jeuk

Advies

De aanpak bij chronische jeuk van onbekende oorsprong is gericht op symptoombestrijding. Lokale indifferente middelen hebben een verzachtende, verkoelende en jeukstillende werking. Voeg eventueel levomenthol en/of een lokaal anestheticum toe. Start orale antihistaminica bij onvoldoende effect. Bij falen van lokale middelen en orale antihistaminica kunnen in de tweedelijnszorg enkele andere opties overwogen worden.

Behandelplan

  1. Bespreek niet-medicamenteus beleid

    • Bespreek mogelijke exogene factoren:
      • Adviseer zoveel mogelijk overmatig zeepgebruik, heet water, overmatig wassen, een droge omgevingslucht en irriterende (bv. geparfumeerde) producten te vermijden.
      • Adviseer badproducten te gebruiken met bij voorkeur een lagere pH en direct na het baden de huid droog te deppen.
    • Vermijd krabben/wrijven en houd nagels kort.

    Ga naar de volgende stap bij jeuk die het dagelijks functioneren verstoort en indien er geen aanwijzingen zijn voor een onderliggende dermatose of ziekte.

  2. Geef lokaal indifferent middel/emolliens

    Ga naar stap 3 bij onvoldoende effect.

    Let op

    Toelichting

  3. Overweeg lokaal gebruik specifiek middel

    Bij jeuk op grote huidoppervlakken:

    Bij gelokaliseerde jeuk:

    Ga naar stap 4 indien met lokale middelen onvoldoende resultaat bereikt wordt.

    Let op

    Toelichting

  4. Start een antihistaminicum

  5. Niet-sederend (offlabel)

    Geef een tweedegeneratie-antihistaminicum als een sederend effect niet gewenst is. Kies één van de volgende middelen:

    Bij zwangerschap en lactatie

  6. Sederend (offlabel, behalve hydroxyzine)

    Overweeg sederend antihistaminicum indien chronische jeuk het slaapvermogen beïnvloedt. Kies één van de volgende middelen:

    Bij zwangerschap (niet vlak voor de partus) en lactatie:

    Bij veel bijwerkingen eerst proberen te switchen van antihistaminicum. Overweeg switchen van antihistaminicum of ga naar stap 5 indien behandeling met een antihistaminicum onvoldoende effect heeft.

    Let op

    Toelichting

  7. Verwijs naar de tweedelijnszorg

    Geef hoge dosering tweedegeneratie-antihistaminicum (offlabel); kies één van de volgende middelen:

    Doseer zoals bij de behandeling van chronische urticaria, tot maximaal 4× de standaarddosering.

    Toelichting

  8. Overweeg alternatief (tweedelijnszorg)

    Medicamenteuze behandelopties voor chronische jeuk van onbekende oorsprong in de tweedelijnszorg zijn o.a.:

    Let op

    Toelichting

Lokale corticosteroïden worden bij de behandeling van jeukklachten zonder aanwezigheid van huidafwijkingen in principe ontraden.

Toelichting

Achtergrond

Definitie

Jeuk is een veelvoorkomend symptoom en is geassocieerd met veel verschillende (huid)ziekten. Jeuk is gedefinieerd als de sensatie die krabben uitlokt, waaronder ook wrijven, knijpen of anderszins beschadigen van de huid, met of zonder hulp van een voorwerp verstaan wordt. Als de jeuk langer dan 6 weken aanhoudt, wordt de term chronische pruritus gehanteerd 1. Jeuk begint vaak als een symptoom van een onderliggende (huid)ziekte, maar kan chronisch worden en zichzelf onafhankelijk van de onderliggende ziekte onderhouden. In dat geval is de jeuk een op zichzelf staande entiteit geworden en zal ook als dusdanig behandeld moeten worden. Als de onderliggende dermatose of ziekte is geïdentificeerd, is het belangrijk de richtlijn(en) voor behandeling van die specifieke aandoening te volgen, zoals bij urticaria, atopisch eczeem, psoriasis of polycytemia vera of bij patiënten in de terminale fase.

Deze achtergrondinformatie is gericht op ‘jeuk van onbekende oorsprong’ / ’chronic pruritus of unknown origin’ (CPUO), vroeger omschreven als pruritus sine materia. In ongeveer 20% van de gevallen van chronische jeuk is er sprake van chronische pruritus van onbekende oorsprong.

Zie voor een overzicht van de meest voorkomende systemische oorzaken van chronische jeuk en aanbevolen diagnostiek de richtlijn Chronische jeuk 2022 van de NVDV 1. Zie voor het stroomdiagram, voor de aanpak van een patiënt met chronische jeuk, Zakboek Dermatologie 6.

Behandeldoel

De medicamenteuze behandeling van chronische jeuk zonder onderliggende dermatose of ziekte is gericht op symptoombestrijding.

Uitgangspunten

Deze achtergrondinformatie betreft chronische jeuk van onbekende oorsprong. In veel gevallen echter wordt de jeuk veroorzaakt door een onderliggende aandoening.

Bij jeuk met primaire huidafwijkingen zoals constitutioneel eczeem en psoriasis dient de onderliggende dermatose behandeld te worden. Hierbij spelen lokale corticosteroïden een prominente rol. Zie hiervoor de betreffende achtergrondinformatie, richtlijnen van het NHG en/of de NVDV afhankelijk van de dermatologische diagnose.

Het gebruik van de meeste geneesmiddelen bij chronische jeuk van onbekende oorsprong is offlabel. In de tweedelijnszorg kunnen meerdere middelen overwogen worden, echter zonder duidelijke voorkeur in volgorde, omdat er beperkte bewijskracht is voor de effectiviteit van deze middelen. Het gebruik van lokale calcineurine-remmers, lokale cannabinoïden, lokaal amitriptyline, 5HT3-antagonisten, thalidomide en monoklonale antilichamen wordt ontraden vanwege geen of nauwelijks bewijs voor de werkzaamheid 1. Middelen zoals ciclosporine, methotrexaat, azathioprine en tacrolimus kunnen uitsluitend ingezet worden op grond van de expertise van de behandelend specialist 1.

Bij ouderen gelden in het algemeen de algemene behandelprincipes. Echter, de NVDV-richtlijn geeft aan dat meer onderzoek nodig is naar de pathogenese en behandeling van jeuk op hogere leeftijd 1. Oudere patiënten met chronische jeuk hebben speciale aandacht nodig, onder andere vanwege comorbiditeit en polyfarmacie. Daarnaast is er meestal een zekere mate van xerosis cutis aanwezig. Dit dient in ieder geval behandeld te worden met emollientia. Niet-medicamenteuze maatregelen (nagels kort houden, minderen in wassen, zeep vermijden of beperken, en vlak na het wassen de huid insmeren met een vette basiszalf) zijn bij ouderen extra belangrijk, omdat zij vaak een zekere mate van droge huid hebben. Houd bij het voorschrijven van systemische medicatie rekening met de mate van sedatie (bij antihistaminica). UVB-lichttherapie is in het algemeen een goede behandeloptie; houd bij ouderen rekening met eventuele toegenomen fotosensitiviteit of fototoxiciteit veroorzaakt door polyfarmacie.

Verwijs kinderen met chronische jeuk zonder huidafwijkingen naar de kinderarts voor (verdere) diagnostiek.

Voor het beleid bij perianale jeuk zie de NHG-behandelrichtlijn Pruritus ani. De NVDV-richtlijn geeft aan dat bij gelokaliseerde vormen van chronische jeuk in de anogenitale regio zinkpreparaten overwogen kunnen worden 1.

Uremische jeuk

Zie voor de behandeling van uremische jeuk de NVDV-richtlijn Chronische jeuk 1. Onder andere SSRI’s kunnen effectief zijn bij de behandeling van refractaire uremische jeuk. Voor de palliatieve zorg bij eindstadium nierfalen zie Palliatieve zorg bij eindstadium nierfalen via palliaweb.nl.

Cholestatische jeuk of jeuk bij hepatobiliaire ziekte

Het beleid bij cholestatische jeuk hangt geheel af van de onderliggende oorzaak zoals galsteenlijden, primaire scleroserende cholangitis of obstructie door een maligniteit. Verschillende leverziekten kunnen gepaard gaan met chronische jeuk waarbij cholestase niet aanwezig hoeft te zijn. De jeukklachten kunnen een eerste uiting zijn van een leverziekte, zoals bij primaire biliaire cholangitis.

Chronische jeuk bij zwangerschap

Jeuk is een relatief veelvoorkomende klacht tijdens de zwangerschap en kan op verschillende manieren worden veroorzaakt, bijvoorbeeld door een specifieke zwangerschapsdermatose zoals polymorphic eruption of pregnancy of door intrahepatische cholestase tijdens de zwangerschap. Daarnaast kunnen sommige huidaandoeningen tijdens de zwangerschap verergeren. Een voorbeeld hiervan is een exacerbatie van generaliseerde psoriasis pustulosa. Voor meer informatie over chronische jeuk bij zwangerschap zie de NVDV-richtlijn Chronische jeuk 1 en de NVOG-richtlijn Zwangerschapscholestase, beide op richtlijnendatabase.nl.

Zie voor meer informatie over jeuk met een vermoedelijk neuropathische oorzaak de NVDV-richtlijn Chronische jeuk 1. Bij neuropathische jeuk lijken antihistaminica en lokale corticosteroïden weinig effectief. Een van de meest effectieve behandelingen van neuropathische jeuk zijn gabapentine en pregabaline. Bij refractaire, gelokaliseerde vormen van chronische jeuk met een vermoede neuropathische oorzaak kan lokale toediening van botulinetoxine worden overwogen. Bij notalgia paresthetica wordt capsaïcine in crème of pleisters aanbevolen.

Voor het beleid bij jeuk in de palliatieve fase zie de Pallialine-Richtlijn Jeuk in de palliatieve fase op palliaweb.nl. De systemische medicamenteuze symptomatische behandeling is hierbij sterk afhankelijk van de onderliggende oorzaak 7.

Geneesmiddelen

adstringentia Toon kosten

anesthetica, lokaal via huid of slijmvlies Toon kosten

antihistaminica, lokaal Toon kosten

antihistaminica, systemisch Toon kosten

corticosteroïden, cutaan/oromucosaal Toon kosten

dermatica, overige Toon kosten

galzuurbindende harsen Toon kosten

indifferente middelen Toon kosten

ureumpreparaten Toon kosten

Vergelijken

Zie ook

Geneesmiddelgroep

Bronnen