Samenstelling
Firazyr (als acetaat) Takeda Nederland bv
- Toedieningsvorm
- Injectievloeistof
- Sterkte
- 10 mg/ml
- Verpakkingsvorm
- voorgevulde spuit 3 ml
Icatibant (als acetaat) Diverse fabrikanten
- Toedieningsvorm
- Injectievloeistof
- Sterkte
- 10 mg/ml
- Verpakkingsvorm
- voorgevulde spuit 3 ml
Uitleg symbolen
XGVS | Dit geneesmiddel is niet opgenomen in het geneesmiddelen vergoedings systeem (GVS). |
OTC | 'Over the counter', dit geneesmiddel is een zelfzorgmiddel. |
Bijlage 2 | Aan de vergoeding van dit geneesmiddel zijn bepaalde voorwaarden verbonden, die zijn vermeld op bijlage 2 van de Regeling zorgverzekering. |
Aanvullende monitoring | Dit geneesmiddel is onderworpen aan aanvullende monitoring. Extra aandacht wordt gevraagd voor onverwachte bijwerkingen. Meldt u dit via het meldformulier van het Lareb. |
Samenstelling
Orladeyo (als dihydrochloride) Aanvullende monitoring BioCryst Ireland Limited
- Toedieningsvorm
- Capsule, hard
- Sterkte
- 150 mg
Uitleg symbolen
XGVS | Dit geneesmiddel is niet opgenomen in het geneesmiddelen vergoedings systeem (GVS). |
OTC | 'Over the counter', dit geneesmiddel is een zelfzorgmiddel. |
Bijlage 2 | Aan de vergoeding van dit geneesmiddel zijn bepaalde voorwaarden verbonden, die zijn vermeld op bijlage 2 van de Regeling zorgverzekering. |
Aanvullende monitoring | Dit geneesmiddel is onderworpen aan aanvullende monitoring. Extra aandacht wordt gevraagd voor onverwachte bijwerkingen. Meldt u dit via het meldformulier van het Lareb. |
Advies
Bij de behandeling van acute aanvallen van erfelijk angio-oedeem als gevolg van C1- esteraseremmerdeficiëntie kunnen C1-esteraseremmerpreparaten of icatibant worden gebruikt. Klinisch relevante symptoomverbetering treedt op circa 1 uur na toediening, na circa 10 uur zijn de meeste symptomen grotendeels verdwenen.
Advies
Bij de lange termijn preventieve behandeling (LTP) van aanvallen van erfelijk angio-oedeem als gevolg van C1-esteraseremmerdeficiëntie kunnen C1-esteraseremmerpreparaten, lanadelumab of berotralstat worden gebruikt. Deze middelen geven een vermindering in het aantal HAE-aanvallen en een verbetering in kwaliteit van leven.
Indicaties
- Acute aanvallen van erfelijk angio-oedeem (HAE) bij volwassenen en kinderen vanaf 2 jaar met C1-esteraseremmerdeficiëntie.
Indicaties
- Routinepreventie van recidiverende aanvallen van erfelijk angio-oedeem (HAE) bij volwassenen en kinderen vanaf 12 jaar.
Doseringen
Acute aanvallen van erfelijk angio-oedeem bij C1-esteraseremmerdeficiëntie
Volwassenen
30 mg (3 ml) s.c., bij onvoldoende effect of bij terugkeer van de symptomen na 6 uur herhalen, zo nodig na 6 uur nogmaals herhalen, max. 90 mg per 24 uur.
Kinderen van 2–17 jaar en zwaarder dan 12 kg
Bij een lichaamsgewicht van 12–25 kg: 10 mg (1 ml) s.c.; bij een lichaamsgewicht van 26–40 kg: 15 mg (1,5 ml) s.c.; bij een lichaamsgewicht van 41–50 kg: 20 mg (2 ml) s.c.; bij een lichaamsgewicht van 51–65 kg: 25 mg (2,5 ml) s.c.; bij een lichaamsgewicht > 65 kg: 30 mg (3 ml) s.c.
Bij een verminderde nierfunctie is een dosisaanpassing niet nodig.
Bij een verminderde leverfunctie is een dosisaanpassing niet nodig.
Toediening
- Subcutaan, langzaam toedienen, bij voorkeur in de buik.
- (Zelf)toediening mag alleen plaatsvinden op advies van, en na instructie door, een ervaren arts. De tweede en derde dosis voor dezelfde aanval moeten toegediend worden in het ziekenhuis. Bij kinderen moet icatibant altijd toegediend worden door een getrainde zorgverlener.
Doseringen
Preventie van aanvallen bij hereditair angio-oedeem
Volwassenen (incl. ouderen > 65 j.) en kinderen ≥ 12 jaar met een gewicht ≥ 40 kg
150 mg 1×/dag.
Verminderde nierfunctie: bij een licht of matig verminderde nierfunctie is geen dosisaanpassing nodig. Bij een ernstig verminderde nierfunctie (eGFR < 30 ml/min) berotralstat bij voorkeur vermijden; overweeg passende controle (bijvoorbeeld ECG) als behandeling toch noodzakelijk is. Vermijd gebruik bij terminaal nierfalen (ESRD) met hemodialyse omdat er geen klinische gegevens zijn.
Verminderde leverfunctie: bij een licht verminderde leverfunctie (Child-Pughscore 5-6) is geen dosisaanpassing nodig. Bij een matig of ernstig verminderde leverfunctie (Child-Pughscore ≥ 7) gebruik vermijden.
Bij een gemiste dosis deze zo spoedig mogelijk alsnog innemen, zonder de eenmaaldaagse dosis te overschrijden.
Toediening: de capsule met voedsel innemen, ter beperking van gastro-intestinale bijwerkingen.
Bijwerkingen
Zeer vaak (< 10%): milde, voorbijgaande reacties op de injectieplaats, zoals erytheem, zwelling, gevoel van warmte, branderigheid, jeuk en pijn van de huid.
Vaak (1-10%): misselijkheid. Duizeligheid, hoofdpijn. Huiduitslag. Koorts. Verhoogde transaminasewaarden.
Verder is gemeld: urticaria.
Bijwerkingen
Zeer vaak (> 10%): (sinus)hoofdpijn. Buikpijn, diarree; meestal in de eerste 1-3 maanden van gebruik en reversibel zonder de behandeling te staken.
Vaak (1-10%): braken, gastro-oesofageale reflux, flatulentie. Huiduitslag. Verhoogde waarden van ASAT, ALAT.
Verder is gemeld: misselijkheid.
Interacties
ACE-remmers zijn gecontra-indiceerd bij HAE-patiënten.
Er zijn geen interacties met icatibant bekend. Icatibant remt of induceert waarschijnlijk geen CYP-enzymen.
Interacties
Berotralstat is een substraat van P-glycoproteïne (Pgp) en BCRP (breast cancer resistance protein). Het is een matige remmer van CYP3A4 en CYP2D6, en een zwakke remmer van CYP2C9 en Pgp.
Ciclosporine (een Pgp- en BCRP-remmer) verhoogt de AUC van berotralstat met ca. 27% en verlaagt de Cmax met ca. 7%. Dosisaanpassing van berotralstrat wordt niet aanbevolen bij gelijktijdig gebruik met Pgp- en BCRP-remmers.
Pgp- en BCRP-inductoren (bv. rifampicine, sint-janskruid) kunnen de plasmaconcentratie van berotralstat verlagen. Het gebruik van Pgp-inductoren wordt niet aanbevolen met berotralstat.
Bij combinatie met een CYP3A4-substraat kan dosisaanpassing van het substraat nodig zijn, met name als het een smalle therapeutische breedte heeft (zoals ciclosporine, fentanyl). Berotralstat verhoogt de AUC van oraal midazolam met ca. 124% en de Cmax met ca. 45%; berotralstat verhoogt de AUC van amlodipine met ca. 77% en de Cmax met ca. 45%. Berotralstat kan de AUC van orale anticonceptiva die door CYP3A4 worden gemetaboliseerd verhogen. Combinatie met desogestrel verhoogde de AUC van etonogestrel met 58%, zonder invloed op de Cmax. Dosisaanpassing wordt niet aanbevolen bij gelijktijdig gebruik met desogestrel.
Bij combinatie met een Pgp-substraat kan dosisaanpassing nodig zijn, bijvoorbeeld als het Pgp-substraat een smalle therapeutische breedte heeft (zoals digoxine). Berotralstat verhoogt bijvoorbeeld de AUC van digoxine met ca. 48% en de Cmax met ca. 58%.
Bij combinatie met een CYP2D6-substraat kan dosisaanpassing nodig zijn, met name als het een smalle therapeutische breedte heeft (zoals pimozide).
Berotralstat verhoogt de AUC en Cmax van tolbutamide (CYP2C9-substraat) met ca. 73% resp. ca. 19%. Dosisaanpassing van het substraat wordt niet aanbevolen bij gelijktijdig gebruik met CYP2C9-substraten.
Voorzichtig zijn bij combinatie met andere middelen die het QT-interval verlengen, vanwege een mogelijke verlenging van het QT-interval door berotralstat.
Zwangerschap
Teratogenese: Bij de mens, onvoldoende gegevens. Bij dieren in hoge dosering invloed op het innestelingsproces in de baarmoeder, vertraging van de bevalling, toenamen van foetale nood en perinatale sterfte gevonden als gevolg van het weeënremmende effect.
Advies: Alleen op strikte indicatie gebruiken (bv. bij potentieel levensbedreigende aanvallen van laryngeaal oedeem).
Vruchtbaarheid: Bij dieren werden effecten op de geslachtsorganen waargenomen, zoals vertraagde rijping, atrofie van de testes en reversibele hypertrofie van de bijnier.
Zwangerschap
Berotralstat passeert de placenta (bij ratten en konijnen).
Teratogenese: Zowel bij de mens als bij dieren, onvoldoende gegevens.
Advies: Gebruik ontraden.
Overige: Een vruchtbare vrouw dient adequate anticonceptieve maatregelen te nemen tijdens en tot ten minste 1 maand na de laatste dosis.
Lactatie
Overgang in de moedermelk: Onbekend bij de mens. Ja, bij dieren.
Farmacologisch effect: Volgens Lareb lijken nadelige effecten bij de zuigeling onwaarschijnlijk, vanwege de korte halfwaardetijd en lage orale biologische beschikbaarheid.
Advies: Volgens de fabrikant mag tot 12 uur na toediening geen borstvoeding gegeven worden.
Lactatie
Overgang in de moedermelk: Onbekend bij de mens. Ja, bij dieren. Een nadelig effect voor de zuigeling kan niet worden uitgesloten.
Advies: Het gebruik van dit geneesmiddel óf het geven van borstvoeding ontraden.
Contra-indicaties
Er zijn van dit middel geen klinisch relevante contra-indicaties bekend.
Contra-indicaties
Er zijn van dit middel geen klinisch relevante contra-indicaties bekend.
Waarschuwingen en voorzorgen
Wees voorzichtig bij acute ischemische hartziekte of instabiele angina pectoris, omdat antagonisme van de bradykinine type 2-receptor theoretisch kan leiden tot een achteruitgang van de hartfunctie en een afname van de coronaire bloedstroom. Wees ook voorzichtig in de eerste weken na een beroerte, omdat icatibant de positieve, neuroprotectieve late-fase effecten van bradykinine mogelijk kan verminderen.
Bij laryngeaal oedeem direct een arts raadplegen, observatie in een ziekenhuis is aangewezen.
Als zelftoediening onvoldoende effect geeft of als de symptomen terugkeren, de arts raadplegen en behandeling in het ziekenhuis voortzetten.
Er zijn geen gegevens over toediening van opeenvolgende doses bij kinderen. De veiligheid en werkzaamheid is bij kinderen jonger dan 2 jaar of voor kinderen lichter dan 12 kg niet vastgesteld.
Er is weinig informatie beschikbaar over gebruik bij ouderen; de systemische blootstelling is bij ouderen hoger.
Waarschuwingen en voorzorgen
Acute aanval van hereditair angio-oedeem (HAE): berotralstat is alleen geïndiceerd voor preventief gebruik; bij een doorbraakaanval deze behandelen met een ander hiervoor geregistreerd middel, zie ook middelen bij hereditair angio-oedeem.
QT-verlenging kan optreden, met name als hoger dan de aanbevolen dosering gebruikt wordt. Dit risico is mogelijk verhoogd bij een verminderde nierfunctie; bij een ernstig verminderde nierfunctie alleen gebruiken onder passende controle zoals een ECG. Er zijn geen gegevens over gebruik bij risicofactoren voor QT-verlenging, zoals verstoring van de elektrolytenhuishouding, bestaande QT-verlenging (verworven of familiair), hogere leeftijd of gelijktijdig gebruik van andere geneesmiddelen die het QT-interval verlengen. Bij deze patiënten gebruik van berotralstat bij voorkeur vermijden. Overweeg passende controle (bijvoorbeeld ECG’s) als behandeling noodzakelijk is.
Er zijn geen gegevens over gebruik bij patiënten met HAE met een normale C1-esterase-activiteit, bij een lichaamsgewicht < 40 kg en bij kinderen < 12 jaar.
Overdosering
Symptomen
o.a. erytheem, jeuk, overmatig blozen, hypotensie.
Neem voor meer informatie over een vergiftiging met icatibant contact op met het Nationaal Vergiftigingen Informatie Centrum.
Overdosering
Neem voor informatie over een vergiftiging met berotralstat contact op met het Nationaal Vergiftigingen Informatie Centrum
Eigenschappen
Selectieve antagonist van de bradykininereceptor type 2. Het is een synthetisch decapeptide met een structuur die lijkt op die van bradykinine, maar met vijf niet-proteïnogene aminozuren. Bij erfelijk angio-oedeem (HAE) is een verhoogde bradykinineconcentratie de belangrijkste mediator bij het optreden van klinische verschijnselen. Gemiddelde tijd tot aanvang van symptoomverlichting: ca. 2 uur (bij kinderen ca. 1 uur); tot bijna volledige symptoomverlichting: ca. 8 uur.
Kinetische gegevens
Resorptie | langzaam vanuit de s.c. injectieplaats. |
F | 97%. |
T max | ca. 30 min. |
V d | 0,3–0,4 l/kg. |
Metabolisering | wordt door proteolytische enzymen omgezet in inactieve metabolieten. |
Eliminatie | voornamelijk uitgescheiden met de urine, < 10% in onveranderde vorm. |
T 1/2el | 1–2 uur. |
Uitleg afkortingen
F | biologische beschikbaarheid (fractie van de dosis die in de systemische circulatie verschijnt) |
T max | tijdsduur tot maximale bloedspiegel na toediening |
V d | verdelingsvolume (fictief volume waarin een geneesmiddel zich verdeelt over het lichaam) |
T 1/2 | plasmahalfwaardetijd (tijd die nodig is om een bepaalde plasmaconcentratie te halveren) |
T 1/2el | plasmahalfwaardetijd in de eliminatiefase, terminale halfwaardetijd |
Eigenschappen
Plasmakallikreïneremmer. Bij HAE is er sprake van verhoogde activiteit van plasmakallikreïne, wat resulteert in de vorming van bradykinine, een krachtige vasodilatator die de vasculaire permeabiliteit verhoogt en verantwoordelijk is voor de HAE-aanvallen. Berotralstat voorkomt een toegenomen activiteit van plasmakallikreïne en daarmee angio-oedeemaanvallen bij HAE.
Kinetische gegevens
T max | 5 uur (met voedsel), 2 uur (nuchter). |
V d | 44,6 l/kg. |
Eiwitbinding | ca. 99%. |
Metabolisering | in de lever door CYP2D6 en CYP3A4 tot 8 metabolieten. |
Eliminatie | ca. 9% in de urine (ca. 3,4% onveranderd), ca. 79% in de feces (ca. 50% onveranderd). Berotralstat wordt waarschijnlijk niet geëlimineerd door hemodialyse. |
T 1/2el | 93 uur (39-152 uur). |
Uitleg afkortingen
F | biologische beschikbaarheid (fractie van de dosis die in de systemische circulatie verschijnt) |
T max | tijdsduur tot maximale bloedspiegel na toediening |
V d | verdelingsvolume (fictief volume waarin een geneesmiddel zich verdeelt over het lichaam) |
T 1/2 | plasmahalfwaardetijd (tijd die nodig is om een bepaalde plasmaconcentratie te halveren) |
T 1/2el | plasmahalfwaardetijd in de eliminatiefase, terminale halfwaardetijd |
Groepsinformatie
icatibant hoort bij de groep middelen bij hereditair angio-oedeem.
Groepsinformatie
berotralstat hoort bij de groep middelen bij hereditair angio-oedeem.