Samenstelling

Zie voor hulpstoffen de productinformatie van CBG/EMA of raadpleeg een apotheker.

Opsumit Bijlage 2 Janssen-Cilag bv

Toedieningsvorm
Tablet, omhuld
Sterkte
10 mg

Uitleg symbolen

XGVS Dit geneesmiddel is niet opgenomen in het geneesmiddelen vergoedings systeem (GVS).
OTC 'Over the counter', dit geneesmiddel is een zelfzorgmiddel.
Bijlage 2 Aan de vergoeding van dit geneesmiddel zijn bepaalde voorwaarden verbonden, die zijn vermeld op bijlage 2 van de Regeling zorgverzekering.
Aanvullende monitoring Dit geneesmiddel is onderworpen aan aanvullende monitoring. Extra aandacht wordt gevraagd voor onverwachte bijwerkingen. Meldt u dit via het meldformulier van het Lareb.

Advies

Pulmonale hypertensie (PH) is een zeldzame, complexe aandoening die vraagt om een specialistische, multidisciplinaire behandeling. Verschillende oorzaken kunnen ten grondslag liggen aan de ontwikkeling van PH. Het doel van de behandeling is verbetering van de kwaliteit van leven, remming van de ziekteprogressie en het voorkómen van een longtransplantatie. Endotheline-antagonisten, fosfodi-esterase-5-remmers, prostacycline-analogen, en de guanylaatcyclasestimulator riociguat worden vooral ingezet bij pulmonale arteriële hypertensie (PAH; klinische classificatie PH groep 1), en (offlabel) bij chronische trombo-embolische pulmonale hypertensie (CTEPH, groep 4). Bij de keuze van het geneesmiddel spelen naast de ernst van de ziekte ook individuele patiëntgerichte factoren een rol. Combineren van middelen is meestal zinvol.

Aan de vergoeding van macitentan zijn voorwaarden verbonden, zie Regeling zorgverzekering, bijlage 2.

Indicaties

  • Langdurige behandeling van volwassenen met pulmonale arteriële hypertensie (PAH) WHO-functionele-klasse II of III.

Werkzaamheid is aangetoond in idiopathische en erfelijke PAH, aan bindweefselaandoeningen gerelateerde PAH en PAH gerelateerd aan gecorrigeerde ongecompliceerde congenitale hartziekte.

Gerelateerde informatie

Doseringen

Klap alles open Klap alles dicht

Pulmonale arteriële hypertensie

Volwassenen (incl. ouderen > 65 j.)

10 mg 1×/dag; tablet dagelijks op ongeveer dezelfde tijd innemen.

Verminderde leverfunctie: Geen dosisaanpassing nodig bij een lichte leverfunctiestoornis; gebruik bij een matig gestoorde leverfunctie wordt ontraden en gebruik bij een ernstige leverfunctiestoornis of bij uitgangswaarden van aspartaat-aminotransferase (ASAT) en/of alanine-aminotransferase (ALAT) > 3× ULN is gecontra-indiceerd.

Verminderde nierfunctie: Geen dosisaanpassing nodig. Er is geen klinische ervaring bij een ernstige nierfunctiestoornis; macitentan niet gebruiken bij dialyse.

Toediening: De tablet heel doorslikken met water, dagelijks op ongeveer hetzelfde tijdstip. Bij een gemiste dosis, deze zo spoedig mogelijk alsnog innemen, vervolgens volgende dosis op het normale tijdstip innemen. Geen dubbele dosis nemen om een vergeten dosis in te halen.

Bijwerkingen

Zeer vaak (> 10%): nasofaryngitis, bronchitis. Anemie, daling van de hemoglobineconcentratie. Hoofdpijn. Oedeem, vochtretentie.

Vaak (1-10%): faryngitis, influenza, neusverstopping. Urineweginfectie. Hypotensie. Leukopenie, trombocytopenie. Stijging van transaminasewaarden.

Soms (0,1-1%): overgevoeligheidsreacties (bv. angio-oedeem, jeuk, huiduitslag).

Interacties

Macitentan is substraat voor CYP3A4 en in geringe mate voor CYP2C8, CYP2C9 en CYP2C19.

Combinatie met krachtige CYP3A4-inductoren (rifampicine, sint-janskruid, carbamazepine, fenytoïne) vermijden vanwege een mogelijk verminderde werkzaamheid van macitentan.

Voorzichtig zijn bij combinatie met krachtige CYP3A4-remmers (itraconazol, ketoconazol, voriconazol, claritromycine, ritonavir).

Wees tevens voorzichtig bij combinatie met matig sterke remmers van zowel CYP3A4 als CYP2C9 (bv. fluconazol, amiodaron) of bij gebruik van macitentan met een combinatie van een matig sterke remmer van CYP3A4 (bv. ciprofloxacine, ciclosporine, diltiazem, erytromycine, verapamil) én een matig sterke remmer van CYP2C9 (bv. miconazol).

Zwangerschap

Teratogenese: Bij de mens, onvoldoende gegevens. Bij dieren schadelijk gebleken.

Farmacologisch effect: Bij dieren cardiovasculaire afwijkingen en fusieafwijkingen van de onderkaakboog.

Advies: Gebruik is gecontra-indiceerd.

Vruchtbaarheid: Macitentan kan een nadelig effect op de spermatogenese hebben.

Overig: Voor aanvang van de behandeling, zwangerschap uitsluiten. Een vruchtbare vrouw dient adequate anticonceptieve maatregelen te nemen gedurende en tot ten minste 1 maand na de therapie. Een maandelijkse zwangerschapstest tijdens de behandeling wordt aanbevolen.

Lactatie

Overgang in de moedermelk: Ja, bij dieren. Bij de mens onbekend.

Advies: Het gebruik van dit geneesmiddel of het geven van borstvoeding is gecontra-indiceerd.

Contra-indicaties

  • ernstig verminderde leverfunctie (met of zonder cirrose);
  • uitgangswaarden van aspartaat-aminotransferase (ASAT) en/of alanine-aminotransferase (ALAT) > 3× ULN;
  • overgevoeligheid voor soja.

Zie voor meer contra-indicaties de rubrieken Zwangerschap en Lactatie.

Waarschuwingen en voorzorgen

Abnormale leverfuncties zijn in verband gebracht met endothelinereceptorantagonisten en pulmonale arteriële hypertensie. Macitentan is gecontra-indiceerd bij ernstige leverfunctiestoornissen; niet toepassen bij matig ernstig gestoorde leverfunctie. Bepaal vóór het begin van de behandeling de leverenzymwaarden. Controleer tijdens de behandeling op verschijnselen van leverschade en maandelijkse controle van ALAT en ASAT wordt aanbevolen. Staak de behandeling bij aanhoudende, onverklaarbare, klinisch relevante verhogingen van aminotransferasen of als tevens een verhoging van bilirubine > 2× ULN aanwezig is of bij klinische verschijnselen van een leverbeschadiging (bv. geelzucht). Hervat eventueel de behandeling in overleg met een hepatoloog, bij patiënten die niet eerder klinische verschijnselen van leverbeschadiging hebben gehad en als de waarden weer binnen de normale grenzen vallen.

Een afname in de hemoglobineconcentratie is mogelijk en stabiliseert zich dan na de eerste 4–12 weken van de behandeling; soms kan echter ernstige anemie ontstaan die bloedtransfusies noodzakelijk maakt. Start de behandeling niet bij ernstige anemie. Controleer de hemoglobineconcentratie vóór aanvang van de therapie en tijdens de behandeling op basis van het klinisch beeld.

Bij pulmonale veno-occlusieve aandoeningen is grote voorzichtigheid geboden in verband met de kans op een levensbedreigend oedeem.

Bij nierfunctiestoornis is er meer kans op hypotensie of anemie; overweeg (extra) controle van Hb en bloeddruk. Niet gebruiken bij dialyse vanwege onvoldoende ervaring.

De veiligheid en werkzaamheid bij kinderen zijn niet vastgesteld.

Overdosering

Neem voor informatie over een vergiftiging met macitentan contact op met het Nationaal Vergiftigingen Informatie Centrum.

Eigenschappen

Macitentan is een endothelinereceptorantagonist, actief voor zowel ETA- als ETB-receptoren. In vitro is macitentan circa 100× selectiever voor ETA dan voor ETB. Macitentan vertoont een hoge affiniteit en langdurige bezetting van de ET-receptoren in humane gladde spiercellen van de longarterie. Dit voorkomt endotheline-gemedieerde activering van tweede boodschappersystemen die leidt tot vasoconstrictie en proliferatie van de gladde spiercellen.

Kinetische gegevens

T max ca. 8 uur.
V d ca. 0,71 l/kg (macitentan), ca. 0,57 l/kg (actieve metaboliet).
Eiwitbinding > 99% (vnl. aan albumine, in mindere mate aan α1-zuur glycoproteïne).
Metabolisering wordt in de lever omgezet, grotendeels door CYP3A4 (ca. 99%) en in geringe mate door CYP2C8, CYP2C9 en CYP2C19, in één actieve metaboliet en verder in enkele inactieve metabolieten. De actieve metaboliet is circa 5× minder werkzaam dan macitentan.
Eliminatie ca. 50% via de urine als metabolieten.
T 1/2el ca. 16 uur (macitentan), ca. 48 uur (actieve metaboliet).

Uitleg afkortingen

F biologische beschikbaarheid (fractie van de dosis die in de systemische circulatie verschijnt)
T max tijdsduur tot maximale bloedspiegel na toediening
V d verdelingsvolume (fictief volume waarin een geneesmiddel zich verdeelt over het lichaam)
T 1/2 plasmahalfwaardetijd (tijd die nodig is om een bepaalde plasmaconcentratie te halveren)
T 1/2el plasmahalfwaardetijd in de eliminatiefase, terminale halfwaardetijd

Groepsinformatie

macitentan hoort bij de groep endotheline-antagonisten.