Samenstelling
Ketotifen stroop (als fumaraat) Diverse fabrikanten
- Toedieningsvorm
- Stroop (suikervrij)
- Sterkte
- 0,2 mg/ml
- Verpakkingsvorm
- 200 ml
Bevat tevens: ethanol (20 mg/ml).
Zaditen (als fumaraat) Alfasigma Nederland
- Toedieningsvorm
- Tablet
- Sterkte
- 1 mg
Uitleg symbolen
XGVS | Dit geneesmiddel is niet opgenomen in het geneesmiddelen vergoedings systeem (GVS). |
OTC | 'Over the counter', dit geneesmiddel is een zelfzorgmiddel. |
Bijlage 2 | Aan de vergoeding van dit geneesmiddel zijn bepaalde voorwaarden verbonden, die zijn vermeld op bijlage 2 van de Regeling zorgverzekering. |
Aanvullende monitoring | Dit geneesmiddel is onderworpen aan aanvullende monitoring. Extra aandacht wordt gevraagd voor onverwachte bijwerkingen. Meldt u dit via het meldformulier van het Lareb. |
Samenstelling
Primatour XGVS OTC Mylan bv
- Toedieningsvorm
- Tablet
Bevat per tablet: chloorcyclizine(hydrochloride) 25 mg, cinnarizine 12,5 mg.
Uitleg symbolen
XGVS | Dit geneesmiddel is niet opgenomen in het geneesmiddelen vergoedings systeem (GVS). |
OTC | 'Over the counter', dit geneesmiddel is een zelfzorgmiddel. |
Bijlage 2 | Aan de vergoeding van dit geneesmiddel zijn bepaalde voorwaarden verbonden, die zijn vermeld op bijlage 2 van de Regeling zorgverzekering. |
Aanvullende monitoring | Dit geneesmiddel is onderworpen aan aanvullende monitoring. Extra aandacht wordt gevraagd voor onverwachte bijwerkingen. Meldt u dit via het meldformulier van het Lareb. |
Advies
Vermijd bij allergische rinitis zoveel mogelijk de prikkels die klachten veroorzaken. Incidentele klachten kunnen medicamenteus behandeld worden met een niet-sederend antihistaminicum (oraal of nasaal) vanwege de snelle werking. Bij intermitterende en milde klachten kan een niet-sederend antihistaminicum (oraal of nasaal) of een nasaal corticosteroïd worden gebruikt. Bij een verstopte neus en bij persisterende en matig-ernstige tot ernstige klachten, gaat de voorkeur uit naar een nasaal corticosteroïd dat bij onvoldoende effect kan worden gecombineerd met een antihistaminicum (oraal niet-sederend of nasaal). Faalt ook de combinatietherapie en zijn de klachten ernstig, dan kan een allergeen-specifieke immunotherapie in aanmerking komen, na zorgvuldige afweging van de voor- en nadelen samen met de patiënt.
Vanwege meer kans op sedatie en interacties bij gebruik van een sederend antihistaminicum, gaat de voorkeur uit naar een niet-sederend antihistaminicum. Het gebruik van een sederend antihistaminicum wordt afgeraden.
Bij jeuk eerst de oorzaak van de jeuk achterhalen en deze zo mogelijk behandelen. Indien het wegnemen van de oorzaak niet mogelijk is, of bij onbekende oorzaak, proberen de jeuk te verminderen door symptomatische behandeling. Niet-medicamenteuze maatregelen kunnen daarbij worden aangewend evenals lokale of systemische behandeling. Systemische, niet-sederende, antihistaminica worden geadviseerd wanneer vrijmaking van histamine in de huid een rol speelt, zoals bij urticaria. Indien histamine geen of slechts geringe rol speelt bij het ontstaan van de jeuk, kunnen centraal aangrijpende antihistaminica (zoals ketotifen) worden gebruikt. Houd hierbij wel rekening met het sederende effect van deze middelen.
Op basis van de indicatie kan gekozen worden voor een sterker, dan wel zwakker sederend middel. Houd bij de keuze van het antihistaminicum rekening met de halfwaardetijd.
Advies
Voor de preventie of behandeling van reisziekte hebben niet-medicamenteuze adviezen de voorkeur boven medicamenteuze behandeling. Als niet-medicamenteuze adviezen onvoldoende helpen kan bij relatief ernstige, aanhoudende klachten een licht-sederend antihistaminicum (zoals cyclizine, cinnarizine of meclozine) overwogen worden. Bewijs voor de effectiviteit bij reisziekte is echter zeer beperkt, om deze reden wordt gebruik bij kinderen ontraden. Transdermale scopolamine kan worden overwogen bij volwassenen, indien langdurige preventie van reisziekte (zoals tijdens een lange zeereis) gewenst is.
De combinatie van cinnarizine en chloorcyclizine heeft geen voordelen boven cinnarizine of cyclizine.
Indicaties
Preventie en behandeling van allergische:
- rinitis;
- huidaandoeningen.
Gerelateerde informatie
Indicaties
- Preventie en behandeling van reisziekte.
Gerelateerde informatie
Doseringen
Bij verminderde aandacht, mogelijk door het sederende effect, de dosis verlagen.
Bij staken van de therapie met ketotifen, geleidelijk afbouwen over een periode van twee tot vier weken.
Preventie en behandeling van allergische aandoeningen
Volwassenen en kinderen > 6 jaar
1 mg 2×/dag; zo nodig 2 mg 2×/dag. Indien men makkelijk slaperig wordt, beginnen met 0,5 mg 's avonds, gevolgd door 0,5 mg 2×/dag; in ca. 5 dagen kan de gebruikelijke dagdosering worden bereikt.
Kinderen 3 –5 jaar
Begindosering 0,5 mg 2×/dag, eventueel verhogen tot maximaal 2 mg per dag.
Kinderen ≥ 6 maanden tot 3 jaar
0,5 mg 2×/dag.
Toediening: de doses innemen bij het ontbijt en avondeten.
Doseringen
Reisziekte:
Volwassenen:
1 tablet; bij langdurig reizen zo nodig 3×/dag.
Kinderen > 6 jaar:
½ tablet, bij langdurig reizen zo nodig 3×/dag;
2-6 jaar: ¼ tablet.
Tablet innemen minstens ½ uur vóór vertrek.
Bijwerkingen
Vaak (1-10%): vnl. bij kinderen symptomen van stimulering van het centrale zenuwstelsel (zoals opgewondenheid, prikkelbaarheid, slapeloosheid en nervositeit).
Soms (0,1-1%): droge mond. Cystitis. Duizeligheid.
Zelden (0,01-0,1%): gewichtstoename. Slaperigheid/sedatie.
Zeer zelden (< 0,01%): ernstige huidreacties zoals erythema multiforme en Stevens-Johnsonsyndroom. Stijging van leverenzymwaarden, hepatitis.
Verder zijn gemeld: hoofdpijn. Convulsies. Braken, misselijkheid, diarree. Huiduitslag, urticaria.
Slaperigheid/sedatie, droge mond en duizeligheid kunnen aan het begin van de behandeling optreden, maar verdwijnen meestal spontaan bij voortzetting van de behandeling.
Bijwerkingen
Vaak (1–10%): sedering, slaperigheid, slecht coördinatievermogen. Droge mond.
Soms (0,1–1%): maag-darmstoornissen. Urineretentie. Accommodatiestoornissen.
Zelden (0,01–0,1%): slapeloosheid, irritatie, tremor, convulsies, extrapiramidale symptomen. Beklemd gevoel op de borst, tachycardie. Cholestatische icterus.
Verder zijn gemeld bij het gebruik van de aan cyclizine verwante stof chloorcyclizine: duizeligheid, nachtmerries, hallucinaties, gegeneraliseerde chorea, verminderde eetlust. Allergische hepatitis, huidirritatie. Agranulocytose, hemolytische anemie, aplastische anemie.
Interacties
Incidenteel is een reversibele afname van het aantal trombocyten waargenomen bij combinatie met metformine; volgens de fabrikant is gelijktijdig gebruik van orale bloedglucoseverlagende middelen gecontra-indiceerd.
Ketotifen kan het effect van sedativa, hypnotica, andere antihistaminica, anticoagulantia en alcohol versterken. Ketotifen versterkt ook het effect van bronchodilatatoren; de frequentie van het gebruik van bronchodilatatoren verlagen.
Antihistaminica beïnvloeden immunotherapie bij allergie en mogelijk ook de resultaten van allergologische huidtests.
Sorbitol in de stroop kan de biologische beschikbaarheid van andere oraal toegediende geneesmiddelen beïnvloeden.
Interacties
Antihistaminica kunnen het centraal suppressieve effect van alcohol, antipsychotica, hypnotica, opioïden, sedativa en anxiolytica versterken.
Zwangerschap
Antihistaminica passeren de placenta.
Teratogenese: Bij de mens onvoldoende gegevens. Bij dieren geen aanwijzingen voor schadelijkheid.
Advies: Gebruik ontraden vanwege onvoldoende gegevens.
Zwangerschap
Teratogenese: Bij de mens, onvoldoende gegevens (cinnarizine), voldoende gegevens (chloorcyclizine). Bij dieren onvoldoende gegevens (cinnarizine) of in zeer hoge doses schadelijk gebleken (chloorcyclizine).
Advies: Gebruik ontraden.
Lactatie
Overgang in de moedermelk: Ja, waarschijnlijk.
Advies: Het gebruik van dit geneesmiddel of het geven van borstvoeding is volgens de fabrikant gecontra-indiceerd vanwege onvoldoende gegevens.
Lactatie
Overgang in moedermelk: Onbekend (cinnarizine), ja (chloorcyclizine).
Farmacologisch effect: Bij overgang in moedermelk kan mogelijk bij de zuigeling sedering optreden.
Advies: Het gebruik van dit geneesmiddel of het geven van borstvoeding ontraden.
Contra-indicaties
- Epilepsie.
Zie voor meer contra-indicaties de rubrieken Lactatie en Interacties.
Contra-indicaties
Overgevoeligheid voor verwante antihistaminica. Ziekte van Parkinson en/of extrapiramidale stoornissen, nauwe kamerhoek-glaucoom.
Waarschuwingen en voorzorgen
De convulsiedrempel kan verlaagd worden.
Antihistaminica beïnvloeden de uitslagen van allergietesten.
Nier- en leverfunctie: er zijn onvoldoende gegevens om een doseringsaanbeveling te doen bij een nier- of leverfunctiestoornis. Wees voorzichtig bij nierfunctiestoornis en ernstige leverfunctiestoornis.
Hulpstof: sorbitol in de stroop kan maag-darmklachten veroorzaken en licht laxerende werking hebben.
Dit middel kan invloed hebben op de rijvaardigheid en het vermogen om machines te bedienen. Raadpleeg ‘Rij Veilig met Medicijnen’ van het IVM.
Waarschuwingen en voorzorgen
Ouderen zijn zeer gevoelig voor de sederende effecten. Voorzichtig bij nier– en/of leverfunctiestoornis en bij aandoeningen die mogelijk verergeren door anticholinerge therapie, bv. verhoogde oogdruk, obstructieve aandoeningen van het maag-darmstelsel (bv. pylorusstenose), prostaathypertrofie, epilepsie, asthma bronchiale, cardiovasculaire aandoeningen, hyperthyroïdie. Tijdens langdurige behandeling met cinnarizine en vooral bij ouderen, vrouwen en bij gebruik van hoge doses, kunnen extrapiramidale symptomen optreden. In dit geval de dosering verlagen of bij aanhouden van deze bijwerkingen de behandeling staken. De werkzaamheid en veiligheid bij kinderen jonger dan 2 jaar zijn niet vastgesteld.
Dit middel kan invloed hebben op de rijvaardigheid en het vermogen om machines te bedienen. Raadpleeg ‘Rij Veilig met Medicijnen’ van het IVM.
Overdosering
Symptomen
Tachycardie, hypotensie, duizeligheid, verwardheid en desoriëntatie, sedatie, reversibel coma; speciaal bij kinderen: sterke opgewondenheid, convulsies.
Zie voor meer informatie over symptomen en behandeling bij een vergiftiging met systemisch toegediend ketotifen vergiftigingen.info.
Eigenschappen
Krachtige H1-receptorantagonist met een centraal aangrijpingspunt en een sederende en zeer zwak anticholinerge werking. In vitro is een stabiliserende werking op de mestcellen aangetoond.
Kinetische gegevens
Resorptie | snel en vrijwel volledig. |
F | ca. 50% door 'first pass'-effect. |
T max | 2–4 uur. |
Metabolisering | in de lever tot een nagenoeg inactief glucuronide metaboliet. |
Eliminatie | vnl. als metabolieten (60–70%), via de urine. Ketotifen kan niet worden geëlimineerd door middel van dialyse. |
T 1/2el | bifasisch, resp. 3–5 uur en ca. 21 uur. |
Uitleg afkortingen
F | biologische beschikbaarheid (fractie van de dosis die in de systemische circulatie verschijnt) |
T max | tijdsduur tot maximale bloedspiegel na toediening |
V d | verdelingsvolume (fictief volume waarin een geneesmiddel zich verdeelt over het lichaam) |
T 1/2 | plasmahalfwaardetijd (tijd die nodig is om een bepaalde plasmaconcentratie te halveren) |
T 1/2el | plasmahalfwaardetijd in de eliminatiefase, terminale halfwaardetijd |
Eigenschappen
Combinatie van een kort en een lang werkende H₁-receptorantagonist. Cyclizine werkt op het braakcentrum in de hersenen en heeft een zwak sederende, zwak anticholinerge en sterke anti-emetische werking. Cinnarizine heeft daarnaast calciumremmende eigenschappen, waardoor het vestibulaire systeem minder wordt geprikkeld. Werking (cyclizine): na 20–30 min. Werkingsduur: 4–6 uur.
Kinetische gegevens cinnarizine:
Kinetische gegevens
Overig | Van chloorcyclizine zijn weinig kinetische gegevens bekend. Het wordt in de lever gemetaboliseerd en o.a. in de urine uitgescheiden. |
Uitleg afkortingen
F | biologische beschikbaarheid (fractie van de dosis die in de systemische circulatie verschijnt) |
T max | tijdsduur tot maximale bloedspiegel na toediening |
V d | verdelingsvolume (fictief volume waarin een geneesmiddel zich verdeelt over het lichaam) |
T 1/2 | plasmahalfwaardetijd (tijd die nodig is om een bepaalde plasmaconcentratie te halveren) |
T 1/2el | plasmahalfwaardetijd in de eliminatiefase, terminale halfwaardetijd |
Groepsinformatie
ketotifen (oraal) hoort bij de groep antihistaminica, systemisch.
- acrivastine (R06AX18) Vergelijk
- cetirizine (R06AE07) Vergelijk
- chloorcyclizine/cinnarizine (N07CA52) Vergelijk
- cinnarizine (N07CA02) Vergelijk
- clemastine (R06AA04) Vergelijk
- cyclizine (R06AE03) Vergelijk
- desloratadine (R06AX27) Vergelijk
- dimetindeen (R06AB03) Vergelijk
- doxylamine/pyridoxine (R06AA59) Vergelijk
- ebastine (R06AX22) Vergelijk
- fexofenadine (R06AX26) Vergelijk
- hydroxyzine (N05BB01) Vergelijk
- levocetirizine (R06AE09) Vergelijk
- loratadine (R06AX13) Vergelijk
- meclozine (R06AE05) Vergelijk
- meclozine/pyridoxine (R06AE55) Vergelijk
- mizolastine (R06AX25) Vergelijk
- promethazine (R06AD02) Vergelijk
- rupatadine (R06AX28) Vergelijk
Groepsinformatie
chloorcyclizine/cinnarizine hoort bij de groep antihistaminica, systemisch.
- acrivastine (R06AX18) Vergelijk
- cetirizine (R06AE07) Vergelijk
- cinnarizine (N07CA02) Vergelijk
- clemastine (R06AA04) Vergelijk
- cyclizine (R06AE03) Vergelijk
- desloratadine (R06AX27) Vergelijk
- dimetindeen (R06AB03) Vergelijk
- doxylamine/pyridoxine (R06AA59) Vergelijk
- ebastine (R06AX22) Vergelijk
- fexofenadine (R06AX26) Vergelijk
- hydroxyzine (N05BB01) Vergelijk
- ketotifen (oraal) (R06AX17) Vergelijk
- levocetirizine (R06AE09) Vergelijk
- loratadine (R06AX13) Vergelijk
- meclozine (R06AE05) Vergelijk
- meclozine/pyridoxine (R06AE55) Vergelijk
- mizolastine (R06AX25) Vergelijk
- promethazine (R06AD02) Vergelijk
- rupatadine (R06AX28) Vergelijk