Samenstelling
Nucala XGVS GlaxoSmithKline bv
- Toedieningsvorm
- Poeder voor injectievloeistof
- Sterkte
- 100 mg
- Verpakkingsvorm
- flacon
- Toedieningsvorm
- Injectievloeistof
- Sterkte
- 100 mg/ml
- Verpakkingsvorm
- pen 1 ml, wegwerpspuit 1 ml, wegwerpspuit 0,4 ml
Uitleg symbolen
XGVS | Dit geneesmiddel is niet opgenomen in het geneesmiddelen vergoedings systeem (GVS). |
OTC | 'Over the counter', dit geneesmiddel is een zelfzorgmiddel. |
Bijlage 2 | Aan de vergoeding van dit geneesmiddel zijn bepaalde voorwaarden verbonden, die zijn vermeld op bijlage 2 van de Regeling zorgverzekering. |
Aanvullende monitoring | Dit geneesmiddel is onderworpen aan aanvullende monitoring. Extra aandacht wordt gevraagd voor onverwachte bijwerkingen. Meldt u dit via het meldformulier van het Lareb. |
Samenstelling
Tezspire
Bijlage 2
Aanvullende monitoring
AstraZeneca bv
- Toedieningsvorm
- Oplossing voor injectie
- Sterkte
- 110 mg/ml
- Verpakkingsvorm
- pen 1,91 ml (=210 mg), wegwerpspuit 1,91 ml (= 210 mg)
Uitleg symbolen
XGVS | Dit geneesmiddel is niet opgenomen in het geneesmiddelen vergoedings systeem (GVS). |
OTC | 'Over the counter', dit geneesmiddel is een zelfzorgmiddel. |
Bijlage 2 | Aan de vergoeding van dit geneesmiddel zijn bepaalde voorwaarden verbonden, die zijn vermeld op bijlage 2 van de Regeling zorgverzekering. |
Aanvullende monitoring | Dit geneesmiddel is onderworpen aan aanvullende monitoring. Extra aandacht wordt gevraagd voor onverwachte bijwerkingen. Meldt u dit via het meldformulier van het Lareb. |
Advies
De belangrijkste niet-medicamenteuze adviezen bij astma zijn stoppen met roken en zorgen voor een rookvrije omgeving. Verder is het vermijden van expositie aan allergenen en andere prikkels van groot belang, met name bij allergisch astma. Bij volwassenen is de basis van de medicamenteuze behandeling een inhalatiecorticosteroïde (ICS), al dan niet in combinatie met een langwerkend β2-sympathicomimeticum (LABA). Het indicatiegebied voor gebruik van een kortwerkend β2-sympathicomimeticum (SABA) is beperkt; alleen bij zeer weinig frequente astmaklachten (≤ 2×/week overdag) of bij inspanningsklachten is 'zo nodig'-gebruik (max. 2x/week) van een SABA geïndiceerd. Bij kinderen bestaat de behandeling bij weinig frequente klachten (≤ 2×/week overdag) of bij inspanningsklachten uit ‘zo nodig’-gebruik een SABA; bij frequentere klachten deze behandeling combineren met een onderhoudsbehandeling ICS.
Mepolizumab kan in de tweedelijnszorg worden voorgeschreven bij patiënten vanaf 6 jaar met ernstig eosinofiel astma die ondanks optimale medicamenteuze therapie ≥ 2 longaanvallen per jaar hebben óf bij wie het astma slechts met onderhoudsbehandeling met orale corticosteroïden onder controle is.
Advies
De belangrijkste niet-medicamenteuze adviezen bij astma zijn stoppen met roken en zorgen voor een rookvrije omgeving. Verder is het vermijden van expositie aan allergenen en andere prikkels van groot belang, met name bij allergisch astma. Bij volwassenen is de basis van de medicamenteuze behandeling een inhalatiecorticosteroïde (ICS), al dan niet in combinatie met een langwerkend β2- sympathicomimeticum (LABA). Het indicatiegebied voor gebruik van een kortwerkend β2-sympathicomimeticum (SABA) is beperkt; alleen bij zeer weinig frequente astmaklachten (≤ 2×/week overdag) of bij inspanningsklachten is 'zo nodig'-gebruik (max. 2×/week) van een SABA geïndiceerd. Bij kinderen bestaat de behandeling bij weinig frequente klachten (≤ 2×/week overdag) of bij inspanningsklachten uit ‘zo nodig’-gebruik een SABA; bij frequentere klachten deze behandeling combineren met een onderhoudsbehandeling ICS.
Tezepelumab kan in de tweedelijnszorg worden voorgeschreven bij volwassenen en kinderen ≥ 12 jaar met ernstig astma die ondanks optimale medicamenteuze therapie ≥ 2 longaanvallen per jaar hebben óf bij wie het astma slechts met onderhoudsbehandeling met orale corticosteroïden onder controle is.
Aan de vergoeding van tezepelumab zijn voorwaarden verbonden, zie Regeling zorgverzekering, bijlage 2.
Indicaties
- Aanvullende behandeling van ernstig refractair eosinofiel astma bij volwassenen en kinderen ≥ 6 jaar.
- Aanvullende behandeling (naast intranasale corticosteroïden) van ernstige chronische rinosinusitis met neuspoliepen (CRSwNP) bij volwassenen, bij wie systemische corticosteroïden en/of chirurgie geen adequate ziektecontrole biedt.
- Aanvullende behandeling van recidiverende of refractaire eosinofiele granulomatose met polyangiitis (EGPA) bij volwassenen en kinderen ≥ 6 jaar.
- Aanvullende behandeling van inadequaat gecontroleerd hypereosinofiel syndroom (HES) bij volwassenen, zonder identificeerbare niet-hematologische secundaire oorzaak.
Gerelateerde informatie
Indicaties
- Aanvullende onderhoudsbehandeling van ernstig astma met onvoldoende effect van onderhoudsbehandeling met hoge dosis inhalatiecorticosteroïden gecombineerd met een ander geneesmiddel.
Doseringen
Let op: Alleen de voorgevulde pen en de wegwerpspuit kunnen na instructie door patiënt (≥ 12 jaar) zelf of mantelzorger worden toegediend. De formulering als poeder voor injectievloeistof mag uitsluitend worden toegediend door een beroepsbeoefenaar in de gezondheidszorg.
Eosinofiel astma
Volwassenen (incl. ouderen) en kinderen ≥ 12 jaar
S.c.: 100 mg, 1×/4 weken. Herbeoordeel minstens elk jaar de effectiviteit van de behandeling.
Kinderen 6–12 jaar
S.c.: wegwerpspuit of poeder voor injectievloeistof (flacon): 40 mg, 1×/4 weken. Herbeoordeel minstens elk jaar de effectiviteit van de behandeling.
Chronische rinosinusitis met neuspoliepen (CRSwNP)
Volwassenen (incl. ouderen)
S.c.: 100 mg, 1×/4 weken. Bij non-respons kan na 24 weken een andere behandeling overwogen worden. Een gedeeltelijke respons kan met een voortgezette behandeling na 24 weken verbeteren.
Eosinofiele granulomatose met polyangiitis (EGPA)
Volwassenen (incl. ouderen) en kinderen ≥ 12 jaar
S.c.: 300 mg, 1×/4 weken. Herbeoordeel minstens elk jaar de effectiviteit van de behandeling.
Kinderen 6–12 jaar met lichaamsgewicht ≥ 40 kg
S.c.: 200 mg, 1×/4 weken. Herbeoordeel minstens elk jaar de effectiviteit van de behandeling.
Kinderen 6–12 jaar met lichaamsgewicht < 40 kg
S.c.: 100 mg, 1×/4 weken. Herbeoordeel minstens elk jaar de effectiviteit van de behandeling.
Hypereosinofiel syndroom (HES)
Volwassenen (incl. ouderen)
S.c.: 300 mg, 1×/4 weken. Herbeoordeel minstens elk jaar de effectiviteit van de behandeling.
Verminderde nierfunctie: Een dosisaanpassing is niet nodig.
Verminderde leverfunctie: Een dosisaanpassing is niet nodig.
Toediening
- Subcutaan injecteren in bovenarm, bovenbeen en buik.
- Houd voor doses waarvoor meer dan één injectie nodig is, ten minste 5 cm tussen de injecties aan.
Doseringen
Ernstig astma
Volwassenen en kinderen ≥ 12 jaar (incl. ouderen)
S.c.: 210 mg éénmaal per 4 weken. Evalueer minstens jaarlijks of de behandeling moet worden voortgezet op basis van de mate van astmacontrole.
Gemiste dosis: deze zo snel mogelijk toedienen, daarna de dosering hervatten op de geplande dag van toediening. Geen dubbele dosis toedienen.
Verminderde nierfunctie: geen dosisaanpassing nodig.
Verminderde leverfunctie: geen dosisaanpassing nodig.
Toediening
- Subcutane injectie in bovenarm, dij of buik, behalve binnen een gebied van 5 cm rond de navel. Een patiënt mag niet zelf in de bovenarm injecteren.
- Niet injecteren in gebieden waar de huid gevoelig, verhard, erythemateus of blauw is.
- Wissel bij elke injectie de injectieplaats af.
Bijwerkingen
Zeer vaak (> 10%): hoofdpijn.
Vaak (1-10%): neusverstopping, faryngitis, ondersteluchtweginfectie. Pijn in bovenbuik. Urineweginfectie. Rugpijn, gewrichtspijn. Eczeem, systemische allergische reacties, systemische toedieningsreacties (zoals huiduitslag, overmatig blozen, spierpijn), lokale reacties (pijn, roodheid, zwelling, jeuk, branderigheid) op de injectieplaats, koorts.
Soms (0,1-1%): herpes zoster.
Zelden (0,01-0,1%): anafylaxe.
Bijwerkingen
Vaak (1-10%): Faryngitis. Huiduitslag (waaronder erythemateus en maculopapuleus), jeuk. Artralgie. Reacties op de injectieplaats (zoals erytheem, zwelling en pijn).
Verder is gemeld: (vertraagde) overgevoeligheidsreactie, waaronder anafylaxie.
Interacties
Er zijn van dit middel geen klinisch relevante interacties bekend.
Interacties
Er is geen onderzoek naar interacties uitgevoerd.
Vermijd gebruik van levend verzwakte vaccins.
Zwangerschap
Passeert de placenta bij dieren.
Teratogenese: Bij de mens, onvoldoende gegevens, bij dieren geen aanwijzingen voor schadelijkheid.
Advies: Alleen op strikte indicatie gebruiken.
Zwangerschap
IgG-antilichamen passeren de placenta.
Teratogenese: Bij de mens, onvoldoende gegevens. Bij dieren geen aanwijzingen voor schadelijkheid.
Advies: Alleen op strikte indicatie gebruiken.
Lactatie
Overgang in de moedermelk: Onbekend. Ja, bij dieren.
Advies: Het gebruik van dit geneesmiddel of het geven van borstvoeding ontraden.
Lactatie
Overgang in de moedermelk: Onbekend bij de mens. Ja, bij dieren. Van humane IgG's is bekend dat ze de eerste paar dagen na de geboorte in de moedermelk worden uitgescheiden en kort daarna tot lage concentraties dalen.
Advies: Vermijd het gebruik van dit middel of het geven van borstvoeding tijdens de eerste paar dagen na de geboorte. Daarna kan tezepelumab worden gebruikt als dit klinisch nodig is.
Contra-indicaties
Er zijn van dit middel geen klinisch relevante contra-indicaties bekend.
Contra-indicaties
Er zijn van dit middel geen klinisch relevante contra-indicaties bekend.
Waarschuwingen en voorzorgen
Niet gebruiken voor de behandeling van longaanvallen door astma.
Eosinofilie kan ontstaan als respons op een worminfectie; behandel deze infecties vóór aanvang van de behandeling. Als tijdens de behandeling een worminfectie ontstaat die niet reageert op antiparasitaire therapie, overweeg dan tijdelijk staken van de behandeling met mepolizumab.
Overgevoeligheidsreacties (zoals huiduitslag, urticaria, angio-oedeem, bronchospasmen en hypotensie) kunnen acuut (binnen enkele uren) of vertraagd (binnen enkele dagen) optreden na toediening, ook pas na langdurig behandelen.. Start bij een overgevoeligheidsreactie een passende behandeling.
Onderzoeksgegevens
- Mepolizumab is niet onderzocht bij levensbedreigende vormen van EGPA en HES.
- De veiligheid en werkzaamheid zijn niet vastgesteld bij kinderen < 18 jaar met CRSwNP en HES.
- De veiligheid en werkzaamheid zijn niet vastgesteld bij kinderen < 6 jaar met eosinofiel astma en EGPA.
- De dosering bij kinderen vanaf 6 jaar is bepaald op basis van beperkte hoeveelheid werkzaamheids-, farmacokinetiek- en farmacodynamiekonderzoeken en wordt ondersteund met modelleer- en simulatiegegevens.
Waarschuwingen en voorzorgen
Niet gebruiken voor de behandeling van een longaanval bij astma.
Infecties: Blokkeren van thymisch stromaal lymfopoëtine (TSLP) kan theoretisch het risico op ernstige infecties verhogen en een rol spelen bij de immunologische respons op sommige worminfecties. Bestaande ernstige infecties en worminfecties behandelen vóór de start met tezepelumab. Staak de behandeling bij een tijdens de behandeling opgelopen ernstige infectie of worminfectie, die niet reageert op een anti-wormbehandeling.
Staak de behandeling bij een ernstige, acute cardiale episode (met symptomen als pijn op de borst, dyspneu, syncope, malaise, duizeligheid) tot deze gestabiliseerd is. In klinisch onderzoek op lange termijn werd een verschil in ernstige cardiale episoden waargenomen bij tezepelumab in vergelijking met placebo. Een causaal verband is niet aangetoond en een risicogroep is niet geïdentificeerd.
Een voorgeschiedenis van anafylaxie kan een risicofactor zijn voor een anafylactische reactie na toediening van tezepelumab. Observeer de patiënt na toediening gedurende passende tijd.
Onderzoeksgegevens
- De veiligheid en werkzaamheid bij kinderen < 12 jaar zijn niet vastgesteld.
- Patiënten met een worminfectie werden uitgesloten van deelname aan de klinische studie.
Overdosering
Neem voor informatie over een vergiftiging met mepolizumab contact op met het Nationaal Vergiftigingen Informatie Centrum.
Overdosering
Neem voor informatie over een vergiftiging met tezepelumab contact op met het Nationaal Vergiftigingen Informatie Centrum.
Eigenschappen
Gehumaniseerd monoklonaal antilichaam (IgG, kappa). Remt de biologische activiteit van interleukine-5 (IL-5), door blokkade van de binding van IL-5 aan de α-keten van het IL-5-receptorcomplex dat tot expressie komt op het celoppervlak van de eosinofiel. Hierdoor wordt de signaalfunctie van IL-5 geremd en de productie en overleving van eosinofielen verlaagd.
Kinetische gegevens
F | ca. 64%, 71% en 75% na resp. een enkelvoudige subcutane toediening in de buik, het bovenbeen of de arm van gezonde proefpersonen. Bij kinderen (van 6–11 jaar) is de biologische beschikbaarheid ca.1,3-2× hoger. |
T max | 4–8 dagen. |
V d | 55–85 ml/kg. |
Metabolisering | via proteolyse. |
T 1/2el | 16–22 dagen. |
Uitleg afkortingen
F | biologische beschikbaarheid (fractie van de dosis die in de systemische circulatie verschijnt) |
T max | tijdsduur tot maximale bloedspiegel na toediening |
V d | verdelingsvolume (fictief volume waarin een geneesmiddel zich verdeelt over het lichaam) |
T 1/2 | plasmahalfwaardetijd (tijd die nodig is om een bepaalde plasmaconcentratie te halveren) |
T 1/2el | plasmahalfwaardetijd in de eliminatiefase, terminale halfwaardetijd |
Eigenschappen
Tezepelumab is een monoklonaal antilichaam (IgG2λ) gericht tegen thymisch stromaal lymfopoëtine (TSLP), het voorkomt interactie met de heterodimere TSLP-receptor. Bij astma induceren zowel allergische als niet-allergische triggers TSLP-productie. Blokkade van TSLP vermindert een breed spectrum van biomarkers en cytokinen die geassocieerd zijn met luchtwegontsteking (zoals eosinofielen in het bloed, eosinofielen in de submucosa van de luchtwegen, IgE, FeNO, IL-5 en IL-13). Het werkingsmechanisme van tezepelumab bij astma is niet definitief vastgesteld.
Kinetische gegevens
T max | 3-10 dagen. |
F | ca. 77% |
V d | centraal 0,056 l/kg; perifeer 0,031 l/kg. |
Metabolisering | afbraak door proteolytische enzymen (intracellulair katabolisme). |
T 1/2el | ca. 26 dagen. |
Uitleg afkortingen
F | biologische beschikbaarheid (fractie van de dosis die in de systemische circulatie verschijnt) |
T max | tijdsduur tot maximale bloedspiegel na toediening |
V d | verdelingsvolume (fictief volume waarin een geneesmiddel zich verdeelt over het lichaam) |
T 1/2 | plasmahalfwaardetijd (tijd die nodig is om een bepaalde plasmaconcentratie te halveren) |
T 1/2el | plasmahalfwaardetijd in de eliminatiefase, terminale halfwaardetijd |
Groepsinformatie
mepolizumab hoort bij de groep monoklonale antilichamen, pulmonaal.
Groepsinformatie
tezepelumab hoort bij de groep monoklonale antilichamen, pulmonaal.