Samenstelling
Forlax
OTC
Bijlage 2
Ipsen Farmaceutica bv
- Toedieningsvorm
- Poeder voor drank
- Sterkte
- 10 g
- Verpakkingsvorm
- sachet à 10 g
Forlax Junior
Bijlage 2
Ipsen Farmaceutica bv
- Toedieningsvorm
- Poeder voor drank
- Sterkte
- 4 g
- Verpakkingsvorm
- sachet à 4 g
Macrogol
OTC
Bijlage 2
Diverse fabrikanten
- Toedieningsvorm
- Poeder voor drank
- Sterkte
- 10 g
- Verpakkingsvorm
- sachet à 10 g
Macrogol
Bijlage 2
Diverse fabrikanten
- Toedieningsvorm
- Poeder voor drank
- Sterkte
- 4 g
- Verpakkingsvorm
- sachet à 4 g
Uitleg symbolen
XGVS | Dit geneesmiddel is niet opgenomen in het geneesmiddelen vergoedings systeem (GVS). |
OTC | 'Over the counter', dit geneesmiddel is een zelfzorgmiddel. |
Bijlage 2 | Aan de vergoeding van dit geneesmiddel zijn bepaalde voorwaarden verbonden, die zijn vermeld op bijlage 2 van de Regeling zorgverzekering. |
Aanvullende monitoring | Dit geneesmiddel is onderworpen aan aanvullende monitoring. Extra aandacht wordt gevraagd voor onverwachte bijwerkingen. Meldt u dit via het meldformulier van het Lareb. |
Samenstelling
Importal (monohydraat) Navamedic
- Toedieningsvorm
- Drank 'Multidose'
- Sterkte
- 667 mg/ml
- Verpakkingsvorm
- 500 ml
- Toedieningsvorm
- Poeder
- Sterkte
- 10 g
- Verpakkingsvorm
- sachet
Uitleg symbolen
XGVS | Dit geneesmiddel is niet opgenomen in het geneesmiddelen vergoedings systeem (GVS). |
OTC | 'Over the counter', dit geneesmiddel is een zelfzorgmiddel. |
Bijlage 2 | Aan de vergoeding van dit geneesmiddel zijn bepaalde voorwaarden verbonden, die zijn vermeld op bijlage 2 van de Regeling zorgverzekering. |
Aanvullende monitoring | Dit geneesmiddel is onderworpen aan aanvullende monitoring. Extra aandacht wordt gevraagd voor onverwachte bijwerkingen. Meldt u dit via het meldformulier van het Lareb. |
Advies
Adviseer bij obstipatie in eerste instantie voldoende inname van vocht en vezels, en voldoende beweging. Indien een dieet met extra vezels niet volstaat, is psyllium een alternatief. Bij de medicamenteuze behandeling van functionele obstipatie is een osmotisch laxans eerste keus. Verhoog bij onvoldoende effect zo nodig tot de maximale dosering of combineer met, of schakel over op een contactlaxans of ander osmotisch laxans. Overweeg als defecatie 3 dagen uitblijft ondanks optimale orale therapie, rectale medicatie ter lediging van het rectum. Fecale impactie kan medicamenteus of manueel worden verwijderd. Als medicatie de voorkeur heeft, overweeg een (micro)klysma of een hoge dosis macrogol (met of zonder elektrolyten).
Bij keuze voor een osmotisch laxans zijn in de eerstelijnszorg macrogol (met of zonder elektrolyten) en lactulose eerste keus. Voor toepassing bij kinderen heeft macrogol (met of zonder elektrolyten) de voorkeur. Bij obstipatie in de palliatieve fase zijn macrogol en magnesiumhydroxide eerste keus.
Overweeg bij ernstige obstipatie in de palliatieve fase, niet reagerend op oraal of rectaal toegediende laxantia, eenmalig colonlavage met macrogol (in hoge dosering), magnesiumsulfaat, picozwavelzuur/magnesiumoxide/citroenzuur of natrium-/kalium-/magnesiumsulfaat.
Bij fecale impactie bij kinderen heeft een hoge dosis macrogol de voorkeur boven een klysma, omdat dit minder belastend is voor het kind.
De behandeling van het prikkelbaredarmsyndroom (PDS) is vooral niet-medicamenteus. Alle behandelingen zijn slechts bij een deel van de patiënten effectief. Bij PDS waarbij obstipatie op de voorgrond staat (PDS-C), zijn de medicamenteuze opties het gebruik van laxantia en bij onvoldoende effect linaclotide. Bij PDS waarbij diarree op de voorgrond staat (PDS-D), zijn de medicamenteuze opties volumevergrotende laxantia en als symptomatische behandeling een onderhoudsdosering met loperamide. Bij PDS waarbij pijnklachten op de voorgrond staan, kunnen paracetamol en pepermuntolie worden overwogen. Bij alle vormen van PDS kan als laatste stap bij uitzondering een antidepressivum worden overwogen, naast de psychologische behandeling van een eventuele onderliggende stemmingsstoornis.
Aan de vergoeding van macrogol zijn voorwaarden verbonden, zie Regeling zorgverzekering, bijlage 2.
Advies
Adviseer bij obstipatie in eerste instantie voldoende inname van vocht en vezels, en voldoende beweging. Indien een dieet met extra vezels niet volstaat, is psyllium een alternatief. Bij de medicamenteuze behandeling van functionele obstipatie is een osmotisch laxans eerste keus. Verhoog bij onvoldoende effect zo nodig tot de maximale dosering of combineer met, of schakel over op een contactlaxans of ander osmotisch laxans. Overweeg als defecatie 3 dagen uitblijft ondanks optimale orale therapie, rectale medicatie ter lediging van het rectum. Fecale impactie kan medicamenteus of manueel worden verwijderd. Als medicatie de voorkeur heeft, overweeg een (micro)klysma of een hoge dosis macrogol (met of zonder elektrolyten).
Bij keuze voor een osmotisch laxans zijn in de eerstelijnszorg macrogol (met of zonder elektrolyten) en lactulose eerste keus. Voor toepassing bij kinderen heeft macrogol (met of zonder elektrolyten) de voorkeur. Bij obstipatie in de palliatieve fase zijn macrogol en magnesiumhydroxide eerste keus.
Lactitol is een alternatief voor lactulose omdat het een synthetisch derivaat is van lactulose. Het heeft op basis van kosten niet de voorkeur.
Indicaties
- Forlax: symptomatische behandeling van obstipatie bij volwassenen en kinderen ≥ 8 jaar.
- Forlax Junior: symptomatische behandeling van obstipatie bij kinderen vanaf 6 maanden tot 8 jaar.
Gerelateerde informatie
Indicaties
- Obstipatie;
- Hepatische encefalopathie: ter behandeling en preventie van (pre)coma hepaticum.
Gerelateerde informatie
Doseringen
Obstipatie
Volwassenen en kinderen ≥ 8 jaar
1–2 sachets per dag, bij voorkeur in één enkele dosis innemen 's ochtends. De dagelijkse dosis aanpassen aan het klinische effect; de dosis kan ook om de dag worden gegeven (vooral bij kinderen).
Kinderen van ½ tot 1 jaar
1 sachet 'Junior' per dag, bij voorkeur 's ochtends.
Kinderen van 1 tot 4 jaar
1–2 sachets 'Junior' per dag. Bij 1 sachet inname bij voorkeur 's ochtends; bij 2 sachets 's ochtends 1 en 's avonds 1 sachet.
Kinderen van 4 tot 8 jaar
2–4 sachets 'Junior' per dag, bij voorkeur de inname verdelen over de ochtend en de avond.
Toediening: De inhoud van de sachet vlak vóór gebruik oplossen in ca. 50 ml water.
Doseringen
De dosering individueel instellen, dit kan door bij geconstipeerde patiënten in het begin één stoelgang per dag te controleren en bij cirrotische patiënten twee stoelgangen per dag.
Vóór het begin van de behandeling een eventuele vocht- of elektrolytenstoornis corrigeren.
Bij darmstoornissen met excessief meteorisme met een lage dosis beginnen.
Obstipatie
Volwassenen
Begindosering 20 g 1×/dag.
Kinderen
Begindosering 0,25 g/kg of 0,375 ml/kg lichaamsgewicht per dag. Dit komt per leeftijdsgroep overeen met de volgende dagdoses:
1,5–6 jaar (poeder): 3–5 g of 1–6 jaar (drank): 2,5–7,5 ml;
6–12 jaar: 5–10 g poeder of 7,5–15 ml drank;
12–16 jaar: 10–20 g poeder of 15–30 ml drank.
Hepatische encefalopathie
Volwassenen
Begindosering: 0,5–0,7 g of 0,75–1,05 ml/kg lichaamsgewicht per dag, verdeeld over 3 doses tijdens de maaltijden.
Onderhoudsdosering: individueel instellen, zodanig dat twee- à driemaal per dag zachte ontlasting wordt verkregen, bij voorkeur met pH 5,0–5,5.
Toediening
- Lactitol kan gemengd worden met bv. water, yoghurt of vruchtensap;
- Bij obstipatie: De dosis 's ochtends tijdens het ontbijt of 's avonds tijdens de maaltijd innemen met voedsel of vloeistof. Meestal kan na enkele dagen de dosering worden verlaagd.
Bijwerkingen
Volwassenen
Vaak (1-10%): buikpijn, opgeblazen gevoel, diarree, misselijkheid.
Soms (0,1-1%): braken, ontlastingsaandrang en fecale incontinentie.
Verder zijn gemeld: diarree in combinatie met elektrolytafwijkingen en/of dehydratie, vooral bij oudere patiënten. Overgevoeligheidsreacties zoals jeuk, huiduitslag, urticaria, angio-oedeem, anafylactische shock.
Kinderen
Vaak (1-10%): buikpijn, diarree.
Soms (0,1-1%): misselijkheid, braken, opgeblazen gevoel.
Verder zijn gemeld: overgevoeligheidsreacties zoals jeuk, huiduitslag, urticaria, angio-oedeem, anafylactische shock.
Bijwerkingen
Zelden (0,01-0,1%): buikpijn, opgezette buik, diarree, braken, flatulentie.
Zeer zelden (< 0,01%): misselijkheid, pruritus ani, abnormale maag-darmgeluiden.
Interacties
Geneesmiddelen kunnen tijdelijk verminderd geabsorbeerd worden, in het bijzonder die met een nauwe therapeutische index of een korte halfwaardetijd, zoals digoxine, anti-epileptica, vitamine-K-antagonisten, immunosuppressiva.
Macrogol kan mogelijk het verdikkende effect van op zetmeel gebaseerde verdikkingsmiddelen tegengaan en kan bereidingen die dik moeten blijven (bij slikproblemen) vloeibaar maken.
Interacties
Bij hepatische encefalopathie lactitol niet gelijktijdig innemen met antacida of neomycine vanwege vermindering van het verzurend effect van lactitol.
Laxantia kunnen het kaliumverlies dat veroorzaakt wordt door andere geneesmiddelen (bv. thiaziden, corticosteroïden, amfotericine B) vergroten, met meer kans op toxische effecten van digoxine.
De passagetijd in de darmen kan verkort zijn, met als gevolg een verminderde opname van andere oraal ingenomen geneesmiddelen; wacht ten minste 2 uur met inname van het laxans na gebruik van een geneesmiddel.
Zwangerschap
Teratogenese: Bij de mens, onbekend. Bij dieren geen aanwijzingen voor schadelijkheid. Macrogol 4000 wordt nagenoeg niet geabsorbeerd.
Advies: Kan veilig worden gebruikt.
Zwangerschap
Teratogenese: Geen aanwijzingen voor schadelijkheid.
Advies: Kan veilig worden gebruikt.
Lactatie
Overgang in de moedermelk: Onbekend. Macrogol 4000 wordt nagenoeg niet geabsorbeerd.
Advies: Kan veilig worden gebruikt.
Lactatie
Overgang in de moedermelk: Onbekend, maar gezien de verwaarloosbare systemische blootstelling van de moeder zijn geen effecten te verwachten.
Advies: Kan veilig worden gebruikt.
Contra-indicaties
- ernstige inflammatoire darmziekte (zoals colitis ulcerosa en de ziekte van Crohn) of toxisch megacolon;
- ileus of verdenking van intestinale obstructie of symptomatische stenose;
- pijnlijke abdominale syndromen van onbekende oorsprong;
- (kans op) perforatie van het maag-darmkanaal.
Contra-indicaties
- indien de gastro-intestinale doorgang niet is gegarandeerd (zoals bij intestinale occlusie, ileostomie, colostomie);
- rectale bloeding;
- vermoeden van organische laesies in het maag-darmstelsel, niet gediagnosticeerde pijn in de onderbuik;
- fecale impactie;
- zuigelingen met hereditaire fructose-intolerantie;
- galactosemie;
- bestaande vocht- en elektrolytenstoornissen.
Waarschuwingen en voorzorgen
Voorafgaand aan de behandeling een organische aandoening uitsluiten, in het bijzonder bij kinderen ≤ 2 jaar. Bij onvoldoende effect is nader onderzoek aangewezen.
Bij aanleg voor verstoring in de water- en elektrolytenbalans (bv. ouderen, verminderde lever- of nierfunctie of diureticagebruik) tijdens gebruik de elektrolyten controleren.
Er zijn meldingen gemaakt van aspiratie, nadat zeer grote hoeveelheden polyethyleenglycol en elektrolyten waren toegediend via een maagsonde; vooral kinderen met neurologische aandoeningen met betrekking tot motoriek van de mond, hebben kans op aspiratie. Wees voorzichtig bij een verstoorde kokhalsreflex en aanleg voor regurgitatie of aspiratie.
Onderzoeksgegevens: Gegevens over werkzaamheid bij kinderen ≤ 2 jaar zijn beperkt. Bij kinderen dient door het ontbreken van de gegevens de behandelduur korter dan 3 maanden te zijn.
Hulpstoffen: Zwaveldioxide, in sommige sachets, kan in zeldzame gevallen bronchospasmen geven.
Waarschuwingen en voorzorgen
Raadpleeg een arts bij ernstige, recidiverende of aanhoudende obstipatie.
Chronisch gebruik: Vermijd langdurig gebruik van laxantia zonder onderbrekingen. Chronisch gebruik of misbruik van laxantia kan leiden tot verslaving en tot aanhoudende diarree en verstoring van de elektrolytenbalans. In ernstige gevallen kan dehydratie en hypokaliëmie optreden.
Elektrolytstoornis: Bij oudere en bedlegerige patiënten bij langdurig gebruik regelmatig de elektrolytenbalans controleren.
Flatulentie: Flatulentie is soms te verminderen door gelijktijdige inname met 200–400 ml vloeistof, bv. water.
Waterstofgas-accumulatie: Bij elektrocaustiek vóór de colon- of proctoscopie spoelen met een niet-fermenteerbare oplossing vanwege het gevaar van waterstofgascumulatie.
Overdosering
Neem voor informatie over symptomen en behandeling van een intoxicatie met macrogol contact op met het Nationaal Vergiftigingen Informatie Centrum.
Overdosering
Symptomen
Diarree, buikpijn, afwijkingen van serumelektrolyten.
Neem voor meer informatie over symptomen en de behandeling van een vergiftiging met lactitol contact op met het Nationaal Vergiftigingen Informatie Centrum
Eigenschappen
Macrogol (4000) is een lange lineaire polymeer waarop watermoleculen worden vastgehouden door middel van waterstofbindingen. Bij orale toediening verhogen zij het vloeistofvolume in de darmen. Het intestinale vloeistofvolume dat niet wordt geabsorbeerd is verantwoordelijk voor de laxerende eigenschappen. Laxerende werking: na 24–48 uur.
Kinetische gegevens
Overig | Macrogol 4000 heeft een hoog moleculair gewicht waardoor het niet wordt geabsorbeerd. |
Uitleg afkortingen
F | biologische beschikbaarheid (fractie van de dosis die in de systemische circulatie verschijnt) |
T max | tijdsduur tot maximale bloedspiegel na toediening |
V d | verdelingsvolume (fictief volume waarin een geneesmiddel zich verdeelt over het lichaam) |
T 1/2 | plasmahalfwaardetijd (tijd die nodig is om een bepaalde plasmaconcentratie te halveren) |
T 1/2el | plasmahalfwaardetijd in de eliminatiefase, terminale halfwaardetijd |
Eigenschappen
Lactitol, een disaccharide, is een synthetisch derivaat van lactulose. Het wordt nauwelijks geresorbeerd maar door de colonflora omgezet in o.a. propion-, boter- en azijnzuur. Door het aantrekken van water via osmose en daling van de pH wordt de peristaltiek van het colon bevorderd en de consistentie van de feces verzacht. De laxerende werking treedt in na enkele uren, maar het kan enkele dagen duren voor het gewenste effect wordt bereikt. Bij (pre)coma hepaticum veroorzaakt lactitol daling van het ammoniakgehalte in het bloed. Door verlaging van de pH in het colon wordt de groei van proteolytische bacteriën geremd met als gevolg een verminderde productie van ammoniak en andere toxinen. Tevens wordt de absorptie van ammoniak verminderd, omdat bij een lage pH meer geprotoneerd ammoniumion ontstaat dat de colonwand slecht passeert. Bovendien diffundeert ammoniak van het bloed naar het colonlumen toe als gevolg van de verlaagde pH.
Kinetische gegevens
Resorptie | Nauwelijks (≤ 2%). |
Metabolisering | Wordt in het colon door de darmflora omgezet in actieve laagmoleculairgewicht organische zuren (zoals propion-, boter- en azijnzuur). |
Uitleg afkortingen
F | biologische beschikbaarheid (fractie van de dosis die in de systemische circulatie verschijnt) |
T max | tijdsduur tot maximale bloedspiegel na toediening |
V d | verdelingsvolume (fictief volume waarin een geneesmiddel zich verdeelt over het lichaam) |
T 1/2 | plasmahalfwaardetijd (tijd die nodig is om een bepaalde plasmaconcentratie te halveren) |
T 1/2el | plasmahalfwaardetijd in de eliminatiefase, terminale halfwaardetijd |
Groepsinformatie
macrogol hoort bij de groep laxantia, osmotisch werkende.
Groepsinformatie
lactitol hoort bij de groep laxantia, osmotisch werkende.