoeidheid. Verhoogde leverfunctiewaarden.
Zeer zelden (< 0,01%): anafylaxie, anafylactoïde reactie, angio-oedeem. Interstitiële pneumonie. Nierfalen, nefrotisch syndroom. Leverfalen, geelzucht. Huidreacties met blaarvorming, o.a. toxische epidermale necrolyse (TEN), Stevens-Johnsonsyndroom (SJS), geneesmiddelreactie met eosinofilie en systemische symptomen (DRESS-syndroom), erythema multiforme. Pseudoporfyrie. Alopecia. Menorragie. Trombocytopenie.
Verder zijn gemeld: hallucinaties. Aseptische meningitis vooral bij bestaande auto-immuunstoornis. Anemie.
Interacties
Bij gelijktijdig gebruik van andere NSAID's (met uitzondering van lage doses, dat wil zeggen tot maximaal 75 mg per dag acetylsalicylzuur), alcohol, SSRI's en corticosteroïden neemt het risico op gastro-intestinale complicaties toe.
NSAID's kunnen het effect van diuretica verkleinen; andere antihypertensiva kunnen nefrotoxiciteit versterken met name bij een verminderde nierfunctie. Zorg voor voldoende hydratie en controleer eventueel de nierfunctie.
Bij gelijktijdig gebruik van anticoagulantia kan de protrombinetijd verlengd zijn.
De plasmaspiegel van digoxine, lithium, fenytoïne en methotrexaat kan toenemen. Het effect van bloeddrukverlagende middelen en mifepriston kan afnemen, de nefrotoxiciteit van ciclosporine of tacrolimus kan toenemen.
De bloedspiegel van orale bloedglucoseverlagende middelen kan wijzigen.
Bij comedicatie met fluorchinolonen neemt het risico op convulsies toe.
Bij comedicatie met zidovudine is er meer kans op hematologische toxiciteit.
Interacties
Bij gelijktijdig gebruik van andere NSAID's, SSRI's of corticosteroïden neemt de kans op een maag-darmbloeding toe (m.n. ouderen zijn hiervoor gevoelig).
Bij gelijktijdig gebruik van vitamine K-antagonisten kan de protrombinetijd verlengd zijn (door verdringing uit de eiwitbinding), ook de INR kan worden beïnvloed. Ook het effect van DOAC's kan versterkt worden, met hierdoor een toename van het bloedingsrisico.
NSAID's kunnen het effect van bloeddrukverlagende middelen (diuretica, β-blokkers, RAAS-remmers) verminderen, vooral bij nierfunctiestoornissen en langer durend gebruik.
Vooral bij een gestoorde nierfunctie of bij volumedepletie kan door de combinatie met RAAS-remmers de nierfunctie (verder) achteruit gaan en is er een risico van hyperkaliëmie.
Combinatie met sterk aan plasmaeiwit gebonden middelen kan overdosering veroorzaken; wees voorzichtig bij sulfonamiden en sulfonylureumderivaten.
NSAID's kunnen de plasmaspiegels van digoxine, lithium en methotrexaat verhogen.
De nefrotoxiciteit door ciclosporine kan toenemen, controleer de nierfunctie.
Bij combinatie met een fluorchinolon kan de kans op convulsies toenemen.
Niet toedienen binnen 8–12 dagen na mifepriston, omdat de werking daarvan kan afnemen.
Zwangerschap
Teratogenese: Epidemiologisch onderzoek suggereert dat gebruik van NSAID's in de vroege fase van de zwangerschap de kans op miskramen, cardiale malformaties en gastroschisis toeneemt. In dierproeven is een verhoogd pre- en post-implantatie verlies, embryo-foetale letaliteit en een verhoogde incidentie van malformaties gezien.
Farmacologisch effect: Bij gebruik van NSAID's tijdens het 3e trimester zijn farmacologische effecten mogelijk, zoals weeënremming en verlengde bloedingstijd, en bij de foetus voortijdige sluiting van de ductus arteriosus Botalli (vernauwing in het 2e trimester), pulmonale hypertensie, bloedstollingsstoornis met als gevolg bloeding, nierfunctiestoornissen of nierinsufficiëntie met oligohydramnie (vanaf week 20).
Advies: De fabrikant ontraadt toepassing tijdens de gehele zwangerschap. Gebruik van NSAID's is gecontra-indiceerd tijdens het 3e trimester.
Vruchtbaarheid: Het gebruik van een NSAID kan door een effect op de ovulatie de conceptiekans verkleinen en wordt ontraden bij vrouwen die zwanger willen worden. Dit effect is reversibel na staken.
Zwangerschap
Teratogenese: Epidemiologisch onderzoek suggereert dat gebruik van NSAID's in de vroege fase van de zwangerschap de kans op miskramen, cardiale malformaties en gastroschisis vermeerdert. Bij dieren is een verhoogd pre- en post-implantatieverlies, embryo-foetale letaliteit en een verhoogde incidentie van malformaties gezien.
Farmacologisch effect: Bij gebruik tijdens het 3e trimester zijn farmacologische effecten mogelijk, zoals weeënremming en bij de foetus voortijdige sluiting van de ductus arteriosus Botalli (vernauwing in het 2e trimester), pulmonale hypertensie, bloedstollingsstoornis met als gevolg bloeding, nierfunctiestoornissen of nierinsufficiëntie met oligohydramnie (vanaf week 20).
Advies: Tijdens de eerste helft van de zwangerschap uitsluitend gebruiken op zeer strikte indicatie, in een zo laag mogelijke dosering en zo kort mogelijk (max. 1 week). Overweeg als NSAID's, alleen op zeer strikte indicatie, langdurig of in een hoge dosering worden gebruikt (zoals bij reumatoïde artritis), vanaf 20 weken prenatale controles op oligohydramnie en vernauwing van de ductus arteriosus. Gebruik is gecontra-indiceerd tijdens het 3e trimester.
Vruchtbaarheid: Het gebruik van een NSAID kan door een effect op de ovulatie de conceptiekans verkleinen en wordt ontraden bij vrouwen die zwanger willen worden. Dit effect is reversibel na staken.
Lactatie
Overgang in de moedermelk: Ja, in geringe mate.
Advies: Gebruik ontraden, vanwege mogelijke bijwerkingen van NSAID's bij de zuigeling, hoewel kortdurend gebruik waarschijnlijk veilig is.
Lactatie
Overgang in de moedermelk: Ja, bij dieren (6–MNA).
Advies: Gebruik is gecontra-indiceerd, wegens ontbreken van gegevens.
Contra-indicaties
- gastro-intestinale bloeding of perforatie;
- bloeding na eerder NSAID-gebruik;
- ernstige colitis na eerder NSAID-gebruik;
- hematopoëtische stoornissen bij eerder NSAID-gebruik;
- maagzweer of -bloeding of intestinale ulceratie in de voorgeschiedenis;
- ernstig hart-, nier- of leverfalen;
Zie ook de rubriek Zwangerschap.
Contra-indicaties
- ulcus pepticum of maag-darmbloedingen, zowel actief als in de voorgeschiedenis;
- voorgeschiedenis van gastro-intestinale bloeding of perforatie als gevolg van gebruik van NSAID's;
- optreden van astma-aanval, urticaria, angio-oedeem, neuspoliepen of rinitis na gebruik van salicylaten of andere NSAID's;
- cerebrovasculaire of andere bloedingen;
- ernstig hartfalen;
- ernstig verminderde leverfunctie;
- ernstig verminderde nierfunctie (creatinineklaring < 30 ml/min).
Zie ook de rubrieken Zwangerschap en Lactatie.
Waarschuwingen en voorzorgen
Overweeg bij purulente bacteriële faryngitis of tonsillitis combinatie met een antibioticum. Wees alert op tekenen van ontstaan van een bacteriële infectie.
Wees voorzichtig bij:
- ouderen;
- uitdrogingsverschijnselen (bv. als gevolg van diuretica-gebruik);
- astma (i.v.m. bronchospasmen);
- stollingsstoornissen;
- colitis ulcerosa, M. Crohn;
- een voorgeschiedenis van hypertensie en/of hartfalen, lever- en nierfunctiestoornissen en andere condities die tot vochtretentie predisponeren.
Flurbiprofen kan de trombocytenaggregatie remmen. Er zijn onvoldoende gegevens om een verhoogde kans op myocardinfarct of CVA uit te sluiten.
Bij de eerste tekenen van huiduitslag, mucosale laesies of andere tekenen van overgevoeligheid de behandeling staken, aangezien ernstige en soms fatale huidreacties met NSAID's zijn gemeld.
NSAID's kunnen symptomen van infecties maskeren, bijvoorbeeld bij buiten het ziekenhuis opgelopen (ofwel community-acquired) bacteriële pneumonie en bacteriële complicaties bij varicella.
Staak de behandeling ook bij optreden van mondirritatie.
Toepassing bij systemische lupus erythematodes (SLE) en gemengde bindweefselziekte vermeerdert de kans op aseptische meningitis.
Bij langdurig gebruik van analgetica kan hoofdpijn ontstaan.
Bij ouderen neemt de frequentie van bijwerkingen toe; toepassing wordt afgeraden.
De keelspray is gecontra-indiceerd bij een leeftijd < 18 jaar, wegens onvoldoende gegevens.
Hulpstoffen:
- Wees voorzichtig met glucose, sucrose (in de zuigtablet) bij diabetes mellitus, vanwege het suikergehalte;
- Isomalt of maltitol (in de zuigtablet suikervrij) kan een mild laxerend effect hebben.
Waarschuwingen en voorzorgen
Om het optreden van bijwerkingen te beperken zo laag mogelijk doseren en voor een zo kort mogelijke periode.
Wees voorzichtig bij personen met meer kans op gastro-intestinale complicaties; begin met de laagst mogelijk dosering en overweeg combinatie met beschermende middelen.
Wees verder voorzichtig bij:
- ouderen;
- colitis ulcerosa, M. Crohn;
- stollingsstoornissen;
- systemische lupus erythematodes (SLE, en dit wegens de verhoogde kans op aseptische meningitis);
- een hersenbloeding in de voorgeschiedenis;
- astma;
- perifeer arterieel vaatlijden;
- ischemische hartziekten;
- oedeem, hypertensie, hartfalen en andere condities die tot vochtretentie predisponeren.
Bij ouderen de laagst mogelijk effectieve dosering toepassen en gedurende de eerste 4 weken monitoren op gastro–intestinale bloedingen. Bij optreden van gastro-intestinale ulceratie of bloedingen de behandeling staken.
Wees voorzichtig bij bestaand congestief hartfalen, omdat vochtretentie en oedeem kunnen optreden.
Alleen na zorgvuldige afweging gebruiken bij patiënten met significante risicofactoren voor cardiovasculaire events (o.a. hypertensie, diabetes mellitus, hyperlipidemie, roken).
NSAID's (vooral bij langdurig gebruik en in hoge doses) zijn geassocieerd met iets meer kans op arteriële trombotische events (bv. myocardinfarct of CVA).
Controleer bij nierfunctiestoornissen de nierfunctie regelmatig. Bij een creatinineklaring van 30–60 ml/min kan dosisverlaging nodig zijn.
Wees voorzichtig bij een ernstige leverfunctiestoornis. Regelmatige controle is aangewezen.
Bij de eerste tekenen van huiduitslag, mucosale laesies of andere tekenen van overgevoeligheid de behandeling staken, aangezien ernstige en soms fatale huidreacties met NSAID's zijn gemeld. Meestal treden deze reacties op in de eerste 2 maanden van het gebruik. Als zich SJS, TEN of DRESS-syndroom voordoen (zie rubriek Bijwerkingen), de behandeling nooit meer hervatten.
De effectiviteit en veiligheid bij kinderen zijn niet vastgesteld.
Overdosering
Zie voor de symptomen en behandeling toxicologie.org, NSAID's of vergiftigingen.info.
Overdosering
Neem voor informatie over een vergiftiging met nabumeton contact op met Nationaal Vergiftigingen Informatie Centrum.
Eigenschappen
Flurbiprofen is een NSAID en propionzuurderivaat met analgetische, antipyretische en anti-inflammatoire eigenschappen. Gemengde COX-1- en COX-2-remmer met enige selectiviteit voor COX-1.
Werking: de keelpijn begint af te nemen na ca. 15 min, en de keelzwelling na ca. 60 min. Werkingsduur: ca. 2–4 uur.
Kinetische gegevens
Resorptie | snel. |
T max | 30–45 min. |
Overig | verspreidt zich over het gehele lichaam. |
Metabolisering | in de lever via hydroxylering. |
Eliminatie | snel en volledig, met de urine; ca. 20% onveranderd. |
T 1/2el | 3–6 uur. |
Uitleg afkortingen
F | biologische beschikbaarheid (fractie van de dosis die in de systemische circulatie verschijnt) |
T max | tijdsduur tot maximale bloedspiegel na toediening |
V d | verdelingsvolume (fictief volume waarin een geneesmiddel zich verdeelt over het lichaam) |
T 1/2 | plasmahalfwaardetijd (tijd die nodig is om een bepaalde plasmaconcentratie te halveren) |
T 1/2el | plasmahalfwaardetijd in de eliminatiefase, terminale halfwaardetijd |
Eigenschappen
Nabumeton is een niet-zure, relatief COX-1-selectief NSAID met een analgetische, antiflogistische en antipyretische werking. Nabumeton is een pro-drug, dat na absorptie snel wordt omgezet in de werkzame metaboliet 6–MNA.
Kinetische gegevens
Resorptie | snel voor 90%; voedsel versnelt de absorptie maar heeft geen invloed op de biologische beschikbaarheid. |
T max | na 4–12 uur (6–MNA), bij leverfunctiestoornis later. |
Eiwitbinding | 98% (6–MNA). |
Metabolisering | snel in de lever tot de actieve metaboliet 6-methoxy–2-naftylazijnzuur (6–MNA). |
Eliminatie | vnl. via de nieren als metabolieten. |
T 1/2el | 20–30 uur (6–MNA), bij gestoorde nierfunctie 25–39 uur. |
Uitleg afkortingen
F | biologische beschikbaarheid (fractie van de dosis die in de systemische circulatie verschijnt) |
T max | tijdsduur tot maximale bloedspiegel na toediening |
V d | verdelingsvolume (fictief volume waarin een geneesmiddel zich verdeelt over het lichaam) |
T 1/2 | plasmahalfwaardetijd (tijd die nodig is om een bepaalde plasmaconcentratie te halveren) |
T 1/2el | plasmahalfwaardetijd in de eliminatiefase, terminale halfwaardetijd |
Groepsinformatie
flurbiprofen hoort bij de groep NSAID's, systemisch.
- aceclofenac (M01AB16) Vergelijk
- dexketoprofen (M01AE17) Vergelijk
- diclofenac (systemisch) (M01AB05) Vergelijk
- fenylbutazon (M01AA01) Vergelijk
- ibuprofen (systemisch) (M01AE01) Vergelijk
- indometacine (systemisch) (M01AB01) Vergelijk
- ketoprofen (M01AE03) Vergelijk
- meloxicam (M01AC06) Vergelijk
- metamizol (N02BB02) Vergelijk
- nabumeton (M01AX01) Vergelijk
- naproxen (M01AE02) Vergelijk
- piroxicam (M01AC01) Vergelijk
Groepsinformatie
nabumeton hoort bij de groep NSAID's, systemisch.
- aceclofenac (M01AB16) Vergelijk
- dexketoprofen (M01AE17) Vergelijk
- diclofenac (systemisch) (M01AB05) Vergelijk
- fenylbutazon (M01AA01) Vergelijk
- flurbiprofen (R02AX01) Vergelijk
- ibuprofen (systemisch) (M01AE01) Vergelijk
- indometacine (systemisch) (M01AB01) Vergelijk
- ketoprofen (M01AE03) Vergelijk
- meloxicam (M01AC06) Vergelijk
- metamizol (N02BB02) Vergelijk
- naproxen (M01AE02) Vergelijk
- piroxicam (M01AC01) Vergelijk