Samenstelling
Levobupivacaïne (levo-vorm, als hydrochloride) XGVS Diverse fabrikanten
- Toedieningsvorm
- Injectievloeistof 0,25%
- Sterkte
- 2,5 mg/ml
- Verpakkingsvorm
- ampul 10 ml
- Toedieningsvorm
- Injectievloeistof 0,5%
- Sterkte
- 5 mg/ml
- Verpakkingsvorm
- ampul 10 ml
- Toedieningsvorm
- Injectievloeistof 0,75%
- Sterkte
- 7,5 mg/ml
- Verpakkingsvorm
- ampul 10 ml
- Toedieningsvorm
- Infusievloeistof
- Sterkte
- 1,25 mg/ml
- Verpakkingsvorm
- zak 100 ml, zak 200 ml
Uitleg symbolen
XGVS | Dit geneesmiddel is niet opgenomen in het geneesmiddelen vergoedings systeem (GVS). |
OTC | 'Over the counter', dit geneesmiddel is een zelfzorgmiddel. |
Bijlage 2 | Aan de vergoeding van dit geneesmiddel zijn bepaalde voorwaarden verbonden, die zijn vermeld op bijlage 2 van de Regeling zorgverzekering. |
Aanvullende monitoring | Dit geneesmiddel is onderworpen aan aanvullende monitoring. Extra aandacht wordt gevraagd voor onverwachte bijwerkingen. Meldt u dit via het meldformulier van het Lareb. |
Samenstelling
Bupivacaïne (hydrochloride) Diverse fabrikanten
- Toedieningsvorm
- Injectievloeistof
- Sterkte
- 2,5 mg/ml
- Verpakkingsvorm
- flacon 20 ml, flacon 50 ml
- Toedieningsvorm
- Injectievloeistof
- Sterkte
- 5 mg/ml
- Verpakkingsvorm
- ampul 5 ml, flacon 20 ml, flacon 50 ml
- Toedieningsvorm
- Injectievloeistof voor intrathecale toediening 'Spinaal'
- Sterkte
- 5 mg/ml
- Verpakkingsvorm
- flacon 4 ml
Exparel XGVS Pacira Ireland Ltd
- Toedieningsvorm
- Injectievloeistof met liposomale dispersie voor injectie met verlengde afgifte
- Sterkte
- 13,3 mg/ml
- Verpakkingsvorm
- flacon 10 ml, flacon 20 ml
Marcaine (hydrochloride) Aspen Netherlands bv
- Toedieningsvorm
- Injectievloeistof
- Sterkte
- 2,5 mg/ml
- Verpakkingsvorm
- flacon 20 ml
- Toedieningsvorm
- Injectievloeistof
- Sterkte
- 5 mg/ml
- Verpakkingsvorm
- flacon 20 ml
- Toedieningsvorm
- Injectievloeistof voor intrathecale toediening 'Spinaal'
- Sterkte
- 5 mg/ml
- Verpakkingsvorm
- ampul 4 ml
Uitleg symbolen
XGVS | Dit geneesmiddel is niet opgenomen in het geneesmiddelen vergoedings systeem (GVS). |
OTC | 'Over the counter', dit geneesmiddel is een zelfzorgmiddel. |
Bijlage 2 | Aan de vergoeding van dit geneesmiddel zijn bepaalde voorwaarden verbonden, die zijn vermeld op bijlage 2 van de Regeling zorgverzekering. |
Aanvullende monitoring | Dit geneesmiddel is onderworpen aan aanvullende monitoring. Extra aandacht wordt gevraagd voor onverwachte bijwerkingen. Meldt u dit via het meldformulier van het Lareb. |
Advies
Er is voor levobupivacaïne geen advies vastgesteld.
Advies
Er is voor bupivacaïne geen advies vastgesteld.
Indicaties
- Volwassenen: anesthesie:
- voor grote operatieve ingrepen (epidurale –incl. keizersnede–, intrathecale, perifere zenuwblokkade);
- voor kleine operatieve ingrepen (lokale infiltratie, perifere zenuwblokkade bij oogheelkundige operatieve ingreep).
- Volwassenen: Epidurale pijnbehandeling (postoperatief of bij weeën).
- Kinderen: Analgesie (ilio-inguinale/ilio-hypogastrische blokkade).
Indicaties
Oplossing:
- lokale infiltratie-anesthesie;
- perifere zenuwblokkade;
- epidurale en intrathecale anesthesie bij operatieve ingrepen (incl. keizersnede);
- als postoperatieve pijnbestrijding;
- acute pijnbestrijding (tijdens bevalling of na operatie).
De liposomale dispersie alleen toepassen voor:
- blokkade van de plexus brachialis bij volwassenen;
- femorale zenuwblokkade voor de behandeling van postoperatieve pijn bij volwassenen;
- bij volwassenen en kinderen ≥ 6 jaar: veldblokkade voor de behandeling van postoperatieve pijn als gevolg van kleine tot middelgrote operatiewonden.
Doseringen
Anesthesie bij operaties:
Volwassenen
Injectievloeistof: epiduraal 5–7,5 mg/ml: bolus 10–20 ml in 5 min, epiduraal 5 mg/ml voor keizersnede 15–30 ml in 15–20 min, max. 150 mg; intrathecaal 5 mg/ml: 3 ml; perineuraal: perifere zenuw 2,5–5 mg/ml: 1–40 ml, max. 150 mg, peribulbaire blokkade 7,5 mg/ml: 5–15 ml; lokale infiltratie 2,5 mg/ml: 1–60 ml, max. 150 mg.
Kinderen tot 12 jaar
Ilio-inguinale/iliohypogastrische blokkade: perineuraal 2,5 mg/ml: 0,5 ml/kg/kant; 5 mg/ml: 0,25ml/kg/kant, max. 1,25 mg/kg per kant.
Pijnbehandeling:
Volwassenen
Injectievloeistof: epiduraal 2,5 mg/ml: bij weeën 6–10 ml met intervallen van > 15 min tussen de injecties; epiduraal infusie 1,25 mg/ml: bij weeën 4–10 ml per uur, maximaal 12,5 mg/uur, postoperatief 10–15 ml per uur, max. 18,75 mg/uur.
Infusievloeistof 1,25 mg/ml uitsluitend voor epidurale toediening: continu epiduraal infuus postoperatief (10–15 ml/uur) 12,5 tot max. 18,75 mg/uur; lumbaal epiduraal (analgesie bij weeën) (4–10 ml/uur) 5 tot max. 12,5 mg/uur.
De maximale dosering bij langdurige blokkade door continue infusie of herhaalde bolusinjecties is 400 mg per 24 uur. Bij verzwakte, oudere of zieke patiënten dienen lagere maximale doses te worden aangehouden. Bij combinatie met andere middelen, zoals opioïden bij pijnstilling, de dosering verlagen en een lagere concentratie gebruiken. Er is weinig ervaring met levobupivacaïne gedurende een periode langer dan 24 uur.
Bij toxische symptomen de injectie onmiddellijk staken.
Doseringen
Let op!, de verschillende preparaten zijn niet onderling uitwisselbaar. Doseringen voor de liposomale dispersie staan onderaan.
De dosering hangt af van de benodigde uitgebreidheid en de mate van doorbloeding van het anesthesiegebied, de toegepaste techniek en de toestand van de patiënt. Gebruik de laagst effectieve dosis om overdoseringsverschijnselen of lokale beschadiging van zenuwen te voorkomen.
Voor een overzicht van doseringsbereik, inwerkingtreding en werkingsduur, zie onder 'Zie ook' de officiële productinformatie van CBG/EMA.
De maximale dosering bij langdurige blokkade door continue infusie of herhaalde bolusinjecties is voor volwassenen 400–500 mg/24 uur.
Anesthesie gedurende operatieve ingreep
Volwassenen en kinderen ≥ 12 jaar
Lumbaal epiduraal blokkade, voor chirurgie, incl. voor sectio caesarea: met concentratie 5 mg/ml: 75–150 mg, werking vanaf 15–30 min, werkingsduur 2–3 uur.
Thoracaal epiduraal blokkade: met concentratie 2,5 mg/ml: 12,5–37,5 mg, werking na 10–15 min, werkingsduur 1,5–2 uur; en met concentratie 5 mg/ml: 25–50 mg, werking na 10–15 min, werkingsduur 2–3 uur.
Caudaal epiduraal blokkade: met concentratie 2,5 mg/ml: 50–75 mg, werking vanaf 20–30 min, werkingsduur 1–2 uur; en met concentratie 5 mg/ml: 100–150 mg, werking vanaf 15–30 min, werkingsduur 2–3 uur.
Grote zenuwblokkade (bv. brachiaal plexus, femoraal, sciatisch): met concentratie 5 mg/ml: 50–175 mg, werking vanaf 15–30 min. werkingsduur 4–8 uur.
Veldblokkade (bv. kleine zenuwblokkades of infiltratie): met concentratie 2,5 mg/ml: < 150 mg, werking vanaf 1–3 min, werkingsduur 3–4 uur; en met concentratie 5 mg/ml: ≤ 150 mg, werking vanaf 1–10 min, werkingsduur 3–8 uur.
Acute pijnbehandeling
Volwassenen en kinderen ≥ 12 jaar
Lumbaal epidurale toediening, d.m.v. intermitterende injecties (bv. als postoperatieve pijnbestrijding): met concentratie 2,5 mg/ml: 15–37,5 mg met intervallen van ≥ 30 min, werking vanaf 2–5 min, werkingsduur 1–2 uur.
Lumbaal epidurale toediening, als continue infusie met concentratie 2,5 mg/ml: 12,5–18,8 mg/uur.
Lumbaal epidurale toediening, als continue infusie tijdens bevalling met concentratie 1,25 mg/ml: 6,25–12,5 mg/uur.
Thoracaal epidurale toediening als continue infusie: met concentratie 2,5 mg/ml: 10–18,8 mg/uur.
Intra-articulaire blokkade (bv. na knie-arthroscopie): met concentratie 2,5 mg/ml: tot 100 mg, werking vanaf 5–10 min, werkingsduur 2–4 uur na 'wash out'.
Veldblokkade (bv. kleine zenuwblokkades of infiltratie): met concentratie 2,5 mg/ml: tot 150 mg, werking vanaf 1–3 min, werkingsduur 3–4 uur.
Acute pijnbehandeling per- en postoperatief bij kinderen
Kinderen 1–11 jaar
De dosering berekenen op basis van het lichaamsgewicht tot max 2 mg/kg. Als leidraad: gebruik de concentratie 2,5 mg/ml voor epidurale toediening (caudaal, lumbaal en thoracaal): geef daarmee 1,5–2 mg/kg, werking vanaf 20–30 min, werkingsduur 2–6 uur. Voor veldblokkade (bv. kleine zenuwblokkades of infiltratie) of voor perifere zenuwblokkade kan zowel de concentratie van 2,5 mg/ml als van 5 mg/ml gebruikt worden; geef daarmee 0,5–2,0 mg/kg. De aanvang van de werking en werkingsduur van perifere zenuwblokkade is afhankelijk van het type blokkade en de toegediende dosis.
Spinale anesthesie bij operatief ingrijpen aan de onderste extremiteiten (incl. heupchirurgie)
Volwassenen en kinderen vanaf 12 jaar en zwaarder dan 40 kg
Injectievloeistof 'Spinaal' 5 mg/ml: 2–4 ml (10–20 mg) per keer.
Kinderen tot 40 kg
Injectievloeistof 'Spinaal' 5 mg/ml: kinderen met lichaamsgewicht < 5 kg: 0,4–0,5 mg/kg; met lichaamsgewicht 5–14 kg: 0,3–0,4 mg/kg en met lichaamsgewicht 15–40 kg: 0,25–0,3 mg/kg.
Veldblokkade of perifere zenuwblokkade (plexus femoralis en brachialis)
Volwassenen
Liposomale dispersie: 106–266 mg. Zie voor uitgebreidere doseer- en toedieningsinformatie rubriek 4.2 van de officiële productinformatie CBG/EMA. Combinatie met bupivacaïne(hydrochloride)-oplossing (formuleringen met directe afgifte) in dezelfde spuit is mogelijk, zolang de verhouding in mg (milligram) van de bupivicaine(hydrochloride)-oplossing ten opzichte van de liposomale dispersie niet groter is dan 1:2. De totale hoeveelheid bupivacaïne mag niet groter zijn dan 400 mg equivalenten bupivacaïnehydrochloride.
Ouderen: geen dosisaanpassing nodig, al is een grotere gevoeligheid bij bepaalde ouderen niet uitgesloten.
Verminderde nierfunctie: houd bij het bepalen van de dosis rekening met een nierfunctiestoornis, omdat bupivacaïne wordt uitgescheiden via de nieren en er daardoor een groter risico is op toxische reacties.
Verminderde leverfunctie: bij Child-Pughscores van 5–9 is geen dosisaanpassing nodig, er zijn onvoldoende gegevens om de liposomale dispersie aan te bevelen bij een ernstige leverfunctiestoornis (Child-Pughscore ≥ 10).
Veldblokkade postoperatief
Volwassenen en kinderen ≥ 6 jaar
Liposomale dispersie: max. 266 mg. Bij kinderen een enkelvoudige dosis van 4 mg/kg lichaamsgewicht, max. 266 mg. Zie voor uitgebreidere doseer- en toedieningsinformatie rubriek 4.2 van de officiële productinformatie CBG/EMA.
Bijwerkingen
Zeer vaak (> 10%): hypotensie, misselijkheid, anemie.
Vaak (1-10%): duizeligheid, hoofdpijn, postoperatieve pijn, braken, rugpijn, koorts, foetale onrust.
Verder: allergische reacties (in ernstige gevallen anafylactische shock), hypersensitiviteit, toevallen/stuipen, verlies van bewustzijn, slaperigheid, syncope, paresthesie, paraplegie, paralyse, onscherp zicht, ptosis, miose, enoftalmie, atrioventriculaire blokkade, hartstilstand, ventriculaire tachyaritmie, tachycardie, bradycardie, hypotensie, overmatig blozen, respiratoir arrest, laryngeaal oedeem, apneu, niezen, verminderde gevoeligheid van de mondverlies van controle over de kringspier, angio-oedeem, urticaria, pruritus, overmatig zweten, anhidrose, erytheem, spiertrillingen, spierzwakte, disfunctioneren van de blaas, priapisme, verminderd hartminuutvolume, veranderingen op het ECG. Bijwerkingen op lokale anesthetica van het amidetype zijn zeldzaam, maar kunnen voorkomen als gevolg van overdosering of onbedoelde intravasculaire injectie en kunnen ernstig zijn. Gevoeligheid voor meerdere geneesmiddelen van het amidetype is gemeld binnen deze groep lokale anesthetica. De cardiovasculaire reacties worden gewoonlijk voorafgegaan door ernstige toxiciteit van het centrale zenuwstelsel, dat wil zeggen convulsies. Meldingen van voorbijgaand Horner-syndroom en meldingen van langdurige zwakte of sensorische stoornis, waarvan enkele blijvend geweest kunnen zijn, zijn in verband gebracht met gebruik van levobupivacaïne. Meldingen van cauda-equinasyndroom (CES) of tekenen en symptomen van mogelijk letsel aan de basis van het ruggenmerg of van de spinale zenuwwortels (waaronder paresthesie, zwakte of verlamming van de onderste extremiteiten, verlies van controle over de darmen en/of blaas en priapisme) zijn in verband gebracht met levobupivacaïne toediening. Deze gebeurtenissen waren ernstiger en verdwenen in sommige gevallen niet, wanneer levobupivacaïne langer dan 24 uur werd toegediend.
Bijwerkingen
Bijwerkingen op lokale anesthetica van het amidetype zijn zeldzaam, maar kunnen voorkomen als gevolg van overdosering of onbedoelde intravasculaire injectie en kunnen ernstig zijn.
Zeer vaak (> 10%): hypotensie, misselijkheid. Bij kinderen, liposomale dispersie: anemie, tachycardie, hypotensie, braken, misselijkheid, obstipatie, jeuk, spiertrekkingen.
Vaak (1-10%): paresthesieën, duizeligheid, bradycardie, hypertensie, braken, urineretentie. Bij de liposomale dispersie: dysgeusie, orale hypo-esthesie. Bij kinderen, liposomale dispersie: angst, hypo-esthesie, paresthesie, duizeligheid, dysgeusie, syncope, visusstoornissen, bradycardie, hypertensie, dyspneu, buikpijn, diarree, orale hypo-esthesie, huiduitslag, spierzwakte, koorts.
Soms (0,1-1%): tekenen en symptomen van toxiciteit van het CZS (convulsies, paresthesie rond de mond, verdoofd gevoel van de tong, hyperacusis, visusstoornissen, bewustzijnsverlies, tremor, licht gevoel in het hoofd, tinnitus, dysartrie).
Zelden: allergische reacties, anafylactische reactie/shock, verwardheid, angst, neuropathie, zenuwbeschadiging, arachnoïditis, pareses en paraplegie, syncope, diplopie, hartstilstand, hartaritmieën, ademhalingsdepressie.
Verder zijn gemeld: epiduraal abces, chondrolyse na continue, intra-articulaire infusie met name in het schoudergewricht. Bij epidurale anesthesie of perifere zenuwblokkade zijn hartstilstand en sterfte gemeld.
Specifiek na spinale toediening ook:
Vaak: postpunctiehoofdpijn, incontinentie.
Verder zijn gemeld: meningitis, onbedoelde totale spinale blokkade, verlies van sfinctercontrole, aanhoudende anesthesie. Door lokale anesthetica veroorzaakte systemische toxiciteit (LAST).
Interacties
Er is een potentieel risico van interactie met CYP3A4-remmers zoals ketoconazol en CYP1A2-remmers zoals methylxanthinen.
Voorzichtigheid is geboden bij combinatie met anti-aritmica met een lokaal-anesthetische werking. Bij gelijktijdig gebruik van andere lokale anesthetica of middelen die structureel verwant zijn aan amide-type lokale anesthetica zijn de toxische effecten van deze geneesmiddelen additief.
Klinische studies naar de combinatie met adrenaline (epinefrine) zijn niet afgerond.
Interacties
Wees voorzichtig bij combinatie met structureel verwante geneesmiddelen, zoals bepaalde antiaritmica (lidocaïne) vanwege potentiëring van het toxische effect en bij combinatie met klasse III antiaritmica (bv. amiodaron) vanwege het effect op het hart.
Bij combinatie met clonidine is ernstige hypotensie waargenomen.
Bij combinatie met ketamine kan neurotoxiciteit optreden.
Vermeng de liposomale dispersie niet met een ander anestheticum dan bupivacaïne (en dat alleen bij volwassenen; er zijn onvoldoende gegevens over kinderen). Lidocaïne, ropivacaïne of mepivacaïne binden aan de liposomen, waardoor de bupivacaïne onmiddellijk wordt afgegeven. Bupivacaïne in liposomale dispersie kan pas ten minste 20 minuten na lidocaïne worden toegediend, voor andere anesthetica ontbreken gegevens. Houd bij gebruik van een lokaal anestheticum binnen 96 uur na toediening van de liposomale dispersie rekening met de totale blootstelling aan lokale anesthetica.
Vermijd contact van de liposomale dispersie met antiseptica zoals povidonjodium.
De kans op methemoglobinemie neemt toe bij combinatie van een lokaal anestheticum met oxiderende geneesmiddelen. Voorbeelden hiervan zijn: nitraten en nitrieten; lokale anesthetica; anti-neoplastische middelen bv. cyclofosfamide; bepaalde antibiotica bv. nitrofurantoïne en sulfonamiden; anti-malariamiddelen bv. chloroquine; anti-epileptica bv. fenytoïne, natriumvalproaat; paracetamol, metoclopramide.
Zwangerschap
Levobupivacaïne passeert de placenta.
Teratogenese: Klinische gegevens over gebruik van levobupivacaïne in de zwangerschap zijn beperkt. Bij gebruik tijdens de bevalling kunnen bijwerkingen bij de pasgeborene optreden, zoals bradycardie en ademhalingsdepressie.
Advies: Gebruik ontraden. Gebruik bij paracervicale blokkade in de obstetrie is gecontra-indiceerd, omdat het kan leiden tot bradycardie en effecten op de vitale functies van het kind.
Zwangerschap
Bupivacaïne passeert de placenta.
Teratogenese: Bij de mens geen aanwijzingen voor schadelijkheid. Bij dieren is reproductietoxiciteit geconstateerd.
Farmacologisch effect: Bij overdosering kunnen foetale bijwerkingen niet worden uitgesloten. De kans op foetale bijwerkingen (bradycardie, acidose en centrale demping) is het grootst bij paracervicale blokkade.
Advies: Paracervicale blokkade tijdens zwangerschap is gecontra-indiceerd, in verband met foetale bradycardie, hypoxie, acidose en demping van het centraal zenuwstelsel; wees ook voorzichtig bij epidurale anesthesie tijdens de bevalling. Voor overige toepassingen kunnen de injectievloeistof-oplossingen waarschijnlijk veilig gebruikt worden. De liposomale dispersie wordt afgeraden wegens gebrek aan gegevens.
Lactatie
Overgang in de moedermelk: Ja, waarschijnlijk.
Farmacologisch effect: Bij therapeutische dosering is het risico voor het kind minimaal.
Advies: Kan waarschijnlijk veilig worden gebruikt.
Lactatie
Overgang in moedermelk: Ja, in geringe mate.
Advies: Kan waarschijnlijk veilig worden gebruikt. De liposomale dispersie wordt afgeraden wegens gebrek aan gegevens.
Contra-indicaties
- overgevoeligheid voor lokaal-anesthetica van het amidetype;
- intraveneuze regionale anesthesie (Biers-blokkade);
- ernstige hypotensie zoals cardiogene of hypovolemische shock;
- toepassing bij i.v. regionale anesthesie;
- paracervicale blokkade in de obstetrie;
- de 0,75% oplossing: bij obstetrisch gebruik.
Contra-indicaties
- overgevoeligheid voor lokale anesthetica van het amidetype, zoals lidocaïne en prilocaïne;
- toepassing als i.v. regionale anesthesie (omdat lekkage door de tourniquet, systemische toxische reacties kan geven);
- toepassing voor een paracervicaal blok bij obstetrie.
Voor intrathecale of epidurale anesthesie bovendien:
- ziekten aan het centraal zenuwstelsel, zoals meningitis, tumoren, poliomyelitis, hersenbloeding;
- spinale stenoses en ziekten (bv. spondylitis, tuberculose tumoren) of recent trauma aan de wervelkolom;
- sepsis;
- pernicieuze anemie met symptomen die op aantasting van het ruggenmerg wijzen;
- pyogene infecties van de huid in de onmiddellijke buurt van de injectieplaats;
- cardiogene of hypovolemische shock;
- stoornissen in de bloedstolling of behandeling met anticoagulantia.
Voor liposomale dispersie bovendien:
- intravasculaire toediening;
- intra-articulaire toediening (chondrolyse is waargenomen);
- epidurale toediening;
- intrathecale toediening.
Waarschuwingen en voorzorgen
Alleen toedienen door of onder toezicht van een arts met de nodige opleiding en ervaring. Bij epidurale anesthesie zorgen voor een intraveneuze lijn. De toxische verschijnselen kunnen het best worden voorkomen door: a. altijd de laagst mogelijke concentratie te gebruiken; b. te aspireren alvorens te injecteren, zodat niet per ongeluk een intravasculaire injectie kan worden gegeven. Vóór injectie van een grote dosis, zoals bij epidurale anesthesie, wordt een testdosis van 3–5 ml lidocaïne met adrenaline (epinefrine), aanbevolen; accidentele intravasculaire injectie kan worden herkend aan toename van de hartfrequentie en intrathecale injectie aan tekenen van spinale blokkade.
Voorzichtigheid is geboden bij ernstige leverfunctiestoornis, cardiovasculaire afwijking (zoals ernstige hartritmestoornis), bestaande afwijking aan het centraal zenuwstelsel, gebruik in het hoofd en nek gebied en bij verzwakten, ouderen of acuut zieken.
Niet toepassen voor een continu intra-articulair infuus, vanwege het risico op chondrolyse.
Bij patiënten met reeds bestaande afwijkingen aan het centraal zenuwstelsel is voorzichtigheid geboden met intrathecale of epidurale toediening.
Men dient rekening te houden met kruisovergevoeligheid met andere lokaal-anesthetica van het amidetype.
Levobupivacaïne voor epidurale analgesie gedurende een periode van 24 uur of langer is in verband gebracht met ernstige neurotoxiciteit. Om de kans op ernstige neurologische complicaties te minimaliseren, dient men zowel de patiënt als de duur van toediening met levobupivacaïne nauwgezet te controleren.
Voor ilio-inguinale/iliohypogastrische blokkade ontbreken gevevens over kinderen jonger dan 6 maanden.
Hulpstoffen: wees voorzichtig met natrium in de injectie- of infusievloeistof bij een natriumarm dieet.
Waarschuwingen en voorzorgen
Let op!: de verschillende formuleringen van bupivacaïne zijn niet bio-equivalent.
Vóór toediening dienen materialen voor bewaking en resuscitatie onder handbereik te zijn. Voorkom toxische verschijnselen door altijd de laagst mogelijke concentratie te gebruiken en te aspireren alvorens te injecteren, zodat niet per ongeluk een intravasculaire injectie kan worden gegeven. Wees extra voorzichtig bij injecties in zeer vaatrijke gebieden, zoals in de mondholte, pararectaal, paravaginaal en in de penis. Hoge systemische concentraties kunnen ventriculaire aritmie, ventriculaire fibrillatie en collaps en overlijden veroorzaken.
Wees voorzichtig bij (partieel) AV-blok, ernstige lever- en nierfunctiestoornissen, een slechte algehele conditie en bij ouderen. Bij een verminderde cardiovasculaire functie voorzichtig zijn met epidurale anesthesie. Een te hoge concentratie van lokale anesthetica in het bloed onderdrukt de geleiding en prikkelbaarheid van het hart en de myocardiale contractiliteit; perifere vasodilatatie treedt op met een verlaagd hartminuutvolume en een verlaagde arteriële bloeddruk.
Vóór epidurale anesthesie wordt een testdosis van 3–5 ml bupivacaïne, bij voorkeur met adrenaline, aanbevolen. Intravasculaire injectie leidt tot toename van de hartfrequentie. Na herhaalde controle van de hartfrequentie gedurende vijf minuten volgend op de testdosis kan – na opnieuw te hebben geaspireerd – de volledige dosis, onder voortdurend mondeling contact met de patiënt, langzaam worden ingespoten. Indien licht toxische verschijnselen optreden, de toediening onmiddellijk staken.
Epidurale anesthesie kan tot hypotensie of bradycardie leiden; behandel hypotensie onmiddellijk met een i.v.-sympathicomimeticum; herhaal dat zo nodig.
Prikkeling of onderdrukking van het centrale zenuwstelsel kan optreden. Dit kan leiden tot convulsies of bewusteloosheid en ademhalingsstilstand. Neurologische effecten na een veldblokkade zijn aanhoudende anesthesie, paresthesie, zwakte en paralyse, mogelijk gevolgd door een traag, onvolledig of uitblijvend herstel.
Houd rekening met kruisovergevoeligheid met andere lokale anesthetica van het amidetype (bv. lidocaïne, prilocaïne, ropivacaïne).
Bestaande hypokaliëmie, acidose en hypoxie vermeerderen de kans op bijwerkingen in het zenuw- en vaatstelsel.
Bij retrobulbaire injectie kunnen door lekken tijdelijk blindheid, cardiovasculaire collaps, apneu of convulsies optreden. Onmiddellijke behandeling is vereist. Bij retro- en peribulbaire injectie is er een kleine kans op persisterende oculaire spierdisfunctie.
Gezien de lange werkingsduur is bij toepassing van dit lokale anestheticum minder vaak een oplossing met een vasoconstrictor nodig.
Vermijd continue intra-articulaire infusie omdat de effectiviteit en veiligheid niet zijn vastgesteld en vanwege meldingen van chondrolyse.
Leverfunctiestoornissen met reversibele toename van ALAT, AF en bilirubine zijn waargenomen na herhaalde injecties of langdurige infusie. Staak bupivacaïne bij tekenen van matige tot ernstige leverfunctiestoornis.
De kans op toxische reacties neemt toe bij een nierfunctiestoornis. De renale eliminatie wordt versneld door aanzuring van de urine.
Methemoglobinemie is gemeld bij gebruik van lokale anesthetica. Verschijnselen treden onmiddellijk of na enkele uren op en zijn een cyanotische huidverkleuring en abnormale kleur van het bloed. Staak de toediening en behandel direct.
Liposomale dispersie: de fabrikant meldt dat tijdelijk (tot 5 dagen) verlies van sensorische en motorische functies kan optreden, daarom wordt het niet aanbevolen als femorale zenuwblokkade in het geval vroege mobilisatie deel uitmaakt van het herstelplan.
De veiligheid en werkzaamheid zijn niet vastgesteld bij kinderen < 1 jaar; voor de liposomale dispersie niet voor kinderen < 18 jaar als zenuwblokkade en < 6 jaar als veldblokkade.
Overdosering
Symptomen
Als gevolg van overdosering, te snelle absorptie en per abuis gegeven intravasculaire injectie komen ernstige bijwerkingen voor: zowel reacties van het centrale zenuwstelsel en het hart-vaatstelsel. De symptomen van het centrale zenuwstelsel uiten zich als spraakstoornissen, licht gevoel in het hoofd, duizeligheid, toegenomen gehoorscherpte, oorsuizen, visusstoornissen en tremoren, gevolgd door sufheid, convulsies, bewusteloosheid en eventueel ademhalingsstilstand. De cardiovasculaire reacties uiten zich als hypotensie, hartritmestoornissen en depressie van het myocard. Zij kunnen zowel het gevolg zijn van hypoxie, veroorzaakt door convulsies en apneu, als van een direct effect.
Zie voor symptomen en behandeling de monografie op vergiftigingen.info vergiftigingen.info.
Overdosering
Symptomen
Als gevolg van overdosering, te snelle absorptie en per abuis gegeven intravasculaire injectie komen ernstige bijwerkingen voor: zowel reacties van het centrale zenuwstelsel en het hartvaatstelsel. De symptomen van het centrale zenuwstelsel uiten zich als spraakstoornissen, licht gevoel in het hoofd, duizeligheid, toegenomen gehoorscherpte, oorsuizen, visusstoornissen en tremoren, gevolgd door sufheid, convulsies, bewusteloosheid en eventueel ademhalingsstilstand. De cardiovasculaire reacties uiten zich als hypotensie, hartritmestoornissen en depressie van het myocard. Zij kunnen zowel het gevolg zijn van hypoxie, veroorzaakt door convulsies en apneu, als van een direct effect. Na onbedoelde intravasculaire toediening treden toxische verschijnselen snel op, na overdosering verlaat (15–60 minuten na injectie).
Zie voor meer symptomen en de behandeling de monografie bupivacaïne op vergiftigingen.info.
Eigenschappen
Lokaal-anestheticum van het amidetype. Enantiomeer van bupivacaïne en hieraan equipotent. Omdat de sterkte van het bupivacaïneracemaat wordt weergegeven als hydrochloridezout bevat de levobupivacaïne oplossing circa 13% meer actieve bestanddelen vergeleken met bupivacaïne. Werking: binnen 10–15 min. Werkingsduur: afhankelijk van type van blokkade, epiduraal 6–9 uur.
Kinetische gegevens
V d | 0,96 l/kg. |
Metabolisering | uitgebreid in de lever o.a. via CYP3A4 en CYP1A2. |
Eliminatie | als metaboliet met de urine (71%) en de feces (24%). |
T 1/2el | gemiddeld 80 min. |
Uitleg afkortingen
F | biologische beschikbaarheid (fractie van de dosis die in de systemische circulatie verschijnt) |
T max | tijdsduur tot maximale bloedspiegel na toediening |
V d | verdelingsvolume (fictief volume waarin een geneesmiddel zich verdeelt over het lichaam) |
T 1/2 | plasmahalfwaardetijd (tijd die nodig is om een bepaalde plasmaconcentratie te halveren) |
T 1/2el | plasmahalfwaardetijd in de eliminatiefase, terminale halfwaardetijd |
Eigenschappen
Lokaal anestheticum van het amidetype, met anesthetische (bij hoge dosering) en analgetische (bij lage dosering) werking. Bupivacaïne blokkeert natriumkanalen van zenuwcellen, waardoor geen depolarisatie van de zenuwcel kan optreden. Dit verhindert tijdelijk en reversibel de prikkelgeleiding in perifere zenuwbanen.
Werking oplossing: binnen 15–30 min. Werkingsduur: afhankelijk van type van blokkade en de dosering 1–12 uur. In de liposomale dispersie is bupivacaïne ingekapseld in een multivesiculair liposomaal systeem, waaruit het langzaam en gedurende langere tijd wordt afgegeven.
Kinetische gegevens
Resorptie | Liposomale dispersie: plasmaconcentraties zijn detecteerbaar tot 96 uur na lokale infiltratie en tot 120 uur na zenuwblokkade. |
V d | ca. 1,04 l/kg. |
Eiwitbinding | 96% aan α-1-zuur glycoproteïne. |
Metabolisering | in de lever, vooral door CYP3A4 en enigszins door CYP2C19 en CYP2D6. |
Eliminatie | met de urine (ca. 95% als metabolieten). |
T 1/2el | oplossing: bij volwassenen en kinderen > 12 maanden ca. 3 uur; bij pasgeborenen langer. Liposomale dispersie: 11–34 uur. |
Uitleg afkortingen
F | biologische beschikbaarheid (fractie van de dosis die in de systemische circulatie verschijnt) |
T max | tijdsduur tot maximale bloedspiegel na toediening |
V d | verdelingsvolume (fictief volume waarin een geneesmiddel zich verdeelt over het lichaam) |
T 1/2 | plasmahalfwaardetijd (tijd die nodig is om een bepaalde plasmaconcentratie te halveren) |
T 1/2el | plasmahalfwaardetijd in de eliminatiefase, terminale halfwaardetijd |
Groepsinformatie
levobupivacaïne hoort bij de groep anesthetica, lokaal via injectie.
- articaïne/adrenaline (N01BB58) Vergelijk
- bupivacaïne (N01BB01) Vergelijk
- bupivacaïne/adrenaline (N01BB51) Vergelijk
- bupivacaïne/glucose (N01BB01) Vergelijk
- chloorprocaïne (N01BA04) Vergelijk
- lidocaïne (parenteraal) (N01BB02) Vergelijk
- lidocaïne/adrenaline (N01BB52) Vergelijk
- mepivacaïne (N01BB03) Vergelijk
- prilocaïne (N01BB04) Vergelijk
- prilocaïne/felypressine (N01BB54) Vergelijk
- ropivacaïne (N01BB09) Vergelijk
Groepsinformatie
bupivacaïne hoort bij de groep anesthetica, lokaal via injectie.
- articaïne/adrenaline (N01BB58) Vergelijk
- bupivacaïne/adrenaline (N01BB51) Vergelijk
- bupivacaïne/glucose (N01BB01) Vergelijk
- chloorprocaïne (N01BA04) Vergelijk
- levobupivacaïne (N01BB10) Vergelijk
- lidocaïne (parenteraal) (N01BB02) Vergelijk
- lidocaïne/adrenaline (N01BB52) Vergelijk
- mepivacaïne (N01BB03) Vergelijk
- prilocaïne (N01BB04) Vergelijk
- prilocaïne/felypressine (N01BB54) Vergelijk
- ropivacaïne (N01BB09) Vergelijk