Samenstelling
Zoladex (als acetaat) AstraZeneca bv
- Toedieningsvorm
- Implantatiestift
- Sterkte
- 3,6 mg
- Verpakkingsvorm
- in wegwerpspuit ('SafeSystem')
- Toedieningsvorm
- Implantatiestift
- Sterkte
- 10,8 mg
- Verpakkingsvorm
- in wegwerpspuit ('SafeSystem')
Uitleg symbolen
XGVS | Dit geneesmiddel is niet opgenomen in het geneesmiddelen vergoedings systeem (GVS). |
OTC | 'Over the counter', dit geneesmiddel is een zelfzorgmiddel. |
Bijlage 2 | Aan de vergoeding van dit geneesmiddel zijn bepaalde voorwaarden verbonden, die zijn vermeld op bijlage 2 van de Regeling zorgverzekering. |
Aanvullende monitoring | Dit geneesmiddel is onderworpen aan aanvullende monitoring. Extra aandacht wordt gevraagd voor onverwachte bijwerkingen. Meldt u dit via het meldformulier van het Lareb. |
Samenstelling
Synarel (als acetaat) XGVS Pfizer bv
- Toedieningsvorm
- Neusspray
- Sterkte
- 200 microg/dosis
- Verpakkingsvorm
- flacon 80 doses
Uitleg symbolen
XGVS | Dit geneesmiddel is niet opgenomen in het geneesmiddelen vergoedings systeem (GVS). |
OTC | 'Over the counter', dit geneesmiddel is een zelfzorgmiddel. |
Bijlage 2 | Aan de vergoeding van dit geneesmiddel zijn bepaalde voorwaarden verbonden, die zijn vermeld op bijlage 2 van de Regeling zorgverzekering. |
Aanvullende monitoring | Dit geneesmiddel is onderworpen aan aanvullende monitoring. Extra aandacht wordt gevraagd voor onverwachte bijwerkingen. Meldt u dit via het meldformulier van het Lareb. |
Advies
Zie voor de behandeling van prostaatcarcinoom de geldende behandelrichtlijn via richtlijnendatabase.nl.
Behandel endometriose-gerelateerde pijn farmacologisch met een analgeticum (paracetamol en/of een NSAID) en/of een gecombineerd hormonaal anticonceptivum of progestageen (oraal, IUD, implantaat). In de tweedelijnszorg kan een gonadoreline-agonist worden gegeven. Overweeg operatieve behandeling afhankelijk van individuele voorkeur, effectiviteit en risico’s.
Advies
Behandel endometriose-gerelateerde pijn farmacologisch met een analgeticum (paracetamol en/of een NSAID) en/of een gecombineerd hormonaal anticonceptivum of progestageen (oraal, IUD, implantaat). In de tweedelijnszorg kan een gonadoreline-agonist worden gegeven. Overweeg operatieve behandeling afhankelijk van individuele voorkeur, effectiviteit en risico’s.
Fertiliteitsbehandeling vindt plaats in de tweede- of derdelijnszorg. Medicamenteuze ovulatie-inductie wordt toegepast bij ovulatiestoornissen zoals polycysteus ovarium syndroom (PCOS). Bij de behandeling van PCOS is letrozol (offlabel) eerste en clomifeen tweede keus. Andere fertiliteitsbehandelingen, die bij diverse indicaties kunnen worden toegepast, zijn intra‐uteriene inseminatie (met of zonder milde ovariële hyperstimulatie), in-vitro fertilisatie (IVF) en intracytoplasmatische sperma‐injectie (ICSI). Bij IVF/ICSI vindt gecontroleerde ovariële hyperstimulatie plaats met gonadotrofinen, in combinatie met gonadoreline-agonisten of gonadoreline-antagonisten, afhankelijk van het gekozen schema.
Indicaties
- Gemetastaseerd prostaatcarcinoom, waarbij suppressie van de testosteronproductie gewenst is.
- Adjuvante hormoontherapie bij bestraling van lokaal uitgebreid prostaatcarcinoom (stadium T3-T4 volgens TNM-classificatie of stadium C volgens de AUA).
- Matige tot ernstige endometriose.
- Preoperatief bij fibromyomen van de uterus.
- Voor het slinken van het endometrium voorafgaand aan de verwijdering van het endometrium.
- In combinatie met tamoxifen bij receptorpositief gemetastaseerd mammacarcinoom bij pre- en perimenopauzale vrouwen, bij wie ovariëctomie niet geschikt wordt geacht.
Gerelateerde informatie
Indicaties
- Matige tot ernstige endometriose.
- Preoperatief bij leiomyomen van de uterus, ter verlichting van klinische symptomen en vermindering van het volume van de uterus en leiomyomen.
- Downregulatie van de hypofyse vóór begin van ovulatie-inductie door gonadotrofinen bij IVF om gecontroleerde ovariële stimulatie mogelijk te maken.
Gerelateerde informatie
Doseringen
Prostaatcarcinoom
Volwassenen
s.c. 1 injectie van 3,6 mg 1× per 4 weken òf 1 injectie van 10,8 mg 1× per 12 weken.
Endometriose en preoperatief bij fibromyomen van de uterus
Volwassenen
s.c. 1 injectie van 3,6 mg 1× per 4 weken gedurende max. 6 maanden. Een eventuele nieuwe behandeling kan pas een jaar na de vorige worden overwogen en na een voorafgaande botmeting.
Slinken van het endometrium
Volwassenen
s.c. 2 injecties van 3,6 mg met een tussenpoos van 4 weken. Chirurgie dient plaats te vinden binnen 2 weken na de tweede injectie.
Gemetastaseerd mammacarcinoom
Volwassenen
s.c. een injectie van 3,6 mg 1× per 4 weken (in combinatie met tamoxifen).
De injectie toedienen boven in de onderhuidse buikstreek.
Doseringen
Endometriose
Volwassenen
Begin de behandeling tijdens de eerste 5 dagen van de cyclus: 200 microg (= 1 verstuiving) 2×/dag ('s ochtends in het ene, 's avonds in het andere neusgat) toedienen, eventueel te verhogen tot maximaal 400 microg 2×/dag (1 verstuiving in beide neusgaten 's ochtends en 's avonds) om amenorroe te bewerkstelligen. Aanbevolen duur van behandeling is 6 maanden. Een eventuele nieuwe behandeling alleen overwegen bij ernstige endometriose indien 1 jaar is verstreken na de vorige behandeling; aangeraden wordt vooraf de botdichtheid te meten.
Preoperatief bij leiomyomen van de uterus
Volwassenen
200 microg (= 1 verstuiving) 2×/dag ('s ochtends in het ene, 's avonds in het andere neusgat), gedurende 3 maanden, waarna hysterectomie plaatsvindt.
Downregulatie van de hypofyse bij IVF
Volwassenen
Begin de behandeling in de vroeg folliculaire fase (dag 2) of in de mid-luteale fase (dag 21): 200 microg (= 1 verstuiving) 2×/dag ('s ochtends in het ene, 's avonds in het andere neusgat); zo nodig 400 microg 2×/dag (1 verstuiving in beide neusgaten 's ochtends en 's avonds). De behandeling voortzetten tot down-regulatie is bereikt (estradiolconcentratie < 50 ng/l en progesteronconcentratie < 1 µg/l, meestal binnen 4 weken). Op dat moment wordt een gonadotrofine aan de behandeling toegevoegd. Nadat adequate follikelgroei is verkregen (meestal 8–12 dagen later), de toediening van nafareline staken en hCG geven om de ovulatie te induceren. De luteale fase kan eventueel worden ondersteund met hCG of progesteron.
De 8 ml flacon (= 80 doses) in verband met de afgifte van een mogelijk onvoldoende hoeveelheid nafareline maximaal 30 dagen (bij 400 microg/dag) of 15 dagen (bij 800 microg/dag) gebruiken.
Snuit indien nodig de neus vóór toediening. Herhaal de toediening bij niezen tijdens of kort na toediening.
Bijwerkingen
Zowel bij mannen als vrouwen:
Zeer vaak (> 10%): libido afname. Opvliegers en overmatig zweten (kunnen blijven bestaan na staken van de therapie). Reacties op de injectieplaats (zoals roodheid, pijn, zwelling, bloeding).
Vaak (1–10%): stemmingswisseling, depressie. Paresthesie. Verandering in bloeddruk. Huiduitslag. Gewrichtspijn. Afname van botdichtheid, gewichtstoename.
Soms (1-10%): overgevoeligheid.
Zelden (0,1–1%): anafylactische reactie.
Zeer zelden (0,01–0,1%): hypofysetumor, hypofyseapoplexie, hypofysebloeding. Psychotische stoornis. Verder zijn gemeld: veranderingen in bloedtelling, leverdisfunctie, longembolie en interstitiële pneumonie.
Bij mannen:
Zeer vaak (> 10%): erectiestoornis.
Vaak (1–10%): verlaging van de glucosetolerantie. Compressie van de rugwervel. Hartfalen, myocardinfarct. Botpijn. Gynaecomastie.
Soms (1-10%): ureterobstructie. Gevoelige borst.
Verder is gemeld: alopecia. QT-verlenging.
Bij vrouwen:
Zeer vaak (> 10%): acne. Vulvovaginale droogheid, vergroting van de borst.
Vaak (1–10%): hoofdpijn. Alopecia.
Soms (1-10%): hypercalciëmie.
Zelden (0,1–1%): ovariumcysten.
Verder is gemeld: onttrekkingsbloeding. Bij behandeling van goedaardige gynaecologische aandoeningen zijn gemeld: misselijkheid, braken, buikklachten, diarree, obstipatie, nervositeit, slaapstoornis, moeheid, spierpijn, kramp in de kuiten, perifeer oedeem, stijging van de serumcholesterolconcentratie, vaginitis, vaginale afscheiding, verandering van lichaamsbeharing, droge huid, stemverandering en gewichtstoename.
Bijwerkingen
Zeer vaak (> 10%): gewichtstoename. Labiliteit, afname libido. Hoofdpijn. Opvliegers. Rinitis. Acne, seborroe. Spierpijn. Verminderde borstomvang, vaginale droogheid. Oedeem.
Vaak (1–10%): overgevoeligheid met symptomen zoals benauwdheid, pijn op de borst, urticaria, uitslag en jeuk. Oestrogeendeficiëntie. Gewichtsafname. Depressie, slapeloosheid, toename libido. Paresthesie. Hyper- of hypotensie. Irritatie van het neusslijmvlies. Hirsutisme. Kunstmatige menopauze, bloeding van de uterus, verergering van endometriose. Afname botdichtheid.
Soms (0,1–1%): alopecia. Gewrichtspijn. Toegenomen borstomvang, pijnlijke borsten, ovariële cysten (tijdens de eerste twee maanden van de behandeling, met name bij het polycysteus ovariumsyndroom).
Verder zijn gemeld: neutropenie. Maag-darmklachten. Dysurie.
Interacties
Androgeendeprivatietherapie (bij prostaatcarcinoom) kan het QT-interval verlengen; wees voorzichtig met gelijktijdig gebruik van geneesmiddelen die het QT-interval verlengen (o.a. amiodaron, disopyramide, domperidon, ibutilide, kinidine, methadon, sotalol, macrolide antibiotica, chinolonen, imidazool–antimycotica, tricyclische antidepressiva, sommige antipsychotica).
Interacties
Bij gelijktijdig gebruik van een lokaal decongestivum een interval van minimaal 30 minuten aanhouden na toediening van nafareline.
Zwangerschap
Teratogenese: Er is theoretisch meer kans op een miskraam of foetale afwijkingen.
Advies: Gebruik is gecontra-indiceerd.
Overige: Vóór begin van de behandeling zwangerschap uitsluiten. Een vruchtbare vrouw dient tijdens de behandeling een adequate niet-hormonale anticonceptiemethode toe te passen tot herstel van de menstruatie na stopzetten van de behandeling. Anticonceptiva op hormonale basis moeten voorafgaande aan de behandeling worden gestaakt.
Zwangerschap
Teratogenese: Bij de mens, onvoldoende gegevens. Bij dieren is embryo-/foetotoxiciteit aangetoond, en een vertraging van de embryo-foetale ontwikkeling.
Advies: Gebruik is gecontra-indiceerd.
Overige: Vóór begin van de behandeling zwangerschap uitsluiten. Bij andere toepassing dan IVF: Een vrouw in de vruchtbare leeftijd dient tijdens de behandeling, voornamelijk gedurende de eerste twee maanden, een adequate niet-hormonale anticonceptiemethode toe te passen. Anticonceptiva op hormonale basis moeten voorafgaande aan de behandeling worden gestaakt.
Lactatie
Overgang in de moedermelk: Onbekend. Nadelige effecten op de zuigeling zijn niet waarschijnlijk, omdat gonadoreline-agonisten in zeer geringe hoeveelheden worden opgenomen in het maag-darmkanaal van de zuigeling.
Advies: Er kan geen advies worden gegeven, vanwege onvoldoende gegevens.
Lactatie
Overgang in de moedermelk: Onbekend. Nadelige effecten op de zuigeling zijn niet waarschijnlijk, omdat gonadoreline-agonisten in zeer geringe hoeveelheden worden opgenomen in het maag-darmkanaal van de zuigeling.
Advies: Er kan geen advies worden gegeven, vanwege onvoldoende gegevens.
Contra-indicaties
Zie de rubriek Zwangerschap.
Contra-indicaties
- overgevoeligheid voor GnRH-analogen;
- onverklaarde vaginale bloedingen.
Zie ook de rubriek Zwangerschap.
Waarschuwingen en voorzorgen
Algemeen:
Behandeling met gonadoreline-agonisten geeft meer kans op depressie die ernstig kan zijn; de patiënt hiervoor waarschuwen. Bij het optreden van symptomen van een depressie een geschikte behandeling inzetten. Patiënten met depressie in de anamnese zorgvuldig controleren. Controleer patiënten met hypertensie extra; bloeddrukveranderingen zijn mogelijk. Wees voorzichtig bij een laag BMI en gelijktijdig gebruik van antistollingstherapie, wegens kans op letsel op de toedieningsplaats. In het zeldzame geval dat het nodig zou zijn om chirurgisch de implantatiestift te verwijderen, kan deze m.b.v. echografie worden gelokaliseerd.
Voor mannen:
In de eerste weken van behandeling kunnen de klachten en symptomen toenemen of nieuwe klachten ontstaan (vooral botpijn, neuropathie, urineretentie) als gevolg van de tijdelijk verhoogde testosteronconcentratie in het serum; combinatie met anti-androgenen overwegen. Wees tijdens de eerste weken van de behandeling extra alert bij vertebrale– en/of hersenmetastasen en bij (gedeeltelijke) urinewegobstructie. Ureterobstructie en compressie van de wervelkolom, die kunnen bijdragen aan verlamming met of zonder fatale complicaties zijn gemeld; wees alert op het ontstaan van een gestoorde nierfunctie of compressie van de wervelkolom. Wees voorzichtig bij aanwezigheid van risicofactoren voor osteoporose (bv. chronisch alcoholgebruik, roken, lange-termijnbehandeling met anticonvulsiva of corticosteroïden, familiaire belasting). Verandering in de glucosetolerantie is mogelijk; diabetici frequenter controleren. Androgeendeprivatietherapie kan het QT-interval verlengen. Bij aanwezigheid van risicofactoren voor QT-verlenging zoals hypocalciëmie, hypokaliëmie, hypomagnesiëmie, relevante hartziekte, bradycardie, comedicatie met geneesmiddelen die QT-interval verlengen en congenitaal of verworven QT-verlenging, het gebruik afwegen.
Voor vrouwen:
Bij aanwezigheid van risicofactoren voor osteoporose (bv. chronisch alcoholgebruik, roken, lange-termijnbehandeling met anticonvulsiva of corticosteroïden, familiaire belasting), het gebruik afwegen. Indien voor behandeling wordt gekozen, overwegen om additionele maatregelen te treffen om het verlies van botmineraaldichtheid tegen te gaan. Tijdens de behandeling kan de vrouw in de overgang raken, zelden keert na het staken van de behandeling de menstruatie niet terug. Bij behandeling van endometriose vermindert adjuvante hormoonvervangingstherapie (oestrogeen en progestageen) de vasomotorische klachten en de afname van de botmineraaldichtheid. In het begin van de behandeling (gewoonlijk in de eerste maand) kan vaginale bloeding optreden, waarschijnlijk door verlaging van de oestrogeenspiegel. Als bloeding aanhoudt, aanvullend onderzoek verrichten. Bij patiënten met borstkanker kunnen de klachten aanvankelijk toenemen, wat symptomatisch behandeld kan worden. Wees bedacht op een eventuele hypercalciëmie bij symptomen zoals dorst. Bij fibromyomen van de uterus kan degeneratie hiervan optreden, evt. gepaard gaande met pijn in buik en bekken, verhoging en continu licht bloeden. Wees voorzichtig bij dilatatie van de cervix, omdat de weerstand hiervan kan toenemen door gebruik van gosereline. Niet toepassen bij kinderen met endometriose wegens onvoldoende ervaring. De implantatiestift 10,8 mg is niet bestemd voor toepassing bij vrouwen, omdat onvoldoende bewijs is voor een betrouwbare onderdrukking van het serum estradiol.
Waarschuwingen en voorzorgen
Bij depressie in de anamnese, alleen onder strikte medische controle behandelen.
Gebruik van nafareline gedurende enige maanden kan leiden tot verlies van botweefsel, met name van de wervels. In het algemeen treedt er een herstel op na staken van de behandeling, zij het niet volledig.
Bij optreden van cysten is het soms noodzakelijk het gebruik te staken en/of operatief in te grijpen. De cysten kunnen soms spontaan verdwijnen, meestal na 4–6 weken.
De remming van het hypofysaire-gonadale systeem verdwijnt binnen 4–8 weken na staken van de therapie.
De werkzaamheid bij de behandeling van endometriose bij kinderen < 18 jaar is niet aangetoond.
Herhaling van de behandeling kan niet worden aanbevolen, omdat geen veiligheidsgegevens beschikbaar zijn.
Bij gebruik voor gecontroleerde ovariële stimulatie kan het ovarieel hyperstimulatiesyndroom optreden; controleer hier zorgvuldig op. Bij pre-ovulatoire E2 -spiegels > 2000 ng/l en de ontwikkeling van meer dan 15 follikels van > 12 mm doorsnede, de gonadotrofine toediening staken en nafareline continueren om een spontane LH-piek te vermijden.
Hulpstoffen: benzalkoniumchloride, in de neusspray, kan oedeem van het neusslijmvlies geven, vooral bij langdurig gebruik.
Eigenschappen
Gonadoreline (GnRH-)agonist. Sterk werkend, synthetisch analogon van het hypothalamushormoon gonadoreline (LH-RH). Gosereline zet de hypofyse aan tot productie van LH en FSH. Bij voortgezet gebruik treedt echter suppressie op door uitputting en ongevoelig worden van de gonadotrope hypofysecellen. Hierdoor daalt de testosteronspiegel bij de man na circa 3 weken tot castratieniveau. Bij de vrouw dalen de oestrogeen- en progesteronspiegels en wordt de ovariumfunctie onderdrukt. Verlaging van de oestrogeenspiegel kan de groei van fibromyomen van de uterus en endometriosehaarden terugdringen alsmede het endometrium doen slinken.
Kinetische gegevens
Overig | Gosereline komt geleidelijk vrij uit het implantaat. |
T max | ca. 2 weken. |
T 1/2el | 2–4 uur. Indien de injectie van 10,8 mg niet na 3 maanden wordt herhaald, blijft bij de meerderheid de testosteronconcentratie in plasma tot 16 weken op castratieniveau. |
Uitleg afkortingen
F | biologische beschikbaarheid (fractie van de dosis die in de systemische circulatie verschijnt) |
T max | tijdsduur tot maximale bloedspiegel na toediening |
V d | verdelingsvolume (fictief volume waarin een geneesmiddel zich verdeelt over het lichaam) |
T 1/2 | plasmahalfwaardetijd (tijd die nodig is om een bepaalde plasmaconcentratie te halveren) |
T 1/2el | plasmahalfwaardetijd in de eliminatiefase, terminale halfwaardetijd |
Eigenschappen
Gonadoreline (GnRH-)agonist. Sterk werkend, synthetisch analogon van het hypothalamushormoon gonadoreline (LH-RH). Nafareline zet de hypofyse aan tot productie van LH en FSH. Bij voortgezet gebruik treedt echter suppressie op door uitputting en ongevoelig worden van de gonadotrope hypofysecellen; hierdoor dalen de oestrogeen- en progesteronspiegels en wordt de ovariumfunctie onderdrukt. Verlaging van de oestrogeenspiegel kan de groei van leiomyomen van de uterus en endometriosehaarden terugdringen. Bij kunstmatige voortplantingstechnieken maakt down-regulatie met nafareline vóór de behandeling met gonadotrofinen een betere controle van de ovulatie-inductie mogelijk.
Kinetische gegevens
F | ca. 3%. |
T max | ca. 30 min. |
Eliminatie | vnl. als metabolieten met urine (35%) en feces (50%). |
T 1/2el | 2–4 uur. |
Uitleg afkortingen
F | biologische beschikbaarheid (fractie van de dosis die in de systemische circulatie verschijnt) |
T max | tijdsduur tot maximale bloedspiegel na toediening |
V d | verdelingsvolume (fictief volume waarin een geneesmiddel zich verdeelt over het lichaam) |
T 1/2 | plasmahalfwaardetijd (tijd die nodig is om een bepaalde plasmaconcentratie te halveren) |
T 1/2el | plasmahalfwaardetijd in de eliminatiefase, terminale halfwaardetijd |
Groepsinformatie
gosereline hoort bij de groep gonadoreline-agonisten.
Groepsinformatie
nafareline hoort bij de groep gonadoreline-agonisten.