Samenstelling
Duodopa s.c.-infusievloeistof Abbvie bv
- Toedieningsvorm
- s.c.-infusievloeistof
- Verpakkingsvorm
- flacon 10 ml
Bevat per ml: foslevodopa 240 mg en foscarbidopa 12 mg. Foslevodopa en foscarbidopa zijn prodrugs overeenkomend met ongeveer 170 mg levodopa en 9 mg carbidopa per 1 ml.
Uitleg symbolen
XGVS | Dit geneesmiddel is niet opgenomen in het geneesmiddelen vergoedings systeem (GVS). |
OTC | 'Over the counter', dit geneesmiddel is een zelfzorgmiddel. |
Bijlage 2 | Aan de vergoeding van dit geneesmiddel zijn bepaalde voorwaarden verbonden, die zijn vermeld op bijlage 2 van de Regeling zorgverzekering. |
Aanvullende monitoring | Dit geneesmiddel is onderworpen aan aanvullende monitoring. Extra aandacht wordt gevraagd voor onverwachte bijwerkingen. Meldt u dit via het meldformulier van het Lareb. |
Samenstelling
Levodopa/Benserazide Diverse fabrikanten
- Toedieningsvorm
- Capsule '62,5'
Bevat per capsule: levodopa 50 mg, benserazide (als hydrochloride) 12,5 mg.
- Toedieningsvorm
- Capsule '125'
Bevat per capsule: levodopa 100 mg, benserazide (als hydrochloride) 25 mg.
- Toedieningsvorm
- Tablet '125'
Bevat per tablet: levodopa 100 mg, benserazide (als hydrochloride) 25 mg. De tablet kan gedeeld worden in vieren.
- Toedieningsvorm
- Tablet '250'
Bevat per tablet: levodopa 200 mg, benserazide (als hydrochloride) 50 mg. De tablet kan gedeeld worden in vieren.
Madopar Roche Nederland bv
- Toedieningsvorm
- Capsule '62,5'
Bevat per capsule: levodopa 50 mg, benserazide (als hydrochloride) 12,5 mg.
- Toedieningsvorm
- Capsule met gereguleerde afgifte 'HBS 125'
Bevat per capsule: levodopa 100 mg, benserazide (als hydrochloride) 25 mg.
- Toedieningsvorm
- Dispertablet '125'
Bevat per dispertablet: levodopa 100 mg, benserazide (als hydrochloride) 25 mg. Tablet kan verdeeld worden in gelijke helften.
- Toedieningsvorm
- Tablet '125'
Bevat per tablet: levodopa 100 mg, benserazide (als hydrochloride) 25 mg. Tablet kan verdeeld worden in gelijke helften.
- Toedieningsvorm
- Tablet '250'
Bevat per tablet: levodopa 200 mg, benserazide (als hydrochloride) 50 mg. Tablet kan verdeeld worden in gelijke helften.
Uitleg symbolen
XGVS | Dit geneesmiddel is niet opgenomen in het geneesmiddelen vergoedings systeem (GVS). |
OTC | 'Over the counter', dit geneesmiddel is een zelfzorgmiddel. |
Bijlage 2 | Aan de vergoeding van dit geneesmiddel zijn bepaalde voorwaarden verbonden, die zijn vermeld op bijlage 2 van de Regeling zorgverzekering. |
Aanvullende monitoring | Dit geneesmiddel is onderworpen aan aanvullende monitoring. Extra aandacht wordt gevraagd voor onverwachte bijwerkingen. Meldt u dit via het meldformulier van het Lareb. |
Advies
Bij de ziekte van Parkinson is levodopa het middel van eerste keus. Bij de novo patiënten in de vroege fase gaat als startbehandeling de voorkeur in het algemeen uit naar levodopa in combinatie met een decarboxylaseremmer. Overweeg als alternatief een levodopa-sparende behandeling (dopamine-agonist/ MAO-B remmers) bij jongeren (< 40 jaar) zonder cognitieve problemen, wegens een lagere kans op dyskinesie.
De tabletten met gereguleerde afgifte kunnen voor de nacht zinvol zijn bij beginnende ‘wearing-off’-klachten en bij hinderlijke ‘off’-gerelateerde problematiek gedurende de nacht of vroege ochtend.
In de latere fase met responsfluctuaties – zoals ‘on-off’ en 'wearing-off' – tijdens de levodopa-behandeling, zijn dopamine-agonisten (pramipexol, ropinirol), MAO-B-remmers (rasagiline, safinamide, selegiline) en COMT-remmers (entacapon) effectief als adjuvante behandeling. De keuze voor een van deze middelen is gebaseerd op individuele patiëntkenmerken.
Indien in de late gecompliceerde fase van de ziekte, ondanks optimale instelling op orale antiparkinson-geneesmiddelen toch invaliderende onvoorspelbare motorische complicaties (= ‘off’-perioden)/responsfluctuaties optreden, komen geavanceerde behandelingen waaronder stereotactische diepe hersenstimulatie (DBS), apomorfine subcutaan of levodopa/carbidopa(/entacapon) intestinale gel per sonde in aanmerking. De toepassing is beperkt tot centra met expertise op het gebied van gevorderde Parkinson.
Voor foslevodopa/foscarbidopa s.c.-infusievloeistof is geen advies vastgesteld.
Advies
Bij de ziekte van Parkinson is levodopa het middel van eerste keus. Bij de novo patiënten in de vroege fase gaat als startbehandeling de voorkeur in het algemeen uit naar levodopa in combinatie met een decarboxylaseremmer. Overweeg als alternatief een levodopa-sparende behandeling (dopamine-agonist/ MAO-B remmers) bij jongeren (< 40 jaar) zonder cognitieve problemen, wegens een lagere kans op dyskinesie.
De capsules met gereguleerde afgifte kunnen voor de nacht zinvol zijn bij hinderlijke ‘off’-gerelateerde problematiek gedurende de nacht of vroege ochtend. Bij onvoorspelbare responsfluctuaties kan de dispertablet overwogen worden voor een snel effect.
Indicaties
- Gevorderde ziekte van Parkinson, met ernstige motorische fluctuaties en hyper-/dyskinesie die onvoldoende reageert op andere beschikbare combinaties van antiparkinsonmiddelen, en die levodopa-responsief zijn.
Indicaties
- Parkinsonisme, met uitzondering van de medicamenteus veroorzaakte vorm.
- Capsule met gereguleerde afgifte: bij responsfluctuaties die zijn gecorreleerd aan plasmaspiegelschommelingen en voor een betere controle van nachtelijke symptomen.
Gerelateerde informatie
Doseringen
De oplossing voor infusie wordt toegediend als een continue s.c.-infusie met een continue snelheid, 24 uur per dag. Patiënten moeten zelf of met hulp van een zorgverlener in staat zijn het toedieningssysteem te begrijpen en te gebruiken. Train patiënten voor de start van en zo nodig tijdens de behandeling, in het juiste gebruik van de s.c.-infusie en het toedieningssysteem.
Gevorderde ziekte van Parkinson met s.c-infusievloeistof
Volwassenen
Voor patiënten die al levodopa/carbidopa gebruiken, bepaal de start- en laaddoseringen door het omrekenen van de levodopa-inname van alle levodopa-bevattende preparaten overdag (meestal 16 uur/dag) naar levodopa-equivalenten (LE) en verhoog deze vervolgens rekening houdend met 24-uurstoediening; zie voor de berekening van LE en van de infusiesnelheden per uur, op grond waarvan de pomp wordt geprogrammeerd, de schema's in de officiële productinformatie CBG/EMA (rubriek 4.2, tabel 1–4, stappen 1 t/m 3). Pas vervolgens de dosis aan om een optimale klinische respons te bereiken die de functionele ‘on’-tijd maximaliseert, en het aantal en de duur van ‘off’-episoden en ‘on’-episoden met beperkende dyskinesie minimaliseert; max. 6000 mg foslevodopa (of 25 ml infusievloeistof) per dag, overeenkomend met ongeveer 4260 mg levodopa per dag). Laaddoses kan de zorgverlener toedienen via de pomp of via orale carbidopa-levodopa tabletten met directe afgifte. Aanpassen van alle infusiesnelheden kan in stappen van 0,01 ml/u (wat overeenkomt met ongeveer 1,7 mg levodopa/uur) tot maximaal 1,04 ml/u (of 6000 mg foslevodopa per dag [ongeveer 4260 mg levodopa per dag)]. De zorgverlener kan indien nodig 2 alternatieve infusiesnelheden programmeren en inschakelen (laag/hoog), waardoor de patiënt bv. de dosis 's nachts kan verlagen, of de dosis kan verhogen tijdens langdurige intensieve activiteit. De zorgverlener kan naast alternatieve infusiesnelheden als optie ook extra doses instellen en inschakelen, waardoor de patiënt acute ‘off’-symptomen die tijdens continue infusie optreden, kan beheersen.
Toediening
- Continue s.c.-toediening met gebruik van de Vyafuserpomp, bij voorkeur in de buik; vermijd een gebied met een straal van 5 cm rond de navel. De veiligheid en werkzaamheid op de lange termijn van toediening via de arm en het bovenbeen, zijn niet beoordeeld.
- De patiënt moet zijn getraind in het juiste gebruik van de infusie en het toedieningssysteem (pomp, flacon met oplossing, flaconadapter, spuit, infusieset, draagaccessoire, oplaadbare batterij en oplader) vóór de start van de behandeling en zo nodig daarna.
- Wissel ten minste elke 3 dagen van infusieplaats en gebruik dan een nieuwe infusieset. Kies dan een nieuwe infusieplaats op ten minste 2,5 cm afstand van plaatsen die in de voorgaande 12 dagen zijn gebruikt. De oplossing voor infusie mag niet worden geïnfundeerd in gebieden die gevoelig, gekneusd of rood zijn of die hard aanvoelen.
- De flacons eenmalig gebruiken. Nadat de inhoud van een flacon is overgebracht in de spuit, de inhoud van de spuit binnen 24 uur toedienen.
- Alleen kort onderbreken van toediening is mogelijk zonder verdere maatregelen, bijvoorbeeld wanneer de patiënt een douche neemt. Bij onderbreking > 1 uur is een nieuwe infusieset (slang en canule) nodig en ook wisselen van infusieplaats. Bij onderbreking > 3 uur kan de patiënt ook zelf een laaddosis toedienen, als deze optie is ingeschakeld door de zorgverlener, om snel de symptomen weer onder controle te krijgen. Bij onderbreking > 24 uur moet de zorgverlener bepalen welke alternatieve dopaminerge behandeling geschikt is (bv. orale levodopa/carbidopa).
Doseringen
De dosering afstemmen op de individuele behoefte; dit kan aanpassing van zowel de afzonderlijke doses als van de frequentie van toediening met zich meebrengen. Streef naar een zo laag mogelijke dosering waarmee een goed effect wordt bereikt, om het risico op levodopa-geïnduceerde motorische responsfluctuaties te verminderen.
Ziekte van Parkinson
Aanvankelijk: 1 capsule/tablet '62,5' mg 3 à 4×/dag, daarna langzaam verhogen tot '375'–'1000' mg per dag verdeeld over 3 of meer doses, waarbij over het algemeen een optimaal effect wordt bereikt. Het kan 4–6 weken duren om het optimale effect te bereiken. Het aantal giften en de verdeling over de dag bij elke patiënt titreren; bij ouderen zorgvuldig titreren.
Onderhoudsdosering: gemiddeld '375'–'1000' mg verdeeld over 3–6 doses per dag.
(Maximale) dosering: volgens de richtlijn Ziekte van Parkinson wordt gestart met levodopa 62,5 mg 3×/dag, vervolgens bij onvoldoende effect na 2 weken verhogen tot levodopa 125 mg 3×/dag; daarna bij onvoldoende effect de dosering levodopa in stappen extra ophogen tot voorlopig max. 1125 mg/dag, totdat een goede respons is vastgesteld . Als bij patiënten met matig-ernstige bradykinesie of rigiditeit bij een dosering van 600-900 mg/dag een effect uitblijft, de diagnose ziekte van Parkinson heroverwegen. Bij een goede levodopa-respons wordt op geleide van klachten en bijwerkingen de dosering in meerdere jaren opgehoogd tot soms meer dan 2 g levodopa/dag; soms verdeeld over 8-10 giften; een dosering > 300 mg levodopa/gift is ongebruikelijk.
Bij fluctuaties in de werking ('on-off'-verschijnselen) overgaan op lagere en frequentere doses of op HBS capsules met gereguleerde afgifte; van de ene op de andere dag kan worden overgegaan op capsules met gereguleerde afgifte met gelijk blijven van dagdosis en toedieningsfrequentie. Na 2–3 dagen de dosis geleidelijk met circa 50% verhogen, afhankelijk van de individuele respons. Om een sneller effect te bereiken kan men de capsules met gereguleerde afgifte combineren met capsules/tabletten zonder gereguleerde afgifte met name 's ochtends, omdat de ochtenddosis bij voorkeur hoger is dan de andere dagdoses. HBS capsules met gereguleerde afgifte langzaam titreren met intervallen van 2-3 dagen bij elke dosisverandering.
Bij overmatige respons (dyskinesie): de intervallen tussen de giften verlengen.
Bij immobiliteit gedurende de nacht: de laatste avonddosis vlak voor het slapen geleidelijk verhogen tot 250 mg HBS.
Toediening
- De capsules en de HBS capsule met gereguleerde afgifte zonder kauwen doorslikken. De tabletten kan men in stukjes breken om het doorslikken te makkelijker te maken. Bij slikproblemen kan de dispertablet worden gesuspendeerd in een half glas water.
- Omdat (m.n. eiwitrijk) voedsel de absorptie van levodopa kan vertragen en verminderen, capsules en tabletten bij voorkeur ten minste 30 min vóór of 1 uur na de maaltijd innemen; neem niet in met eiwithoudende producten zoals melk. Bij maag-darmklachten eventueel innemen met wat eiwitarm voedsel of drank, en de dosering indien nodig geleidelijk verhogen.
Bijwerkingen
Zeer vaak (> 10%): infusieplaatsreactie (nodule, cellulitis, infectie, oedeem, pijn en erytheem op de infusieplaats), urineweginfectie, angst, depressie, hallucinatie, vallen.
Vaak (1-10%): anemie. Verminderde eetlust. Abnormale dromen, agitatie, verwarde toestand, wanen, impulsbeheersingsstoornis, slapeloosheid, paranoia, psychotische stoornis, slaapaanval, slaapaandoening, suïcidale neiging. Cognitieve aandoening, duizeligheid, orthostatische duizeligheid, dyskinesie, dystonie, hoofdpijn, hypo-esthesie, 'on/off'-fenomeen, paresthesie, polyneuropathie, slaperigheid, syncope, tremor. Onregelmatige hartslag, hypertensie, (orthostatische) hypotensie. Dyspneu, orofaryngeale pijn. Opgezette buik, buikpijn, obstipatie, diarree, droge mond, dysgeusie, dyspepsie, dysfagie, flatulentie, misselijkheid, braken. Contacteczeem, hyperhidrose, jeuk, huiduitslag. Spierspasmen, nekpijn. Urine-incontinentie, urineretentie. Asthenie, vermoeidheid, malaise, perifeer oedeem, pijn. Op de infusieplaats: abces, blauwe plek, exfoliatie, extravasatie, hematoom, hemorragie, induratie, ontsteking, irritatie, papel, jeuk, uitslag en zwelling. Verlaagd vitamine B6, vitamine B12-deficiëntie, verhoogd aminozuur (methylmalonzuur), verhoogd homocysteïne, verlaagd en verhoogd gewicht.
Soms (0,1-1%): leukopenie, trombocytopenie. Dementie, (poging tot) zelfmoord, dopaminedisregulatie-syndroom, euforische stemming, verhoogd libido, nachtmerrie. Ataxie, convulsie, loopstoornis. Gesloten-kamerhoekglaucoom, blefarospasme, diplopie, optische ischemische neuropathie, wazig zien. Hartkloppingen. Flebitis. Dysfonie. Speekselvloed. Alopecia, erytheem, urticaria. Chromaturie. Pijn op de borst.
Zelden (0,01-0,1%): bruxisme, speekselverkleuring, glossodynie, hikken. Afwijkende ademhaling. Zweetverkleuring, maligne melanoom. Priapisme.
Verder zijn gemeld bij levodopa/carbidopa: verhoogde bloedwaarden van ureum-stikstof, alkalische fosfatase, S-ASAT, S-ALAT, LDH, bilirubine, suiker, creatinine, urinezuur en positieve Coombs-test, en verminderde waarden van hemoglobine- en hematocriet. Leukocyten, bacteriën en bloed in de urine. Fout-negatieve resultaten voor glucosurie.
Bijwerkingen
Onwillekeurige bewegingen kunnen zowel vroeg als laat in de therapie optreden en zijn dosis-afhankelijk. Bij voortgezette behandeling heeft 50–80% last van 'peak-dose' dyskinesieën; tevens treden op: perioden van akinesie, tremor en stijfheid, die enkele minuten tot uren kunnen duren ('end of dose'-akinesie, 'on-off'-verschijnsel, akinesia paradoxica) en ernstige gegeneraliseerde dyskinesieën. (Verergering van) rustelozebenen-syndroom.
Verder: psychische stoornissen zoals slaperigheid overdag, plotselinge slaapaanvallen, verwardheid, hallucinaties, agitatie, angst, waanvoorstellingen, depressie en tijdelijke desoriëntatie; orthostatische hypotensie (m.n. in de beginperiode). Dopamine-ontregelingssyndroom. Stoornissen in de impulsbeheersing als pathologisch gokgedrag, toename in libido en hyperseksualiteit, compulsief koopgedrag, compulsief eetgedrag; symptomen van een eetstoornis. Maag-darmstoornissen (misselijkheid, braken, verminderde eetlust; zelden maag-darmbloeding, smaakverlies); verkleuring van speeksel, de tong, tanden en de orale mucosa. Aritmieën (in het bijzonder bij bestaande hartstoornissen). Huid-reacties, jeuk. Hemolytische anemie, leukopenie, trombocytopenie. Een op het neuroleptisch maligne syndroom lijkend symptomencomplex is beschreven na abrupt staken. Verhoging van transaminasen, alkalische fosfatase, γ-GT en ureumgehalte; chromaturie.
Interacties
De volgende interacties zijn bekend van de generieke combinatie van levodopa/carbidopa; er is geen interactieonderzoek met foslevodopa/foscarbidopa.
Combinatie met niet-selectieve MAO-remmer en met MAO-A-remmer en behandeling binnen 14 dagen na de laatste gift van een dergelijke MAO-remmer is gecontra-indiceerd, omdat dan een hypertensieve crisis kan optreden.
Antipsychotica, isoniazide, anti-emetica met fenothiazine-structuur, benzodiazepinen en hoge doses methionine kunnen het anti-parkinsoneffect tegengaan.
Het hypotensieve effect van methyldopa kan worden versterkt. Methyldopa kan de anti-parkinsonwerking zowel versterken als verminderen.
Het gelijktijdig gebruik kan het effect van sympathicomimetica versterken.
Gelijktijdige toediening van halothaan kan aritmieën veroorzaken; overweeg vóór anesthesie met halothaan de levodopatherapie te onderbreken en deze na de operatie zo snel mogelijk te hervatten.
Parasympathicolytica werken synergistisch doordat parasympathicolytica de tremor doen afnemen; abnormale onvrijwillige bewegingen kunnen echter verergeren.
Niet gelijktijdig gebruiken met tetrabenazine of andere geneesmiddelen die de hoeveelheid monoaminen verlagen.
Selegiline kan de hypotensieve reactie versterken.
In combinatie met COMT-remmers en MAO-B remmers de dosering levodopa eventueel verlagen.
Wees voorzichtig met gelijktijdig gebruik van CYP1A2-substraten (bv. fluvoxamine, clozapine, coffeïne, theofylline, duloxetine en melatonine). omdat foscarbidopa in vitro mogelijk een inductor is van CYP1A2.
Interacties
Combinatie met niet-selectieve MAO-remmers en met de combinatie van een selectieve MAO-B remmer (selegiline, rasagiline) en een selectieve MAO-A remmer (moclobemide) is gecontra-indiceerd, evenals behandeling binnen 14 dagen na de laatste gift van een dergelijke niet-selectieve MAO-remmer of MAO-remmercombinatie, omdat dan een hypertensieve crisis kan optreden.
Antipsychotica, anti-emetica met fenothiazine-structuur, benzodiazepinen, opiaten, centraal werkende antihypertensiva en hoge doses methionine kunnen het anti-parkinsoneffect tegengaan. Omgekeerd kan levodopa het antipsychotische effect van antipsychotica tegengaan.
In combinatie met COMT-remmers en MAO-B remmers de dosering levodopa eventueel verlagen.
Het hypotensieve effect van methyldopa kan worden versterkt. Methyldopa kan de anti-parkinsonwerking zowel versterken als verminderen.
Het gelijktijdig gebruik kan het effect van sympathicomimetica versterken.
Gelijktijdige toediening van halothaan kan aritmieën en bloeddrukschommelingen veroorzaken; 12–48 vóór algehele anesthesie met halothaan dient de levodopatherapie te worden onderbroken en na de operatie zo snel mogelijk te worden hervat; de dosering geleidelijk opbouwen tot het preoperatieve niveau.
Parasympathicolytica kunnen de snelheid van de absorptie van levodopa verminderen; anderzijds werken ze synergistisch doordat parasympathicolytica de tremor doen afnemen. Als een levodopabehandeling wordt gestart het parasympathicolyticum niet plotseling staken, omdat het effect van levodopa pas later optreedt.
Metoclopramide verhoogt de snelheid van absorptie.
Domperidon verhoogt de biologische beschikbaarheid door toegenomen absorptie van levodopa in de darmen.
Bij gelijktijdige toediening van ijzerverbindingen kan de absorptie van levodopa afnemen, waarschijnlijk door vorming van een slecht oplosbaar complex. De tussentijd moet zo groot mogelijk zijn.
Levodopa kan de uitkomst van laboratoriumtesten (catecholamine, creatinine, urinezuur, glucose) beïnvloeden. Levodopa kan een fout-positief testresultaat geven voor ketonlichamen in de urinetest voor ketonurie.
Een eiwitrijke maaltijd kan het effect verminderen, omdat het transport van levodopa door het maag-darmslijmvlies en de bloed-hersenbarrière competitief is met bepaalde aminozuren.
Zwangerschap
Teratogenese: Bij de mens, onvoldoende gegevens. Bij dieren aanwijzingen voor schadelijkheid (misvormingen skelet en viscerae).
Advies: Alleen op strikte indicatie gebruiken.
Zwangerschap
Teratogenese: Bij de mens, onvoldoende gegevens. Bij dieren schadelijk gebleken.
Advies: Gebruik is gecontra-indiceerd.
Overige: Een vrouw in de vruchtbare leeftijd dient adequate anticonceptieve maatregelen te nemen gedurende de therapie. Als een vrouw zwanger wordt tijdens de behandeling de behandeling met levdopa/benserazide staken.
Lactatie
Overgang in de moedermelk: Ja, in kleine hoeveelheden bij de mens (levodopa). Ja, bij dieren (carbidopa); onbekend bij de mens (carbidopa).
Farmacologisch effect: Het onderdrukt de lactatie.
Advies: Het gebruik van dit middel of het geven van borstvoeding ontraden.
Lactatie
Overgang in de moedermelk: Ja, (levodopa) in kleine hoeveelheden. Onbekend (benserazide).
Overige: Levodopa onderdrukt de lactatie.
Farmacologisch effect: Skeletdeformaties bij zuigelingen door benserazide kunnen niet worden uitgesloten.
Advies: Het gebruik of het geven van borstvoeding ontraden.
Contra-indicaties
- nauwe-kamerhoekglaucoom;
- ernstig hartfalen;
- acute hersenbloeding;
- ernstige hartaritmie;
- omstandigheden waarin adrenerge geneesmiddelen zijn gecontra-indiceerd, bijvoorbeeld feochromocytoom, hyperthyroïdie en syndroom van Cushing;
- verdachte, ongediagnosticeerde gepigmenteerde-huidaandoeningen (in kleur of vorm afwijkende of bloedende moedervlekken); melanoom in de anamnese.
- gebruik van niet-selectieve MAO-remmers en MAO-A-remmer, zie voor details de rubriek Interacties.
Contra-indicaties
- niet-gecompenseerde cardiovasculaire, endocriene of hematologische aandoeningen;
- psychiatrische aandoeningen met een psychotische component;
- lever- en nieraandoeningen;
- nauwe-kamerhoekglaucoom;
- gebruik bij een leeftijd < 25 jaar.
Zie voor meer contra-indicaties de rubrieken Interacties; Zwangerschap.
Voorzichtigheid is geboden bij verdachte, ongediagnosticeerde gepigmenteerde huidaandoeningen; melanoom in de anamnese.
Capsule met gereguleerde afgifte 'HBS 125' bevat sojaolie en is daarom gecontra-indiceerd bij allergie voor pinda's of soja.
Waarschuwingen en voorzorgen
Wees voorzichtig bij chronisch open-kamerhoekglaucoom, ernstige cardiovasculaire of longaandoeningen, een endocriene, lever- of nieraandoening, (anamnese van) ulcus pepticum en convulsies. Bij open-kamerhoekglaucoom de oogboldruk controleren. Terughoudendheid is geboden bij een recent myocardinfarct met aritmieën. Bij langdurig gebruik periodiek nier- en leverfunctie, hematopoëse en cardiovasculaire functie controleren.
Optredende dyskinesie kan men trachten te bestrijden door dosisverlaging en/of verdeling van de dagdosis over meerdere giften.
De kans op het optreden van een melanoom bij de ziekte van Parkinson is 2–6× zo groot als in de normale populatie; tijdens behandeling regelmatig controleren op het ontwikkelen van een melanoom, met name bij een melanoom in de voorgeschiedenis.
Wijs de patiënt voor de start van de behandeling op het risico van het ontwikkelen van het dopaminedisregulatie-syndroom, een aandoening gekenmerkt door verslaving aan en overmatig gebruik van dopaminerge geneesmiddelen (meer dan nodig is voor controle van motorische symptomen) en die kan leiden tot ernstige dyskinesie.
Controleer op mentale veranderingen, depressie met zelfmoordneiging en andere ernstige gedragsveranderingen. Wees voorzichtig bij een psychose (in de anamnese). Heroverweeg de behandeling als hallucinaties optreden.
Vanwege het risico van het neuroleptisch maligne syndroom de toediening niet plotseling staken.
Controleer regelmatig op het ontstaan van stoornissen in de impulsbeheersing; heroverweeg de behandeling bij het ontwikkelen hiervan.
Niet gebruiken bij patiënten jonger dan 18 jaar; veiligheid en werkzaamheid zijn bij kinderen niet vastgesteld.
De s.c.-infusievloeistof bevat hydrazine, een afbraakproduct van foscarbidopa, dat genotoxisch, hepatotoxisch en mogelijk carcinogeen is; de klinische betekenis van de blootstelling via de infusievloeistof is niet bekend. Beoordeel patiënten voor start van de behandeling op voorgeschiedenis of tekenen van polyneuropathie of bekende risicofactoren; controleer vervolgens periodiek op polyneuropathie.
Dit middel kan invloed hebben op de rijvaardigheid en het vermogen om machines te bedienen. Raadpleeg ‘Rij Veilig met Medicijnen’ van het IVM.
Waarschuwingen en voorzorgen
Wees voorzichtig bij coronaire aandoeningen, cardiale aritmie of hartfalen; met name in het begin van de behandeling regelmatig de hartfunctie controleren. Controleer op orthostatische hypotensie in het begin van de behandeling en bij dosisverhoging bij patiënten met risicofactoren hiervoor of die een voorgeschiedenis hiervan hebben. Tijdens behandeling periodiek nier-, lever- en cardiovasculaire functie en het bloedbeeld controleren.
Bij open-kamerhoekglaucoom regelmatig de intraoculaire druk meten.
Bij diabetes mellitus regelmatig het bloedglucosegehalte controleren.
Bij een actief maagulcus in het recente verleden, convulsies of een osteomalacie hierop regelmatig controleren.
Dyskinesieën kan men trachten te bestrijden door dosisverlaging en/of verdeling van de dagdosis over meerdere giften of door toepassing van de capsule met gereguleerde afgifte.
De kans op het optreden van een melanoom bij de ziekte van Parkinson is 2–6× zo groot als in de normale populatie; tijdens behandeling regelmatig controleren op het ontwikkelen van een melanoom, met name bij een melanoom in de voorgeschiedenis.
Depressie kan een onderdeel zijn van het klinisch beeld van de ziekte van Parkinson; tijdens behandeling controleren op het ontstaan van mentale veranderingen, depressies met neiging tot zelfmoord.
De behandeling 12–48 uur vóór een algehele narcose met halothaan stoppen vanwege aritmieën en schommelingen in de bloeddruk.
Vanwege het risico van het neuroleptisch maligne syndroom de toediening niet plotseling staken.
Regelmatig controleren op stoornissen in de impulsbeheersing; patiënten en verzorgers dienen hierop bedacht te zijn. Bij optreden van stoornissen in de impulsbeheersing de behandeling heroverwegen.
Een (rood)verkleuring van de urine kan optreden. Ook andere lichaamsvloeistoffen en weefsels kunnen verkleuren of vlekkerig worden, als speeksel, de tong, tanden of mondslijmvlies.
Niet gebruiken bij kinderen < 18 jaar; de veiligheid en werkzaamheid is bij kinderen niet vastgesteld.
Dit middel kan invloed hebben op de rijvaardigheid en het vermogen om machines te bedienen. Raadpleeg ‘Rij Veilig met Medicijnen’ van het IVM.
Overdosering
Pyridoxine antagoneert de effecten van dit preparaat niet.
Neem voor informatie over een vergiftiging met foslevodopa/foscarbidop contact op met het Nationaal Vergiftigingen Informatie Centrum.
Overdosering
Zie voor symptomen en behandeling de monografie op vergiftigingen.info.
Eigenschappen
Combinatie van foslevodopa (levodopa-monofosfaat) en een perifere dopadecarboxylaseremmer carbidopa-monofosfaat. Foslevodopa en foscarbidopa worden in vivo snel omgezet in levodopa en carbidopa. Levodopa is een dopamineprecursor die de bloed-hersenbarrière passeert en enzymatisch wordt gedecarboxyleerd tot het werkzame dopamine. De dopadecarboxylaseremmer carbidopa, passeert de bloed-hersenbarrière niet en remt de extracerebrale decarboxylering van levodopa, waardoor meer levodopa beschikbaar is voor transport naar de hersenen (70–150 mg carbidopa blijkt perifeer dopadecarboxylase volledig te kunnen remmen). Hierdoor kan levodopa lager worden gedoseerd, zal de werking sneller intreden en zullen minder perifere bijwerkingen optreden door een geringere hoeveelheid perifeer ontstaan dopamine. De werking berust waarschijnlijk op verhoging van de dopamineconcentratie in de hersenen. Hypokinesie, spierstijfheid en in mindere mate de tremor worden verbeterd. S.c.-infusie vermindert de motorische fluctuaties en verhoogt de 'on'-tijd omdat een stabielere levodopa-plasmaconcentratie wordt gerealiseerd.
Kinetische gegevens
Overig | Na s.c.-toediening van foslevodopa/foscarbidopa infusievloeistof zijn de Cmax, AUC en mate van fluctuatie van levodopa vergelijkbaar met na intestinale toediening van levodopa/carbidopa intestinale gel. |
Metabolisering | De prodrugs foslevodopa en foscarbidopa worden snel omgezet in levodopa en carbidopa door alkalische fosfatase. Levodopa: volledig, voornamelijk via COMT, omdat carbidopa het decarboxylase-enzym remt. Carbidopa: deels tot metabolieten. |
Eliminatie | Als metaboliet via de urine (levodopa), 30% onveranderd (carbidopa). |
T 1/2el | 1–2 uur (levodopa), 2 uur (carbidopa). |
Uitleg afkortingen
F | biologische beschikbaarheid (fractie van de dosis die in de systemische circulatie verschijnt) |
T max | tijdsduur tot maximale bloedspiegel na toediening |
V d | verdelingsvolume (fictief volume waarin een geneesmiddel zich verdeelt over het lichaam) |
T 1/2 | plasmahalfwaardetijd (tijd die nodig is om een bepaalde plasmaconcentratie te halveren) |
T 1/2el | plasmahalfwaardetijd in de eliminatiefase, terminale halfwaardetijd |
Eigenschappen
Combinatie van dopamineprecursor die de bloed-hersenbarrière passeert en enzymatisch wordt gedecarboxyleerd tot het werkzame dopamine en een decarboxylaseremmer die de bloed-hersenbarrière niet passeert. De decarboxylaseremmer remt de extracerebrale decarboxylering van levodopa, waardoor meer levodopa beschikbaar is voor transport naar de hersenen. Hierdoor kan levodopa lager worden gedoseerd, zal de werking sneller intreden en zullen minder perifere bijwerkingen optreden door een geringere hoeveelheid perifeer ontstaan dopamine. De werking berust waarschijnlijk op verhoging van de dopamineconcentratie in de hersenen. Hypokinesie, spierstijfheid en in mindere mate de tremor worden verbeterd.
Kinetische gegevens
Resorptie | voedsel vermindert de mate en snelheid van absorptie. Levodopa passeert het maag-darmslijmvlies en de bloed-hersenbarrière via een verzadigbaar transportsysteem. |
F | bij tablet en capsule 100%; bij capsule mga is 50-70 % t.o.v. caps. of tabl. (levodopa). De max. spiegel bij de capsule mga is 20–30% van die van gewone tablet of capsule. |
T max | tablet en capsule 1 uur (levodopa), met voedsel; dispertablet < 1 uur (levodopa); caps. mga 3 uur (levodopa,; met voedsel hoger (5 uur). |
V d | 0,8 l/kg. |
Metabolisering | volledig, voornamelijk via COMT tot 3-O-methyldopa, omdat benserazide aminozuurdecarboxylase remt (levodopa). Tot trihydrobenzylhydrazine, een krachtige remmer van aromatisch aminozuurdecarboylase (benserazide). |
Eliminatie | via de nieren als metaboliet (levodopa volledig, benserazide voor 64%). |
T 1/2el | 1,5 uur (levodopa), bij ouderen 25% langer. |
Uitleg afkortingen
F | biologische beschikbaarheid (fractie van de dosis die in de systemische circulatie verschijnt) |
T max | tijdsduur tot maximale bloedspiegel na toediening |
V d | verdelingsvolume (fictief volume waarin een geneesmiddel zich verdeelt over het lichaam) |
T 1/2 | plasmahalfwaardetijd (tijd die nodig is om een bepaalde plasmaconcentratie te halveren) |
T 1/2el | plasmahalfwaardetijd in de eliminatiefase, terminale halfwaardetijd |
Groepsinformatie
foslevodopa/foscarbidopa hoort bij de groep levodopa met decarboxylaseremmers.
Groepsinformatie
levodopa/benserazide hoort bij de groep levodopa met decarboxylaseremmers.