Samenstelling
Isosorbidedinitraat Vaselinecrème FNA Fagron Farmaceuticals bv
- Toedieningsvorm
- Vaselinecrème (1%)
- Sterkte
- 10 mg/g
Uitleg symbolen
XGVS | Dit geneesmiddel is niet opgenomen in het geneesmiddelen vergoedings systeem (GVS). |
OTC | 'Over the counter', dit geneesmiddel is een zelfzorgmiddel. |
Bijlage 2 | Aan de vergoeding van dit geneesmiddel zijn bepaalde voorwaarden verbonden, die zijn vermeld op bijlage 2 van de Regeling zorgverzekering. |
Aanvullende monitoring | Dit geneesmiddel is onderworpen aan aanvullende monitoring. Extra aandacht wordt gevraagd voor onverwachte bijwerkingen. Meldt u dit via het meldformulier van het Lareb. |
Samenstelling
Nitroglycerine XGVS Diverse fabrikanten
- Toedieningsvorm
- Infusievloeistof
- Sterkte
- 1 mg/ml
- Verpakkingsvorm
- ampul 10 ml, flacon 50 ml
Nitro Pohl Pohl-Boskamp bv
- Toedieningsvorm
- Infusievloeistof
- Sterkte
- 1 mg/ml
- Verpakkingsvorm
- ampul 10 ml
Uitleg symbolen
XGVS | Dit geneesmiddel is niet opgenomen in het geneesmiddelen vergoedings systeem (GVS). |
OTC | 'Over the counter', dit geneesmiddel is een zelfzorgmiddel. |
Bijlage 2 | Aan de vergoeding van dit geneesmiddel zijn bepaalde voorwaarden verbonden, die zijn vermeld op bijlage 2 van de Regeling zorgverzekering. |
Aanvullende monitoring | Dit geneesmiddel is onderworpen aan aanvullende monitoring. Extra aandacht wordt gevraagd voor onverwachte bijwerkingen. Meldt u dit via het meldformulier van het Lareb. |
Advies
Volgens de NHG-Standaard Rectaal bloedverlies (2017) kan, als na 4 weken gebruik van een lokaal anestheticum onvoldoende genezing is bereikt, of bij een chronische fissuur, diltiazemvaselinecrème of diltiazemgel gegeven worden. De NHG-Standaard ontraadt het gebruik van isosorbidedinitraat bij anale fissuren vanwege de korte werkingsduur en omdat het meer bijwerkingen (hoofdpijn) geeft. Volgens de richtlijn Proctologie, anale fissuren van de Nederlandse Vereniging voor Heelkunde, kan lokaal isosorbidedinitraat als alternatief voor lokaal diltiazem worden gebruikt.
Advies
Let op: de ESC Guidelines for the management of acute coronary syndromes (2023) worden verwerkt nadat de NVvC hun aanbevelingen voor de Nederlandse situatie hebben uitgebracht.
Geef bij vermoeden van een acuut coronair syndroom (ACS), als pijnbestrijding in de acute fase, nitroglycerine oromucosaal of isosorbidedinitraat sublinguaal. Geef bij een contra-indicatie of aanhoudende matige tot ernstige pijn morfine i.v. of fentanyl i.v. of intranasaal. Start bij STEMI zo snel mogelijk dubbele trombocytenaggregatieremming (DAPT), bij voorkeur binnen 24 uur na het ontstaan van klachten. Een STEMI wordt verder behandeld met reperfusie door percutane coronaire interventie (PCI). Geef peri-procedureel een parenteraal anticoagulans. Bij een NSTEMI (incl. IAP) wordt eerst aanvullend onderzoek en een risicoanalyse verricht. DAPT kan direct na het stellen van de diagnose worden gestart. Bij mogelijkheid tot een coronairangiogram binnen 24 uur kan ook worden volstaan met enkelvoudige trombocytenaggregatieremming.
Acuut harfalen: Start zo snel mogelijk met toediening van zuurstof via een ‘non-rebreathing’-masker of neusbril. Geef bij een systolische bloeddruk > 90 mmHg, in afwachting van i.v.-behandeling, nitroglycerine sublinguaal elke 5 minuten tot de klachten voldoende verbeteren. In de tweedelijnszorg worden nitraten veelal i.v. toegepast. Geef in geval van dyspneu door vochtretentie i.v.-furosemide of bumetanide. Overweeg morfine i.v. uitsluitend bij persisterende ernstige onrust, dyspneu, angst of pijn in de vroege fase. Aanvullend onderzoek in de tweedelijnszorg bepaalt de verdere behandeling.
Intraveneuze toediening van nitroglycerine heeft grote invloed op vele circulatoire parameters. Daarom moet de intraveneuze toediening gereserveerd blijven voor de kliniek, waar intravasculaire drukmeting mogelijk is.
Indicaties
Anale fissuur.
Indicaties
- Instabiele angina pectoris en coronaire insufficiëntie, incl. Prinzmetal angina.
- Tijdens hartchirurgie ter preventie van hypertensieve episoden en/of ischemie van de hartspier.
- Linkszijdig hartfalen met name tijdens de acute fase van een myocardinfarct.
- Acuut hartfalen.
Gerelateerde informatie
Doseringen
Anale fissuur
Iedere 3 uur behalve ’s nachts, ca. 0,5 g crème (1 vingertopeenheid) aanbrengen op de fissuur en de huid rond en in de anus. Behandelduur: totdat de fissuur visueel is genezen of totdat er geen klachten meer zijn, gedurende 6 tot max. 12 weken.
Een vergeten dosis hoeft niet ingehaald te worden.
Toediening
- Na het aanbrengen, de handen goed wassen met zeep of aanbrengen met behulp van een vingercondoom of plastic handschoen.
Doseringen
Instabiele angina pectoris
Volwassenen
Aanvankelijk 10 microg/min; dit kan elke ca. 30 min verhoogd worden in stappen van 10 microg/min tot een gewenst effect wordt verkregen; de dosering varieert meestal van 5–200 microg/min.
Tijdens hartchirurgie
Volwassenen
Ter controle van hypertensie: Aanvankelijk 25 microg/min en vervolgens elke 5 minuten stapsgewijs verhogen in stappen van 25 microg/min onder nauwkeurige meting van de bloeddruk. Preventie van myocardischemie: Aanvankelijk 15–20 microg/min en vervolgens stapsgewijs verhogen in stappen van 10–15 microg/min tot het gewenste effect wordt verkregen. In beide gevallen kunnen individueel zeer uiteenlopende doseringen noodzakelijk zijn, die een factor 10 kunnen verschillen; de dosering varieert meestal van 10–200 microg/min maar bij sommige operatieve ingrepen kan tot 400 microg/min nodig zijn.
Linkszijdig hartfalen
Volwassenen
Volgens de fabrikant van Nitro Pohl: Aanvankelijk 5 microg/min en vervolgens elke 5 minuten stapsgewijs verhogen onder klinische bewaking en nauwkeurige meting van de bloeddruk. Individueel kunnen zeer uiteenlopende doseringen noodzakelijk zijn, die een factor 10 kunnen verschillen; de dosering varieert meestal van 5–200 microg/min.
Acuut hartfalen
Volwassenen
Volgens de generieke fabrikant is de aanbevolen startdosering 20–25 microg/min, dit kan verlaagd worden tot 10 microg/min, of elke 15–30 min verhoogd worden in stappen van 20–25 microg/min tot een gewenst effect wordt verkregen. Volgens Het acute boekje bij hypertensief acuut hartfalen: intraveneus: 10–20 microg/min.
Ouderen: er is geen bewijs dat een dosisaanpassing noodzakelijk is op basis van leeftijd alleen.
Ernstig verminderde nierfunctie: mogelijk is een extra dosisaanpassing noodzakelijk, hiertoe is geen concreet advies beschikbaar.
Ernstig verminderde leverfunctie: mogelijk is een extra dosisaanpassing noodzakelijk, hiertoe is geen concreet advies beschikbaar.
Toediening: alleen toedienen als i.v. infusie met een geschikt pompsysteem. Nitroglycerine kan adsorberen aan bepaalde kunststoffen; dien de oplossing toe via een geschikt pompsysteem en maak gebruik van glazen of uit polypropyleen vervaardigde injectiespuiten en een uit polyethyleen vervaardigd infusiesysteem, dat nitroglycerine niet adsorbeert.
Bijwerkingen
Soms: tijdens de eerste dagen van de behandeling: hoofdpijn, duizeligheid, vermoeidheid, misselijkheid, rood gezicht.
Zeer zelden (<0,01%): overgevoeligheid (o.a. jeuk, verergering van klachten).
Bijwerkingen
Vaak (1–10%): hoofdpijn, met name in het begin van de behandeling.
Soms (0,1-1%): misselijkheid, braken. Dosisafhankelijke bloeddrukdaling met tachycardie, hypotensie met toename van klachten van angina pectoris, orthostatische hypotensie. Collaps, soms met bradycardie en syncope. Voorbijgaande roodheid van het gezicht en de hals. Allergische huidreacties.
Zeer zelden (< 0,01%): exfoliatieve dermatitis.
Verder is gemeld: bij coronaire hartziekte kan, als gevolg van hypoventilatie van de alveolaire gebieden, ischemie ontstaan.
Interacties
Niet gelijktijdig gebruiken met PDE-5-remmers, zoals avanafil, sildenafil, tadalafil en vardenafil omdat dit een plotselinge, ernstige bloeddrukdaling tot gevolg kan hebben.
Bij anale toediening vindt een goede absorptie plaats en is er geen first-pass-effect waardoor een continue bloedspiegel kan ontstaan door langzame afgifte vanuit de crème. Mogelijk zouden hierdoor interacties kunnen optreden, zie isosorbidedinitraat bij cardiovasculaire aandoening#interacties
Interacties
Gelijktijdig gebruik met PDE-5-remmers, zoals avanafil, sildenafil, tadalafil en vardenafil is gecontra-indiceerd omdat dit een plotselinge, ernstige bloeddrukdaling tot gevolg kan hebben; gelijktijdig gebruik van organische nitraten met PDE–5–remmers vermijden.
Comedicatie met andere vaatverwijdende antihypertensiva, β–blokkers, calciumantagonisten, ACE–remmers, diuretica, tricyclische antidepressiva, sapropterine en alcohol kan een versterkte bloeddrukdaling geven. Bij gelijktijdig gebruik van organische nitraten (isosorbidemononitraat, isosorbidedinitraat) is mogelijk een verhoogde nitroglycerinedosis nodig.
Zwangerschap
Teratogenese: Bij de mens, onvoldoende gegevens. Bij dieren geen aanwijzingen voor schadelijkheid.
Farmacologisch effect: Gezien de goede absorptie en het ontbreken van een first-pass-effect bij anale toediening is een effect bij de foetus niet uit te sluiten. Er kan een continue spiegel ontstaan door langzame afgifte vanuit de crème.
Advies: Gebruik ontraden.
Zwangerschap
Teratogenese: Zowel bij de mens als bij dieren, onvoldoende gegevens.
Advies: Alleen op zeer strikte indicatie gebruiken, vanwege het ontbreken van gegevens.
Lactatie
Overgang in de moedermelk: Onbekend.
Farmacologisch effect: Bij anale toediening kan een goede absorptie plaatsvinden en is er geen first-pass-effect. Door de langzame afgifte uit de crème kan een continue spiegel ontstaan in het bloed van de moeder.
Advies: Het gebruik van dit geneesmiddel of het geven van borstvoeding ontraden.
Lactatie
Overgang in de moedermelk: Onbekend.
Farmacologisch effect: Hypotensie en methemoglobinemie bij de zuigeling mogelijk. Zuigelingen tot 6 maanden zijn extra gevoelig voor nitraten.
Advies: Het gebruik van dit geneesmiddel of het geven van borstvoeding ontraden.
Contra-indicaties
- overgevoeligheid voor nitraten.
Contra-indicaties
- hypotensie (systolische bloeddruk lager dan 90 mmHg), al dan niet in aanwezigheid van cardiogene shock;
- ongecorrigeerde hypovolemie;
- pericarditis constrictiva of pericardiale tamponade;
- toxisch longoedeem;
- verhoogde intracraniële druk;
- onvoldoende cerebrale perfusie;
- overgevoeligheid voor nitraten.
Voor meer contra-indicaties zie rubriek Interacties.
Waarschuwingen en voorzorgen
Houd tijdens continue infusie rekening met afname van de werkzaamheid (tachyfylaxie), waardoor dosisverhoging nodig kan zijn. Om tachyfylaxie te voorkomen langdurig gebruik van hoge doses vermijden. De toediening niet plotseling staken.
Wees voorzichtig bij uitstroom-belemmeringen zoals hypertrofische obstructieve cardiomyopathie, aortastenose en mitralisklepstenose.
Bij linkszijdig hartfalen alleen toedienen onder controle van de vullingsdruk. Daarnaast wordt bewaking van hartfrequentie en arteriële druk aangeraden. Daling van de gemiddelde arteriële druk met meer dan 20 mmHg, stijging van de hartfrequentie met meer dan 20 slagen/min of daling van de vullingsdruk tot onder normale waarden zijn dwingende indicaties tot het verminderen c.q. beëindigen van de nitroglycerinetoediening, omdat hierdoor de kransvatdoorstroming wordt verlaagd.
Intraveneuze toediening van nitroglycerine bij een myocardinfarct zonder decompensatie kan leiden tot ongewenste verlaging van de vullingsdruk van de linkerkamer met daling van het hartminuutvolume.
Hulpstof: Wees voorzichtig met nitroglycerine parenteraal bij diabetes mellitus, vanwege het suikergehalte.
Overdosering
Zowel na lokale toediening op de beschadigde huid als na accidentele orale inname (jonge kinderen) kunnen systemische effecten optreden, zie vergiftigingen.info.
Overdosering
Symptomen
Bloeddrukdaling, reflextachycardie, hoofdpijn, zwakte, duizeligheid, slaperigheid, bewustzijnsdaling, opvliegers, misselijkheid, diarree, braken kunnen voorkomen. Bij doseringen van > 20 mg/kg lichaamsgewicht door vorming van nitrietionen: methemoglobinemie, cyanose, dyspneu, tachypneu. Bij zeer hoge doseringen tevens verhoging van de intracraniële druk met cerebrale klachten zoals convulsies.
Zie voor meer symptomen en behandeling vergiftigingen.info.
Eigenschappen
Nitraat dat bij lokale toediening een verslappende werking heeft op de musculatuur van de anale sfincter. De werking van isosorbidedinitraat bij een anale fissuur berust op een combinatie van verlaging van de interne sfincterspanning en vasodilatatie, waardoor de doorbloeding en genezing van de fissuur worden bevorderd. Werkingsduur: ca. 3 uur. Pijnverlichting treedt in het algemeen pas op na ca. 2 weken; het kan 6-12 weken duren tot de anale fissuur helemaal genezen is.
Kinetische gegevens
Resorptie | Lokale absorptie kan optreden. |
Uitleg afkortingen
F | biologische beschikbaarheid (fractie van de dosis die in de systemische circulatie verschijnt) |
T max | tijdsduur tot maximale bloedspiegel na toediening |
V d | verdelingsvolume (fictief volume waarin een geneesmiddel zich verdeelt over het lichaam) |
T 1/2 | plasmahalfwaardetijd (tijd die nodig is om een bepaalde plasmaconcentratie te halveren) |
T 1/2el | plasmahalfwaardetijd in de eliminatiefase, terminale halfwaardetijd |
Eigenschappen
Vaatverwijdend, in de gebruikelijke dosering vooral van het veneuze stelsel en in mindere mate van het arteriële vaatbed. Hierdoor neemt de veneuze terugvloed naar het hart af en treedt geringe afname in arteriële weerstand op, zodat het hart minder arbeid hoeft te verrichten en minder zuurstof verbruikt en de door de tijdelijke ischemie van het myocardweefsel veroorzaakte pijn wordt opgeheven.
Kinetische gegevens
V d | 2,9 l/kg. |
Metabolisering | zeer snel in de lever tot minder actieve en inactieve metabolieten. |
Eliminatie | via de nieren als metaboliet. |
T 1/2el | ca. 2,5–4,4 min. |
Uitleg afkortingen
F | biologische beschikbaarheid (fractie van de dosis die in de systemische circulatie verschijnt) |
T max | tijdsduur tot maximale bloedspiegel na toediening |
V d | verdelingsvolume (fictief volume waarin een geneesmiddel zich verdeelt over het lichaam) |
T 1/2 | plasmahalfwaardetijd (tijd die nodig is om een bepaalde plasmaconcentratie te halveren) |
T 1/2el | plasmahalfwaardetijd in de eliminatiefase, terminale halfwaardetijd |
Groepsinformatie
isosorbidedinitraat (bij anale fissuur) hoort bij de groep nitraten.
Groepsinformatie
nitroglycerine (parenteraal) hoort bij de groep nitraten.
- isosorbidedinitraat (bij anale fissuur) (C05AE02) Vergelijk
- isosorbidedinitraat (bij cardiovasculaire aandoening) (C01DA08) Vergelijk
- isosorbidemononitraat (C01DA14) Vergelijk
- nicorandil (C01DX16) Vergelijk
- nitroglycerine (oromucosaal) (C01DA02) Vergelijk
- nitroglycerine (transdermaal) (C01DA02) Vergelijk