Samenstelling
Allerfre
OTC
Bijlage 2
Reckitt Benckiser Nederland bv
- Toedieningsvorm
- Tablet
- Sterkte
- 10 mg
Loratadine
OTC
Bijlage 2
Diverse fabrikanten
- Toedieningsvorm
- Tablet
- Sterkte
- 10 mg
- Toedieningsvorm
- Tablet, omhuld
- Sterkte
- 10 mg
- Toedieningsvorm
- Tablet, orodispergeerbaar
- Sterkte
- 10 mg
De orodispergeerbare tablet bevat tevens sorbitol en aspartaam (0,5 mg/tablet, overeenkomend met 0,25 mg fenylalanine).
Uitleg symbolen
XGVS | Dit geneesmiddel is niet opgenomen in het geneesmiddelen vergoedings systeem (GVS). |
OTC | 'Over the counter', dit geneesmiddel is een zelfzorgmiddel. |
Bijlage 2 | Aan de vergoeding van dit geneesmiddel zijn bepaalde voorwaarden verbonden, die zijn vermeld op bijlage 2 van de Regeling zorgverzekering. |
Aanvullende monitoring | Dit geneesmiddel is onderworpen aan aanvullende monitoring. Extra aandacht wordt gevraagd voor onverwachte bijwerkingen. Meldt u dit via het meldformulier van het Lareb. |
Samenstelling
Promethazine tablet (als hydrochloride) Diverse fabrikanten
- Toedieningsvorm
- Tablet, omhuld
- Sterkte
- 25 mg
Promethazine stroop (als hydrochloride) XGVS Diverse fabrikanten
- Toedieningsvorm
- Stroop
- Sterkte
- 1 mg/ml
- Verpakkingsvorm
- flacon 300 ml
Uitleg symbolen
XGVS | Dit geneesmiddel is niet opgenomen in het geneesmiddelen vergoedings systeem (GVS). |
OTC | 'Over the counter', dit geneesmiddel is een zelfzorgmiddel. |
Bijlage 2 | Aan de vergoeding van dit geneesmiddel zijn bepaalde voorwaarden verbonden, die zijn vermeld op bijlage 2 van de Regeling zorgverzekering. |
Aanvullende monitoring | Dit geneesmiddel is onderworpen aan aanvullende monitoring. Extra aandacht wordt gevraagd voor onverwachte bijwerkingen. Meldt u dit via het meldformulier van het Lareb. |
Advies
Vermijd bij allergische rinitis zoveel mogelijk de prikkels die klachten veroorzaken. Incidentele klachten kunnen medicamenteus behandeld worden met een niet-sederend antihistaminicum (oraal of nasaal) vanwege de snelle werking. Bij intermitterende en milde klachten kan een niet-sederend antihistaminicum (oraal of nasaal) of een nasaal corticosteroïd worden gebruikt. Bij een verstopte neus en bij persisterende en matig-ernstige tot ernstige klachten, gaat de voorkeur uit naar een nasaal corticosteroïd dat bij onvoldoende effect kan worden gecombineerd met een antihistaminicum (oraal niet-sederend of nasaal). Faalt ook de combinatietherapie en zijn de klachten ernstig, dan kan een allergeen-specifieke immunotherapie in aanmerking komen, na zorgvuldige afweging van de voor- en nadelen samen met de patiënt.
Bij een allergische conjunctivitis geven oogdruppels met een antihistaminicum veelal verlichting van de klachten. Voeg bij hardnekkige en hevige conjunctivitisklachten, prednisolon-oogdruppels toe (max. 3 dagen). Bij hevige klachten aan de oogleden, kan aanbrengen van hydrocortisoncrème gedurende enkele dagen effectief zijn. Overweeg bij frequent recidiverende conjunctivitis een onderhoudsbehandeling met een antihistaminicum-oogdruppel; combineer met een (‘niet-sederend’) oraal antihistaminicum bij onvoldoende effect. Behandel een rinoconjunctivitis in eerste instantie met een corticosteroïdneusspray, aangezien de oogklachten hierdoor vaak al afnemen.
Offlabel: De aanpak bij chronische jeuk van onbekende oorsprong is gericht op symptoombestrijding. Lokale indifferente middelen hebben een verzachtende, verkoelende en jeukstillende werking. Voeg eventueel levomenthol en/of een lokaal anestheticum toe. Start orale antihistaminica bij onvoldoende effect. Bij falen van lokale middelen en orale antihistaminica kunnen in de tweedelijnszorg enkele andere opties overwogen worden.
Vermijd bij urticaria in eerste instantie uitlokkende factoren indien bekend. Start bij jeuk bij urticaria met lokale anti-jeukmiddelen. Geef vervolgens een tweedegeneratie-antihistaminicum, bij voorkeur levocetirizine of desloratadine en verdubbel de dosering bij onvoldoende effect. Overweeg bij aanhoudende, ernstige klachten van acute urticaria bij volwassenen ondanks een dubbele dosering antihistaminicum, eenmalig een kuur prednisolon. Doseer bij chronische spontane urticaria in de tweedelijnszorg tweedegeneratie-antihistaminica tot viermaal de geregistreerde dosis. Bij onvoldoende effect, overweeg als zijstap om te switchen tussen tweedegeneratie-antihistaminica, de toevoeging van montelukast en/of een korte kuur orale corticosteroïden. Vervolgens kan omalizumab en/of ciclosporine worden overwogen.
Aan de vergoeding van loratadine zijn voorwaarden verbonden, zie Regeling zorgverzekering, bijlage 2.
Advies
Promethazine dient niet aan kinderen < 2 jaar gegeven te worden (o.a. vanwege een mogelijk verband met het 'sudden infant death syndrome') of aan ouderen vanwege de anticholinerge bijwerkingen.
Vermijd bij allergische rinitis zoveel mogelijk de prikkels die klachten veroorzaken. Incidentele klachten kunnen medicamenteus behandeld worden met een niet-sederend antihistaminicum (oraal of nasaal) vanwege de snelle werking. Bij intermitterende en milde klachten kan een niet-sederend antihistaminicum (oraal of nasaal) of een nasaal corticosteroïd worden gebruikt. Bij een verstopte neus en bij persisterende en matig-ernstige tot ernstige klachten, gaat de voorkeur uit naar een nasaal corticosteroïd dat bij onvoldoende effect kan worden gecombineerd met een antihistaminicum (oraal niet-sederend of nasaal). Faalt ook de combinatietherapie en zijn de klachten ernstig, dan kan een allergeen-specifieke immunotherapie in aanmerking komen, na zorgvuldige afweging van de voor- en nadelen samen met de patiënt.
Vanwege meer kans op sedatie en interacties bij gebruik van een sederend antihistaminicum, gaat de voorkeur uit naar een niet-sederend antihistaminicum. Het gebruik van een sederend antihistaminicum wordt afgeraden.
Voor de preventie of behandeling van reisziekte hebben niet-medicamenteuze adviezen de voorkeur boven medicamenteuze behandeling. Als niet-medicamenteuze adviezen onvoldoende helpen kan bij relatief ernstige, aanhoudende klachten een licht-sederend antihistaminicum (zoals cyclizine, cinnarizine of meclozine) overwogen worden. Bewijs voor de effectiviteit bij reisziekte is echter zeer beperkt, om deze reden wordt gebruik bij kinderen ontraden. Transdermale scopolamine kan worden overwogen bij volwassenen, indien langdurige preventie van reisziekte (zoals tijdens een lange zeereis) gewenst is.
Het gebruik van promethazine bij reisziekte wordt ontraden vanwege sterk sederende eigenschappen.
Offlabel: De aanpak bij chronische jeuk van onbekende oorsprong is gericht op symptoombestrijding. Lokale indifferente middelen hebben een verzachtende, verkoelende en jeukstillende werking. Voeg eventueel menthol en/of een lokaal anestheticum toe. Start orale antihistaminica bij onvoldoende effect. Bij falen van lokale middelen en orale antihistaminica kunnen in de tweedelijnszorg enkele andere opties overwogen worden.
Vermijd bij urticaria in eerste instantie uitlokkende factoren indien bekend. Start bij jeuk bij urticaria met lokale anti-jeukmiddelen. Geef vervolgens een tweedegeneratie-antihistaminicum, bij voorkeur levocetirizine of desloratadine en verdubbel de dosering bij onvoldoende effect. Overweeg bij aanhoudende, ernstige klachten van acute urticaria bij volwassenen ondanks een dubbele dosering antihistaminicum, eenmalig een kuur prednisolon. Doseer bij chronische spontane urticaria in de tweedelijnszorg tweedegeneratie-antihistaminica tot viermaal de geregistreerde dosis. Bij onvoldoende effect, overweeg als zijstap om te switchen tussen tweedegeneratie-antihistaminica, de toevoeging van montelukast en/of een korte kuur orale corticosteroïden. Vervolgens kan omalizumab en/of ciclosporine worden overwogen.
Eerstegeneratie-antihistaminica (clemastine, dimetindeen, hydroxyzine en promethazine) kunnen kortdurend worden toegevoegd bij verstoring van de nachtrust door hevige jeuk bij urticaria bij volwassenen.
Indicaties
- Verlichting van symptomen van allergische rinitis.
- Symptomatische behandeling van chronische urticaria.
Gerelateerde informatie
Indicaties
- Allergische aandoeningen.
- Reisziekte.
Gerelateerde informatie
Doseringen
Symptomatische behandeling allergische rinitis of chronische urticaria:
Volwassenen en kinderen vanaf 6 jaar met een lichaamgewicht > 30 kg:
10 mg 1×/dag.
Kinderen 2–6 jaar:
Lichaamsgewicht ≤ 30 kg: 5 mg 1×/dag.
Lichaamsgewicht > 30 kg: 10 mg 1×/dag.
Bij leverinsufficiëntie: bij een milde of matige leverfunctiestoornis is aanpassing van de dosering niet nodig. Bij ernstige leverfunctiestoornis bij volwassenen en kinderen met lichaamsgewicht > 30 kg: aanvankelijk 10 mg elke 2 dagen; bij kinderen met lichaamsgewicht ≤ 30 kg: aanvankelijk 5 mg elke 2 dagen.
Bij nierfunctiestoornis: is aanpassing van de dosis niet nodig.
Bij ouderen: is aanpassing van de dosis niet nodig.
Toedieningsinformatie: de orodispergeerbare tablet op de tong houden tot deze volledig is opgelost.
Doseringen
Allergische aandoeningen
Volwassenen
Oraal: 15–150 mg per dag in verdeelde doses tijdens de maaltijden en 1–2 uur voor het slapen gaan. De laagste nog effectieve dosering kiezen.
Kinderen > 2 jaar
Oraal: 0,2 mg/kg lichaamsgewicht 2–4×/dag.
Reisziekte
Volwassenen en kinderen > 8 jaar
Oraal: 25 mg ½–1 uur voor vertrek, zo nodig na 8 uur herhalen.
Kinderen 2–7 jaar
Oraal: 0,2 mg/kg lichaamsgewicht 1 uur voor vertrek, zo nodig na 6–8 uur herhalen.
De tabletten in zijn geheel innemen met wat water.
Bijwerkingen
Vaak (1-10%): slaperigheid. Bij kinderen: hoofdpijn, zenuwachtigheid, vermoeidheid.
Soms (0,1-1%): hoofdpijn, slapeloosheid. Toegenomen eetlust.
Zeer zelden (< 0,01%): overgevoeligheidsreacties (inclusief angio-oedeem en anafylaxie). Tachycardie, palpitaties. Duizeligheid, convulsies. Vermoeidheid. Droge mond, misselijkheid, gastritis. Huiduitslag, alopecia. Abnormale leverfuncties.
Verder is gemeld: gewichtstoename.
Bijwerkingen
Soms (0,1-1%): sedatie, slaperigheid, duizeligheid, gestoord coördinatievermogen, 'restless legs'. Accommodatiestoornissen. Hypotensie. Maag-darmstoornissen, anorexia, droge mond. Fotosensibilisatie. Spierslapte. Mictiestoornissen.
Zelden (0,01-0,1%) : agranulocytose, leukopenie, hemolytische anemie.
Zeer zelden (< 0,01%): trombocytopenische purpura. Geelzucht.
Verder zijn gemeld: extrapiramidale verschijnselen (bij hoge doses), narcolepsie, verminderde concentratie. Anticholinergisch syndroom. Ventriculaire tachycardie, bradycardie, lichte voorbijgaande bloeddrukstijging. Apathie. Moeheid. Angio-oedeem. Urticaria. Droge neus. Misselijkheid, braken.
Vooral bij kinderen: paradoxale stimulatie met slapeloosheid, nervositeit, tachycardie, tremoren en convulsies. Hallucinaties (bij hoge doses).
Interacties
Antihistaminica beïnvloeden immunotherapie bij allergie.
Interacties
In combinatie met adrenaline kan een bloeddrukdaling optreden in plaats van een bloeddrukverhoging; dit is niet het geval bij noradrenaline, dopamine of fenylefrine. Promethazine kan het hypotensieve effect van sommige antihypertensiva versterken.
Comedicatie met geneesmiddelen met een anticholinerge werking zoals sommige antidepressiva versterkt het anticholinerg effect. Alcohol en andere centraal dempende stoffen versterken de centrale werking van antihistaminica.
Antihistaminica beïnvloeden immunotherapie bij allergie.
Zwangerschap
Antihistaminica passeren de placenta.
Teratogenese: Zowel bij de mens als bij dieren geen aanwijzingen voor schadelijkheid.
Advies: Kan worden gebruikt. Bij vrouwen met fenylketonurie is het gebruik van preparaten die aspartaam bevatten (orodispergeerbare tablet) gecontra-indiceerd.
Zwangerschap
Promethazine passeert de placenta.
Teratogenese: Geen aanwijzingen voor schadelijkheid.
Farmacologisch effect: Hoge doseringen aan het eind van de zwangerschap geven kans op extrapiramidale stoornissen bij de pasgeborene. Bij toediening vlak voor de partus bestaat gevaar van neonatale ademhalingsdepressie.
Advies: Kan in een lage dosering worden gebruikt. Niet gebruiken vlak voor de partus vanwege neonatale ademhalingsdepressie.
Lactatie
Overgang in de moedermelk: Ja, in kleine hoeveelheden. Preparaten die aspartaam bevatten: de metabolieten, inclusief fenylalanine, gaan in geringe mate over in de moedermelk.
Advies: Kan waarschijnlijk veilig worden gebruikt. Bij kinderen met fenylketonurie dient de moeder in de periode van het geven van borstvoeding geen preparaten die aspartaam bevatten (orodispergeerbare tablet) te gebruiken.
Lactatie
Overgang in de moedermelk: Ja.
Farmacologisch effect: Gebruik bij jonge kinderen zelf is gecontra-indiceerd vanwege het risico van sedatie, ademhalingsdepressie en de associatie met Sudden Infant Death Syndrome (SIDS ofwel wiegendood); apneu of SIDS is niet gemeld na het geven van borstvoeding.
Advies: Het gebruik van dit geneesmiddel óf het geven van borstvoeding ontraden.
Contra-indicaties
Er zijn van dit middel geen klinisch relevante contra-indicaties bekend.
Contra-indicaties
- acute astma-aanval;
- epilepsie;
- coma;
- overgevoeligheid voor fenothiazinen;
- kinderen jonger dan 2 jaar (incl. prematuren en neonaten).
Waarschuwingen en voorzorgen
Wees terughoudend bij ernstige leveraandoeningen; indien toch toegepast de dosering verlagen, zie rubriek Dosering.
Bij patiënten met fenylketonurie de hoeveelheid overeenkomende fenylalanine in de orodispergeerbare tabletten doorberekenen in het voedingsvoorschrift.
Antihistaminica beïnvloeden de uitslagen van allergietesten; bij een allergietest moet het gebruik van loratadine ten minste 48 uur vóór de test worden gestaakt.
De hulpstof propyleenglycol kan bij langdurig systemisch gebruik en/of hoge doses ernstige bijwerkingen hebben, vooral bij een verlaagd metabolisme ervan, zoals bij jonge kinderen. Er gelden doseringslimieten; zie de informatie van de EMA: Questions and answers on propylene glycol hierover.
De werkzaamheid en veiligheid zijn niet vastgesteld bij kinderen < 2 jaar.
Dit middel kan invloed hebben op de rijvaardigheid en het vermogen om machines te bedienen. Raadpleeg ‘Rij Veilig met Medicijnen’ van het IVM.
Waarschuwingen en voorzorgen
Wees voorzichtig bij cardiovasculaire aandoeningen, leveraandoeningen, ulcus pepticum, prostaathypertrofie en urineretentie.
Wees tevens voorzichtig bij kinderen met slaapapneu (in de voorgeschiedenis), bij het vóorkomen van wiegendood ('sudden infant death') in het gezin, bij kinderen die minder gemakkelijk spontaan wakker worden en bij acuut zieke of gedehydreerde kinderen (in verband met een verhoogde incidentie van dystonie) of bij verschijnselen van het syndroom van Reye. Wees terughoudend bij kinderen < 6 jaar vanwege kanstoename van neuropsychiatrische bijwerkingen.
Dit middel kan door pupilverwijding de oogdruk verhogen en een aanval van acuut glaucoom veroorzaken.
Antihistaminica beïnvloeden de uitslagen van allergietesten.
Hulpstof: Saccharose, in de drank, kan bij gebruik ≥ 2 weken de tanden beschadigen. Wees voorzichtig bij diabetes mellitus, vanwege het suikergehalte.
Dit middel kan invloed hebben op de rijvaardigheid en het vermogen om machines te bedienen. Raadpleeg ‘Rij Veilig met Medicijnen’ van het IVM.
Overdosering
Symptomen
slaperigheid, hoofdpijn en tachycardie.
Zie voor symptomen en behandeling de stofmonografie loratadine op vergiftigingen.info.
Overdosering
Symptomen
Bij kinderen vaak aanvankelijk stimulatie (zich uitend in opwinding, agitatie, agressie, (visuele) hallucinaties, tremoren, myoklonieën, convulsies, hyperthermie) en daarna depressie van het centrale zenuwstelsel (met uiteindelijk ernstige hypotensie en diep coma). Tachycardie komt regelmatig voor. Bij volwassenen komt initieel vaker depressie van het centrale zenuwstelsel voor (met o.a. convulsies, delier, cardiovasculaire symptomen (hyper- of hypotensie, tachycardie, aritmieën), ademhalingsdepressie, hypothermie), gevolgd door stimulatie (onrust, agitatie, verwardheid, hyperreflexie). Versterking van het anticholinerg effect, met bv. mydriase, droge slijmvliezen en huid, flushing, koorts, misselijkheid, braken, vertraagde maagontlediging, ileus en urineretentie. Daarnaast is het neuroleptisch maligne syndroom mogelijk.
Zie voor meer informatie over symptomen en behandeling de monografie promethazine via vergiftigingen.info of op toxicologie.org/promethazine.
Eigenschappen
H1-receptorantagonist zonder uitgesproken sederende of anticholinerge werking (geen centraal aangrijpingspunt) bij een dosis van 10 mg/dag. De werking treedt binnen 1-3 uur in, is maximaal binnen 8-12 uur en houdt ten minste 24 uur aan.
Kinetische gegevens
Resorptie | snel en praktisch volledig. Belangrijk 'first pass'-effect. |
T max | 1–2 uur (loratadine), 2–4 uur (actieve metaboliet). |
Eiwitbinding | 97–99% (loratadine). |
Metabolisering | in de lever via CYP3A4 en CYP2D6 tot o.a. actief desloratadine. |
Eliminatie | met de urine 40% en feces 42%, vnl. als geconjugeerde metabolieten. Hemodialyse verwijdert loratadine niet uit de circulatie. |
T 1/2el | ca. 8 uur (loratadine), ca. 28 uur (actieve metaboliet); bij chronische (alcoholische) leveraandoeningen zijn deze verlengd tot resp. ca. 24 en 37 uur. |
Uitleg afkortingen
F | biologische beschikbaarheid (fractie van de dosis die in de systemische circulatie verschijnt) |
T max | tijdsduur tot maximale bloedspiegel na toediening |
V d | verdelingsvolume (fictief volume waarin een geneesmiddel zich verdeelt over het lichaam) |
T 1/2 | plasmahalfwaardetijd (tijd die nodig is om een bepaalde plasmaconcentratie te halveren) |
T 1/2el | plasmahalfwaardetijd in de eliminatiefase, terminale halfwaardetijd |
Eigenschappen
Fenothiazinederivaat. Sterkwerkend H1–receptorblokkerend antihistaminicum met een centraal aangrijpingspunt, heeft sterke sederende, anticholinerge en anti-emetische eigenschappen. Werking: na 20 min. Werkingsduur: 6–12 uur (antihistamine), 2–8 uur (sedatie).
Kinetische gegevens
Resorptie | goed (ca. 80%). |
F | ca. 25% (vanwege groot 'first pass'-effect). |
V d | ca. 13 l/kg. |
Eiwitbinding | ca. 80% . |
Metabolisering | in de lever tot sulfoxide-metaboliet en in mindere mate tot glucuroniden. De metabolieten zijn farmacologisch inactief. |
Eliminatie | voornamelijk in de vorm van metabolieten met urine en feces. Hemodialyse en hemoperfusie zijn niet effectief in het verwijderen van promethazine. |
T 1/2el | 7–14 uur. |
Uitleg afkortingen
F | biologische beschikbaarheid (fractie van de dosis die in de systemische circulatie verschijnt) |
T max | tijdsduur tot maximale bloedspiegel na toediening |
V d | verdelingsvolume (fictief volume waarin een geneesmiddel zich verdeelt over het lichaam) |
T 1/2 | plasmahalfwaardetijd (tijd die nodig is om een bepaalde plasmaconcentratie te halveren) |
T 1/2el | plasmahalfwaardetijd in de eliminatiefase, terminale halfwaardetijd |
Groepsinformatie
loratadine hoort bij de groep antihistaminica, systemisch.
- acrivastine (R06AX18) Vergelijk
- cetirizine (R06AE07) Vergelijk
- chloorcyclizine/cinnarizine (N07CA52) Vergelijk
- cinnarizine (N07CA02) Vergelijk
- clemastine (R06AA04) Vergelijk
- cyclizine (R06AE03) Vergelijk
- desloratadine (R06AX27) Vergelijk
- dimetindeen (R06AB03) Vergelijk
- doxylamine/pyridoxine (R06AA59) Vergelijk
- ebastine (R06AX22) Vergelijk
- fexofenadine (R06AX26) Vergelijk
- hydroxyzine (N05BB01) Vergelijk
- ketotifen (oraal) (R06AX17) Vergelijk
- levocetirizine (R06AE09) Vergelijk
- meclozine (R06AE05) Vergelijk
- meclozine/pyridoxine (R06AE55) Vergelijk
- mizolastine (R06AX25) Vergelijk
- promethazine (R06AD02) Vergelijk
- rupatadine (R06AX28) Vergelijk
Groepsinformatie
promethazine hoort bij de groep antihistaminica, systemisch.
- acrivastine (R06AX18) Vergelijk
- cetirizine (R06AE07) Vergelijk
- chloorcyclizine/cinnarizine (N07CA52) Vergelijk
- cinnarizine (N07CA02) Vergelijk
- clemastine (R06AA04) Vergelijk
- cyclizine (R06AE03) Vergelijk
- desloratadine (R06AX27) Vergelijk
- dimetindeen (R06AB03) Vergelijk
- doxylamine/pyridoxine (R06AA59) Vergelijk
- ebastine (R06AX22) Vergelijk
- fexofenadine (R06AX26) Vergelijk
- hydroxyzine (N05BB01) Vergelijk
- ketotifen (oraal) (R06AX17) Vergelijk
- levocetirizine (R06AE09) Vergelijk
- loratadine (R06AX13) Vergelijk
- meclozine (R06AE05) Vergelijk
- meclozine/pyridoxine (R06AE55) Vergelijk
- mizolastine (R06AX25) Vergelijk
- rupatadine (R06AX28) Vergelijk