Samenstelling
Depo-Provera '150'
(acetaat)
Bijlage 2
Pfizer bv
- Toedieningsvorm
- Suspensie voor injectie
- Sterkte
- 150 mg/ml
- Verpakkingsvorm
- wegwerpspuit 1 ml
Sayana Press
(acetaat)
Bijlage 2
Pfizer bv
- Toedieningsvorm
- Suspensie voor injectie
- Sterkte
- 160 mg/ml
- Verpakkingsvorm
- wegwerpspuit 0,65 ml
Uitleg symbolen
XGVS | Dit geneesmiddel is niet opgenomen in het geneesmiddelen vergoedings systeem (GVS). |
OTC | 'Over the counter', dit geneesmiddel is een zelfzorgmiddel. |
Bijlage 2 | Aan de vergoeding van dit geneesmiddel zijn bepaalde voorwaarden verbonden, die zijn vermeld op bijlage 2 van de Regeling zorgverzekering. |
Aanvullende monitoring | Dit geneesmiddel is onderworpen aan aanvullende monitoring. Extra aandacht wordt gevraagd voor onverwachte bijwerkingen. Meldt u dit via het meldformulier van het Lareb. |
Samenstelling
Cerazette
Bijlage 2
Organon Pharma BV
- Toedieningsvorm
- Tablet, omhuld
- Sterkte
- 0,075 mg
Strip met 28 tabletten.
Delamonie
Bijlage 2
Sandoz bv
- Toedieningsvorm
- Tablet, omhuld
- Sterkte
- 0,075 mg
Strip met 28 tabletten.
Desogestrel
Bijlage 2
Diverse fabrikanten
- Toedieningsvorm
- Tablet, omhuld
- Sterkte
- 0,075 mg
Strip met 28 tabletten.
Zarelle
Bijlage 2
QliniQ bv
- Toedieningsvorm
- Tablet, omhuld
- Sterkte
- 0,075 mg
Strip met 28 tabletten.
Uitleg symbolen
XGVS | Dit geneesmiddel is niet opgenomen in het geneesmiddelen vergoedings systeem (GVS). |
OTC | 'Over the counter', dit geneesmiddel is een zelfzorgmiddel. |
Bijlage 2 | Aan de vergoeding van dit geneesmiddel zijn bepaalde voorwaarden verbonden, die zijn vermeld op bijlage 2 van de Regeling zorgverzekering. |
Aanvullende monitoring | Dit geneesmiddel is onderworpen aan aanvullende monitoring. Extra aandacht wordt gevraagd voor onverwachte bijwerkingen. Meldt u dit via het meldformulier van het Lareb. |
Advies
Bespreek bij een anticonceptiewens de voorkeur, verwachte therapietrouw en persoonlijke situatie van de vrouw. Begeleid haar bij het kiezen voor een passende methode op basis van kenmerken van de verschillende methoden zoals betrouwbaarheid, toepassing, invloed op het bloedingspatroon, (ernstige) bijwerkingen en contra-indicaties; zie tabel 1 en 3 van de NHG-Standaard Anticonceptie. De meest betrouwbare anticonceptiemethoden zijn (in willekeurige volgorde): combinatiepreparaten (pil, pleister, vaginale ring), de pil met alleen progestageen (desogestrel), het implantatiestaafje (etonogestrel), de prikpil (medroxyprogesteron) en de hormoonspiraal (levonorgestrel IUD) of koperspiraal. Bij combinatiepreparaten en bij de pil met alleen progestageen is de betrouwbaarheid afhankelijk van de therapietrouw.
Er zijn 2 varianten van de prikpil. De voorkeur gaat uit naar de intramusculaire vorm (150 mg/ml), op grond van ervaring en kosten. De subcutane vorm (160 mg/ml) is een optie als de vrouw de prikpil zelf wil en kan toedienen.
Aan de vergoeding van medroxyprogesteron zijn voorwaarden verbonden, zie Regeling zorgverzekering, bijlage 2.
Advies
Bespreek bij een anticonceptiewens de voorkeur, verwachte therapietrouw en persoonlijke situatie van de vrouw. Begeleid haar bij het kiezen voor een passende methode op basis van kenmerken van de verschillende methodes zoals betrouwbaarheid, toepassing, invloed op het bloedingspatroon, (ernstige) bijwerkingen en contra-indicaties; zie tabel 1 en 3 van de NHG-Standaard Anticonceptie. De meest betrouwbare anticonceptiemethoden zijn (in willekeurige volgorde): combinatiepreparaten (pil, pleister, vaginale ring), de pil met alleen progestageen (desogestrel), het implantatiestaafje (etonogestrel), de prikpil (medroxyprogesteron) en de hormoonspiraal (levonorgestrel IUD) of koperspiraal. Bij combinatiepreparaten en bij de pil met alleen progestageen is de betrouwbaarheid afhankelijk van de therapietrouw.
Aan de vergoeding van desogestrel zijn voorwaarden verbonden, zie Regeling zorgverzekering, bijlage 2.
Indicaties
- Hormonale anticonceptie voor de langetermijn; bij adolescenten (12–18 j.) alleen indien andere anticonceptiemethoden niet in aanmerking komen, vanwege verlies van botdichtheid samenhangend met het gebruik van medroxyprogesteron parenteraal, en het onbekende langetermijneffect hiervan (zie ook rubriek Waarschuwingen en voorzorgen).
Gerelateerde informatie
Indicaties
- Hormonale anticonceptie.
Gerelateerde informatie
Doseringen
Hormonale anticonceptie
Volwassenen en adolescenten ≥ 12 jaar, na de menarche
Depo-Provera: 150 mg diep intramusculair (in bilspier of evt. bovenarm) elke 12 weken. Het tijdstip van toedienen is afhankelijk van voorafgaand anticonceptivumgebruik.
Sayana Press: 104 mg langzaam subcutaan (in voorkant dij of (onder)buik) elke 13 weken. Het tijdstip van toedienen is afhankelijk van voorafgaand anticonceptivumgebruik.
Geen hormonaal anticonceptivum in de voorafgaande maand: starten op dag 1–5 van de natuurlijke cyclus (dag 1= eerste dag van de menstruatiebloeding).
Na een combinatie OAC: bij voorkeur starten op de dag na inname van de laatste (actieve) tablet, uiterlijk op de dag na het tabletvrije interval of laatste placebo-tablet.
Na een ander anticonceptivum met alleen progestageen: van de minipil kan op een willekeurige dag worden overgeschakeld, van een implantaat op de dag waarop het volgende implantaat zou worden ingebracht of op de dag van verwijdering van het implantaat.
Na een abortus in het 1e trimester: de behandeling direct starten.
Na een bevalling of een abortus in het 2 e trimester: indien geen borstvoeding wordt gegeven: Depo-Provera: starten binnen 18 dagen na de bevalling; Sayana Press: starten binnen 5 dagen na de bevalling. Indien de behandeling later wordt gestart, is tijdens de eerste 14 dagen aanvullend gebruik van een barrièremiddel noodzakelijk. Indien inmiddels geslachtsgemeenschap heeft plaatsgevonden eerst zwangerschap uitsluiten of op de eerste menstruatie wachten. Er zijn aanwijzingen dat gebruik direct na de bevalling langdurige en hevige bloedingen kan veroorzaken.
Gemiste dosis: Als het tijdsinterval tussen twee injecties groter is dan 13 weken (Depo-Provera) resp. 14 weken (Sayana Press), dan vóór toediening zwangerschap uitsluiten en tevens een barrièremiddel gebruiken gedurende 14 dagen na injectie.
Voor gebruik de ampul krachtig schudden.
Doseringen
Anticonceptie
Volwassenen
75 microg (= 1 tablet) per dag, zonder onderbreking en steeds op dezelfde tijd van de dag innemen.
Geen hormonaal anticonceptivum in de voorafgaande maand: de eerste tablet op de eerste dag van de natuurlijke cyclus (= eerste dag van de menstruatie). Eventueel op dag twee tot vijf beginnen; in dat geval tijdens de eerste 7 dagen van de eerste cyclus aanvullend een barrièremiddel gebruiken.
Na een abortus in het 1e trimester: direct beginnen; aanvullende anticonceptieve maatregelen zijn dan niet nodig.
Na een bevalling, of na een abortus in het 2 e trimester: beginnen tussen dag 21 en dag 28 na de abortus of de partus. Indien later wordt begonnen, de eerste 7 dagen van tabletinname aanvullend een barrièremiddel gebruiken. Indien inmiddels geslachtsgemeenschap heeft plaatsgevonden, zwangerschap uitsluiten of de eerste menstruatie afwachten alvorens te starten met het gebruik.
Van een combinatie hormonaal anticonceptivum overschakelen: starten op de dag na inname van de laatste actieve tablet; van een hormonale vaginale ring of transdermale pleister: starten op de dag van verwijdering. Aanvullende anticonceptieve maatregelen zijn niet nodig. De vrouw kan ook uiterlijk starten op de dag na de gebruikelijke tablet-, pleister-, ringvrije of placeboperiode van het vorige anticonceptivum; in dat geval tijdens de eerste 7 dagen van tabletinname aanvullend een barrièremiddel gebruiken.
Van een andere progestageenmethode overschakelen: van een implantaat of IUD: starten op de dag van verwijdering; van een injectiepreparaat: starten op de dag waarop de volgende injectie zou moeten worden gegeven. Aanvullende anticonceptieve maatregelen zijn niet nodig.
Bij vergeten van inname van tabletten: bij een tijdsinterval van meer dan 36 uur tussen de inname van 2 tabletten kan de anticonceptieve werking verminderd zijn. Indien de vrouw minder dan 12 uur te laat is met het innemen, de tablet alsnog innemen en de volgende tablet op het gebruikelijke tijdstip. Indien de vrouw meer dan 12 uur te laat is, tevens gedurende de eerstvolgende 7 dagen aanvullend een barrièremiddel gebruiken. Als in de eerste week van gebruik tabletten zijn vergeten en er geslachtsgemeenschap in de voorafgaande 7 dagen heeft plaatsgevonden, rekening houden met zwangerschap.
Bij braken of waterdunne diarree: indien binnen 3–4 uur na inname: het advies voor vergeten van inname van tabletten volgen.
Bijwerkingen
Zeer vaak (> 10%): zenuwachtigheid. Hoofdpijn. Buikpijn of -ongemak. Gewichtsverandering.
Vaak (1-10%): eetluststoornis. Depressie, slapeloosheid, angst, affectieve stoornis, geïrriteerdheid, verminderd libido. Duizeligheid. Spataderen. Misselijkheid, opgeblazen gevoel. Alopecia, acne, huiduitslag, pigmentatiestoornis. Rugpijn, pijn in de extremiteiten. Menorragie, metrorragie, dysmenorroe, amenorroe, vaginitis, vaginale afscheiding, gevoelige of pijnlijke borsten. Vochtretentie of oedeem, asthenie, vermoeidheid, reactie op de injectieplaats, persistente atrofie of vorming van kuiltjes op de injectieplaats, nodus of knobbel op de injectieplaats, pijn of gevoeligheid op de injectieplaats. Afwijkend cervixuitstrijkje.
Soms (0,1-1%): urineweginfecties. Geneesmiddelovergevoeligheid. Emotionele stoornis, anorgasmie. Paresthesie, epileptische aanval, slaperigheid, migraine, vertigo. Tachycardie, hypertensie, opvliegers. Opgezette buik. Dyspneu. Leveraandoening. Hirsutisme, jeuk, urticaria, dermatitis, ecchymose, chloasma. Gewrichtspijn, spierspasmen. Galactorroe, dyspareunie, bekkenpijn, ovariumcyste, uterusbloeding, vulvovaginale droogte, premenstrueel syndroom, borstvergroting. Pijn op de borst, koorts. Verlies botmineraaldichtheid, verminderde glucosetolerantie, afwijkende leverenzymwaarden.
Zelden (0,01-0,1%): mammacarcinoom. Anemie, bloedziekte. Anafylactoïde reactie, anafylactische reactie, angio-oedeem. Syncope, (gezichts)paralyse. Diepveneuze trombose, tromboflebitis, (long)embolie, trombose. Heesheid. Gastro-intestinale stoornissen, rectale bloeding. Geelzucht. Verworven lipodystrofie. Osteoporose, sclerodermie. Endometriale hyperplasie, vaginale cysten, veranderingen in borstomvang, bloedig tepelexsudaat, borstknobbels. Dorst. Verkleuring op de injectieplaats.
Verder zijn gemeld: verstoorde leverfunctie. Striae van de huid. Osteoporotische breuken.
Er zijn aanwijzingen dat het gebruik van medroxyprogesteron direct na de bevalling langdurige en hevige bloedingen kan veroorzaken.
Bijwerkingen
Zeer vaak (> 10%): onregelmatig bloedverlies (50%), frequenter bloedverlies (20–30%), minder frequent of uitblijven van bloedverlies (20%). Bloedingsperiodes kunnen in lengte toenemen.
Vaak (1-10%): hoofdpijn. Misselijkheid. Acne. Stemmingswisselingen, depressieve stemming, afgenomen libido. Pijnlijke borsten. Gewichtstoename.
Soms (0,1-1%): vaginale infectie. Dysmenorroe, ovariumcysten. Braken. Alopecia. Slecht verdragen van contactlenzen. Vermoeidheid.
Zelden (< 0,1%): huiduitslag, urticaria en erythema nodosum.
Verder zijn gemeld: borstafscheiding, overgevoeligheidsreacties, waaronder anafylaxie en angio-oedeem.
Interacties
Er zijn van dit middel geen interacties bekend.
Interacties
Tijdens en tot 4 weken na gebruik van leverenzyminducerende stoffen (anti-epileptica zoals carbamazepine, felbamaat, fenobarbital, fenytoïne, oxcarbazepine, primidon, rufinamide, topiramaat; overige enzyminductoren zoals bosentan, griseofulvine, modafinil, rifabutine, rifampicine, sint-janskruid) is de minipil minder betrouwbaar. Indien deze interactie niet kan worden vermeden, de minipil vervangen door een levonorgestrelbevattend spiraaltje, een koperhoudend spiraaltje of de prikpil. Een andere optie is het gebruik van condooms in combinatie met de minipil; deze gebruiken tot ten minste 4 weken na staken van de inductor.
Veel combinaties van HIV-proteaseremmers en niet-nucleoside reverse-transcriptase remmers, incl. combinaties met HCV-remmers kunnen de plasmaspiegels van progestagenen verlagen of verhogen; raadpleeg de voorschrijfinformatie van deze middelen.
Sterke of matige CYP3A4 remmers (o.a. ketoconazol, itraconazol, claritromycine) kunnen de plasmaspiegel van progestagenen verhogen.
Door gebruik van hormonale anticonceptiva kan de plasmaspiegel van lamotrigine dalen en die van ciclosporine stijgen.
Zwangerschap
Gezien de geregistreerde indicatie niet van toepassing.
Teratogenese: In het geval van accidenteel (door)gebruik tijdens de vroege zwangerschap zijn er geen aanwijzingen voor nadelige effecten, ook niet voor genitale afwijkingen.
Farmacologisch effect: Onderzoek wijst op meer kans op een verlaagd geboortegewicht bij onbedoelde zwangerschappen die 1–2 maanden na toediening van medroxyprogesteron optraden.
Advies: Gebruik is gecontra-indiceerd.
Vruchtbaarheid: Na staken van het gebruik kan het enige tijd duren voor de vruchtbaarheid terugkeert. Na de laatste i.m.-injectie is de mediane tijd tot conceptie 10 maanden (spreiding: 4–31 mnd.), onafhankelijk van de gebruiksduur.
Zwangerschap
Gezien de geregistreerde indicatie niet van toepassing.
Teratogenese: Er is ruime ervaring met het accidenteel (door)gebruiken van de anticonceptiepil tijdens de vroege zwangerschap. Er zijn geen aanwijzingen voor nadelige effecten van dergelijke lage doseringen progestagenen, ook niet voor genitale afwijkingen.
Overige: Vóór begin van het gebruik zwangerschap uitsluiten. Bij optreden van zwangerschap tijdens het gebruik, de inname staken.
Lactatie
Overgang in de moedermelk: Ja, nauwelijks.
Farmacologisch effect: Er is geen negatieve invloed op de melkproductie of de zuigeling.
Advies:Volgens de fabrikant niet eerder dan 6 weken na de bevalling geven.
Lactatie
Overgang in de moedermelk: In geringe mate (etonogestrel); de zuigeling kan per dag ca. 0,01-0,05 microgram etonogestrel/kg lichaamsgewicht via de moedermelk binnenkrijgen. Gegevens over gebruik gedurende zeven maanden leverden geen aanwijzingen op voor een risico voor het zogende kind.
Farmacologisch effect: Uit klinisch onderzoek blijkt desogestrel geen invloed te hebben op de productie en kwaliteit van de moedermelk. Er zijn echter meldingen gedaan van een afname in de productie van moedermelk.
Advies: Kan worden gebruikt.
Contra-indicaties
- actieve veneuze trombo-embolische aandoening;
- (voorgeschiedenis van) cerebrovasculaire ziekte;
- ernstige leverfunctiestoornis;
- (voorgeschiedenis van) geslachtshormoon-afhankelijke maligniteit, zoals mammacarcinoom;
- drager BRCA-genmutatie of belaste familieanamnese bij leeftijd > 35 jaar;
- metabole botziekte (bv. osteoporose);
- vaginale bloeding met onbekende oorzaak.
Contra-indicaties
- actieve veneuze trombo-embolische aandoening;
- (voorgeschiedenis van) ernstige leveraandoening, zolang de leverfunctie niet is genormaliseerd;
- (voorgeschiedenis van) geslachtshormoon-afhankelijke maligniteit, zoals mammacarcinoom;
- drager BRCA-genmutatie of belaste familieanamnese bij leeftijd > 35 jaar;
- bariatrische chirurgie, gericht op bereiken verminderde absorptie van voedingsstoffen;
- vaginale bloeding met onbekende oorzaak;
- alleen preparaten met sojaolie (bv. Delamonie, Zarelle): allergie voor pinda of soja.
Waarschuwingen en voorzorgen
Controle: Verricht vooraf onderzoek naar menstruatiestoornissen. Controleer patiënten met hartfalen, hypertensie, nierfunctiestoornis, astma, epilepsie of migraine regelmatig, omdat progestagenen een zekere mate van vochtretentie kunnen veroorzaken. Wees voorzichtig bij trombo-embolische aandoeningen in de voorgeschiedenis. Controleer bij diabetes mellitus met name in het begin van het gebruik zorgvuldig, omdat de glucosetolerantie kan afnemen.
Het gebruik hangt samen met verlies van botdichtheid, als gevolg van daling van de oestrogeenspiegel. Botverlies wordt groter bij een langere gebruiksduur, en is niet altijd volledig reversibel na staken. Een grote observationele studie duidt niet op een toename van de kans op botfracturen; het effect op het aantal fracturen op latere leeftijd (bv. na de menopauze) is echter niet bekend. Gebruik alleen bij adolescenten vanaf 12 jaar indien andere anticonceptiemethoden ongeschikt of onacceptabel zijn. Evalueer bij alle vrouwen voortzetting van het gebruik na 2 jaar; overweeg, met name bij risicofactoren voor osteoporose, andere anticonceptiemethoden. Tijdens gebruik wordt voldoende inname van calcium en vitamine D aangeraden.
Enkele epidemiologische studies suggereren iets meer kans op mammacarcinoom ten opzichte van niet-gebruiksters. De extra kans is klein ten opzichte van de levenslange kans op mammacarcinoom, vooral bij jonge vrouwen, en verdwijnt geleidelijk in de loop van 10 jaar na het staken van het gebruik.
Depressie is gemeld; adviseer de vrouw contact op te nemen met de arts bij symptomen hiervan, ook kort na aanvang van de behandeling.
Staak de toediening bij optreden van trombose, geelzucht of bij stijging van de bloeddruk die onvoldoende op antihypertensieve therapie reageert. Verricht oftalmologisch onderzoek bij ontstaan van acute visusstoornissen, exoftalmie, diplopie of migraine; indien papiloedeem of retinale vaatlaesies worden aangetoond, het middel niet opnieuw toedienen. Bij optreden van zeer frequente en onregelmatige bloedingen het gebruik van een andere methode van anticonceptie overwegen en bij hardnekkige symptomen een biologische oorzaak uitsluiten.
Terugkeer ovulatie: Na staken van het gebruik zal het enige tijd duren voor de normale ovulatoire cyclus is teruggekeerd; de mediane tijd tot conceptie is 10 maanden (spreiding: 4–31 mnd.) na de laatste injectie, onafhankelijk van de gebruiksduur.
Niet toepassen bij jonge vrouwen met een nog niet gestabiliseerde cyclus.
Het gebruik kan bepaalde laboratoriumonderzoeken beïnvloeden.
Waarschuwingen en voorzorgen
In epidemiologisch onderzoek is een lichte toename van de kans op mammacarcinoom gerapporteerd bij langer durend gebruik van combinatie-OAC. Voor anticonceptiva die alleen progestageen bevatten geldt mogelijk hetzelfde risico, maar het bewijs hiervoor is minder overtuigend.
In verband met een mogelijk verhoogde incidentie van trombo-embolie bij langdurige immobilisatie overwegen het gebruik te staken. Bij optreden van trombo-embolie het gebruik staken.
Bij diabetes mellitus is met name gedurende de eerste maanden van inname zorgvuldige controle noodzakelijk.
Bij blijvend verhoogde bloeddruk behandeling heroverwegen.
Tijdens gebruik van desogestrel zijn sporadisch extra-uteriene zwangerschappen gerapporteerd. Hoewel desogestrel ovulatieremmend werkt, bij optreden van amenorroe en buikpijn een extra-uteriene zwangerschap in de differentiaaldiagnose meenemen.
Bij predispositie voor melasma, blootstelling aan zonlicht of UV-straling vermijden.
Omdat een effect van progestagenen op leverkanker niet kan worden uitgesloten, bij vrouwen met leverkanker het gebruik heroverwegen.
Depressie is gemeld; adviseer de vrouw contact op te nemen met de arts bij symptomen hiervan, ook kort na aanvang van de behandeling.
De veiligheid en werkzaamheid bij adolescenten onder de 18 jaar zijn niet vastgesteld.
Eigenschappen
Progestageen. Het remt de secretie van hypofysaire gonadotrofinen waardoor follikelrijping wordt voorkomen, wat bij vruchtbare vrouwen langdurige ovulatieremming veroorzaakt. Ook veroorzaakt het een verdikking van het cervixslijm, waardoor de passage van spermatozoa wordt bemoeilijkt.
Kinetische gegevens
T max | 4–20 dagen (i.m.-toediening); 1 week (s.c.-toediening). |
Metabolisering | wordt uitgebreid gemetaboliseerd in de lever. |
Eliminatie | via de feces, en met de urine, vooral als geconjugeerd glucuronide. |
T 1/2el | 6 weken na een enkelvoudige i.m.-injectie; ca. 40 dagen na eenmalige s.c.-toediening. |
Uitleg afkortingen
F | biologische beschikbaarheid (fractie van de dosis die in de systemische circulatie verschijnt) |
T max | tijdsduur tot maximale bloedspiegel na toediening |
V d | verdelingsvolume (fictief volume waarin een geneesmiddel zich verdeelt over het lichaam) |
T 1/2 | plasmahalfwaardetijd (tijd die nodig is om een bepaalde plasmaconcentratie te halveren) |
T 1/2el | plasmahalfwaardetijd in de eliminatiefase, terminale halfwaardetijd |
Eigenschappen
Progestageen, 'Minipil'. Wordt in het lichaam omgezet in etonogestrel. De anticonceptieve werking berust voornamelijk op remming van de ovulatie. Daarnaast veroorzaakt het een verhoogde viscositeit van het cervixslijm, waardoor zaadcellen minder goed kunnen penetreren. De estradiolplasmaconcentratie wordt verlaagd tot een niveau dat overeenkomt met de vroegfolliculaire fase.
Kinetische gegevens
Resorptie | snel, waarna een omzetting plaatsvindt in het werkzame etonogestrel. |
F | ca. 70% (etonogestrel). |
T max | 1,8 uur. |
Eiwitbinding | 95,5–99% (etonogestrel). |
Metabolisering | via hydroxylering en dehydrogenering tot het actieve etonogestrel, daarna omzetting via CYP3A en vervolgens sulfatering en glucuronidering. |
Eliminatie | als metabolieten met de urine en feces (in de verhouding 1,5:1), als vrij steroïd of in geconjugeerde vorm. |
T 1/2el | ca. 30 uur (etonogestrel). |
Uitleg afkortingen
F | biologische beschikbaarheid (fractie van de dosis die in de systemische circulatie verschijnt) |
T max | tijdsduur tot maximale bloedspiegel na toediening |
V d | verdelingsvolume (fictief volume waarin een geneesmiddel zich verdeelt over het lichaam) |
T 1/2 | plasmahalfwaardetijd (tijd die nodig is om een bepaalde plasmaconcentratie te halveren) |
T 1/2el | plasmahalfwaardetijd in de eliminatiefase, terminale halfwaardetijd |
Groepsinformatie
medroxyprogesteron (parenteraal) hoort bij de groep anticonceptiva, progestagenen.
Groepsinformatie
desogestrel hoort bij de groep anticonceptiva, progestagenen.